p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
Uitgever van deze bundel
http://www.desk-nijverdal.nl
bestellen van deze bundel bij:blauwhartje@gmail.com
HARTKRONKELS GEDICHTEN
14-03-2009
Nooit meer kind zijn
Nooit meer kind zijn
De gedachten komen er wel eens in mij op, hoe konden gedachten en gevoelens gelezen worden, als jij je gedachten en ogen in al zijn eenzaamheid sloot
Soms wenste ik dat ik ongevoelig geboren was, zo keihard, en gevoelloos als een marmere stoicijn Dat ik heel flegmatisch, overwogen, bedaard, kalm, maar vooral weer steeds gezond op aard mocht zijn. kende dan waarschijnlijk noch de eenzaamheid of pijn,
Ik wilde niet; dat het boek van mijn hart geopend werd, zodat mijn pijn en verdriet voor mij de hoek om rent!
Ik ben geboren en opgevoed als een keiharde Spartaan, mijn pijn en verdriet; dat gaat toch niemand wat aan! Al ben ik nu Volwassen, toch zou ik nu nog even graag, gaan naar mijn ouders, zo maar, of nu met een vraag!
Het doet me nu, na al die jaren, toch weer pijn, dat ik nooit meer bij hun; het zieke kind kan zijn.
Sterven doe je ook als je ziek bent, meestal niet zo maar niet in eens, maar steeds af en toe een beetje, en alle beetjes die je steeds stierf, 't is vreemd; maar die vergeet je.
Het is je ongemerkt zelfs ontgaan, maar je gezondheid staat opeens, weer veel verder bij je vandaan.
Dan zoek je weer wat levensmoed, maar soms dan merk en voel je, je ben nu aan je laatste eindje toe!
Als je hier dan over zou willen praten, maakt je dat zo diep en intens moe! Maar steeds dieper in mijn gedachten, vallen dan steeds ongemerkt de gaten. Je vraagt je dan wel eens verdietig af, wanneer zullen ze me daar boven, nu toch eindelijk eens met rust laten.
Ik voelde me eens heel moedeloos, daar op mijn stille plekje bij de sloot. Mijn handen al waren het vissen- vissen tussen de groene lissen, als een wak in het groene kroos. Toen heb ik in het kroos geschreven, zonder angst en zonder schroom, gomt u voor me uit, die boze droom!
Maar telkens als ik weer even snikte, en je knikte me dat je het al wist, liet jij het water weer even beven, en werd weer alles voor me uitgewist.
Weer het naderende 1 April je geschik, gesnik en getik. Dat wederzijds zegelgelik. Daar wil ik het in April niet steeds over hebben.
Ik ril om het uit te leggen Groene brieven aan mij gericht brengen niets vrolijks van binnen. Aanmaningen en waarschuwingen verpakt als dreigende herinnering.
De naam van je Inspekteur klinkt dan als een mes snijdend in het discrete tapijt die zich nooit vergist in deur.
Ze houd me in mijn gedachten zo onaantastbaar gevange,
de blik in haar ogen doen me brandden van verlangen. In mijn gedachte opgeslagen als een ontastbaar mysterie.
Het geeft me steeds het gevoel; een weinig dagen nog, en dan zal ik je wel nooit meer zien! Zeg me; wie is dat mysterie dat zo velen willen aanraken, voelen, strelen en zien?
Als ik verliefd je naam schrijf in het zand; dan is het, of zelfs het water weg kronkelt over het strand. Het is dan net als bij dat wonderlijke licht.......... Straks slaan wind en water mijn mooie boek weer dicht.
Wind en water spelen dan met mijn gevoelens, en schijnen te willen zeggen; Kom!
Maar het mysterie roert wel de lippen, maar blijft stom.
Lenteboden
In mijn tuin vertellen me de eerste paarse bloemetjes,
houdt allemaal toch moed, het voorjaar komt er aan.
Een mooie paarse mening, waar ik volledig achter sta.
Ik stuurde meteen een Kushand naar die stralende zon,
zelf vechtend tegen de mist, die vond dat nu alles kon.
Ik zakte voorzichtig neer in het mooie heidekruid,
blies in mijn gedachten, de zon achter de wolken uit.
Boris mijn hond, knorde en morde wat binnensmonds,
baas; ik wil eigenlijk eerst nog een blokje met je rond.
Och Boris met mij moet gij vandaag niet willen spelen.
Merk jij vandaag niet mijn bezorgd,verdrietig gevoel.
Bezorgdheid en verdriet om schouder en dichtvriendin!
Een bezorgdheid wat ik nu niet echt met je kan delen!
Toen schoof ik zachtjes mijn stoel, hem nog wat nader.
Boris legde kop en poten troostend bij me op schoot.
waarna heel begrijpend likkend mijn lichaam omsloot.
Boris, soms lijk je even, een alles begrijpende vader!
Janske zei; de Liefde is als het leven, soms vervliegend tot een wolkje rook, of een vluchtige schaduw na je dood, als psalmen galmend zijn weggedreven.
De kleur op je wangen eerst roodgloeiend, worden dan witter en valer van kleur. Rozen eerst de ruimte's vullend met geur, tot de liefde wordt een gesloten deur.
En zoals je uit je levenslessen later weet, de liefde is als een woeste golvende Zee. Op het grijzend haar dan alleen bladergoud, haar hart bleef jong en haar gelaat werd oud.
Hoorde het verheugd in mezelf zeggen, ik leef, ik leef, blij dat ik nu nog in je leef. Had jij, me je liefde niet eerder kunnen brengen. Zij bleek een heel lieve dierbare herinnering, in wie ik nog steeds had voort geleefd.
Het gesprek kwam bij het verlies der jaren, waarbij ik eerlijk met haar heb betoogd, dat door mijn uiterlijk gelogen schoonheid der jaren , zonder creme's niet meer hadden kunnen evenaren, wat ik voor haar dan ook zou hebben gepoogd.
Hoopte nu beiden, dat de Winter zou gaan zwijgen, we zouden samen weer kunnen gaan zwerven, zonder een wit Winterkleed aangemeten te krijgen.
Bedacht; heb geleefd in een graf zonder zerk, geen Latijnse mis in een der roomse Kerken. me te snel berust in het mijn gekregen lot,