De vrucht van de Geest, die bestaat in goedheid.
De eerste twee van vier teksten uit het Nieuwe testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'goedheid'.
Eerst die teksten:
Romeinen 15 v 14. Broeders en zusters , ik zelf ben er van overtuigd, dat u inderdaad niets dan het goede wil, (NBG : dat gijzelf reeds vol van goedheid zijt) en dat het u niet aan kennis ontbreekt, zodat u ook in staat bent om elkaar terecht te wijzen.
Galaten 5 v 22. De vrucht van de Geest bestaat in ( o.a.)....goedheid.
Gedachten bij Romeinen 15 v 14:
Algemeen: aangezien ' goedheid' een deel van de vrucht van de Geest is, heb ik mij na een eerste onderzoek in mijn concordance al direct beperkt tot dit woord. De woorden ' goed' enz waren zo talrijk, dat ik mij in die veelheid niet gewaagd heb.
In deze tekst valt op, hoe voorzichtig- vriendelijk Paulus is tegenover deze gelovigen, die hij niet persoonlijk kent. Er is een vergrovend nederlands spreekwoord: "Met stroop vang je meer vliegen dan met azijn". Maar dat spreekwoord lijkt te duiden op onheilige, geveinsde vriendelijkheid met als 'verborgen agenda': het vangen van onwillige vliegen.
Maar Paulus is heilig, oprecht bemoedigend net als zijn grote voorbeeld: de Heer Jezus. Die sprak,vlak voor Golgotha, in het hogepriesterlijk gebed : "( de discipelen) hebben uw - Gods- woord bewaard...en ik ben in hen verheerlijkt"., (Joh 17 v 6 en 10). En dat terwijl de discipelen toen nog bijna alles moesten leren. Maar de Heer bedoelde kennelijk te zeggen, dat de discipelen rein waren, doordat zij zijn woord gehoord hadden; zij waren in een positie van reinheid gekomen, doordat zij met een oprecht hart de kern van zijn woorden in zich hadden opgenomen, (Johannes 15 v 3). Ze waren, om het met een duur woord te zeggen, 'positioneel 'rein'. Maar de hoge positie , die zij nu hadden, moesten zij nog wel in de practijk van elke dag bevestigen. 2 Petrus 1 v 10 zegt hierover: "Span u daarom in om uw roeping en verkiezing WAAR TE MAKEN".
( Een aards voorbeeld ter verduidelijking: Toen ik in 1957 voor het eerst op weg ging als rijksaccountant, gaf het hoofd van dienst mij deze 'peptalk' mee op weg: "Meneer Gerritse....vergeet dit nooit: u staat in volle rechte. U hebt alle gezag dát... en alle macht, díe elke rijksaccountant heeft. U mag inzage van stukken eisen. U mag alle inlichtingen vragen, die u in de uitoefening van uw ambt nodig hebt. Maar....u hebt nog geen ervaring. Ons hele bureau staat achter u om u te steunen in de eerste, moeilijke tijd. Maar uiteindelijk moet u zélf waar maken, dat u dit werk áankunt....en nu: op pad".)
Zo is het ook in het geestelijke. Vertaal deze toespraak maar daarnaar toe.
En zo zegt Paulus nu ook tegen deze romeinse Christenen, dat zij vol goedheid en kennis zijn, hoewel daar natuurlijk nog wel het nodige aan geschort zal hebben, getuige wat eerder in deze brief werd gezegd. Ook zij moeten nog veel van hun roeping en verkiezing waarmaken. Maar zij mogen al in die roeping en verkiezing gaan stáan en die heerlijke dingen in de practijk WAAR MAKEN.
Paulus zegt dus eigenlijk, dat zij al een van de gaven (kennis) en éen van de delen van de vrucht, (goedheid) hebben.
En zoals zíj de op hoger plan brengende woorden van Paulus moeten gaan waarmaken, zo ook jullie. Jullie hebben door het gelovig aanvaarden van de Heer Jezus en zijn heerlijke gedachtenvolheid in beginsel, ( positioneel) al goedheid als deel van de vrucht van de Geest. Op pad dus, en in de practijk die goedheid invulling geven, handen en voeten geven.
Maar hoe doe je dat: handen en voeten geven. Psalm 23 v 6 geeft een aanwijzing. Daar staat: NBG: Heil en gerechtigheid zullen mij volgen..." NBV: Geluk en genade zullen mij volgen...".
Het dient zó te worden, dat wanneer jullie een bijbelstudie gaan bezoeken en in de ' social talk' vooraf, onder de koffie, in gesprek bent geweest, iemand, die met de andere bezoekers naar de grote zaal stroomt om de bijbelstudie van de spreker van die avond te gaan beluisteren, van de ' gesprekken vooraf' al een prettige, door U gewekte indruk meeneemt: "Ik weet niet wat het nu precies is, maar van een gesprekje met hem of haar voel ik me altijd een beetje opgeknapt, tikje gelukkiger, meer zeker van de glimlach van genade van God over mijn leven, meer zeker ook van mijn roeping en verkiezing. Hè... dit blijft me bij, dit vólgt me als het ware. Zó'n avond kan toch niet meer stuk".
Gaan jullie daar een beetje heen leven om zó een brandende kaars te zijn. Denk om dat kinderliedje.... weet je nog hoe je het vroeger zong, toen je als hummeltje , met de andere schatjes de sam binnenkwam, allemaal in zo'n lief hansopje... een kaarsje torsend en zingend: " Jezus zegt, dat hij hier van ons verwacht, dat we zijn als kaarsjes, brandend in de nacht. En hij wil, dat ieder tot zijn ere schijn: gij in uw klein hoekje.... en ik in 't mijn". "Op pad", zei mijn hoofd van dienst tegen mij: "Op pad", zeg ik tegen jullie.
Galaten 5 v 22: Hier staan ze nog eens allemaal: al die partjes van de vrucht van de Geest. U kent ze; ik hoef ze nog niet eens in hun gezamenlijkheid op te lepelen. Maar wanneer we ze gaan beoefenen, zijn er soms van die glimlachjes van de Heer. Zo verzuchtte vandaag éen van mijn p.c.contacten: "Ach, meneer Gerritse , ik wilde wel, dat er meer tegen mij gesproken was in het verleden, zoals u nu tegen mij spreekt. Maar....het is te laat ...helaas..." Maar dan geef ik alle eer aan God en bid ik maar weer.
Daag Ger
|