Ik wilde juist aan de gang met 'de Heilige Geest', toen er opeens een gedachte bij mij opkwam: het is goed, dat je even aandacht schenkt aan 'de Engel des HEREN', die zovele malen in het Oude Testament voorkomt.
Onze Heer Jezus Christus in het Nieuwe Verbond wordt voortdurend door iedereen doorgelicht. Bestrijders van de Drieënheid zijn voortdurend op Jezus gefocust, want zij willen Hem tot 'louter mens' degraderen en daartoe is voor hen een aanval op de Drieëenheid een gewild middel. De 'ontgoddelijking' van Jezus is het uiteindelijke doel van al die aktiviteiten. Maar de raadselachtige figuur van 'de Engel des Heren' in het Oude verbond wordt met geen enkel woord genoemd in al die betogen.
We lezen eerst even Genesis 16 v 7: "De Engel des HEREN trof haar (Hagar) aan bij een waterbron in de woestijn, bij de bron aan de weg naar Sur".
Wij kennen allen de nare voorgeschiedenis. Ik ga die nu niet herhalen. Maar wanneer Hagar in grote nood is, dan is daar opeens 'DE ENGEL'. Niet zomaar een engel, want deze ENGEL spreekt met een volmacht, die geen engel zal aandurven. Want deze ENGEL zegt: "Ik zal uw nageslacht zeer talrijk maken....enz", v 10, op een manier, zoals alleen God kan spreken. En in v 13 zegt Hagar: "U...de ENGEL dus- bent een God des aanziens, want....ik heb niet naar U omgezien, maar U naar mij wel!!!".
De Korte Verklaring zegt hierover: "Wij kunnen 'de ENGEL' niet anders beschouwen dan als een bijzondere manifestastie van het Goddelijk Wezen zelf. De Christelijke exegese heeft deze manifestatie in verband gebracht met de tweede Persoon van de Heilige Drieëenheid".
Maar elders in de bijbel staat: "Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid", (Hebr 13 v .
Als dat zo is, dan zullen wij in 'de ENGEL' trekjes mogen ontwaren, die wij ook bij de Heer Jezus waarnenmen. En let nu eens op, wat Hagar zegt: "Ik keek niet naar U om, maar U naar mij wél"
En mogen wij ook niet hetzelfde van de Heer Jezus zeggen. Is ook Hij niet voor ons, zoals 'de ENGEL' voor Hagar.
En zoals 'de ENGEL' er was, toen zwangere Hagar, een kwetsbaar mensenkind, in de woestijn in grote nood verkeerde, zo is ook de Heer Jezus voor ons, kwetsbare en domme mensen, eveals Hagar door eigen schuld in grote moeilijkheden, er met troostrijke woorden.
Mensen, ik ga de vele, vele teksten over 'de ENGEL' nog eens na om nog meerdere gelijkenissen met de Heer Jezus te vinden.
- DE ENGEL redt uit grote zielennood, Genesis 22 v 11 - HIJ opent de ogen voor reddend water, Genesis 21 v 17 - HIJ verlost uit alle nood, Genesis 48 v 16 - HIJ beschermt tegen vijanden, Exodus 14 v 9 - HIJ redt, Jesaja 63 v 9 - HIJ geeft feestkleren in plaats van vuile kleren, Zacharia 3 v 4 - HIJ bemoedigt en krikt het moreel op, Richteren 6 v 12 - HIJ....ach, wat zal ik nog meer noemen.
Is het geen heerlijke gedachte, dat Onze Heer Jezus Christus als de 'tweede persoon van het Goddelijk wezen' al vanaf de dagen van Abvraham 'stage' op aarde liep, zich vertrouwd maakte met zijn toekomstig werkgebied, al vooronderzoek deed daar, waar eens zijn grote taak zou komen te liggen. En toen al was Hij dezelfde, die Hij eeuwig blijven zal.
Met deze overdenking heb ik aan de opwellende gedachte- naar ik meen- voldoende recht doen wedervaren. De volgende keer gaan wij dan verder met: De Heilige Geest in het Oude Testament.
Efeze 5 v 1 "Wees dan navolgers van God als geliefde kinderen en wandelt in de liefde, zoals ook Christus ú heeft liefgehad en zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk".
Kinderen van God, wedergeborenen, kinderen van het koninkrijk, kinderen van de wijsheid, worden hier weer als volgt gekenschetst; - Navolgers van God - mensen, die 'in de liefde wandelen' - mensen, die Onze Heer Jezus Christus tot voortdurend voorbeeld hebben - mensen, die Hem ook willen volgen in zijn offerbereidheid.
Wel; dat is heel wat; ik zei het al: wedergeboorte is een voortgaand gebeuren. Wie door God is omarmd in de wedergeboorte, kan steeds meer van zijn sfeer gaan inademen en uitademen. - Zo iemand leert God na te volgen. Gods liefde, zijn blijdschap, zijn vrede enz enz zijn oneindig, maar wedergeborenen gaan, als dit heerlijk proces steeds doorgaat, ook steeds meer van zijn liefde tonen in hun handel en wandel.
Die liefde kan zich bij jeugdigen daarin uiten, dat zij van binnen de wil krijgen om tegenstrevers op school, pesters soms, te gaan liefhebben. Het kan zijn, dat je op het schoolplein begroet wordt met kreten als: "Ha...daar is 'ons relitrutje' weer....of 'ons reliknuppeltje'". Maar ik kan mij voorstellen, dat de aldus aangesprokene plotseling ophoudt om met zijn vuisten gebald in zijn broekzak onder allerlei opmerkingen dóor te lopen en dat er plotseling dat denken is: "Ik wil van ze houden en voor ze bidden....niet later...maar nu. Ik ga niet halfzacht als een 'softy' doen, maar innerlijk wil ik net als Christus voor ze zijn. De Heer Jezus offerde zich voor de mensen en het was voor God een 'goede lucht'. Ik wil mijn gebeden voor hen offeren, want het grote offer heeft Jezus al gebracht. En mijn gebeden maken od weer blij".
En wanneer er dan een aankomt en zegt: "Je hebt mijn fiets omgegooid", zuiver om ruzie uit te lokken, dan zegt de nog o zo piepjonge wedergeborene, (in alle betekenissen van het woord) niet: "Nee; dat heb ik niet gedaan", maar hij weet, dat een zacht antwoord de grimmigheid afkeert(Spreuken 15 v 1) en vraagt de Heer om hem op dat ogenblik woorden te geven, die de sfeer wat lichter maken.
Dus , lieve vrienden en vriendinnen; naast alle goede begrippen, waar wedergeboorte voor staat, komt er nu iets bij: "Kinderen van de liefde", mensen, die deze liefde van Godswege ook uitdragen.
Nu zul je mogelijk zeggen: "Ger...ik ben zestien. Ik leef in zo'n heel andere wereld dan jij. Laatst drongen er een paar voor bij het boekenruilen. Ik zei er wat van en ze sloegen met vier man op me in. Daar heb je nu een practijkgeval. Wat had ik dan moeten doen dan terugvechten en hopeloos op de grond liggen wachten - want ik verloor het- tot er hulp kwam"
Joh....wat een moeilijke vraag. Maar ik ben er zeker van, dat de Heer ook voor die situatie in nieuwe dergelijke gevallen hulp kan bieden. Je bent toch een kind van Hem!
Maar wanneer je de wedergeboorte in je hart voelt juichen, dan kan het niet anders of je wilt aan alle eisen, die deze heerlijke situatie van binnen stelt, graag naar buiten toe voldoen. Ook in die huiveringwekkende toestand, die jij daar schetst, kan de Heer je helpen.
Efeze 5 v 1 "Wees dan navolgers van God als geliefde kinderen en wandelt in de liefde, zoals ook Christus ú heeft liefgehad en zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk".
Kinderen van God, wedergeborenen, kinderen van het koninkrijk, kinderen van de wijsheid, worden hier weer als volgt gekenschetst; - Navolgers van God - mensen, die 'in de liefde wandelen' - mensen, die Onze Heer Jezus Christus tot voortdurend voorbeeld hebben - mensen, die Hem ook willen volgen in zijn offerbereidheid.
Wel; dat is heel wat; ik zei het al: wedergeboorte is een voortgaand gebeuren. Wie door God is omarmd in de wedergeboorte, kan steeds meer van zijn sfeer gaan inademen en uitademen. - Zo iemand leert God na te volgen. Gods liefde, zijn blijdschap, zijn vrede enz enz zijn oneindig, maar wedergeborenen gaan, als dit heerlijk proces steeds doorgaat, ook steeds meer van zijn liefde tonen in hun handel en wandel.
Die liefde kan zich bij jeugdigen daarin uiten, dat zij van binnen de wil krijgen om tegenstrevers op school, pesters soms, te gaan liefhebben. Het kan zijn, dat je op het schoolplein begroet wordt met kreten als: "Ha...daar is 'ons relitrutje' weer....of 'ons reliknuppeltje'". Maar ik kan mij voorstellen, dat de aldus aangesprokene plotseling ophoudt om met zijn vuisten gebald in zijn broekzak onder allerlei opmerkingen dóor te lopen en dat er plotseling dat denken is: "Ik wil van ze houden en voor ze bidden....niet later...maar nu. Ik ga niet halfzacht als een 'softy' doen, maar innerlijk wil ik net als Christus voor ze zijn. De Heer Jezus offerde zich voor de mensen en het was voor God een 'goede lucht'. Ik wil mijn gebeden voor hen offeren, want het grote offer heeft Jezus al gebracht. En mijn gebeden maken od weer blij".
En wanneer er dan een aankomt en zegt: "Je hebt mijn fiets omgegooid", zuiver om ruzie uit te lokken, dan zegt de nog o zo piepjonge wedergeborene, (in alle betekenissen van het woord) niet: "Nee; dat heb ik niet gedaan", maar hij weet, dat een zacht antwoord de grimmigheid afkeert(Spreuken 15 v 1) en vraagt de Heer om hem op dat ogenblik woorden te geven, die de sfeer wat lichter maken.
Dus , lieve vrienden en vriendinnen; naast alle goede begrippen, waar wedergeboorte voor staat, komt er nu iets bij: "Kinderen van de liefde", mensen, die deze liefde van Godswege ook uitdragen.
Nu zul je mogelijk zeggen: "Ger...ik ben zestien. Ik leef in zo'n heel andere wereld dan jij. Laatst drongen er een paar voor bij het boekenruilen. Ik zei er wat van en ze sloegen met vier man op me in. Daar heb je nu een practijkgeval. Wat had ik dan moeten doen dan terugvechten en hopeloos op de grond liggen wachten - want ik verloor het- tot er hulp kwam"
Joh....wat een moeilijke vraag. Maar ik ben er zeker van, dat de Heer ook voor die situatie in nieuwe dergelijke gevallen hulp kan bieden. Je bent toch een kind van Hem!
Maar wanneer je de wedergeboorte in je hart voelt juichen, dan kan het niet anders of je wilt aan alle eisen, die deze heerlijke situatie van binnen stelt, graag naar buiten toe voldoen. Ook in die huiveringwekkende toestand, die jij daar schetst, kan de Heer je helpen.
"Gelooft in het licht, zolang gij het licht hebt, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn".
Dit is eigenlijk de laatste raad, die Jezus in zijn openbaar onderwijs geeft. Daarna is het over en uit voor de grote massa van de Joden. Ze bleven maar bezig met debateren over en kritiseren van het licht. Hierna gaat Jezus van hen weg en begint het grote slotdeel: de onderwijzing tijdens het laatste avondmaal aan de discipelen.
Wij zien hier in het kader van ons onderwerp, dat een 'wedergeborene' op allerlei andere manieren wordt betiteld: - kind van God, kind van het koninkrijk - kind van de wijsheid - en nu: kind van het licht.
Jezus is het licht van de wereld, ( Johannes 8 v 12; 9 v 5). Ook nu zijn er tallozen, die altijd maar blijven redeneren, zonder ooit eens 'spijkers met koppen te slaan' in pósitief opzicht. Ook nu is Jezus het licht. Maar mensen, die allemaal maar vruchteloos blijven redekavelen over Hem en over zijn licht, merken op de duur, dat er 'spijkers met koppen geslagen worden' in négatief opzicht door 'anderen', nu zij zelf maar om de zaak heen blijven draaien: vers 35 zegt: "De duisternis gaat je overvallen en je weet niet, waar je dan heengaat'. Wel; dat weet 'die andere' de duivel dan wel voor je.
Ik zou wel willen, mijn vriendinnen en vrienden, dat jullie tegen al die vruchteloze redenaarstalenten rondom jullie eens zouden zeggen: "Geloof nu eens in het licht. Het is er nu nog. Straks komen de zeven bazuinen en dan wordt het licht zó verduisterd door de demonen, dat je er niet meer bij kunt. En wanneer je in Jezus' licht gaat geloven, dan gaat het steeds verder, naarmate je verder wilt. Je kunt van een gelovige, een bekeerde, een wedergeborene worden; in Gods gemeenschap en in zijn sfeer gaan leven. Echt; je moet je haasten . Het is een levenskwestie. Elke dag hoor je van mensen, ook jónge mensen, die om het leven komen door allerlei omstandigheden. Heus: haast is geboden".
Ik kauw jullie nu maar niet voor, wat je tegen je aarzelende vrienden en vriendinnen zou kunnen zeggen. Vorm die woorden van mij maar om naar de practijk van jullie jeugdige wereld.
Maar houd je gesprekpartners wel voor ogen, dat het een heerlijke zaak is om wedergeboren te zijn, te ademen in Gods sfeer, in zijn licht, Wat is het goed om te wandelen in het licht van zijn aanschijn; om met een oude psalmberijming te spreken;(psalm 89 v 7): "Hoe zalig is het volk, dat naar uw klanken hoort! Zij wand'len Heer in 't licht van 't godd'lijk aanschijn voort; Zij zullen in uw naam zich al de dag verblijden. Uw goedheid straalt hun toe, uw macht schraagt hen in 't lijden; Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, Maar uw gerechtigheid hen naar uw woord verhogen".
En ik maak me toch sterk, dat je hoorders onder de indruk zullen zijn, wanneer je in die onbetaalbare en niet-na-te-bootsen 'eigen taal van jullie' tegen hen zegt: "Treuzel nu toch niet langer. Geloof de Heer Jezus als jouw lichtbrenger. Lees de bijbel, bid elke dag, zodat je eindelijk gaat groeien, geen grootgegroeide kleuter blijft. Heus; het is zo heerlijk om wedergeboren te zijn, een kind van God, een kind van het licht: - volkomen gelukkig en op weg naar veel volkomener geluk door het luisteren naar Gods lieflijke stem - wandelen bij de sterkste en beste lamp, die er maar is; gewaarschuwd tegen alle oneffenheden - overwinning over alle neuzelige depressies door een voortdurend innerlijk verblijden in de kracht van Gods naam - niet meer beklemd door de slechtheid van het leven-van-alle-dag, en je eigen onmacht, maar verkwikt door Gods goedheid en macht - niet meer bang voor die diepe put, op de rand, waarvan je staat, maar blij wetend, dat Gods trouw er is - niet meer'onvolgroeid blijven', maar verhoogd worden tot volwaardig menszijn, op een manier, zoals geen pen die kan beschrijven.
Nodig ze allen uit om 'kind van het licht, kind van het Licht' te worden.