PINKSTEREN Joh 20.19-23 Vers 23: 'Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als jullie ze niet vergeven, dan blijven ze behouden.' Toch wel een sterke uitspraak van Jezus. Als wij tot iets bekwaam zijn, komt God daar niet in tussen. Als wij dus niet doen wat we kunnen doen, gebeurt er niets. Hij respecteert ons. De uitdaging wordt dus: Nemen wij onszelf au sérieux ? Hugo Dierick,Rosier 26 A 2000
ZEVENDE PAASZ0NDAG Joh17,11b-19 Vers: 17b ' Uw woord is waarheid?' Johannes begint zijn evangelie met: 'In het begin was het woord en het woord was bij God en het woord was God.' Daarmee wil hij in Jezus'taal zeggen: 'Vanaf het allereerste begin was er al een duiding aan de schepping, een richting , een visie' Alles stond al vanaf het eerste moment gericht op God , op liefde dus want God is liefde.' Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
ZESDE PAASZONDAG Joh15,9-12: Vers 12:' Dit is mijn gebod dat je elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.' Elke taal heeft uiteraard een ander woord om 'Ik hou van je' uit te drukken. Bovendien zijn er in elke taal vaak verschillende wooorden om liefhebben uit te drukken. Zouden we niet dichter bij Jezus'invulling van zijn liefhebben komen als we zouden vertalen: Dit wil Ik je aanbevelen. Dit is mijn opdracht: Doe alles voor lief en niets voor hebben.
VIJFDE PAASZONDAG Joh 15,1-8 Vers 7: 'Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven , vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen' Hebben wij daar ervaring van ? In feite is dat een heel concrete beschrijving van wat we intimiteit noemen: Geënt zijn, verbonden leven, gehecht, verstrengeld in mekaar, thuis zijn bij mekaar, intiem. Dan mag je alles aan mekaar vragen en dan krijgt ge dat ook van mekaar. Hoe komt het dat we dan krijgen wat we vragen ? Van 't moment dat we zo thuis zijn bij mekaar weten wij perfect wat de andere ons kan geven en zullen wij die nooit overvragen. Rijke vruchten die blijvend zijn. Heb ik in deze paastijd al iets gevraagd aan God of aan wie ook met wie ik geënt leef? Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen
VIERDE PAASZONDAG Joh 10,11-18 Vers 15b:' Ik geef mijn leven voor de schapen' Wij hebben allemaal het leven gekregen. Daar is Jezus echt van overtuigd. Vandaar zijn voortdurende dankbaarheid naar zijn Vader toe. Hij geeft verder wat Hijzelf gekregen heeft. Van hem hebben wij geleerd dat de zin van het leven is: doorgeven wat je gekregen hebt. Om deze levensvisie niet toe te spitsen en te beperken tot dat laatste moment van ons leven , zouden we Jezus'uitspraak: ' Ik geef mijn leven voor mijn schapen' ook zo kunnen lezen: 'Ik geef mezelf aan mijn schapen.' Dan wordt het iets van elke dag. Wanneer was het weer dat ik mezelf heb kunnen geven? Wat heeft dat teweeg gebracht in mijn leven en dat van die andere(n) Hugo Dierick, Rosier 22.Antwerpen
DERDE PAASZONDAG Lc 24,35-48 44: ' Hij sprak tot hen: Dit zijn mijn woorden die Ik tot u sprak, toen ik nog bij u was. Alles wat over Mij geschreven staat en in de Wet van Mozes, in de profeten en psalmen moet ingevuld worden.' Dit laatste weerklinkt meermaals als een vast refreintje in de bijbelteksten van het NT. Dit refreintje lezen we meestal alsvolgt: opdat de Schriften worden vervuld. Invullen stemt echter meer overeen met wat Jezus meestal deed: op een persoonlijke manier zijn zending beleven en die persoonlijke manier had meestal iets verrassend, nieuw en creatief en niet op voorhand vastgelegd. Zo ook hier.