p align="center"><a href="http://blog.seniorennet.be/hetbloggershoekje" target=_blank"><img alt="Welkom bij " src="http://i39.tinypic.com/yfhfq.jpg" bloggershoekje="het="border="0" /></a></p>
Uitgever van deze bundel
http://www.desk-nijverdal.nl
bestellen van deze bundel bij:blauwhartje@gmail.com
HARTKRONKELS GEDICHTEN
07-07-2009
Het Onweer
Het onweer
Het regent hard tegen mijn vensterruiten, de bliksem voert zijn grilligheid op, en in veel kinderharten de angst ten top.
Donkere wolken hangen over de aarde heen, en pakken zich als een rouwkleed, een op een, over de puffende aarde heen!
De Zuiderwind die afwaait naar de Zee, nam ook de hitte en benauwdheid mee. Als snelle flitsende, en snijdende dolken, de bliksem, hard van achteruit de wolken. De zee met zijn zwarte en wilde vloed, zag met schrik het geraas komend tegemoet!
De avondlucht voelt als een zwoele waaier, die de lucht waait als komende uit een harem, een slap en week gewaaide Zee-groene waaaier, die langs mijn wangen gaat als verzilte tranen.
De warme zwoele lucht voelt troebel en onklaar, de regen valt reeds weldra omlaag; vol en klaar, de wolken kunnen de flitsende dolken niet houden, staan als een legerhorde flitsend en scherp vooraan! Maar zie het mooie weer ons nog niet verglijden.
De vogels zongen al vroeg in het groene lommer, toen de maan net driftig zijn licht had gespreidt; maar had nog geen enkele achterdocht of kommer, niets zweefde er toen in bedrog of oneerlijkheid!
Als de zon de wolken maar weer wilde beklimmen, dan komen de mensen ook wel weer naar buiten; zonder te blijven mokken achter de grijze ruiten, wachtend op weer het nachtelijk uur der schimmen.
Maar zie in gedachten; een bierkraantje dat lekt, ik was een goede biertapper had men al ontdekt, dus als het zonnetje ook zijn klim af wilde ronden, leef ik op Festival Mondial, tussen de zonden!
Ja mijn loop is steeds meer met een kromme gang, maar alleen God weet hoe diep en voor hoe lang! Maar het bierkraantje lekt, en het vaatje loopt, zo heerlijk zoetjes, waar ik de tijd mee omkoop!
Het einde van de treurnis in mijn leven, veel van het gebeurde heb ik steeds veracht, maar de gekregen liefde was ik vergeten, heb er toen met hartstocht over nagedacht, ik kan het nu beter vergeven en vergeten, dan het gebeurde oneindig door laten vreten.
Geluk en verdriet trokken beiden hun spoor, soms met zweem en snelheid van een slang, waardoor ik in mijn verlies het licht verloor. Maar de zweem en snelheid van een slang; maakt me nu niet langer verdrietig of bang.
Ik wordt weer de dichter waarvan men geniet, staak mijn dichten vervuld van veel verdriet, in mijn hart steeds wachtend een droef gedicht, waardoor een dicht ontluikt; bij stervend licht.