Visjes hebben het ook graag comfortabel. En men gunt ze dat, zoiets spreekt vanzelf.
Deze ochtend kreeg ik bovenstaande foto's binnen. Daar moet ik dan iets bij verzinnen. Of er een zinnige uitleg bij schrijven. Dat tweede vind ik moeilijk.
'k Denk dat het badkamerinterieur een inzetstuk is, drie wanden en een vloertje in één geheel, in een soort plastic dat kan dienen voor voedingswaren, dat onschadelijk is voor kleine huisdieren. Want de vissen ademen via dat water hé. Dat water spoelt continu door hun lijfje. Daarom kunnen we dus geen giftig plastic gebruiken. Waarschijnlijk mag het aquariumdecor in de vaatwasser ook. Misschien best zonder poeder, maar dan is het toch heel grondig gespoeld. Wel, persoonlijk zou ik het in de vaatwasser zetten, zo eens per week.
En ik zou om de week ook het decor veranderen. Of hebben vissen dat niet graag, dat hun omgeving al eens veranderd? 'k Stel me zo al rijen en rijen aquariumdecors voor in de winkel, met een keuze aan kamers alsof het voor Barbiepoppen zou zijn.
Voor een sluiervis mag het iets wufter. Sluierstaartvissen zwemmen een ganse dag in een luxueus negligé rond, daarom had ik voor hen aan een boudoir gedacht.
En voor de guppies wordt het een podium waar ze in hun Abba-pakjes kunnen optreden :
Maar de vissenbak en/of bokaal zou ik nu wel afdekken want "ALTIJD afdekken" las ik zeer onlangs op een vissensite. Wij hebben geen vissen, maar ik onthou die raadgeving wel.
Iets meer dan 40 geleden, toen Toppié nog kon opgevoed worden, gingen mijn zussen en ik geen enkel obstakel uit de weg. Nu het dochtertje van Tina 45 is, is opvoeden niet meer aan de orde. Zij voedt nu ons op.
Toen ze klein was vonden we dat moeilijke woorden moesten kunnen en Toppieke sprak dus vlot mee over piplioteek en uniffessiteit en fernissaache en andere rijkdommen in onze samenleving. Lange woorden met veel lettergrepen schrikten haar niet af.
Mijn zussen en ik woonden toen in twee kleine huisjes op 4km van het ouderlijk huis, in de stadsrand van Brussel. We deelden het kind. Zodanig dat de buren niet wisten van wie ze de dochter was. Temeer omdat ze Tina aansprak met de voornaam of met een troetelnaampje. Nu nog.
Voor een keer zag père iets goed in onze aanpak, die lange woorden waren goed voor haar intellectueel peil. Intellectueel Peil. We hoorden de hoofdletters bijna. Straks Cultureel Niveau ook nog zeker? 's Avonds in ons eigen thuisje dronken we een glas en alles bleef zoals het was.
Een dag of twee later vroeg Toppieke : intellueel, wa wilta segge? 'k Weet niet meer wie er toen thuis was maar intellectueel is iets dat moeilijk is en waar ge tóch verstandig slim van wordt. Daar nam de kleine genoegen mee, dat zag ze zelfs zitten. Daar wou ze bij zijn.
In de dagen die volgden kwam regelmatig de vraag : Is dat intellueel? Want anders wou ze geen moeite meer doen voor vervelende dingen. Ja Toppieke, dat is intellectueel. Handenwassen werd intellueel en bord leeg eten en intijds gaan slapen was het soms ook. Allemaal intelluele dingen waar men later verstandig en slim van wordt.
Bij het portret van Leopold III dacht ik : Wie zet er nu de koning in een poëzie-boek … wat een royalistisch gedoe zeg! Wanneer men de afbeelding vergroot is de tekst duidelijk leesbaar :
Aandenken van Paul Alice en Paula Clubvrienden Antwerpen, 25-6-42
Vandaag is het 77 jaar geleden dat die tekst geschreven werd. Dat is een mensenleven. om te vergroten, klik :
De datum doet nadenken natuurlijk. 1942, pal tijdens het Duits militair bestuur, De Bezetting. Misschien waren de ondertekenaars niet echt royalisten maar diende dat portret als getuigenis van anti-Duitse gezindheid. De Belgische vlag leek wat veel op de Duitse vlag, dus zette men dan maar de kop van de toenmalige koning. En misschien was dat gevaarlijk in 1942, wegens te royalistisch, te vaderlandslievend, te anti-Duits.
Clubvrienden? Hoe was het gesteld met het verenigingsleven tijdens de Bezetting? Ik vermoed dat het clubleven niet floreerde tijdens het Duits militair bestuur : er was samenscholingsverbod, er was avondklok, er waren geen middelen door de schaarste … Over welke club zou het kunnen gaan? Een 'club' waar de kop van de koning een betekenis heeft. Het Verzet?
Waren Paul, Alice en Paula samen met Georgette bij de Weerstand? Alleen de naam van Georgette Lenaerts is dan zeker. Want Paul, Alice en Paula zouden schuilnamen kunnen zijn.
Stel dat die vier mensen bij het verzet waren, dan denk ik dat zij piepjong waren. Want in volle bezetting het portret van de koning in een poëziealbum zetten, dat is jeugdig bravoure. Stel dat Georgette haar boekentas ergens staat en dat … nu wordt die ene bladzijde van het poëzieboekje bijna een filmscenario. 'k Zou graag het verhaal van die ene bladzijde kennen. Maar dat verhaal achterhalen is niet meer mogelijk vrees ik. Een verhaal van stille helden. Of van jeugdig lef.
'k Hield per vakantie een aantal musea en kerken bij de hand voor 't geval het slecht weer zou zijn en we binnen-activiteiten wilden of moesten doen. Om de dag dan niet kleumend te verlummelen met uren in een bar-tabac te zitten kijken naar de regen had ik wat fiches in mijn achterhoofd, voor 't geval. Die kwamen soms van pas. LM kon dan zo opgelucht kijken, gelijk een klein jongetje : er valt toch nog iets te doen op een regenachtige namiddag!
Dat ik die suggesties gewoon uit de reisgidsen haalde was bijzaak. Zolang hij zelf niks moest verzinnen was hij gelukkig met ongeveer alles wat ik voorstelde. Want LM kan moeilijk kiezen. Voor de job moest hij soms snel beslissingen nemen en knopen doorhakken, maar daarbuiten verliest hij zich al eens in de veelheid van het aanbod.
In Grasse moesten we schuilen voor de zon. Het was mei en al bloedheet dat jaar. Ik denk dat het 2001 was. Binnen de oude stad staat de kathedraal en daar zou het volgens mij koel zijn. Wanneer de zon brandt zijn oude kerken & kathedralen met hun dikke muren altijd goed, gelijk van welke stijlperiode ze zijn. We vonden een parkeerplaats ergens wat men volgens het stadsplan de Kleine Ring rond Grasse zou kunnen noemen, waarschijnlijk hebben daar ooit de stadswallen gestaan. Vandaar ging het te voet naar de kathedraal. Naar boven. Een serieuze klim. Maar 't is een bouwsel in een soort Romaanse stijl, helemaal mijn meug, dat klimmen had ik er voor over. En LM klom mee, want binnen in de kathedraal zou het koel zijn. Dat had ik beloofd.
Boven lieten we ons neerploffen op een bankje, of een muurtje. Steil en warm, heel die klim. We moesten efkes uitblazen want naar de deur van de kathedraal was het nóg een aantal treden omhoog.
Die deur was dicht. Zoals op de foto. De deur eronder ook. Alles gesloten van 11h30 tot 15h. Bij zulk een hitte moet zelfs de almachtige siësten.
We waren niet van plan om daarboven zonder drinken te zitten wachten tot 15h en zo komt het dat we die drie werken van Rubens niet kunnen zien hebben.
foto Jean-Jacques Giordan
De openingsuren van de kathedraal zullen wel in reisgids & folders gestaan hebben, maar door de hitte heb ik waarschijnlijk over de kleine lettertjes gelezen. Zelfs in de schaduw was het warm³. We zaten daar zo wat te rusten. En na te denken. Ik moest nog bekomen van mijn stommiteit ivm de openingsuren, toen LM ineens zei : "Hebben wij een parkeerticket gekocht, daar beneden?"
Owee-ojee-onee! Een boete! Weggesmeten geld. In Grasse dan nog wel. Dat gaat af van het parfum-budget! Een flesje minder! We zijn traagjes terug naar de stadswallen afgedaald. Traag, dit keer niet zozeer vanwege de hitte, maar omdat we het niet wilden weten of zien : er zou een papiertje onder de ruitenwisser zitten … en het papiertje zat er. Onder de ruitenwisser.
We hebben de parkeerautomaat vol gedouwen met centen, zoveel als hij kon slikken en we zijn op zoek gegaan naar de instantie waar men in Frankrijk parkeerboetes betaalt. Postkantoor? Politiekantoor? Neen. In Frankrijk betaalt men een parkeerboete in een horecagelegenheid, in een bar-tabac.
Daar zaten we dan. In de oude binnenstad. Boete betaald, koele drank, comfortabele barkruk, en dikke muren die al eeuwen de hitte buiten houden. In een bar-tabac. Wat wil een mens nog meer bij zo'n warm weer.
(…) Salinger koos voor een teruggetrokken leven. Waarom hij dat deed of waarmee hij moeite had, hoe en of dat met zijn ego te maken had laat ik over aan de kenners, GD.
“betekend het dat jij heel duidelijk het onderscheid kan maken tussen ego en ?” (sic)
Waarschijnlijk wel hé GD, het betekent dat ik heel duidelijk onderscheid kan maken tussen mezelf als individu en mezelf als lid van een groep, en ook als lid van het diersoort mens, en zeer snel tussen die twee (of drie) posities kan overschakelen. Als ik dat niet kon dan zou ik gedurende 31 jaren een pover bemanningslid geweest zijn. Zeer pover. Zo pover dat ze me daar al die jaren niet gehouden zouden hebben.
Maar men moet niet gaan varen om het eigen ego (het 'ikke' dan) te leren uitschakelen. In het dagelijks leven hebben we allemaal ooit van die situaties beleefd, die maken dat men doet wat er gedaan moet worden, omdat de situatie groepswerk eist. Niet vraagt, eist.
Bij de evaluatie achteraf blijkt dan dat ik niet zo adequaat gereageerd heb. Dan moet ik mijn ego uitschakelen om te horen en te bevatten wat er beter kon, en wat beter zou moeten in het vervolg. Daar zit volk bij. Dat kan gênant worden. Maar die mensen moeten leren uit andermans/mijn fouten. Daar dient de evaluatie voor. Het gaat eigenlijk niet over mij, het gaat over mijn fouten en vergissingen in die specifieke situatie. Dat noem ik het ego uitschakelen, luisteren hoe de eigen fouten ontleed worden.
Bovenstaande is maar één voorbeeld natuurlijk. Er zijn nog situaties waar mensen hun ego op nul zetten. Omwille van de lieve vrede, bvb. Of omdat er belangrijke zaken op het spel staan. Vanmorgen nog meegemaakt. Men (ik) laat een zijdelingse neerbuigende opmerking blauwblauw, omdat het gesprek met die persoon uiteindelijk belangrijker zal zijn dan wat ik van die opmerking of van die persoon vind. Als ik inga op die laatdunkende opmerking dan komt er mogelijk een confrontatie van, dan ontaardt het gesprek en dan geraak ik zeer waarschijnlijk niet aan de informatie die ik nodig heb omdat hij/zij het dan afbolt met slaande deuren. En dat is het énige waarvoor die persoon voor mij op dat moment van nut is : bepaalde informatie. Al de rest, ál de rest, mijn ego incluis, is bijzaak.
een poëziealbum tijdens WOII, het poëziealbum van Georgette Lenaerts
In de nieuwsbrief van de Kringwinkel las ik een artikel dat me direct deed denken aan een ander verhaal. Aan het verhaal van het teruggevonden poëzieboek van JVD, met daarin een tekening van haar broer. Hier een gelijklopend verhaal, een gevonden poëzieboek. Naar een tekst van Fenna Bouve van https://kringwinkelverhalen.wordpress.com/ :
Er komen niet enkel spullen toe bij de kringwinkel, vaak zitten er ook ‘personalia’ tussen. Per ongeluk meegegeven, of vooral bij inboedelopruimingen. Dan krijgen we door fotoalbums, brieven, plakboeken, tekeningen, en poëziealbums wel eens zicht op een leven. Of toch enkele glimpen.
Ik word zowaar melancholisch van het terugvinden van zoiets van iemand die ik niet ken. En die nooit had kunnen vermoeden dat haar/zijn memorabilia in een kringloopcentrum zou terechtkomen. De vergankelijkheid van een leven, het feit dat de tijd schrijdt en dat alles wat wij bezitten en koesteren ooit verdwijnt. Zoals dit poëziealbum uit de oorlogsjaren. Vandaag vond ik het poëziealbum van Georgette Lenaerts, gestart op 13 januari 1939.
OM DE FOTO’S TE VERGROTEN, DUBBELKLIK
Er staan ook soldatenvrienden van Georgette in. Elke vriend en vriendin van Georgette deed echt zijn of haar best een mooi beeld en boodschap neer te pennen. En niet altijd even luchthartig.
Als iemand van haar familie dit toevallig leest en het poëziealbum terug wil en/of problemen heeft met de online publicatie ervan, laat het weten! fenna.bouve@dekringwinkelantwerpen.be
spiegelei-spielerei 'k Kan me voorstellen hoe deze foto er gekomen is.
foto van 't Net
Iemand kijkt door het objectief naar de slapende kat. Maakt een fotootje. Op het tafeltje in de woonkamer staat een fruitschaal. Daarin ligt een appelsien knaloranje en rond te wezen.
Een ingeving : die oranje appelsien moet op de witte kat. Efkes maar. Voor nog een foto. Voor de lol.
Dan wordt het een toer om de appelsien zo zacht op de kat te leggen dat het poezebeest er niet wakker van wordt. Want ze moet mooi opgekruld blijven liggen of het idee spiegelei-spielerei verdwijnt en komt niet meer uit de prent.
Misschien waren er meerdere pogingen nodig. Op telkens andere dagen. 'k Kan me voorstellen dat deze foto niet in 1-2-3 gemaakt werd. 't Is bijna een wondertje dát de foto gemaakt werd. Hoe leg ik een appelsien op Minoes terwijl ze slaapt. Ja, dat houdt een mens bezig. En wakker. Want Poes Minoes ligt op het bed.
In de beginjaren toen ik vaarde moest ik vertrekken naar een schip dat ergens in de States lag. 'k Ben vergeten waar. En het jaar weet ik ook niet meer. Het was na '78. Het was wel de eerste keer dat ik voor een schip naar de States vloog. Met een ticket van de rederij wil dat zeggen, en dat gaf de onderneming iets feestelijks want de vorige keren was het op eigen kosten.
Het appartement was klaar voor zes maanden leegstand. De planten waren naar een vriendin, de post werd doorgestuurd naar mijn zus Tina, de vuilbak was leeggemaakt, uitgewassen en de zak was buitengezet, er lag enkel nog droge voeding in de kasten, alle stekkers waren uitgetrokken, alle ramen en gordijnen waren dicht, het water was afgesloten, de gas ook … het wachten was op mijn vervoer naar Zaventem.
Op de fruitschaal lag nog één appel, die zou ik onderweg opeten bij wijze van ontbijt. En een hardgekookt ei lag daar ook gereed, dat stopte ik in mijn andere jaszak.
Onderweg naar de luchthaven zat ik teveel te babbelen om aan het ei of aan de appel te denken. In de luchthaven trakteerde mijn galante chauffeur me op een ontbijt, de appel en het ei verdwenen helemáál naar de achtergrond. Jammer, ik had ze hem toen moeten meegeven. Maar ik wist van niks. En had ik ze hem meegegeven dan had ik nu geen verhaaltje natuurlijk.
Vóór het landen moest men een kaart invullen waarop men verklaarde (in eer en geweten) dat men van alles niet bijhad. Dat ik niets het land poogde binnen te brengen, en dat ik weshalve nothing aan te geven had. Ook geen voedsel.
In de luchthaven van aankomst was er de migratiecontrole en de douanecontrole. Al Qaida & consoorten moesten nog uitgevonden worden dus veiligheidscontrole was er niet.
Bij de douane doorzochten ze niet mijn valies, wel mijn reistas en mijn handtas én de zakken van mijn jasje. Daar verschenen één verkreukeld ei en één appel met blutsvlekken. Erg fris zagen ze er niet meer uit, na een reis in het bagagerek, gepropt en gedrukt tussen de handbagages.
- What is this? - An apple. And an egg. My breakfast. (van gisteren) - Really? vroeg de douanier, denkt ge dat ge in de States geen eten zult krijgen?
Met een slaapkop van de vlucht en groggy door het tijdsverschil -mijn Engels was navenant- stond ik uit te leggen hoe dat zo gekomen was. En dat een appel en een ei, toch niet echt 'voedsel' waren. Dat was toch maar just een apple en een egg. You see?
Hij heeft mijn verboden goederen in beslag genomen, mij de les gespeld en ik mocht verder. Zonder boete. Voor een appel en een ei ging hij zichzelf geen papierwerk aandoen.
Toen ik dat later aan boord vertelde zeiden ze dat ik veel geluk had gehad. En dat ik op 'ne goeie' gevallen was. Want ze hadden me niet alleen kunnen beboeten maar ze hadden me ook kunnen vasthouden voor valse verklaringen tot de rederij de boete betaald had. Of de ambassade. 'k Zou in elk geval het schip gemist hebben. Bye bye broodwinning. Want zo'n stommiteit betekent ontslag waarschijnlijk.
De controles en de procedures waren toen nog bijlange zo streng niet als nu, maar wanneer ik er aan terug denk … ja ik heb toen geluk gehad dat ik met mijn appel en mijn ei op 'ne goeie' gevallen was.
'k Was aan het snuffelen en surfen over het Huis van Oranje. Vraag me niet waarom, ik weet het toch niet meer. En bij prinses Beatrix (°31/01/1938) schoot me een verhaal te binnen van een correspondente uit Nederland die zich Beatrix noemde. Het is wel al een aantal jaren geleden en het was op een mailgroep. Ik vroeg haar waarom ze juist dié schuilnaam gebruikte. Het was geen schuilnaam, liet ze weten, het was haar échte naam.
Ik bleef naar het scherm zitten staren en onder mijn hersenpan ging het raderwerk in een hogere versnelling. Ze heet écht Beatrix. Kermille, dacht ik, dat formeel taalgebruik, die meervoudsvorm zo vaak … zou het kunnen dat … Ja, waarom niet. Ze wil incognito blijven, dus zoekt ze een Belgische mailgroep. Geen Nederlandse. Maar dan nog had ze beter de naam Bea gebruikt, want de –trix deed velen van ons dezelfde kant uitdenken. Er werden vragen gemaild en de Beatrix in kwestie moest bekomen van zoveel belangstelling eer ze kon antwoorden.
Ze was geboren op 31/01/1939, exact een jaar later dan de troonopvolgster. daarom hadden haar ouders besloten, vooral haar vader, dat ze Beatrix zou heten. Niet omdat hij royalist was, integendeel, hij was een rooie rakker en republikein. En dan tóch een dochter naar een prinses vernoemen, hoe valt zoiets te rijmen ? Kan een rooie rakker zomaar zijn principes verloochenen ? Wel, zijn hart liep over van liefde voor hun eigen klein prinsesje. Dan verdwijnen principes naar de achtergrond.
'Als dan later de vlaggen wapperen voor de koningin, is het voor onze dochter ook een beetje feest' Daarom heette ze Beatrix, omdat hij vlaggen wou voor zijn dochter, en tot lang, heel lang nadat hij er niet meer zou zijn.
Toen ik zo ongeveer 12 jaar was kwam ons moemoe de hele winter bij ons logeren, omdat het een heel strenge winter was en wij centrale verwarming hadden. Ons moemoe had veel last van haar gewrichten als het vochtig en koud was, ze moest zich behelpen met een stok. We hadden speciaal voor haar een bed beneden gezet en ik mocht bij haar slapen. We sliepen natuurlijk niet direct en ze deed niet liever dan vertellen over haar kindertijd, haar zus en haar 4 broers, over wat ze allemaal uitgespookt hadden, ze kon dat op zulke humoristische manier dat ze er zelf zo'n slappe lach van kreeg waar ze bijna niet uit geraakte, en ik natuurlijk ook, ik moedigde haar zelfs aan zodat ze zo hard lachte dat ze de clou van haar verhaal niet meer over haar lippen kreeg.
Dat duurde zolang tot ons moeder naar beneden kwam en we beiden een serieuze uitbrander kregen! "En nu wil ik jullie niet meer horen!" klonk het dan. We fluisterden daarna nog wel verder tot we in een deugddoende slaap vielen ... wat een mooie tijd! RSL
Wat een prachtige situatie, RSL. Dat soort herinneringen zijn Gouden Momentjes. 'k Zie het voor me : uw Ma die tegelijkertijd én haar moeder én haar dochter moet berispen. Een dochter kan men naar haar kamer sturen. Maar hoe berispt men de eigen moeder? 'Morgen geen dessert' - of zoiets?
'k Voel mee met uw Ma. Toen van de sandwich-generatie. Maar misschien had ze achteraf zelf de slappe lach.
van MML
Twee weken geleden was de Kleinzoon (6,5j) samen met zijn moeder aan het dollen, en ja, je weet wel van spelen komt kwelen. Dus het spel werd afgebroken. Komt Kleinzoon ineens naar mij toe, handen in de zij en met en een zeer ernstige snoet zei hij : “Moemie, nu moet je Mama straffen, ze heeft het verdiend.” Ik vraag hem waarom ik zijn moeder zou straffen. Hij antwoordde: 'om-dat-zij-uw-kind-is' MML
Ja, da's toch duidelijk hé, wie anders dan de Moemie kan de Mama straffen? Wat ik echt en absoluut wil weten, MML : hebt ge u toen serieus kunnen houden ?
Natuurlijk kon ik me in de plooi houden. Ik heb haar zelfs in de hoek gezet. Alleen de regel van een minuut per jaar dat ze oud was, was onmogelijk uit te voeren omdat de soep op tafel stond. Je kan je indenken hoe de Kleinzoon genoten heeft. Zijn mama ook eens in de hoek. MML
help ! een tuin vol junkies Tja, wie buiten kattenkruid heeft staan mag zich aan dit soort situaties verwachten hé.
"Katten houden van kattenkruid. Ze lijken erdoor te worden gedrogeerd. Elke kat reageert op zijn eigen manier op kattenkruid. Nadat ze de geur ervan hebben opgesnoven of van de plant hebben gegeten, rollen sommigen zich dramatisch miauwend of jankend over de grond, schurken ze tegen de plant aan of blijven ze onbeweeglijk staan met een doffe blik in de ogen. Soms bedekt het derde ooglid het oog. Kwijlen en spinnen komt ook voor. Na tien à vijftien minuten is de 'betovering' verbroken."
Zoveel katten bijeen en geen geharrewar? Geen hoge ruggen, geen grauwen, geen klauwen? Och nee, na het kattenkruid kan het hen allemaal niet meer schelen. 't Is al Love & Peace & Understanding.
"Territoriumkwesties? pfft … !" "Sociale rangorde? laamenilache … " "Hoe dit opgelost geraakt? Wie 't weet die mag het zeggen." Aldus de katten. m – HiH-06/2015, bijgewerkt - http://nl.wikipedia.org/wiki/Kattenkruid , wie de poezebeesten geteld krijgt, laat iets weten hé.
Hij loopt gans de dag achter u aan, gaat in de weg zitten als ge iets doet, hij legt zijn kop in uw schoot, geeft u natte likjes in het gezicht. Ge duwt hem weg maar hij verstaat dat niet en denkt dat ge wil spelen. Hij bepaalt wanneer hij wil gaan wandelen, als ge uw schoenen aandoet denkt hij dat hij mee mag met de auto. Hij kijkt zo triest als het niet mag, dat ge toch maar toegeeft. Hij heeft in uw huis de beste plaats, tegen de verwarming in een mand. Als ge niet oppast kruipt hij bij u in bad en hij wil ook in uw bed. Hij krijgt zowat de beste stukjes van het eten, alhoewel ge u hebt voorgenomen hem niet te voeren aan tafel, maar voor die ene keer kan dat geen kwaad. Daarom is hij te dik. Uw zetels en uw vloer hangen vol haar want hij is in de ruif, maar ja, dat is zijn natuur daar kan het beest niet aan doen.
Als er dingen zijn die hem niet aanstaan, gromt hij, om te zeggen: "Hela baas, ik ben hier ook nog hé, ik wil u wel een pootje geven, maar al die stomme spelletjes van zitten en liggen en uw gazet halen, niet met mij hé!" Maar hij gromt ook als er iemand te dicht bij u komt. Ge zijt zijn bezit, ge zijt zijn baas. Hij legt ook hoopjes die gij moet opkuisen. Hij gaat soms op zijn rug liggen met zijn poten in de lucht, dan moet ge weten dat ge hem eens moet krabben. Zijn water- en etensbak hebben een vaste plaats in huis. Ge kunt maar best zorgen dat het water fris is, met een handdoek bij de hand om zijn druipend bakkes af te vegen. Het was alsof hij wist welk uur het was als ik van mijn werk kwam, stond hij daar in de deur te wachten al kwispelend, ik aaide hem dan, en dan was het goed. Een hondenleven, maar dan een luxe hondenleven.
Ik zag dat hij wat hinkte, hij werd 8 jaar, dus ermee naar de veearts. Die trok een bedenkelijk gezicht toen hij mijn maat onderzocht, het beest jankte zachtjes als men zijn schouder aanraakte. De arts zei: "Ik heb zeer slecht nieuws. Uw hond heeft botkanker, alle bewegingen die hij maakt doen enorm pijn." Ha, daarom wilde hij niet meer gaan wandelen en keek hij gans de dag in mijn gezicht. Ik kreeg hem terug mee naar huis met wat pijnstillers, men sprak van chemo.
Het is geen mens, het is maar een hond dat weet ik maar al te goed, maar hem zo zien lijden kon ik niet meer. Hij geraakte nog met moeite in de hof, zo rap ging het. Ik sliep niet meer, ik waakte bij hem, hij kreunde van de pijn. Hij keek mij aan alsof hij wilde zeggen, maat, we hebben het samen goed gehad maak er maar een eind aan.
's Anderendaags heb ik hem laten inslapen, het kon niet meer zijn. Hij kreeg een spuitje tegen de pijn zodat ik afscheid kon nemen. Ik nam hem in mijn armen, ik weende hardop. De arts begreep het, zei hij. De hond was een deel van de familie geworden.
Van een vriend gesproken die ge mist, gans de familie was dagen aan een stuk triestig. Wat een dier kan betekenen. Hij was zo trouw, hij miste juist de taal zegt men soms. Ik heb zijn spulletjes weggeborgen. Mensen toch, ik zie er iedere dag van af, ben er ziek van. ‘Het was toch maar een stomme hond …’ door Rocor, 06/2009 - http://blog.seniorennet.be/rocor/archief.php?startdatum=1243807200&stopdatum=1246399200
Stel, ge hebt een beetje te energiek getypt en enkele vingers verzwikt. Dat betekent noodgedwongen een paar dagen vrij van het klavier, ge schrijft geen letter. Ge blijft wat langer in bed. Ge gaat lunchen met een vriendin. Ge gaat een eindje fietsen. Dolce far niente!, denkt men dan. Lukt u dat? Proficiat. Want bij mij gaat het zo :
Toen ik een tijd geleden materiaal verzamelde over scheepstrappen en ladders ben ik veel uren zoet geweest, ook met andere dingen die ik terug doorgenomen heb. Hieronder een mail naar een bevriende stuurman aan boord van een ander schip.
Het schip was in de buurt (binnen radiobereik wil dat zeggen, het kan mijlen ver weg zijn hoor) en Bert had me tijdens zijn wacht (12h-16h) opgeroepen. Gewoon zomaar, om een babbeltje te doen. Stuurlieden doen zoiets al eens. Temeer dat hij daar de enige Belg en Nederlandstalige aan boord van dat schip was.
Die namiddag ging de telefoon in de cabine, of ik naar de brug kon komen, want er was een radio-oproep voor mij. Voor mij? 'k Dacht direct het ergste natuurlijk : er is thuis iets gebeurd met mijn ouders. - Radio-call from Belgium? vroeg ik in verhoogde staat van dinges. - No, from Youlas. Youlas? Youlas … kennen wij iemand die Youlas heet?
Maar 't was dus Bert die een praatje wou maken. LM was aan het werk, hij kon niet naar de brug komen. Toch niet voor een babbeltje. 's Anderendaags heb ik Bert gemaild, persoonlijk vind ik dat gemakkelijker, dan luistert er tenminste geen halve oceaan mee. Op al die schepen allemaal stuurlieden die zich tijdens hun wacht staan te vervelen. Meeluisteren op de VHF is tijdens de lange overvaarten zowat de oceaansport.
Het is een typische mail onder scheepslui, doorspekt met Engelse termen, vooral feitenmateriaal vermelden, bondig en in cijfers waar mogelijk, gebald eigenlijk. Weinig sfeerbeelden geven en vooral versluierd schrijven, want de rederij (de werkgever) leest mee.
De mail dateert van 2008-07-02-wo. De namen zijn gewijzigd. Een staal van correspondentie onder zeelieden :
Hallo Bert,
Gisteren aan de VHF was ik een beetje uit mijn lood geslagen, zo out of the blue telefoon ... maar wel heel plezierig. 'k Voelde me gelijk een grote, efkes staan VHFfen op de brug. 'k Kan me voorstellen dat zelden Nederlands kunnen spreken na verloop van tijd begint te wegen. Een mens zou zich kunnen troosten met de gedachte dat zijn Engels er dan op vooruit gaat, maar of dat werkelijk het geval is weet ik nog zo niet. Heeft iemand al een welsprekendheidstornooi gewonnen voor Scheepsengels-Met-Anderstaligen?
Toen ik gisteren aan onze 2de stuur vroeg van op welk schip gij belde zei hij: YOULAS. - Youlas? How do you spell it? HELLAS dus. ----- Gisteren tijdens de coffeetime gaf capt PR een blad papier met daarop in grote letters het nieuw mail@dres voor LM en mij. En hij vertelde dat het niét aan de Grieken lag, maar dat in Antwerpen op kantoor 'iemand' gewoon vergeten was de aanvraag door te sturen naar Griekenland. 'Gewoon' vergeten? In Antwerpen. Op kantoor. Tja. Van waar dan het fameuze verhaal komt over de vier-weken-wachten-procedure, dat weten we niet. Misschien is het een (moderne) scheepslegende? Het is al wel gebeurd, hier aan boord en elders. Algus (de messman) heeft zes weken moeten wachten eer er iemand in gang schoot. LM & ik hebben na acht dagen al een @dres. Er is dus progress. ----- We zijn aan boord sinds zondagavond 22/06, Durban. De travel startte za-21/06, om 15h op Zaventem zijn. Daar begon het al: één van onze valiezen woog 31,5 kg en dat was 0,5 kg teveel. De dame aan de balie kon de valies niet laten doorlopen op de band, die 0,5 kg teveel doet verderop het systeem blokkeren, beweerde ze. Een paar spullen getransfereerd naar een valies van Nicky (echtgenote van capt PR), zij had nog een beetje ruimte vrij in een valies. Wat we zonder haar vrije ruimte hadden moeten beginnen weet ik niet.
Over Heathrow naar Johannesburg. In Jo'burg moesten we van terminal veranderen. Dat hebben we zelf moeten oplossen want de jongen van het agentschap was verdwenen met twee andere groepen die hij moest doorsluizen en ons was hij blijkbaar vergeten.
Om te beginnen hadden we die jongen bijna gemist. We stonden al aan te schuiven in de serpentine naar de immigratieloketten, toen we ene zagen langs sleffen met ónder zijn arm een bordje waar CAPE FLIX op stond. Dat moet de naam van dit schip voorstellen.
Hadden we al een rij verder gestaan hadden we hem niet zien langskomen. En we stonden in de verkeerde rij natuurlijk, we hadden via CREW moeten passeren, niet via Immigration, vermits wij crew-in-transit zijn (geen retour ticket hebben).
Hij versast ons via CREW en we halen onze bagage op. Die ging niét automatisch naar Durban. Gelijk wat ze in Zaventem beweren.
Na +/- 45 min op dat manneke wachten in de bagagehall hebben we zelf onze weg gezocht, ttz: LM heeft een Airport Assistant gevonden en die meneer heeft ons, slaapwandelaars, naar de juiste desk in de juiste terminal geloodst. Of we het alleen zouden gevonden hebben weet ik niet, er waren verbouwingen aan de gang. Dat vergrootte de wirwar nog.
Dat gebeurt dan allemaal wanneer een mens suf is van een nachtvlucht & door het gebrek aan slaap, wanneer de alertheid low-low level is. Al goed dat we met drie waren, drie suffe koppen krijgen samen al eens een nuttig idee: dat het daar in de bagagehall hoogtijd werd om zelf in gang te schieten, bvb.
We hebben onze aansluiting gehaald, maar dat was niet door toedoen vh gastje van het agentschap. Wel dank zij de Airport Assistant. ----- In Durban ging het iets vlotter, nadat de chauffeur van het agentschap bekomen was van zijn verbazing. Op zijn blad stond "LM xyz + 2", drie zeelieden moest hij oppikken. Dat die "+2" van de vrouwelijke kunne waren ging er niet zo vlot in. Hij betrouwde het niet: hadden Nicky en ik de vliegtickets ingepikt van twee zeemannen? En reisden wij dan niet onder een alias? Ge zaagt het hem denken : illegale stowe aways in zijn busje. Snugger ventje, zal het nog ver brengen.
Na veel "but" en "yes but" was hij bereid buiten LM ook ons twee mee te nemen, zij het niet van harte. Alles oké, alles under control, dachten wij. Edoch! De chauffeur liet ons kiezen: ofwel wachten in het agentschap, ofwel wachten aan de storesboot. (Wachten op de mensen uit Bulgarije, ch.off & 2°Off)
Wachten op de kaai zagen we niet zitten, daar is waarschijnlijk geen schaduw, geen sanitair en niks te consumeren. Wachten in het agentschap dan? Wel schaduw, maar evengoed niks te drinken. Dat we danige honger hadden, probeerde LM. No problem, ze konden food laten komen van een take-away. Zonder het nodige gerstenat dan. (?)
En toen ... toen vond Nicky dat het genoeg geweest was. Zij zette haar telefoon aan en belde voor ruggesteun naar haar echtgenoot, rechtstreeks naar de capt himself. De capt belde naar het agentschap. Als backup kon dat tellen blijkbaar, want plots mochten we onze bagage afzetten in de 'lounge' van het agentschap en werden we vlotjes naar een shoppingcenter gereden waar ze op de dakparking de nodige horeca huisvesten. We waren gered.
Twee uurtjes op een terras in frisse bries, met uitzicht op de groene heuvels & met de nodige versterkingen en we konden er weeral tegen voor een tijdje.
LM & ik kunnen iedereen aanbevelen met Nicky op travel te gaan, letterlijk tot de andere kant van de wereld. Jammer dat we de bedragen in Rand verkeerd interpreteerden, we zaten met USD in ons hoofd. Later bleek dat we maar 10 euro lunch/pp hadden besteed. We hadden gerust kreeft kunnen nemen. Niet veel duurder in Durban.
Busje, bagage, busje, bootje -> basket -> schip.
Eindelijk aan boord. Doodmoe na 36hrs wakker, maar opgelucht dat we er zonder al te veel perikelen waren geraakt. Bagage incluis. 'Ze' hebben wel iets geprobeerd met een koevoet, maar openbreken is niet gelukt. ----- Laden in Forcados zo 06/07. Bunkeren, audit & crewchange in St. Eustatius, datum(?). Lossen in Texas City, binnen een week of drie. ----- LM heeft een verzoek: of ge ulle crewlist wilt mailen naar hier. Op de brug hebben ze geen, dixit onze 2de stuur. Mss zijn er nog bekenden aan boord vd Hellas. En ik heb ook nog een vraagje: zijt ge met de caravan naar Normandië geweest? Vorige zomer in Antifer vertelde ge dat ge iets in die zin van plan waart.
'k Ben al drie dagen aan het denken waarvoor ik dankbaar zou zijn en ook waarom en tegenover wie. Qua genetisch materiaal heb ik al zeker niks om dankbaar voor te zijn. Noch op fysiek gebied, noch op mentaal gebied.
Fysiek heb ik me als oudste kind van zelfstandigen te jong te zwaar ingespannen terwijl degenen die dat hadden moeten voorkomen er stonden op te kijken en gebruik maakten van mijn argeloze bereidwilligheid. De vloek van dat onbekwaam en opportunistisch toezicht voel ik nu elke dag.
Mentaal heb ik mezelf achteraf moeten stalen en versoepelen tegelijkertijd om niet voortijdig te verstarren, zoals ik thuis gezien had. Een ruggengraat in riet en zenuwen in roestvrij staal. Dat was tijdens mijn koopvaardij-jaren. Maar ben ik de koopvaardij daarvoor dankbaar?
Terwijl ik mijn brood verdiende heb ik gedurende jaren interessante stukken van de wereld kunnen zien en kunnen meemaken, de werkzame stukken van de wereld, niet de vakantie-stukken en de façades. Maar of hetgeen ik daarbij voel dankbaarheid is weet ik niet. Misschien is het gewoon erkentelijkheid, 'on ne crache pas sur ce qu'on a reçu'. Ik erken dat ik veel te danken heb aan de werkbranche die koopvaardij genoemd wordt maar ik ben die branche niet dankbaar. Dat woord dankbaar lijkt me enkel tegenover personen bruikbaar.
Ik voel loyauteit tegenover een aantal mensen in de privé-omgeving. Maar ben ik die mensen dankbaar om het een of ander? Misschien één of twee, als ik langer nadenk misschien enkelen meer.
- Damesvoetbal, daar moet toch ook iets over te schrijven zijn, dacht ik. Wanneer ik luidop denk is LM een grote hulp. - Kijk eens op 't Net, zei hij afwezig. Echt een hulp dus. En ik zocht stut en steun bij 't Net.
- Voetbalster is wel een eigenaardig woord om te schrijven, vond ik. Een voetbalster kan ook een man zijn. Als Lukaku een voetbalster is, hoe noemt men dan een speelster, in geschreven taal ? Waar is het geschreven onderscheid tussen voetbalstér en voetbalster ? Elke keer een é typen ?
Want er zijn voetbalsters en voetbalsterren en ook voetbalsterren onder de voetbalsters, natuurlijk. In het meervoud is alles duidelijk. Maar hoe moet het in het enkelvoud ?
- Voetbalvrouw. - Neuh gij! Een voetbalvrouw is een WAG, van de Wifes and Girlfriends categorie. Die mogen niet voetballen van hun kapper. Voetbalvrouw is geen woord dat kan dienen voor een hardwerkende speelster !
LM telt de dagen af dat ik het niet meer over voetbal zal hebben en mompelde iets als 'voetballerina'. Wel kijk, dat is een woord dat kan dienen, een woord dat me bevalt, een woord dat me schikt, de 'voetballerinas' op het veld. Toen opperde iemand het woord voetballétjes voor de jonkies. (dat was SK)
Voetballétjes vind ik een héél mooi woord. 'k Zie de kleine meisjes het veldje opstappen, begeleid door hun grote zussen, voor de gelegenheid cheerleaders met misschien ponpons. Hoe feestelijk is dat ! De kleintjes spelen amper 2x15min of zelfs minder. Dwars op het veld natuurlijk. Met kleine goals.
Het echte feest is eigenlijk hun intrede op het gras met muziek en spektakel aangeboden door de grote meisjes, speciaal voor de kleine meisjes.
Na de match krijgen de voetballéttes elk een medaille. In klei. Beschilderd in hun eigen clubkleuren. 'Tout le monde a gagné' volgens het principe van Jacques Martin.
Op dat soort veldjes, op frisse zondagvoormiddagen wordt in de kleine hoofdjes van de voetballétjes bij feestelijke klanken de kiem gelegd voor een besef van girlpower.
m – met een beetje hulp van LM en van SK, HiH-06/2016, bijgewerkt -
Onze creativiteit staat niet altijd even scherp, grijp op zulke momenten naar je vertrouwde methodes en techniek. van P²
Doenik P²Ke, doenik.
Op school hadden we een aantal oefeningen om de aandacht gefocust te houden. 1969-’70-’71 was dat.
Een van die oefeningen was een mop herschrijven. Dat is verraderlijk. Een goede vertel-mop wordt niet vanzelf een goede lees-mop. Als een mop tempo en intonatie nodig heeft (en mogelijk ook nog streektaal) dan wordt het zeer moeilijk / bijna ondoenbaar om daar een lees-mop van te maken. Een flauwe vertel-mop kan mits wat schrijfwerk dan weer wél een goede lees-mop worden. Heel wispelturig materiaal, moppen. Wat werkt, wat werkt niet … Grappen en geestigheden zijn technisch serieuze materie.
Een andere oefening was schrijven bij afbeeldingen. We moesten een zichtkaart meebrengen. Die zichtkaarten werden ingezameld en dan zonder willekeur weer rondgedeeld. Bij de prent die men in handen kreeg moest men iets verzinnen. Minimum een A4-bladzijde. "En niet te groot schrijven en géén bladvulling!" Zo heb ik klein leren schrijven, om het allemaal op één kantje te krijgen. Bondiger schrijven ware ook een oplossing geweest en daar wordt nog altijd aan gewerkt.
De eerste keer dat we een postkaart moeten meebrengen, brachten we een mooie mee, in 't gedacht dat we die zelf zouden gebruiken voor de opdracht. En toen kwam dat ronddelen. We hadden een klein klasje van 16 meisjes. Zodra de leraar de deur uit was werd de klas een marktplaats en werden de achtergrondverhalen bij de postkaart in kwestie uitgewisseld. Dat was niet de bedoeling. We moesten geen verslag doen van de vakantie van de afzender van de kaart, we moesten een verhaal verzinnen bij de afbeelding op de voorzijde van de kaart.
De maand daarop zamelde de leraar onze zichtkaarten in en deelde toen de kaarten rond van een andere klas ! Nu waren er meerdere klassen betrokken en de markt verplaatste zich van het klaslokaal naar de speelplaats. Persoonlijk vond ik dat tijdverlies. Bij de prent blijven, had hij gezegd. Oké! Dan bleef ik bij de prent. En ik schreef als vanouds per opdracht weer meerdere opstellen in ruil voor huiswerken van wiskunde. Verder dan dat heb ik het op zakelijk gebied nooit gebracht.
Er zijn in dat project tamelijk wat kaarten niet terug geraakt tot bij de oorspronkelijke eigenaar. Kaarten die thuis gekoesterd werden. Na een keer of drie brachten we enkel nog rommelkaarten mee. Daar viel evengoed mee te werken en als we ze niet terug kregen was er tenminste geen hartzeer.
Met afbeeldingen van het Net is dat euvel nu verholpen. Men kan dupliceren en rondzenden zonder ooit een prent te moeten afgeven. Magnifiek vind ik dat.
Via methodes en techniek naar creativiteit … En geheugen. Geheugen brengt ook veel aan. Dat hebben senioren voor op de jonkheid-van-dagen.
Van een gewoon mopke een verhaaltje breien, was het soort oefening dat we regelmatig maakten voor school. Die oefeningen deed ik heel graag. Het leek op verbouwen en opkalefateren. Renoveren heet dat nu. Hier is zo'n tekstje.
Oorspronkelijk versie : Grapje van de dag - Sen Net - 05/06/2016
'Mama, krijg ik een euro? Buiten staat een arme man te schreeuwen ...' Vertederd geeft moeder haar zesjarig Brammetje een euro. 'Hier mijn kind, je hebt een goed hartje. Wat schreeuwt die man dan zo?' Brammetje, al bij de deur, draait zich om, en imiteert feilloos: 'Vanille-ijs, mokka-ijs!'
Eigen versie :
Met sommige dingen moet Sepke niet bij de Mama aankomen, ook niet bij de Oma. Soms moet men bij Opa zijn. Dat voelt Sepke feilloos aan. Opa is een beetje een dromer. Hij droomt voor Sepke geweldige carrières bijeen. Zo ook die namiddag. - Opa, krijg ik een euro?
Opa reikt al naar zijn portemonnee, en vraagt waarvoor die euro zal dienen. Hij investeert veel hoop en energie in zijn kleinzoon-naamgenoot. En dus ook geld. Want misschien wordt de kleine later wel fiscaal adviseur of ooit voorzitter van het IMF. Die ene euro kan de start zijn van iets groots.
- Buiten staat een man te roepen.
Oh, denkt de Opa. Dit kind gaat later bij een hulporganisatie. Iets internationaals. Verenigde Naties. Hij redt heelder bevolkingen. Hij wordt een tweede Kofi Annan. Mét Nobelprijs.
Opa draagt vlot bij voor de snelle interventie. Sepke rent naar de deur. - Is 1€ wel genoeg ? vraagt Opa nog, wat roept die man ?
Toen ik klein was, was de toekomst maar een tijdje groot. Tot ik een fiets zou krijgen, bvb, of een tweede zusje. Of een kat. Allemaal van dezelfde orde van belangrijkheid : het waren Keerpunten in het Leven. Vooral de fiets.
Later heette de toekomst ook zo: 'LATER', want ik had nog altijd meer toekomst dan verleden. Wanneer ik naar die toekomst keek dan zag ik een zacht-parelgrijze waas met lichtgevende randen en met in het midden hier en daar een vlokje kleur. Die vlokjes wisselden in aantal en in kleur naargelang mijn leeftijd, ook naargelang het weten dat ermee samenging. Of naargelang de wijsneuzigheid van het moment. Er waren periodes dat de toekomst er zeer kleurrijk uit zag. En die kleuren werden ingevuld. Men verandert al eens van pluimage. Nu heb ik meer verleden dan toekomst en mijn herinneringen zijn kleurrijker dan mijn plannen.
Mijn herinneringen zijn niet allemaal zonnige kleuren, maar het zijn wel kleuren. De memorie is een kasteel met duizend zalen met in elke zaal duizend kasten met schuiven en schabben vol feiten, fabels & fantasietjes. Ja, er zit meer kleur in mijn verleden dan in mijn toekomst.
Van de rederij uit circuleert aan boord van de schepen -in het nodige & nuttige aantal exemplaren per schip- een lijst met afkortingen. Die lijst heeft de dikte van een eindwerk van de Zeevaartschool. Hoeveel bladzijdes het ding is weet LM niet uit het hoofd en ik heb niet aangedrongen op een schatting.
De grapperd van dienst heeft er zelfs 'ABBR.' opgenomen in die lijst. Abbreviation. AFK. zetten in een lijst van afkortingen, het is een klassieker.
-----
De Management Room aan boord is op volle zee zo wat de studiezaal. Alle handboeken van elke machinerie en elk toestel staan daar. Een paar kasten vol.
Er is een kopieerapparaat dat werkt -als alles goed gaat-, er staan een paar computers en in het midden staat de grote stamtafel. Een vergadertafel eigenlijk. Zo heet ze tegen de kaai wanneer er volk aan boord komt. Op zee is het de tafel van de habitués en heet ze stamtafel.
Op een dag stond ik opzij copies te lamineren, dingen die LM beneden nodig had.
De 3de mecanicien, de 2de stuur en de 3de stuur zaten aan de tafel. 't Jong Volk. Elk was verdiept in eigen opzoekwerk. Buiten het geronk van het Machien, het gezoef van de airco en het neuriën van het kopieerapparaat was het er stil. Zacht snorrend stil. Een rustige namiddag op zee, tijdens een lange oversteek.
De 3de stuur zuchtte eens. En nog eens. Hij schoof met een ruk zijn stoel achteruit. Die ruk werd met een snok afgestopt omdat zijn stoel nog aan de ketting stond sinds de laatste storm.
- Is er iets, vroeg de 3de mecanicien. - Die S elke keer! zei de 3de stuur.
Oja, de s … de S ! Men wist direct waarover het ging: de S in de lijst van afkortingen. De 3de stuur was een stukje lijst-van-afkortingen aan het instuderen. Van ijver gesproken.
- Als er een S in staat is het óf Safety óf Security, suste de 3de mecanicien wijsneuzig. - Jaja, deed de 3de stuur ongeduldig, maar 't moet wel JUST zijn zenne! - Safety, Security of Sex, deed de 2de stuur haar duit in het zakje. De twee snotneuzen keken haar aan alsof ze het op volle oceaan hoorden donderen in Keulen.
's Avonds na de uren deden ze gewoonlijk wel struis mee met flink wat grappen maar zo op klaarlichte dag tijdens de studie … en dan komende van een euh, dame …
- Bij mij komt er ook nog eens STD, verduidelijkte ze. Ivm met de letter S, bedoelde ze. Op haar lijsten, bedoelde ze, de lijsten van Pharmacy & Hospital. In de lijsten van alle mogelijke ziektes & aandoeningen die een mensenlijf kunnen teisteren heeft een 2de stuur ook een lijst van Sexually Transmitted Diseases, de Seksueel Overdraagbare Aandoeningen.
En de twee knapen met hun Safety en Security bleven zeer onwennig zitten kijken, de ene omdat hij zich afvroeg hoe ze STD/SOA dierf te berde brengen, de andere omdat hij aan die dingen waarschijnlijk nog moest beginnen.
Pas bij de koffie om 15h dierven de 2de stuur en ik vrijuit lachen.