De gemeente als 'stad van God'
Die stad van God ontwikkelt zich gaande weg van: - de stad van David,(Jesaja 1 v 26, Daniël 9 v 19; Zacharia 2 v 5 en 6. - Stad van Jezus: Matth 5 v 36, stad van de grote koning. - Stad van het hemels Jeruzalem, gespiegeld aan het aards Jeruzalem, Galaten 4 v 25, 26. - Het nieuwe, eeuwige Jeruzalem, het hemelse Jeruzalem, Openb. 21 v 2.
Mensen zoeken zekerheid in menselijke structuren, muren en poorten. Maar de gelovige zoekt naar structuren van hoger orde, naar een stad , waarvan God zelf de muur is, Zacharia 2 v 5.
Alles begon dus met 'de stad van David.'
Jesaja 1 v 26 zegt: "(O Jeruzalem, stad van David), ik breng je rechters en raadgevers tot inkeer, het zal weer worden als voorheen. Dan zul jij, (stad van David), deze naam dragen: 'Stad van gerechtigheid', 'stad van trouw'. "
Daniel 9 v 19: "Heer...luister naar ons! Heer....vergeef ons ! Heer...verhoor ons gebed ! Wacht niet langer en grijp in, mijn God, ook omwille van uzelf, want uw naam is verbonden aan uw stad en aan uw volk".
Zacharia 2 v 5: "Weer sloeg ik mijn ogen op , en daar zag ik een man met een meetlint in zijn hand. (6):' 'Waar gaat u heen' vroeg ik en hij antwoordde: 'Ik ga opmeten hoe groot Jeruzalem moet worden' ".
In deze bijbelstudie wilde ik het maar bij deze drie teksten laten. Anders wordt de bijbelstudie te groot. Jullie zouden kunnen zeggen: "Maar het duurt allemaal zo lang". Wel; we hebben toch tijd!
Jesaja 1 v 26: In het oude testament draait alles nog om Jeruzalen, de stad, waaraan Davids naam zozeer verbonden is. En alle profetieen , de vreugdevolle en de strenge, worden aan deze aardse stad verbonden. - die stad is door David veroverd - in die stad speelde heel dat felbewogen leven van Juda zich af - daar stond de tempel en toen Jerobeam met de eredienst daar brak, wachtte het tienstammenrijk, dat Jerobeam volgde, alleen nog maar rampspoed. - en die rampspoed kwam ook over de stad Jeruzalem, de stad van David, toen ook zij de tempeldienst, de dienst aan God, ontrouw werd.
Maar ook de 'aardse- stad- gebonden profetiee«n' van die tijd laten iets doorschemeren van toekomstige hemelse heerlijkheid. De rechters en raadgevers in het aardse Jeruzalem zijn nooit meer ' als voor heen'geworden. In de dagen van Jezus gingen ze verschrikkelijker in de fout dan ooit voordien. En ook in de tegenwoordige tijd kan je niet spreken van Jeruzalem als van 'een stad van gerechtigheid en trouw'.
Nee, hier in het Oude testament schemert er al iets door van 'trouwe rechters en raadgevers' die nog moeten komen in een - voor Jesaja- verre toekomst. En die toekomst is nu begonnen. Jullie, mijn lezers, jullie die door Gods genade bekeerd zijn en wedergeboren en gedoopt met de Heilige Geest van God, jullie, die daarbij willen blijven, kunnen die toekomstige rechters en raadgevers in een nieuw, hemels Jeruzalem worden.
Daniel 9 v 19: Na zeventig jaar ballingschap kan Daniel ook nog maar alleen denken aan het aards Jeruzalem, dat op dat ogenblik nog in puin ligt als aan 'het grote item'. Die stad van David moet herbouwd worden en hij bidt daarover een indrukwekkend gebed. En weer is het antwoord van de Heer zodanig, dat het ons brengt naar een verre toekomst. Daniel denkt in zeventig mensenjaren, maar de Heer denkt in zeventig weken-van-God. En aan het eind van die laatste, extra lange week, na 69 , ook al lange weken, dan pas is het zover. Dan zal Jeruzalem werkelijk bevrijd zijn. En God richt ons oog op het hemelse Jeruzalem, dat nu , in deze dagen, komende is. En in dat hemelse Jeruzalem, daar zullen de werkelijk bevrijde gelovigen wonen. En weer: daar mogen wij bij behoren, wanneer wij de hand van onze Heer Jezus Christus vast blijven houden en ons blijvend laten leiden door zijn Geest.
Zacharia 2 v 5 en 6. God heeft met zijn hemels Jeruzalem zulke grote plannen. Die man met dat meetlint heeft zo'n groot meetlint bij zich. En weer wordt voor de ogen van een oud-testamentische gelovige getekend, hoe Jeruzalem, op dat moment een klein, verdrukt plaatsje net na het eind van de ballingschap, in de toekomst gaat worden . Iedereen denkt ervan: "Kan dit ooit nog iets worden". Maar Zacharia mag het zeggen: "Gods bouwplannen liggen al klaar. Je zult eens zien, hoe groot deze stad wordt". Maar wij, Nieuw-testamentische gelovigen, door Gods genade al weer van zoveel meer van Gods plannen op de hoogte, weten, dat onze toekomstige hoofdstad, onze hemelse hoofdstad, alleen met 'hemelse' ogen is te zien in al zijn wonderbaarheid. En jullie zijn bezig, al volhoudende, om van die 'hemelse ogen' te krijgen.
Daag Ger
|