ZEVENDE PAASZONDAG Jo 17,20-26 Vers 24b: ' ...Opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt...' In feite staat er: Opdat zij mijn schittering mogen aanschouwen...want als God licht is dan is zijn Zoon de schittering want Hij heeft alles van de Vader gekregen. Dit is poësie-taal, taal van liefde, uitwisseling van een intense beleving van éénheid.
Als in een koppel een man tot zijn vrouw zegt: bedankt dat gij mij ons kind geschonken hebt ( of omgekeerd) is dat dan niet even schitterend ? Hoe lang is het geleden dat je die intense dankbaarheid aan elkaar gegeven hebt.
Hugo Dierick, Rosier 26 2000 A
|