DE GAVE VAN KENNIS IN HET NIEUWE TESTAMENT, VERHANDELING 2
2 Petrus 1 v 5
"Span daarom ( om deel te krijgen aan de goddelijke natuur) al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met KENNIS, uw KENNIS met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, uw liefde voor uw broeders en zusters met uw liefde voor allen".
In eerste aanleg lijkt het of 'kennis' hier zo'n beetje verdrínkt in alle goede dingen, die opgesomd worden. Maar bij nader inzien is ook uit deze tekst een les te leren.
Wat is het grote doel: deel krijgen aan de goddelijke natuur. Wie zou dat niet graag willen. God heeft ons de adem ingeblazen, deel gegeven aan zijn natuur. De duivel heeft door zijn misleidend gepraat deze band tussen God en ons aller voorouders, Adam en Eva ruw doorgehakt. Om die band te herbevestigen, behoren wij alle krachten in te spannen.
Niet onze 'zielse' krachten, zoals het in dat versje benoemd wordt: "Jezus ....niet mijn eigen kracht, Niet het werk door mij volbracht, Niet de offers, die ik breng, Niet de tranen, die ik pleng, Schoon ik ganse nachten ween.... kunnen helpen....GIJ ALLEEN!"
Nu ja....dat behoort tot het abc. Wanneer je door al je gevecht heen om met samengeklemde kaken een beter mens te worden en door al je aards gedachte ideeí«n heen: "Dit zal God wel leuk vinden, dacht ik toch wel...zo'n beetje ...misschien...kán toch" en door al je geldelijke offers heen en door al je tranen heen gemerkt hebt, 'dat het zó niet werkt', dan wil God je zijn kracht geven en die van God gegeven kracht gebruiken we dan ook om met het inspannen van al die van God gegeven krachten ons geloof, dat wij als eerste kostelijkheid op God hebben leren richten, te verrijken met deugdzaamheid.
Nu lijkt dan een beetje 'braaf' woord, maar wat is het goed om door Gods kracht een mens te worden die ' deugt'. Wat is het heerlijk om te merken, dat God je losmaakt uit de banden van allerlei zonden en wat is het een ontdekking, dat je daaraan door Gods genade kunt meewerken, door jezelf -bijvoorbeeld- de handen op te leggen en diep-bewogen te zeggen: "Ik WIL zo niet meer denken" en dan- bijvoorbeeld- te merken, dat je opeens, bij een oprechte, innerlijke inspanning eindelijk Job kunt volgen wanneer die zegt in 31 v 1: "Ik heb een verbond met mijn ogen gesloten: nooit zal ik naar jonge vrouwen kijken".
Maar wat is het dan heerlijk, dat door de doop in de Heilige Geest ook de gave van kennis in beginsel ons deel is geworden. Maar altijd weer: "Span al uw krachten in". Je kunt niet zeggen: "Zo...nu heb ik al mijn krachten ingespannen om deugd te verwerven. Nu is-t-ie wel goed zo". Nee, dat 'inspannen ' is bij elk van de 'woorden' weer nodig. Bij de 'gave van kennis' is het voortreffelijk om steeds meer dít te leren zien: - de kracht van God, die heil brengt en tot heerlijkheid voert. - de heilige engelen, die ons mede beschermen - de onzienlijke vijanden ,die de Christen willen beschadigen en terugtrekken in het verderf - de enge poort, die zo tegengesteld is aan de brede weg, die tot verderf leidt. Die enge poort is het begin van een smalle weg, die ten leven leidt, (Matth 7 v 13 en 14)
De gave van kennis zal je als het ware moeten bejágen, ermee bezig, zijn, die gave oefenen om 'de echte zelfbeheersing' te krijgen. Niet de zelfbeheersing van de wereld, zo van "Ik heb me nog nét kunnen inhouden", want dan is er al een innerlijke verontreiniging ontstaan, maar de zelfbeheersing, die al op wacht staat bij de ingang van allerlei prikkels in ons brein, zodat ze ook ons innerlijk niet kunnen beschadigen.
En in heel dat schitterende bouwsel.... het is goed, dat u de andere samenstellende woorden nog eens overdenkt, ...speelt de kennis, de gave van kennis een onmisbare rol.
Lieve lezers en lezeressen: je komt niet in het bezit van de goddelijke natuur door maar zo'n beetje door te doen, heel extensief, een beetje christelijkachtig. Nee: alle nieuw door God bij het geloof gegeven goddelijke krachten benutten om steeds maar verder te reiken. Wat heb je volharding nodig. Maar de 'stepstone' is: kennis. Wat heb je vroomheid, godsvrucht nodig, de vrucht van de Geest, maar de route loopt via volharding. Wat heb je het nodig om 'schik in je gemeente te hebben' in deze zin, dat je ze lief hebt, dat je zo bij de sam je blikken over die schare laat weiden met telkens een gebed in je hart. Maar de weg loopt via de 'godsvrucht, de 'vroomheid'.
En zo groeit de liefde tot 'allen' geleidelijk, de liefde die zo kenmerkend is voor God, die zijn liefde eeuwig en eeuwig naar alle kanten uitstraalt. De warmte en zegen van de zon , die uitstraalt in het hele heelal en waarvan een miljoenste gedeelte voldoende is om al het leven op aarde op gang te houden....die warmte en koestering houdt ooit op, vertellen ons de astronomen en dat zal dan wel waar zijn.
Maar Gods liefde eindigt NOOIT.
En daarheen brengt ons de gave van kennis onderweg.
Daag Ger
|