'Vanaf wanneer kunnen we spreken van een slaapprobleem of van slapeloosheid' is een vaak terugkerende vraag. Je hebt natuurlijk nog geen slaapprobleem als je een nachtje slechter hebt geslapen, ook niet na twee nachtjes, maar vanaf wanneer dan wel?
We spreken pas over slapeloosheid als er klachten zijn over een verstoorde slaap, waarbij je overdag minder goed functioneert, dus last hebt van moeheid, slaperigheid, prikkelbaar zijn, zich minder kunnen concenteren.
Bij slapeloosheid slaap je onvoldoende uren of je slaap is van onvoldoende kwaliteit om ’s morgens uitgeslapen wakker te worden. Het kan gaan om moeilijk in slaap te vallen, ’s nachts dikwijls wakker worden en dan slecht in slaap raken of ’s morgens te vroeg wakker worden. Anderen kunnen overdag voortdurend nood hebben aan dutjes zonder zich uitgerust te voelen. We spreken van een slaapprobleem als je daar minstens driemaal per week last van hebt.
Een belangrijk punt is het onderscheid tussen acute, dwz kortdurende slapeloosheid en chronische of langdurende slapeloosheid. Kortdurende slapeloosheid is minder dan 3 weken aanwezig, en langdurende meer dan 3 weken. Het onderscheid is belangrijk voor de behandeling. Als er een nood aan medicatie moest zijn, wordt dit voorbehouden voor bepaalde situaties bij acute slapeloosheid en niet bij langdurende slapeloosheid. Voorbijgaande slapeloosheid daarentegen gaat meestal vanzelf voorbij en duurt niet langer dan 7 dagen.
Onlangs kwam een man van 52 jaar op raadpleging, en op het einde vraagt hij, dokter kunt u me iets voorschrijven om beter te slapen, ik slaap al jaren slecht, en nu is het erger. Ik antwoord dat een slaappil niet zo’n goede oplossing is, maar dat er wel andere mogelijkheden zijn indien nodig. Na iets doorvragen blijkt dat hij goed inslaapt, ’s nachts weinig problemen heeft, maar vooral te vroeg wakker is. Overdag is hij perfect in orde, hij is niet moe of slaperig, en hij is heel actief.
Dit is een voorbeeld van ‘vermeende slapeloosheid’ dus geen echte slapeloosheid: deze man had klachten over de slaap, maar functioneerde overdag prima.
Moest een slaap-waakonderzoek gebeuren, dan blijkt dat hij een verkeerde indruk heeft over zijn slaap, en in werkelijkheid beter slaapt dan hij denkt. De nodige uitleg was voor hem voldoende.
Slapeloosheid is dus steeds een 24 uursprobleem.
Bron: 'Uitgeslapen wakker worden' Standaard Uitgeverij, 2007.
|