Wil je meer lezen over het nestje bordercolliepups en hun ontwikkeling de eerste 8 weken kijk dan eens op www.hettysite.nl weblog 1 vanaf 1 juni 2007. Het was zo mooi om mee te maken dat ik er een kinderboekje over schreef. Dit dierenprentenboekje is te koop. Scotty vertelt over wat hij beleefde vanaf het moment dat hij geboren werd tot hij zich op z'n gemak voelde bij z'n nieuwe baas. Meer informatie over "Ik ben Scotty" en hoe je het unieke boekje kunt bestellen, is op de website www.hettysite.nl te lezen onder het kopje Kinderboekjes. Welkom!
De pups van Tessa en Scott waren een geweldige ervaring!
Een paar pagina's uit het kattenprentenboekje IK BEN MONIEK. www.hettysite.nl
of de belevenissen van een Achterhoekse in Drenthe
29-10-2018
Puur natuur van Geert
Het gaat wel heel snel, de twee maanden van de expo van Jopie Brinks is al om en nu zitten we aan de koffie met de vorige exposant Coby en de nieuwe Geert Rabbers. Truus is voor de gezelligheid meegekomen. Onze expogroep zelf is bijna voltallig aanwezig en de meesten hebben voor het werk hun ega’s meegebracht. Maar we beginnen altijd met koffie en hebben het over de ervaringen van de afgelopen expo en horen en zien meteen wat de nieuwe expositie bevat. Dan is er actie! D.w.z.: de mannen gaan de ladder op en hangen de schilderijen op de goede plek. De dames kijken en geven aanwijzingen. Een beetje naar rechts/ boven/ links enz. En ook nu is het weer een prachtige expo geworden. Geert was vroeger landbouwer in de Rietlanden waar nu de woonwijk is waar wij ook ons Emmer avontuur begonnen. Zijn leraar had op school zijn tekentalent al ontdekt en gebruikte zijn tekeningen vaak als voorbeeld. Zo ook een vogel, uitgevoerd in o.i. inkt. Deze vorm, alleen groter siert nu hun garagedeur in de Bargeres. Intussen schildert hij al 40 jaar. Geert ontleent zijn onderwerpen aan de natuur, het boerenleven en krijgt inspiratie door er op uit te gaan. Er is zelfs een aquarel bij die hij maakte naar een foto van een vakantie in de Achterhoek, een paar van het Bargerveen of een zonsondergang aan zee. We kunnen nu weer een paar maanden vooruit. Afgelopen zondag werd deze expo geopend en vertelde Geert zelf na de viering bij de koffie er iets over.
Wat vind ik het leuk dat je dingen over vroeger vertelt’, zo zei een van mijn lezers vanmorgen. Ze herkent er veel van uit haar eigen leven, denk ik. Veel mensen om ons heen zijn van onze leeftijd en dan krijg je dat. Hoe ouder je wordt hoe meer je hebt om op terug te kijken vooral als je bedenkt hoe het leven in de tussentijd is veranderd. We hadden het na de kerkdienst over het verschil in karakter en manier van vertellen, ik wil het niet preken noemen, dat is zo’n dubbel woord. Onze predikant Jan de Korte kan zo rustig iets uitleggen met een stilte af en toe. De meesten houden hier van. Vanmorgen gaf hij een mooi voorbeeld van troost. Zijn kleinkind had zich zeer gedaan en ging hierbij de hele kring rond om een kusje te halen op de pijnlijke plek. Dat helpt. Ach…zo helpt het ons bij andere pijnen. Als je zoveel meeleven krijgt van mensen om je heen kan dat ook zo goed voelen. Je kunt er geen genoeg van krijgen vooral als de pijn blijvend is en de ene keer meer zeer doet dan een andere keer. Rick kan me soms peinzend aankijken en zegt dan: ’Ik zie dat het korstje er weer even af is’. Wim en ik zijn nog steeds aan de paracetamol. Wim voor z’n pijnlijke heup en dat zal nog een week of zes duren en ik voor mijn gekneusde bovenarm. Al is het nu 7 weken geleden dat ik op de camping tegen een muur knalde, het is nog steeds niet over. Hopen hebben we al geslikt. Wat dat betreft is het goed dat we niet in Duitsland wonen. Daar kost een pakje van 20 stuks 2,75 euro. Hier 49 cent. Gisteren was Rick er weer. Na de koffie ging hij in de weer met de bladblazer, dat zal de komende weken nog wel zo blijven. Het ziet er weer spic en span uit om het huis. Op zijn werk krijgt hij wel complimentjes van de chauffeur die de bergen blad op komt halen die hij bij elkaar geblazen heeft. Rick zorgt er voor dat deze er goed omheen kan rijden. Daar houdt hij echt rekening mee. Rick glimt er van. Tja, een compliment op zijn tijd doet iedereen goed.
We zitten nog even op onze schommelbank bij de wei met koffie. Het is 10 oktober en wat een mooie nazomer hebben we. Jammer, er is geen schaap of lam meer te zien, maar Rob beloofde nog wat aanvoer. Als het dekseizoen geweest is kunnen hier mooi een stel rammen lopen.’, zei hij tevreden terwijl hij de mooie groene weide met kennersoog bekeek.
Toch zien we van alles voorbij komen over de Bargerweg en het Schoolpad. Queeny signaleert het eerst een voorbijganger. ‘Dat is t-r ene die geet straks weer terugge bi-j de weg’, merkt Wim op. En het klopt. Queeny trekt zich terug en blijft waakzaam. We kennen de vaste voorbijgangers, vaak met hond. Meestal steken we even een hand op als groet.
‘Dat is Jans op die tractor’, meldt Wim en ja hoor, hand in de lucht. ‘Da’s dikke Muter, die is effen naor zien pony’s ewest en Lubbers steet daor bi-j zien land dat e van Jans aover enommen hef’.
De kloek komt aan schommelen met haar viertal, ze groeien tegen de klippen op. Als ze me zien willen ze meteen voer. Ik loop mee naar de ren. Daar komt de rest ook op me af. Ik zie dat de voerbak leeg is, vandaar die drukte. Ik neem de voerbak mee naar de schuur en vul hem weer. Even later staan alle kippen en de haan er omheen te smikkelen. Moeder kloek heeft de kleintjes even alleen gelaten. Eten gaat voor. Ze protesteren vanonder een struik. Komt straks wel weer goed met jullie.
Het was vlak voordat we weg zouden rijden met caravan, tentje en… Rick natuurlijk. Ik was helemaal aan de lat zoals gewoonlijk wanneer ik gepakt en gepoetst heb voor een vakantie die zo leuk zal worden. Even zag ik het allemaal niet meer, helemaal omdat Wim nog een week op zijn spuit in de heup moest wachten. Al kon het geen Schotland worden dit keer, we zouden er iets van maken met Rick. Ik deed nog een laatste graai in de brievenbus nadat we Storm en Queeny voor het laatst hadden toegesproken zoals: ‘Goed oppassen jongens, wij komen altijd weer terug. Ria komt zo’. Ik verbeeld me steeds dat ze me begrijpen. Met die laatste graai haalde ik een bijzondere kaart tevoorschijn. Jan uit Vlieland heeft een bijzondere timing om iets van zich te laten horen. Net na het plotseling overlijden van Mark kwam hij meteen bij ons en zo ook na de uitvaart. Zo’n 3 maanden later kwamen hij en Annemarie opnieuw aan. Ze gingen naar de Retropop zoals ze dat het jaar ervoor met Mark hadden gedaan en ze bij hem overnacht hadden. En opnieuw, wat later op een moment dat het weer wat lastig werd, kwam er een bloemenman met een enorm boeket met blauwe bloemen, van Jan. ‘Omdat Mark af en toe nog bij me komt binnenwaaien’, stond op het kaartje. Nu maakte ik in de auto snel nog even de envelop open en kwam er opnieuw een boeketje blauwe bloemen tevoorschijn. Hij had het boek MARK gelezen en even gewacht met een reactie. Het had veel met hem gedaan. Een groot deel van hun leven waren ze vrienden, echte vrienden. Het was een speciaal boeketje van Vlieland, minutieus uitgeknipt door een vrouw op Vlieland. Zo mooi! Daar kan geen kant en klare kaart tegenop.
Het was nodig om een dag helemaal tot rust te komen. Vakantie houden is leuk maar kost ook energie. Met het weer van gisteren kostte het ook geen enkele moeite om binnen te blijven. Gerhard had Wims plaats bovenaan op de Oosttribune van FC Emmen ingenomen en kwam na die tijd verslag uit brengen mèt het badlaken dat beloofd was bij het aanmelden voor een nieuwe seizoenkaart. En zo konden we weer languit kijken naar een volgende aflevering van Boer zoekt vrouw. Ik had intussen de nieuwe kuikens al gespot. Moederkloek zorgt er goed voor. En afgelopen nacht zaten ze voor het eerst weer in het hok. Het weer zal er toe bijgedragen hebben dat dit een betere plek is bij dit weer dan ergens onder de struiken. Het begint nu wel een volle boel te worden. De drie oudere hennetjes lopen er ook rond al houdt vader Hendrik ze wel op afstand bij de voerbak. Bij kippen heerst er een bijzondere hiërarchie. Hendrik zorgt eerst voor zijn twee favoriete hennetjes, daarna mag de rest en helemaal laatst kunnen de teeners een graantje meepikken. Al zit ons uitzicht op de Rijn nog vers in ons geheugen, dit tafereel doet ook goed.
Tsjonge jonge… wat maakt deze er weer een heisa van. Gisteren had ze een vrije dag, maar vanmorgen ging ze als een speer over het gaas naar de legplek op ons terras. Zonet was de klus geklaard en dat liet de dame weten. Het is de kip met een vrij witte staart die ik altijd direct herken aan de staart èn het lawaai dat er uit komt als ze haar eitje gelegd heeft. Ik wou dat ze dat állemaal deden. Er is er nóg eentje met veel kabaal maar die laat dan merken dat ze ruzie heeft of dat er gevaar dreigt. Soms is haar net een andere voor op de plek om haar eitje te leggen en kan ze niet wachten. Man man, wat een spektakel. Er zijn er gelukkig twee die hun ei netjes in het hok leggen. Nu er een broedse kip op 6 eieren zit is deze favoriete legplek even uit beeld. Je moet er nu wel iets voor over hebben om te scoren want deze twee leggen hun eitje juist in de achterste hoek van het hok. We zijn in de loop der jaren overal op voorbereid. Daarvoor hebben we een grashark klaar staan naast het hokje met een extra verlenging er aan geknoopt. Met een beetje geluk schep je de eieren er mee op en schuif je de hark plus lading voorzichtig terug naar het deurtje. ‘Hier Wim, vers van de bakker’ en ik hou het nog warme eitje even tegen zijn hals. Hij wou al schrikken want meestal is het juist iets kouds waarmee ik hem onverwacht verras. Tja… ik mag dan wel 75 zijn maar af en toe komen de streken weer boven… Ha....je weet het wel... van die vos...
Loeder is weer op jacht. Elke dag komt ze wel met haar buit langs. Gisteren was het een jong vogeltje… niet meer te redden. Eergisteren riep Wim me toe:’ Gauw, gauw, Loeder hef een grote vis in de bek, hee bewaegt nog’. Met stok, vanwege zijn onwillige heup, redt hij het niet op tijd. Dus ik mag rennen.... alweer te laat. 'Lilleke rover', roep ik haar nog na. Gek is dat, als ze met een vogeltje of vis aan komt zetten krijgt ze er van langs, maar is het een muisje, zoals meestal, dan zeg je: ’Dank je wel Loeder, goed gedaan jochie’. Elke morgen voeren we de vissen. Het is net of ze op je liggen te wachten in de hoek waar gevoerd wordt en dan is het een drukte van belang bij het verorberen van het voer. We strooien het wat van de kant af, want…. Inderdaad.. Loedertje zit onder de vlonder op een hoekje van de vijver te wachten of ze ergens bij kan. Wim strooide vanmorgen extra ver uit de hoek en Loeder liep even later verongelijkt weg. Jammer, geen medewerking vandaag… In haar jonge jaren was ze een dikke stevige poes, maar nu ze toch ongeveer 15 of 16 jaar zal zijn, is ze behoorlijk slanker, maar zoals je merkt: er zit nog flink leven in. Ik hoor haar net in de keuken mauwen tegen Wim. 'Wim, griep de katte efkes, dan maak ik een foto van jullie beiden, dat past wel mooi bi-j dit stuksken'. Wim grijpt Loeder en ik kom aanlopen met de camera. Dan zie ik dat hij net uit de douche nog in Adamskostuum loopt, al wel gehoorzaam met de kat op de arm. Dan heb ik het even niet meer... Ik zie die foto al voor me. 'Dat zal ik maar niet op de website zetten', zeg ik. Wim wijst op de krant:'Daor waarschuwt ze ok veur, anders geet dat 't hele internet aover'. Och zoiets houden we maar even voor onszelf, toch?
‘Je eitje is in wording’, meld ik Wim als ik met de koffie bij de schommelbank bij de wei aankom. We zijn aan koffie toe. In het voorbijgaan zag ik de ene bruine kip op de bak, bedoeld voor kruiden, zitten. Daar wordt elke morgen vroeg een ei gelegd. Soms al meteen nadat Wim het kippenhok opendoet. Deze kip trekt dan meteen een sprintje naar het terras. Vanmorgen was het iets later. Ik begreep ineens waarom. De haan had al een uurtje lawaai staan maken op het terras. De kip zat toen onder de rododendrons. Achteraf wachtten ze tot de kust vrij was. D.w.z. zo gauw de honden zouden ophoepelen bij de zijdeur. Die zaten natuurlijk weer op ons te wachten. Of ze slippen gauw naar binnen wanneer de deur open gaat of ze lopen met ons mee naar achteren of naar de wei. Toen ik met de koffie naar de wei liep zag ik hare majesteit dus zitten op haar troon. Geen hond meer in de buurt. ‘Nu ben ik aan de beurt. Eindelijk’, zal de kip gedacht hebben. Hendrik gaat zich intussen met de rest van zijn harem bemoeien. Er is nog een kip die zijn aandacht krijgt. En de rest? De drie kloeken zijn samen de hele dag in de weer met hun drie kuikens en elke avond zitten ze nog steeds boven op elkaar in het nest met hun kroost onder zich. Die hebben voorlopig even geen tijd voor Hendrik.
Oei, de auto gaf service aan en daar houden we niet van. Dus Wim naar de garage. Niks aan de hand, waarschijnlijk toe aan de volgende beurt. Maar Wim ontdekt wel dat er iets gevreten heeft aan het isolatiemateriaal onder de motorkap. Zou het een steenmarter zijn die hier huisgehouden heeft? Wat moeten we nou? Ik googelde en dan krijg je de verschrikkelijkste scenario’s voor geschoteld van onverwachte storingen tot door geknabbelde remkabels. Meteen worden je ook allerlei huismiddeltjes aangeraden om dat ongedierte te verjagen of tenminste op afstand te houden. Het ging van panty met hondenhaar tot wc blokjes en zelfs een strook gaas onder de auto. Hier zou de steenmarter een hekel aan hebben. Iemand anders beweert dat dit alles geen zin heeft maar dat je ze weg kunt houden door een apparaatje dat een geluidje uitzendt dat mensen niet maar steenmarters wel horen en waar ze een hekel aan hebben. Nou hebben we sinds een jaar al zo’n apparaatje in de schuur om muizen en eventuele ratten op afstand te houden. En inderdaad vinden we daar geen keuteltjes meer van welk dier dan ook. Dat zal nu de eerste poging worden.
Na het aqua joggen bij de koffie vertelt een mede aqua jogster: ‘Toen ik op de Kweekschool in Groningen zat was er een leraar die zich verdiept had in het Groninger dialect. Hij vroeg wie van ons het Gronings kende. Nou dat was ik. Hij vroeg toen of ik wilde kijken naar een hele serie Groninger woorden en of ik ze allemaal kende. Ik kende ze maar lang niet alle woorden gebruikten we. De leraar kwam op mijn lagere school waar ik stage liep en vroeg de kinderen in een aparte ruimte om de beurt welke van de woorden ze kenden. Zo was er de pisdouk, het Groningse woord voor luier. Eén jongetje wilde geen antwoord geven op de vraag of hij een pisdouk kende. Nee, hij hield vol dat hij dat woord niet kende, hoe vaak de beste man het probeerde om hem dat te laten zeggen. Hij kende alleen het woord luier. Toen het jongetje die middag thuiskwam vroeg zijn moeder hoe het op school geweest was. 'Ach zei het jongetje: 'Dee man wol mij pisdouk laoten zeggen, maor dat he’k mooi neit daon.’ Veel van ons kunnen wel horen aan het accent uit welke streek iemand komt. Het Amsterdams werd nog even aangehaald en voorgedaan door Dinie die er lang heeft gewoond. Joke daarentegen kwam uit het zuiden en toen ze voor het eerst een weekend bij haar Jans thuis was in Noord Drenthe kon ze er echt niks van verstaan. ‘En dan is een weekend lang hoor’, besloot ze. En nu we het toch over verschil in taal hadden en hoe er tegen ons in het oosten aangekeken wordt, vertelde de Groningse dat de benedenbuurvrouw van haar dochter in Den Haag zo’n echte oude Haagse dame was. Ze zei haar altijd even gedag. Pas had deze dame opgemerkt: ’Zo, bent u even over uit de provincie?’ De tijd ging snel en we wensten elkaar mooie Pinksteren.
Deze kleine ooi van de Scottish Blackface heeft het rijk alleen. Daar maakt ze flink gebruik van. Je ziet haar met de dag groeien. Ze kan zomaar rechts of links onder de moeder duiken, maar het liefst doet ze het op deze manier...
Zomaar een plaatje van het uitzicht van ons huis aan het Schoolpad in beginnende herfsttooi. Boer Bloemink komt binnen, de jonge Bloemink wel te verstaan. Hij rooit zijn laatste aardappelen. Als hij met de rooimachine voorbij komt houdt Wim een koffiekopje omhoog en dat begrijpt de jonge boer meteen. 's Avonds zet hij zijn tractor achter onze schuur, zodat die niet opvalt, om de volgende dag weer verder te gaan. 'Goeiemorgen', de jonge boer trekt zijn laarzen uit en zet zich bij ons aan de eetkamer tafel. Na een lange tijd is hij weer eens op de koffie bij ons, letterlijk wel te verstaan. 'Vannach heb ik in de auto slaopen', vertelt hij. ''t Is haoste de meuite niet um hen en weer te rieden naor Schoonlo'. 'Wij hebt hier nog wel een bedde aover', zeg ik hem. Zo langzamerhand heeft mijn Achterhoeks iets Drents gekregen. 'Och nee... ik heb verwarming in de auto en ik kan d'r languut in liggen, lacht hij dan. 'En wat kump d'r volgend jaor in?, en ik wijs even naar buiten, 'toch gien mais hoop ik. Bieten misschien?' 'Nee, gien mais en ok gien bieten. Het wodt weer eerdappels. De bietenwagen wil hier niet hen kommen, is te zwaor'. Veel boeren hier verbouwen suikerbieten voor de suikerfabriek in Ter Apelkanaal. Ook de aardappels gaan naar de aardappelmeelfabriek in die buurt. Vroeger woonde de familie Bloemink precies op de plek waar in 1968 de brug over de Rondweg aangelegd is. Dat is het huis waar ook buurvrouw Wielens geboren is. Ze heeft het er nog vaak over. Haar zus Jantje bleef er wonen met haar man. De grond hebben ze gehouden maar ze zijn naar een nieuwe boerderij verhuisd in Schoonlo, een dik half uur rijden van hier. Deze jonge boer is haar kleinzoon al weer. De klok tikt door....
Niks is zo ergerlijk dan wanneer je iets kwijt bent, tenminste dat vindt Wim. Ik ook wel maar ik denk altijd dat ik het vanzelf weer tegen kom. Wim niet, het moet gelijk te vinden zijn. ‘Heb jij niet…?’, begint het meestal. Dat zal wel aan de ervaringen liggen want ik leg wel eens iets van me af. Wanneer de autosleutels ineens onvindbaar zijn en ik heb ze het laatst gebruikt, begin ik maar vast te roepen: ’Ik denke in mien jaszak… en as e daor niet inzit… op de WC want toen ik gisteren thuuskwam mos ik inens zo neudig’. Of.. ‘toen ik mien tasse van ’t schilderen in de studio neerzett’n… daor zit e denk ik nog in’. Dan zwaaide er wat. Meestal overkwam Wim zoiets nooit. Die had één duidelijke sleutelplek: aan het spijkertje aan de balk. Tot ik een keer ’s avonds weg moest en hij was al weg. En de autosleutels hingen er niet. Laat ik ze nou boven in z’n broekzak vinden. En nu is de zaklamp weg, de perfecte lamp met een sterke straal licht van wel 150 meter. We hadden hem mee in de caravan. Wim wist hem precies te liggen, achter de klep bij zijn toilettas. Nu zijn we thuis en hij is onvindbaar. Geen idee waar hij is, alles al 10 keer nagekeken. Hij is er vervelend van. Mijn: ‘Den kump vanzelf wel weer baoven water’ helpt niet. Hij blijft denken en zoeken. Rick heeft zelfs zijn rugzak nog nagekeken. Dan begin ik toch even te twijfelen en denk: Heb ik hem na de uitpakkerij afgelopen zondag misschien nog gebruikt? Heb ik toch misschien even bij de nieuwe kippen in het hok gekeken? Gek dat ik me dat niet meer kan herinneren. Zou zoiets toch met leeftijd te maken hebben?
p.s. Na precies een week is ie terecht, de zaklamp. Hij stond achter de tv, waarschijnlijk toen de tv kuren had toen we thuiskwamen en Wim alle stekkertjes van de tv controleerde. Nee... ik was het dus echt niet....
Ja ik ga mee naar oom Ben’. Rick heeft er duidelijk zin in. Na het duidelijk worden van Bens ziekte had hij hem nog niet weer gezien. En zo stonden we al vroeg in de keuken om de enige echte van der Kolk nassi te maken met de pindasaus naar het recept van mevr. Van Straalen, Tonny’s moeder. De net opgezette tent lieten we een dagje staan, misschien wordt die nog getest door een regenbuitje. We treffen Ben opgewekt, maar enigszins moe aan. Hij had een wat korte nacht gehad door fysieke problemen. Wat geweldig dat de thuiszorg 24 uur per dag beschikbaar is. We dekken de tafel en eten de ouderwetse nassi à la Kolk. Goedgekeurd. Er blijft nog iets over voor Rick voor de volgende dag, lekker makkelijk. De beide broers houden even siesta na het eten. Het doet Rick de opmerking ontlokken: ’Nu ben ik weer bejaardenoppas, net als in 2010’. Je moet er bij Rick altijd even bij nadenken. Maar ik ken hem en wist het. In 2010 gingen we met Ben en Niesje naar Henry en Tonny in Alberta. Rick ging ook mee, die logeerde bij Fred en Gera, maar tijdens onze rondreis met camper was hij van de partij en was hij inderdaad de ‘bejaardenoppas’, zoals hij dat uitdrukte. Door een plensbui rijden we aan het eind van de middag op huis aan, maar van die regen is thuis niets te merken. Het tentje is kurkdroog en met gezwinde spoed wordt die vakkundig ontmanteld en in de hoes gestopt. Het was een goede oefening voor de vakantie straks.
Het is zover, het eerste verstoten lam is op sheepfarm Het Schoolpad gearriveerd. Het is een flink rammetje. Hij was de enige, maar moeder wilde niets van hem weten, och arme... We hebben het hok naast de open haard weer in ere hersteld voor de eerste paar dagen. De plek voor Storm is nu zolang onder de trap. Hij had ook nog een dikke navelstreng die opnieuw begon te bloeden. Op advies van Rob hebben we daar een sterke draad omheen geknoopt. Nu is het bloeden over gelukkig. Frank en Daan kwamen al gauw even kijken. Dat kleine spul vinden kinderen ook altijd leuk. Wim moest er vanavond al een extra plank op de voorkant van het hok timmeren, want meneertje ging al over de rand. Het tweede lam is bovendien in aantocht. Van een drieling komt morgen eentje deze kant op. Dan heeft hij in elk geval de eerste biest gehad. Die gaat de eerste paar dagen naar Anja in een grote kist midden in de huiskamer. Wanneer ze dan eenmaal goed aan het drinken zijn kunnen deze twee naar de stal in de wei. En we wachten af wat er hierna nog komt. De beide tantes in de wei zijn ook aan het lammeren toe. Toch kwamen ze net in looppas naar het hek in de hoop dat ik een paar stukjes brood bij me had. Vannacht wordt het dan nog niks
Eigenlijk ben ik helemaal niet van de voetbal. Al mijn mannen, op Rick na dan, zijn er druk mee bezig. Is het niet met voetballen zelf dan toch met leiderschap, trainer of het kijken aan het veld of op tv. Ik heb me er bij neergelegd. Ik had het al kunnen weten toen op een gegeven moment onze prille relatie wat gedoofd was. Wim stelde toen zomaar voor om ’s avonds nog even langs te komen bij mijn kostadres bij mevrouw Sobering. Ik stemde toe. ‘Het wordt wel wat later’, waarschuwde hij toen, ‘want ik kom na de voetbal’. Het werd inderdaad iets later, tegen tienen, maar onze avondwandeling langs het Mierenpaadje bleek nog niet zo gek. Zo kreeg onze relatie een nieuwe oppepper die tot nu toe gewerkt heeft, maar die voetbal….. ik had het kunnen weten. Nu wordt er al een week gerouwd om Johan Cruyff, hij wordt herdacht en geëerd om wie hij was en wat hij gepresteerd heeft. Dat je niet altijd goede vrienden hoeft te zijn heeft daar blijkbaar niet alles mee te maken. Ik hoorde door Daniëls afgelopen vrijdag vertellen dat hij in een programma verteld had over zijn buurjongen in de USA waar hij een paar jaar woonde toen hij daar voetbalde. Zijn buurjongen had het syndroom van Down en terwijl de jongens uit de buurt samen voetbalden stond deze jongen aan de kant want hij kon niet voetballen. Johan nam hem een veertien dagen onder handen om hem de kunst van het voetbalspel bij te brengen. Nadat hij een paar weken weg was geweest en weer thuiskwam zag hij dat zijn buurjongen toen gewoon met de jongens mee kon voetballen. ‘En’…. zei hij er achteraan, ‘toen heb ik hem leren zwemmen’. Zie je, dat kan ik zo waarderen in deze topvoetballer.
Vandaag is het zover. Ik had me er al langer op verheugd om Wim Daniëls te zien en te horen over streektaal. Vanavond verzorgt hij een lezing voor Oud Vorden vanwege het 35 jarig bestaan van de club. Ze doen erg veel voor de Vordense historie en cultuur. In het Kulturhus zal deze lezing plaatsvinden. Geen idee waar dat zou kunnen zijn. Het blijkt het vroegere gemeentehuis te zijn waar onze ouders en ook Ben en Diny nog getrouwd zijn. Moeder Coba schijnt altijd gek op bruiloften te zijn geweest d.w.z. het kijken naar het bruidspaar en de stoet er achteraan. Wanneer ze wist dat er getrouwd werd, vooral als het bekenden waren, zorgde ze dat ze paraat stond met of zonder kinderwagen. We kunnen hier wel even weg. De tuin ligt er mooi bij na het spitten en opruimwerk van Mark. Het volgende project is mijn schilderskeetje dat door Wim liefdevol: ‘Hetty’s Wilhelminakeetje’ wordt genoemd. Wilhelmina liet in de bossen van het Loo ook zo’n Pipowagen plaatsen om van daaruit te kunnen schilderen. Mark heeft gisteren in één dag het hele keetje geschuurd en afgenomen met water met ammonia. De volgende stap is verven. Allemaal klussen die ons zwaar beginnen te vallen. En… hoewel opa van der Kolk huisschilder was heeft Wim dat niet in zijn genen meegekregen. Gerhard wel, die schildert hun eigen huis zonder morren. En Mark draait z’n hand er ook niet voor om. En zo hebben we meer op ons lijstje. Zolang hij tijd heeft mag hij kiezen. Wim zorgt dan weer voor het diner! En ik…? Ik pendel overal tussendoor en hou de schapen en het eerste lam in de gaten. De Schoonebekers zijn vanaf morgen uitgeteld. Storm volgt mij op de voet.
De verjaardag van Joke was een goede reden om er eens op uit te gaan. Storm mocht mee en vond het prachtig. De eerste stop was bij Eb en Dirkje in Eefde. Als vrienden van Ben en Diny zijn het ook onze vrienden geworden en delen we lief en leed. Bij Ben en Diny waren we even later en kwam ons weekendkoffertje te voorschijn. De boerenkool smaakte weer voortreffelijk en samen gingen we richting De Boomgaard. Het werd een gezellige familieavond en we sliepen die nacht als rozen. Ben ging na het ontbijt een rondje doen met de honden. Alle vier stonden ze te trappelen om mee te gaan. De zilverreiger die midden in het veld stond trok zich er niets van aan. Ik deed een poging om Ben met alle vier op een foto te krijgen maar dat viel niet mee. Behalve hun eigen teckel Wiesje is er logeerteckel Frankie. Die is onder en boven de wet en was niet te bewegen in de buurt te blijven. ‘Dat vind ik nou zo leuk aan teckels’, vond Diny. ‘Lekker eigenwies’. Ze vindt bordercollies maar onderdanig. Die luisteren gewoon naar de baas. Ha! Ben is nog steeds een fan van Joska die al naast hem gaat lopen als er b.v. een fiets aankomt. Dan gaan we ieder een kant op. Ben en Diny gaan op kraamvisite bij Yvonne en Jorrit in Lochem, we hadden de kleine Feline al bij een vorig bezoekje bewonderd. Wij vertrekken richting Raalte, want daar wonen sinds kort onze Luttenbergse vrienden Ben en Riet. Samen met hun dochter en haar gezin hebben ze een splinternieuwe ‘kangoeroe woning’ betrokken. Zelf hebben ze een kleiner deel, helemaal gelijkvloers, en het gezin heeft meer ruimte en de gehele bovenverdieping. We praten ook hier weer bij en maken al plannen om ook deze zomer weer een midweekje naar Camping De Boomgaard te gaan. Intussen zijn we weer thuis, Storm heeft zijn taak als waakhond weer opgepakt en Wim zit lekker voor de tv schaatsen te kijken… tenminste als hij z’n ogen open kan houden. En ik....? Ik heb de vogels gevoerd en hou jullie op de hoogte.
Ik was niet snel genoeg om mijn cameraatje te pakken, maar deze foto is van een paar jaar geleden in het voorjaar.
Nou nou… dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Meneer de grote visser kwam langs vliegen. Soms gaat hij langs de oever van de vijver staan staren naar de vissen. Welke zal ik nu eens nemen zie je hem denken. Och… een visje meer of minder maakt niet zoveel uit. We zijn gestopt met de draden over de vijver. De hoeveelheid vissen was toen enorm geworden. Ook het net om de eikenbladeren op te vangen is allang opgeruimd. Maar nu… ik weet niet wat ik zie. Meneertje staat bovenop het voederhuisje van de vogels. Zo heeft hij een goed overzicht op de vijverbewoners. Die zitten echter nog diep, ze worden ook nog niet gevoerd. Ik weet niet of ik een onverwachte beweging maakte of dat hij zomaar eieren voor zijn geld koos, maar de blauwe reiger vloog ineens sierlijk klapwiekend weg….. naar het kanaal verderop waarschijnlijk. Misschien heeft hij daar meer geluk.
An een bloempot heb ik later genog’, zei de nog heel jonge Wim vroeger tegen zijn moeder toen hij haar met de groentetuin moest helpen. Nee, de tuin was niet echt zijn ding. We begonnen dan ook bescheiden met de gedeelde tuin van juffr. Van de Meulen en later een kleine tuin in Aalten. Het flinke balkon in Hengelo was fantastisch, maar eenmaal aan de Marnixstraat kreeg Wim toch de smaak te pakken en hebben we de voortuin opnieuw ingericht, net als later de flinke tuin aan de Kuifmees in Emmen. Dat we nog weer later een stuk grond zouden krijgen van meer dan 8000 m² wist hij nog niet, maar zelfs na 22 jaar op deze fantastische plek hoor ik hem niet klagen. Met de dieren om hem heen ging het net zo. Vroeger hadden ze op hun bovenhuis en aan de Dorpsweg nog zelfs geen goudvis, maar in de loop der tijd begon hij te beseffen dat een hond en zelfs een kat zijn leuke kanten heeft. Terwijl hij aan de Kuifmees alle vreemde katten uit de tuin met vaste hand verwijderde hebben we aan het Schoolpad er steeds minstens twee gehad. Ook een hond om ons heen kon Wim steeds meer waarderen. Met Scott, Kim en Tessa hebben we zelfs in de loop der jaren vier keer een nestje om ons heen op zien groeien. Wim maakte met liefde het nest naast de open haard klaar en later een buitenren voor het kleine spul. Nu is het Storm die heel slim zijn aandacht eerlijk tussen ons beiden verdeelt. En toen ik ze hier zo tevreden samen op één bank zag zitten, wist ik het zeker: Een mens is nooit te oud om te … veranderen.