te gast bij Wim Helsen, Stella Bergsma met een fragment uit Magnolia van Paul Thomas Anderson
Ik hield zo van haar. En zij wist wat ik deed. Ze wist al die kloterige domme dingen die ik heb gedaan. Maar de liefde was sterker dat wat je ook maar kunt bedenken. De godvergeten spijt. De godvergeten spijt. Nu zal ik doodgaan en ik zal je vertellen wat... de grootste spijt van mijn leven... Ik liet mijn liefde gaan. Wat deed ik. Ik ben 65 jaar oud en ik schaam me. Een miljoen jaar geleden, de kutspijt de schuld, laat je nooit vertellen dat je niets moet betreuren. Niet doen! Betreur godverdomme wat je wilt. Gebruik het. Gebruik het. Dit is een lange weg zonder... con. Een verhaal met moraal. Ik zeg. Liefde... liefde... liefde. Dit klote leven... het is zo kankerzwaar. Zo lang. Het leven is niet kort. Het is lang. Godverdomme. Godverdomme. Wat heb ik gedaan? Wat heb ik gedaan? Wat heb ik gedaan?
Peter vertelt over de kleine van zijn zus Karin: zijn neefje Darren zou dat jaar voor het eerst meedoen aan Valentijn. Darren zou een 'beste vriendin' kiezen, en de mama zorgde dan voor de rest.
"Karin had lego-hartjes meegebracht en Darren koos een groen. Die kleur vindt hij mooi. Ze had de groene in het doosje laten zitten, en Darren greep natuurlijk naar dat grellig groen. Met de verjaardagkaarsjes overkomt haar zoiets niet, groen.
Ze heeft door elk gaatje een lintje gehaald, ipv een kettinkje. Lintjes in rood velours, in een strikje geknoopt. En het strikje liet ze naast het half hartje terecht komen en ze hing het kleinood om Darrens nekje. De andere helft was voor zijn Valentijntje.
Nu was de vraag, wie is het vriendinnetje, naar wie ging de andere helft van het hartje?
- Opa. - Opa is geen vriendinnetje, replikeerde iemand voorzichtig. - Opa! zei hij met alle overtuigingskracht die in zijn lijfje zit.
Opa wordt zijn eerste Valentijntje. Opa is vereerd en zeer geroerd dat hij uitverkoren werd om de andere helft van het groen hartje te dragen.
- Liever een groen hartje dan het Purperen Hart! zei hij zeer onpatriottisch.
En toen kreeg hij van Darren ook nog een zoen. Dat samen is meer waard dan het purperen lintje van de staat. Opa zijn dag wordt goed. Is het sinds gisteren al.
Eerlijk gezegd, vervolgt Peter, ik denk dat Darren zijn Opa gekozen heeft omdat Opa een constante is in zijn leven. Zo is de andere helft van het 'mooi' groen hartje nooit echt ver weg. Een opa verhuist niet plotsklaps, bijvoorbeeld. Met een vriendinnetje weet men dat nooit."
Komende van Peter klinkt die overdenking zeer waarachtig. In zijn vrij gezellige jaren verdwenen vriendinnen soms zeer plots. Zijn opa niet. Conclusie : met een Opa heeft men een duurzame relatie. En Darren weet dat zo jong al?
Het Purple Heart is een Amerikaanse militaire decoratiedie in de Verenigde Staten wordt uitreikt aan hen die gewond of gedood zijn terwijl ze in het Amerikaans leger dienden. Daarom is "Dan liever een groen hartje!" waarschijnlijk een onpatriottische gedachte.
te gast bij Wim Helsen, Jan Hautekiet met een tekst van Jan Wauters
Afscheid van mijn microfoon
Mijn microfoon. Mijn zoon. Kom hier, voor een zoen. Jij gaat me overleven, niet voor even, maar ook daarna nog, als je overgaat in andere handen, hoe ga ik dàt overleven. Mijn lege handen, zonder banden met jou. (...) Wat heb ik je vastgegrepen, opgevreeën, wat was je koel als van metaal, maar ook zo glad, zo goed omvingerd in mijn handen, zo zacht gelegen en gegleden, zo naar mijn mond gestuwd en voor gehouden, wachtend op mijn ademstoot, de start van ons minnespel.
Lieve microfoon, fuik voor mijn fonemen. Ik heb van je gevreten, aan je gezeten, je uitgeperst en telkens weer een nieuwe voorraad woorden - alleen voor jou -, voor jou alleen, mijn mooiste woorden - één voor één - aan jou gegeven. (...) Jazeker heb ik mij aan jou opgedrongen, je in bezit genomen, in dronkenschap bijna, zo bezield en bezeten. Mijn eisen gesteld ook, tril dan mee, onbuigzame, zinder, zodat ze luisteren, met rode oortjes, en opgaan in het gave genot dat jij hen aanbiedt, mede namens mij.
Ouwe Wau(ters), je klemt je vast, je neemt hem nog eens beet, maar het klamme zweet staat je in de handen. Nog is hij van jou, die makkelijke-moeilijke microfoon, want je bent er ook wel eens kwaad op geweest, als hij zweeg (batterijen leeg) of nors deed, kraken, fluiten als jij wou flirten, met hem en de verre vreemde luisteraar. Maar toch, ik kon hem niet missen, en - in dit laatste uur - het uur van de waarheid - zou het een grote leugen zijn, mij te horen zeggen, hier zie, neem maar, doe maar De Graeve, ik heb mijn "microfoontje" niet meer nodig.
Laat mij één ding, meneer-de-manager. Laat mij die funny phone, my microphone. I love you, baby. Lampje uit.
Poppenfilms, daar wordt men blij van. Pingu is een van mijn favorieten. Er waren periodes dat ik de wekker zette om voor Pingu op te staan. Nu is de wekker niet meer nodig, ’k ben toch wakker op de zotste uren.
We hebben een schoonbroer die schamper doet over poppenfilms, dat is voor kinderen. Jawel, het is gemaakt voor kinderen maar niet dóór kinderen. En als ik naar die programma’s kijk, is het alsof ik in het hoofd van de bedenkers kan kijken. Ik zie hoe een idee evolueerde naar een ontwerp, en hoe via de techniekkundige mensen uiteindelijk een afgewerkt product ontstond. Daar kan ik stil van worden, de evolutie van vinding naar voorstelling, van idee naar resultaat. Zo hebben de makers van het filmpje heel raak het geklungel en de frustratie van een jongetje in beeld gebracht.
Een valentijnskaart maken is een belangrijke onderneming die absoluut tot een goed einde moet gebracht worden. Wanneer het mis loopt, is de frustratie groot, voor een jongetje als Pingu.
Mama leest de krant, zij wil rust. Het zusje Pinga is die dag niet echt een hulp, maar dan toch weer wel, want zo gaat dat in kinderprogramma’s, het verhaal loopt goed af.
Het filmpje begint met het vriendinnetje Pingi, zij schuift een envelop onder de deur bij Pingu thuis. Het filmpje eindigt met een balkonscène, puur Verona! Mijn hoed af voor wie dat er in gebracht heeft.
Waarom ik dit inzend, omdat de situatie zo raak gebracht is, omdat ze herkenbaar is, omdat de makers van het filmpje met kleipoppen en cameratechnieken weten te brengen wat ik in geen eeuwen zou kunnen beschrijven.
Een Valentino met pronkgedrag/stoerdoenerij. Een Valentina die nuffig doet. De situatie is een cliché, heelder toneelstukken vullen daarmee hun eerste bedrijf.
Nog drie dagen en het is Valentijn. Februari is ook de kattenmaand. Die twee samen geven dit : Simons Kat probeert een dameskat te imponeren, met een beetje hulp van een heel kleine vriend. De heel kleine vriend neemt het laatste woordje.
Sinds de datum van publicatie werd het filmpje 13,2 miljoen keer bekeken. Wie die komma twee andere mensen zijn weet ik natuurlijk niet maar er zijn dus nog mensen die Simon Tofield een verademing vinden. Ver weg van de eenheidsworst, hoewel Disney en Endemol er toch iets in te piepen hebben, enkel zakelijk hoop ik. m - EZW-02/2014, HiH-02/2015, bijgewerkt - https://en.wikipedia.org/wiki/Simon%27s_Cat
Cupido heeft een eigen pijlen-atelier met een flink aantal gevleugelde hulpjes. Voor de buitendienst heeft hij natuurlijk óók een leger assistentjes. Allemaal boogschuttertjes.
Wanneer de schuttertjes hun opdracht volbracht hebben gaat via de binnenpost een bericht naar de ooievaar. Die zorgt zorgvuldig en oordeelkundig voor een vervolg op elke geslaagde missie. Het systeem werkt prima.
Wanneer plots twee mensen het vertikken verliefd te worden, en zelfs hardnekkig weigeren zulks te doen, neemt Cupido de zaak persoonlijk in handen. Daarop ziet hij zich genoodzaakt al zijn jongens te mobiliseren.
Het leven van Kim Casali's leven is een liefdesverhaal op zich.
van 't Net Kim Casali
Dit bizarre verhaal begint in 1967. De hoofdrolspelers: twee twintigers. Hij uit Italië, zij uit Nieuw-Zeeland. Allebei wonend in Los Angeles, maar niet helemaal in orde met hun verblijfsvergunning. Zijn naam: Roberto Casali. De hare: Kim Grove. Tijdens de après-ski maakt ze tekeningen over haar kunst- en vliegwerk op de hellingen. Ziet er goed uit, zegt hij. Waarmee hij niet alleen haar tekeningen bedoelt. De twee kijken elkaar in de ogen en worden een koppel. Ze trouwen in 1971. van 't Net Kim & Roberto Casali-Grove
Kim is smoorverliefd op Roberto. De relatie inspireert. Kim zet wat ze meemaakt met Roberto op papier. Ze tekent een meisje en een jongetje en maakt er tafereeltjes van onder de noemer Liefde is ... De tekeningen zijn uitgesproken romantisch, op het randje van naïef. Tegelijk zijn ze ook grappig en vooral herkenbaar.
Roberto laat de kribbels van zijn vrouw aan vrienden zien. Geen goed idee, zegt zij : té privé en misschien ook te melig.
van 't Net Casali, 1970
De vrienden reageren enthousiast. Dit moet je publiceren, is hun advies. De Amerikaanse krant Los Angeles Times hapte als eerste toe. Op 1 mei 1970 zet het de allereerste Love is in de krant. Het succes is enorm. Kim Casali krijgt vrachtwagens fanmail. Ze krijgt post van gevangenen, van pasgetrouwden, van psychologen die haar tekeningen gebruiken in hun sessie met getrouwde koppels.
Af en toe, héél af en toe, een puntje van kritiek. Uit hoek van de feministen. In het Liefde Is -land zouden alleen zwakke vrouwen leven. Simpele, afhankelijke wezens die enkel goed zijn om hun man te dienen. De kritiek sterft onder een indrukwekkende lawine van succes.
Met Kim en Roberto gaat het intussen erg goed. Zij tekent in sneltreinvaart, hij regelt haar zaken. Ze krijgen twee zoons, Stefano en Dario. In 1975 is het gezin in Engeland gaan wonen. Daar kantelt het geluk. Roberto krijgt teelbalkanker. Omdat Roberto en Kim een derde kind willen, laat hij zijn sperma invriezen voor later.
Die later, die komt er niet. Roberto sterft in 1976 in de armen van zijn vrouw. De wereld van Kim Casali stort in, maar haar kinderwens blijft overeind. Kim heeft geen toestemming van haar overleden echtgenoot om zijn ingevroren zaadcellen te gebruiken, daar had de Britse overheid in 1977 geen problemen mee. Een bevruchting na het overlijden van de vader was in die tijd zo zeldzaam dat er geen haan naar kraaide. Kim ging naar een kliniek en werd bij de eerste poging zwanger.
van 't Net
Zeventien maanden na de dood van zijn vader werd Milo Casali geboren. Hij heeft zijn vader nooit gekend, maar dat neemt hij zijn moeder niet kwalijk, zegt hij in de Britse krant Daily Mail : “Zij heeft altijd haar best gedaan om me heel veel over hem te vertellen. Ons huis stond vol met foto's van hem. Ze zeggen dat mijn moeder met dat derde kind haar rouwproces kunstmatig heeft verlengd. Zo zie ik dat niet: mijn geboorte heeft mijn moeder geholpen om iets heel moois uit iets heel verdrietigs te halen.”
van 't Net met jonge Milo erbij
Milo Casali heeft intussen ook zijn moeder verloren. Kim Casali overleed in 1997 toen ze 55 was. Kort na haar dood vernam Milo dat hij zelf vader zou worden: “Ik had daar verschrikkelijk graag met haar over gesproken. Het heeft niet mogen zijn. Ik troost me met de gedachte dat mijn moeder zich liet leiden door liefde. Ik kan alleen maar dankbaar zijn voor de omstandigheden die mij op deze aarde hebben gezet.''
van 't Net Milo Casali
De Liefde is-reeks wordt voortgezet door de Britse tekenaar Bill Asprey.
“Stefaan, een kennis van ons is zwaar dement. Het resultaat van twee te lange narcoses amper twee jaar geleden, zegt zijn vrouw. Hij is 74, de kinderen dringen bij hun moeder aan op een definitieve opname. Simonne, zijn echtgenote, is radeloos, wanhopig. Ze weet dat ze de knoop hoe dan ook moet doorhakken, maar ze kan het niet, nu nog niet. Ik heb echt met haar te doen, terwijl iedereen informeert naar de toestand van Stefaan vraag ik eerder hoe zij het maakt. Stomme vraag eigenlijk. Haar lichaamshouding, haar ogen, haar nervositeit zelfs haar stem spreken boekdelen. Het mens heeft geen moment rust meer. Ook ’s nachts niet. Wat wil je, als je zelfs voor de kleinste kleinigheid dat je je huis even moet verlaten hulp nodig hebt, een oppas voor je man. Zolang Stefaan zijn vrouw in het vizier heeft, is hij nog vrij rustig. Is zij er heel even niet dan is het hek van de dam schijnt het. Dan moet de buurman of wie ook bij hem zit, zorgen dat Stefaan zijn hond aan de leiband heeft. Dat dier brengt ook soelaas, is een steun voor zijn totaal verwarde geest. Zijn vrouw en zijn hond zijn de enigen met wie hij nog voeling heeft, de kinderen herkent hij al geruime tijd niet meer.
Vreselijk toch, echt miserabel zo’n leven. Verschrikkelijk voor Stefaan maar nog erger voor Simonne. Onmogelijk voor mij om me voor te stellen dat mijn man in zo’n wereld zou leven, een wereld waarin ik totaal buitengesloten ben. Ik mag er niet aan denken, maar de mogelijkheid is nochtans reëel, de feiten zijn er. Over enkele maanden wordt hij maar eventjes negentig. Dat is niet niks, negentig jaar. Vergeleken met zijn ijzersterk geheugen is het mijne nu al een zeef. Kijken we samen naar de Canvascrack, dan moet ik de duimen leggen. Vraag hem wie de midvoor van Chelsea is, hij weet het, begin niet over Plinius de Oudere of je krijgt de geschiedenis van Pompeï erbij, onvoorstelbaar dat brein van hem. Omdat kleinzoon een studieopdracht heeft over Rock Werchter weet die knobbel van mij wie Babyshambles, Bastille en Eels zijn, weet hij dat Muse en de Foo Fighters volgende zomer het schone weer op de weide in Werchter zullen uitmaken. Neen, beste vrienden, ik overdrijf geen zier, mio marito is een vergaarbak van kennis, een vat vol parate kennis en toegegeven ook van tal van onnozelheden.
Daarom dat ik beetje nieuwsgierig was toen ik zijn schaakmaat, Richard, gisterenavond hoorde vragen: “Maar hoe flikt ge dat om er vijftien jaar jonger uit te zien en meer bij de pinken te zijn dan ene van 60 jaar?”
“Door mijn vrouw” antwoordde mijn betere-ik “zij verwarmt mijn oude hart met duizend zonnen”. Ik smolt. Niet door de warmte van mijn oven en kookplaat in de keuken, wel door de gloed van zijn woorden. “Jawel, Richard, door mijn vrouw. Ik leef dagelijks in haar geuren, in haar heerlijke geuren.” Ik zweefde in hogere regionen aan het aanrecht. Wie niet? Tot hij vervolgde: “Je ruikt toch het konijn met pruimen dat nu aan het pruttelen is en de appeltaart in de oven?
Klet Mariette, onmiddellijk met de voeten op de aarde gebracht, die sakkerse hoogbejaarde belhamel van mij. Terwijl ik in gedachten een passend antwoord trachtte te bedenken, dacht ik aan Stefaan, aan de zo vertrouwde genegenheid en innigheid die hij en Simonne moeten ontberen omwille van die verdomde ziekte en ik heb mijn belhamel niet van antwoord gediend, maar ben aan het snotteren gegaan… uit dankbaarheid.” TP
Dat zijn twee authentieke liefdesverhalen, TitiPoes, recht uit de realiteit, kort en krachtig. Klet marjet, ik moet er van bekomen. Het eerste schrijnend. Het tweede bitterzoet.
het eerste koppel
Stefaan heeft slechts nog twee ankers in zijn denkwereld, zijn vrouw en zijn hond. Als geen van beide in zijn gezichtsveld is, wordt hij zeer onrustig tot angstig. Naar een WZC kan de hond niet mee. Uitgesloten. Het besluit dat Simonne nu moet nemen: gaat zíj dan mee naar het WZC wonen of stuurt ze Stefaan helemaal alleen zijn mentale jungle in? Zoals ik het zo bot samenvat lijkt het de inhoud van een soapaflevering, maar het is veel rauwer dan dat, want het is echt: Simonne moet anticiperen, en dat is zwaar. 'k Durf niet denken hoe zwaar.
Het is uitzichtloos zegt het inzicht Het is wat het is zegt de liefde (Erich Fried/Geert van Istendael)
het tweede koppel
Er is de hoge leeftijd van 1 partner. Dat is een fysieke realiteit. Er is de dankbaarheid. Evenzeer een realiteit. Bitterzoet, die twee realiteiten samen.
Zweven aan het aanrecht & snotteren aan het aanrecht. Tragikomisch, maar dat zijn veel situaties in het leven. En veel van die situaties hebben hun moment tussen de soep en de patatten, bij het aanrecht. Op een aanrecht kan men leunen. Soms is dat nodig. Want anticiperen kan plots heel zwaar wegen.
Het is alleen maar pijn zegt de angst Het is wat het is zegt de liefde (Erich Fried/Geert van Istendael)
’k Heb beide verhalen een aantal keren herlezen en het is wat het is, zegt Erich Fried. Met die richtlijn zullen we het moeten doen. Denk ik.
te gast bij Wim Helsen, Arthur Japin met een fragment uit 'De dood van Iwan Iljitsj' van Lev Tolstoj
En plotseling werd hem duidelijk dat al wat hem benauwd had en hem niet duidelijk was geweest, nu plotseling helder vóór hem stond, ja, van twee kanten, van tien kanten, van alle kanten. Hij had medelijden met hen en hij moest hun geen verdriet meer doen. Hij moest hen en zichzelf van deze kwelling bevrijden. "Hoe goed en hoe eenvoudig", dacht hij. "En de pijn? vroeg hij zichzelf. Waar moet ik die laten? Ja, waar ben je, pijn?" Hij voelde aandachtig. "Ja, daar is zij. Nu, goed, laat het pijn doen." "En de dood? Waar is de dood?" Hij zocht naar zijn gewone, oude doodangst en vond hem niet: "Waar is de dood?" Er was geen angst meer, omdat de dood er niet meer was. In plaats van de dood was er licht. "Dat is het dus!" zei hij plotseling hardop. "Hoe heerlijk!"
te gast bij Wim Helsen, Annick Ruyts met een fragment uit 'De passie' van Jeanette Winterson
Hoe komt het dat het leven de ene dag overzichtelijk is en je tevreden bent, een tikkeltje cynisch misschien, maar over het algemeen toch tevreden, en dat je opeens zonder waarschuwing merkt dat de vaste grond een valluik is en dat je je bevindt op een plek waar je de weg niet goed weet en de gebruiken je vreemd zijn?
Reizigers hebben tenminste een keus. Wie het zeegat uitvaart weet dat het niet hetzelfde zal zijn als thuis. Ontdekkingsreizigers zijn voorbereid. Maar voor ons, die via de bloedvaten reizen, die toevallig aankomen in de steden van het innerlijk, bestaat er geen voorbereiding. Wij die welbespraakt waren merken dat het leven een vreemde taal is. Ergens tussen het moeras en de bergen. Ergens tussen angst en seks. Ergens tussen God en de Duivel ligt passie en de weg erheen is snel en de weg terug is nog erger.
Nog één keer slapen en morgen begint de aanloopweek naar Valentijn. Dit jaar valt Valentijn op een donderdag. Die dag duurt zoals andere dagen 24hrs, ongeacht waar men zich bevindt op de aardbol. Tijdsverschil mag dus geen excuus zijn om geen mailtje te sturen.
Zelf zijn LM en ik niet valentijnerig aangelegd, de commercie is teveel aan. Elk geschenkidee wordt daardoor al gauw een prul, hoe duur ook. De waarde zakt naarmate de prijs hoger ligt. Of zoiets. Maar ik volg graag wat er in de rand gebeurt. Heel graag. Rond Valentijn staat het Net vol nieuwe anekdotes dienaangaande. En Valentijnperikelen vind ik enorm interessant. Waarom weet ik niet. Omwille van de broosheid van de instandhouding van een verstandhouding?
In de States ziet men Valentijn breder dan bij ons. Ginds kan men oma & opa een valentijnskaart sturen. Of vrienden. Of vriendinnen. Zomaar. Om hen te laten weten dat zij belangrijke personen zijn in het leven van de afzender. ’k Zeg nu wel de States, maar misschien is dat in nog een aantal landen ook zo hoor, dat Valentijn ruimer bekeken wordt. Misschien kan het in België ook al eens ?
Er is vooral de romantische trend natuurlijk. Dan speelt Valentijn tussen liefdespartners. Daar is de commercie het grootst volgens mij. Gewoon de betaalkaart bij hebben en het komt in orde ...? Maar stel dat hij of zij op do-14/02 de moeite doet om in stilte vroeger op te staan en die speciale havermoutpannekoeken te bakken, en men wordt wakker met die geur … Daar kan geen bankkaart tegenop ook al ligt het cadeau te wachten naast het bord.
te gast bij Wim Helsen, John Crombez met een fragment uit 'Samen door één deur' van Guillaume Van der Stighelen
Ooit was het eenvoudig
De gezondheidszorg was gestoeld op een heel eenvoudig principe: er waren geen ongezonde mensen, want wie niet gezond was, ging dood. [...]
Vergelijk dat met vandaag. [...] We leven langer? We worden niet meer bedreigd door roofdieren? Het is al zeventig jaar geleden dat er in ons land een wereldoorlog woedde? Was de laatste klimaatconferentie dan geen redelijk succes?
Juist. En toch zitten we niet goed in ons vel. We voelen ons bedrogen en we worden ongemakkelijk bij het zien van de ellende in de wereld.
Over het boek, "Samen door één deur: hoe wij, kinderen van de verlichting, onze samenleving moeten beschermen" Een moderne handleiding voor al wie Europa zijn thuis wil noemen, van vluchtelingen tot verwarde Europeanen zelf.
Nu de westerse seculiere waarden belaagd worden door religieuze fanatici en door onze eigen gemakzucht, steekt Guillaume Van der Stighelen zijn licht op bij actuele denkers en geestelijke leiders voor de belangrijkste reclameopdracht van zijn leven: een eigentijdse aanprijzing van onze verlichte waarden.
Iedereen wordt gelijk behandeld, iedereen is vrij en iedereen zorgt voor elkaar. De bekroonde reclamemaker en columnist keert terug naar zijn roots om vol overgave een 'klant' met een ongelukkige merknaam te verdedigen: de seculiere samenleving.
Wie kent nog de Franse verlichtingsdenkers die de lont aan het vuur staken van een samenleving waarin kerk en staat gescheiden zijn en iedereen gelijk is?
En wie weet nog dat België als een van de eerste landen een grondwet op basis van diezelfde verlichte idealen kreeg? En nog veel belangrijker: waarom liggen die gedachten aan de basis van ons geluk en dat van onze kinderen? Hij breekt daarbij met de gedachte dat de seculiere samenleving alleen maar een 'tolerante' samenleving is waarbij levensbeschouwingen elkaar maar moeten leren verdragen. Hij ziet ze als een 'prikkelende' samenleving waarin verschillende gedachten elkaar uitdagen en wakker houden.
Toen men nog schoofzakken maakte ~ door Rocor, 03/2007
We waren thuis met 4 kinderen en die gingen uit werken samen met onze vader. Ons moeder maakte dus om 5 uur 's morgens 5 knapzakken met de nodige koffie erbij. In die tijd was er nog geen gesneden brood, dus ons moeder drukte die 5 broden tussen haar borsten, tikte met het broodmes er een kruisteken op, en sneed die broden precies allemaal op dezelfde sneedikte. Soms eens met een uitschieter met als gevolg dat die boterham veel dikker was. Ik vond dat brood snijden een hachelijke onderneming. Zo dicht met dat scherpe mes bij ons moeder haar borsten, was niet zonder risico. Het is nooit tot een ongeval gekomen maar iedere morgen 5 broden snijden is niet niets. Misschien heeft dat kruisteken daarvoor gezorgd.
De keuze van het beleg was kaas of hesp en een boterham met confituur of in betere tijden een reep chocolade. Een appel was er altijd bij. Het was feest als ze spek met eieren bakte om mee te nemen.
Het huis geurde dan naar dat vers gebakken spek. Het ei maakte dan uw brood vochtig en rond de middag was het juist van "trok": koud en mals. Ondertussen kookte de 'moor' op de Leuvense stoof en er werden 3 scheppen koffie in de zak gedaan, zeg maar beuzze (beurs). Dat werd overgoten met kokend water. Er stonden 5 aluminium koffiebussen klaar met een gazet er rond om warm te blijven. Er werd toen nog aan de teut gedronken dat was toen nog niet onbeleefd ! Moeder aan de haard was een lieve vrouw die vroeg opstond en haar kinderen een schoofzak klaarmaakte en ze uitwuifde. Ze zei dat we voorzichtig moesten zijn en ze riep: "tot vanavond"
Ondertussen 50 jaar later, bij de bakker (ik ga iedere dag om 7 uur ‘s morgens naar de warme bakker), stond ik in de rij met 7 MAN vóór mij. Een ongewassen bouwvakker vroeg 2 smosjes, 1 met kaas en “heps” en nog een martino. Een broodje werd opengesneden er werd gul préparé tussen gesmeerd, men legde er komkommers op en ajuin.
Men spoot er ketchup tussen en het dreef er aan de zijkant uit. Hij vroeg nog een worstenbrood, 2 koffiekoeken en 2 colablikjes, moest rond de 350 frank betalen en was weg. Afgezien van het feit dat het € 8,50 kostte vraag ik mij af waar is die moeder of zijn vrouw of zijn lief ? Hij was zeker niet uitgewuifd, zijn werkbroek was gescheurd, en hij had een vieze stoppelbaard … Misschien was hij wel een goede werker?! Maar toch, moet dat nu zo? Als ik goed begrijp worden er dus geen schoofzakken meer gemaakt, mij niet gelaten maar waar blijft dan de gezelligheid van het ontbijt? Nu valt men uit bed en loopt men naar de bakker… Als ik uit werken ga botert men mijn brood met beleg, er zit een appel bij, ik heb een thermoskan bij, af en toe een toetje, een kommetje met rijstpap en een beetje bruine suiker! Goed hé ?
te gast bij Wim Helsen, Imke Courtois met een tekst van Álvaro de Campos (Fernando Pessoa)
Sigarenwinkel
Ik ben niets. Ik zal nooit iets zijn. Ik kan ook niet iets willen zijn. Afgezien daarvan koester ik alle dromen van de wereld. Wat weet ik van wat ik zal zijn, ik die niet eens weet wat ik ben? Zijn wat ik denk te zijn? Maar ik denk zoveel te zijn! En er zijn zovelen die denken hetzelfde te zijn dat het er nooit zovelen kunnen zijn! Genie? Op dit moment wanen honderdduizend breinen zich in droom genie als ik.
'k Heb nog maar twee keer écht de maan zien opkomen op zee. Meestal zijn we met iets bezig of worden we verondersteld aan tafel te verschijnen. Die Moonrise was twee keer spectaculair.
De tweede keer zag er ongeveer uit zoals op de onderste foto (van het Net geplukt) maar de maan was die keer niet zilverig, wel stevig donkergeel. Ongeveer deze kleur :
foto = wiki
Het was een reusachtige maan, groter dan de twee patrijspoorten samen en die zijn elk 50cm op 80cm.
van 't Net LM en ik zijn De Maan boven gaan bekijken, op de wing. In haar volle glorie. Ze was zo groot dat ik dacht dat ze het schip zou verzwelgen. En het was zo licht dat we langs buiten naar boven konden gaan.
'k Vroeg me af of de stuurman van wacht wel de navigatielichten van andere schepen kon zien, want zo helder was de donkerte. Het was ter hoogte van Borneo. Daar moesten we gaan laden. 'k Kan me niet herinneren of er al land in zicht was, maar we konden het al wel ruiken. Het rook niet zoals land op onze breedtegraden. Dat ruikt als pas afgereden gras. Of als vers omgeploegde grond. Of als mos. Dit land geurde als specerijen. Het was niet de Mediterrane lucht die kruiderijen draagt. Het was niet het droge vleugje dat we ruiken wanneer thuis een keukenkast opengaat. We voeren door een immense koepel van levende exotische geuren, die versterkt werden door de tropische vochtige warmte. We proéfden die lucht.
Dat enorme maanlicht, die adembenemende warmte, de bedwelmende aroma's en het stil geruis van het boegwater daar beneden ... Dan denkt men van alles te denken maar toen dacht ik eigenlijk niks. Het was te overweldigend.
m - EZW-12/2011, HiH-02/2015, bijgewerkt - van 't Net : Wanneer de Maan in het perigeum staat, staat deze dichter bij en heeft een grotere schijnbare diameter (Grieks: peri: (dicht)bij, Gaia: Aarde). Wanneer een perigeum van de Maan (bijna) samenvalt met Volle Maan wordt dit wel een supermaan genoemd. (Wiki, denk ik)
Het woord 'bergbouter' in een vertelling van SK bracht me terug naar midden jaren '70, naar een verhaal waarin een vriendelijke berg voorkomt die af en toe wakker wordt. Jorm is niet echt een bergbóuter, hij is de berg in zijn geheel. Maar toch was er in die jaren iets met berg. En misschien ook met bouter. De 70tiger jaren dus.
We hadden een klant, Mr.RR, die jazz verzamelde. Nu was er een platenwinkel op wandelafstand van bij ons, die gespecialiseerd was in het genre. Die baas kon Mr.RR niet helpen, ook al kon die winkelbaas als veterane kenner én als Brussels jazz-monument rechtstreeks in de States bestellen.
Voor die ene speciale bestelling werd de klant naar ons doorverwezen. Aangezien Mr.RR voor andere muziekgenres bij ons klant was, zouden wij die jazzplaat wel efkes bestellen voor hem.
Dat 'efkes' heeft maanden geduurd -mogelijk zelfs een jaar- want voor de detailhandelaar ging toen nog alles via de groothandelaars en die hadden behalve voor platen van ABBA zeer weinig contact met Zweden, want van daar moest de LP voor Mr.RR komen. Elke zaterdag kwam hij langs om zijn wekelijkse portie muziek te kopen en elke keer moesten we hem zeggen dat naast zijn aankopen klassiek, zijn speciale bestelling jazz nog niet 'binnen' was. Tot op een dag … ik denk dat we toen gezamenlijk een snik van opluchting lieten horen. Mijn pa heeft Mr.RR gebeld om te zeggen dat de bestelling toegekomen was en dat hij de plaat wou brengen, maar dat was nu ook weer niet nodig, Mr.RR zou zaterdag wel langs komen. platenhoes LP, 1977
Een jaar of twee later werd de film in België vertoond en ik vroeg me af of Mr.RR zou gaan kijken. Ik ging, ik vond dat ik na zoveel zorg en kommer om een speciale bestelling die film moest gezien hebben.
-----
Zó jazz was de muziek niet, Toots Thielemans schreef ook andere dingen.
Het fluiten dat met hoort is Toots hemzelve. De gitaar ook. De eerste proefopname van de begingeneriek en het leidmotief van Dunderklumpen : https://www.youtube.com/watch?v=YEqLIigJoVI 04min34
We zijn nu een 40 jaar later en ik vind het staptempo nog altijd mooi en ook heel uitnodigend voor jonge kinderen.
Dunderklumpen film, 1974
Midzomernacht, Zweden - stille weidse natuur. Het goedhartige tovermannetje Dunderklumpen voelt zich eenzaam en gaat op zoek naar nieuwe vrienden. In de slaapkamer van de kleine Camilla vindt hij knuffels. Zodra Dunderklumpen de knuffels aanraakt, worden ze levend. Hij neemt ze mee in zijn tas. bij het pratend huis
Hij neemt ook het schatkistje mee. Jens, het broertje van Camilla hoort de knuffels roepen. Hij gaat hen achterna, samen met zijn geitje Steroog en met een tekening (Malte) die, door de betovering van de midzomernacht, levend is geworden. Papa Beppe, die hulp krijgt van een hommel, volgt hen.
Het wordt een avontuurlijke expeditie vol muziek en plezier. Bizarre wezens vrolijken de tocht op en bedrieger Eénoog zorgt voor spanning. (scène op het houttransport - :o)
Kinderfilmklassieker die animatiebeelden combineert met acteerwerk. Het verhaal wordt knap ondersteund door (fantastische) muziek van Toots Thielemans.
alles weer oké
De film in zijn geheel, voor wie af en toe tijd en zin heeft:
Vuur maken, daar heb ik efkes aan gedacht, ttz, LM had daaraan gedacht. Vuur maken gaat al heel lang mee. Maar ik vraag me af of vuur maken een uitvinding is. Misschien is het een ontdekking. Een bijverschijnsel toen ergens vonken in droog gras vielen. Et voilà, er was hanteerbaar vuur. Of een bijverschijnsel toen men met een stokje ergens een gaatje probeerde in te draaien. Daar kwam toen hitte van en men had ook vuur.
Kermille, de twee begrippen overlappen mekaar voor een deel. Maar gevoelsmatig zou ik toch denken dat een ontdekking iets te maken heeft met hetgeen al bestond, iets dat al aanwezig was in de natuur. En een uitvinding komt puur uit de menselijke koker. De natuur wordt daar bewerkt tot cultuur.
Zo is vuur hanteerbaar krijgen volgens mij een ontdekking. Het wiel is een uitvinding, want eer het ding functioneert gaat daar serieus wat denkwerk aan vooraf. En de hefboom zit daar ergens tussenin, dat is misschien gewoon een vinding.
Het oudste werktuig is volgens mij de hefboom, die vinding is nog in veel ouder dan het wiel en de toepassingen zijn er vandaag nog altijd.
Waarom denk ik dat de hefboom ouder is dan het wiel. Omdat voor de hefboom alle onderdelen zichtbaar voorhanden lagen : een stok en de kleine steen als steunpunt. Meer was dat niet. Wie er aan dacht de stok tot bij de kleine steen te brengen had een hefboom om de last los te wrikken.
Het wiel vraagt wat meer denkwerk. Een rollende boomstam zou men denkbeeldig wel in schijven kunnen opdelen, die dan wielen zouden worden, maar dan moet er nog een as komen én ook een systeem dat kon dienen als lagers. En hoe krijgt men die boomstam in schijven? Nee ..., zo is het wiel er niet gekomen.
En nu denk ik ineens aan de bijl en de speer of de harpoen.
De eerste mens die een puntige steen aan tak verbond, vergrootte daarmee zijn slagkracht en maakte het zo mogelijk meer arbeid te leveren, gewoon omdat er minder fysieke kracht nodig was. Of nee, ik zal het toch maar op de hefboom houden.