Nu dus: "De gemeente is van Jezus; is ZIJN eigendom".
Jezus zegt in Matth 16 v 18: "Ik zal MIJN gemeente bouwen"
En je kunt de klemtoon ook anders leggen: "IK zal mijn gemeente bouwen".
De gemeente is niet het bezit van mensen. Jezus is verantwoordelijk en híj bepaalt.
En hóe hij bouwt: niet door slimme strategen of nieuwe trends. Hij bouwt door het werk van de Heilige geest op basis van het woord van God.
Eenmaal maakte ik mee, dat iemand- los van enige samenkomst- een huiskring had opgebouwd. Die ongetwijfeld wel goedbedoelende man hield zijn kleine groep zoveel mogelijk afgeschermd van grote samenkomsten, waar veel Volle Evangelie Christenen elkaar ontmoetten. Maar éen keer was dat toch onmogelijk. Een bezoeker van de huiskring wilde beslist eens naar 'zoiets' toe. Om nog wát controle te houden ging de 'voorganger' dan maar mee. Eén van de 'stewards' sprak de 'horige Christen' aan. De 'voorganger' verstijfde van schrik. De 'steward'zei: "...of mag je niet met me praten van die oude vent naast je..". Wel iets minder fijnzinnig overigens. Maar ja; het was nog zo'n 'wilde tijd'.
Woedend belde de ´voorganger´mij op. " Ze schieten onder mijn duiven. Ze pakken mij m´n groep af. En ik dacht nog wel, dat ik op de duur van mijn groep zou kunnen léven".
Ach; het is al weer veertig jaar geleden. Ik trachtte hem te troosten. Maar de juiste woorden zouden hebben kunnen zijn: " Maar broer...het is toch jóuw groep niet. Je mag de mensen, die bij jou samenkomen, niet verhinderen om na te gaan of ze ergens anders hun vleugels kort- of langdurend wijder uit kunnen slaan".
Maar die woorden heb ik vast niet gebruikt. Mijn kennis was toen nog te gering. Het woord van Jezus uit Johannes 17 v 6: "Ik heb aan de mensen die u (God...Vader| mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekend gemaakt", leefde nog niet zó voor mij.
De gemeente, de vergaderplaats van alle oprecht gelovigen, is dus van God en is door hem aan Jezus gegeven...niet aan de voorganger, die als onderherder de kudde een tijdlang mag hoeden.
Een voorganger hoort de kudde niet bij elkaar te houden op zijn gaandeweg verschralende weitje. Hij hoort ze te voeren áan , te doen rusten ín groene weiden, (Psalm 23 v 2), wanneer die weiden van de Heer van de gemeente zijn.
Natuurlijk houdt dit zielige voorbeeld hierboven niet in, dat jullie als leden van een gemeente nu maar je gang kunt gaan. Bouw je eigen 'zichtbare manifestatie van de onzichtbare wereld'. Zet je schouders voluit onder het werk in jouw gemeente. Gehoorzaam je voorgangers, (Hebr 13 v 17), (evenals die christen van zoëven deed: "Ik zou zo graag dáar eens een kijkje nemen. Wat denkt u ...zou dat kúnnen" "Ach...ik ga dan maar mee naar dat gedoe".)
Maar jullie begrijpen wel, tussen welke grenzen je kunt opereren.
Overigens zag ik kort geleden , hoe zo'n klein, verhabbezakt huissamenkomstje, steeds kleiner en kleiner geworden, leegliep in een grote, fleurige sam, toen de vissenkom brak. Nog even dat kop-aan-staart rondzwemmen en dan de wijdheid inschieten en opvrolijken. O...een groots gezicht !
En dan dat: " IK zal mijn gemeente bouwen".
Van tijd tot tijd waaien er allerlei ideeí«n over betreffende gemeentegroei. De wind komt meestal uit de Verenigde Staten of Canada of ook wel uit Australië. Ik ga er geen zure opmerkingen over maken, doorzie al die systematieken van tegenwoordig ook niet.
Eén systematiek van vroeger heb ik wat beter leren kennen. Er is een bepaalde trits: "Ellende, verlossing en dankbaarheid". Die trits is wijd en zijd bekend en vindt nog steeds vurige pleitbezorgers.
Maar ik zie, dat veel mensen zó lang in die 'ellende' blijven hangen, dat ze aan de ' verlossing' helemaal niet toekomen. Ze blijven maar wachten tot de Heer ze eens door een speciale aanraking uit die ellende verlost. Ik ontmoette laatst een dame van mijn leeftijd, die altijd nog maar in die vissenkom van 'ellende' rondzwom.
Volgens mij is een betere volgorde: "Verlossing , ellende en dankbaarheid".
Ik ga jullie een geheim van mijzelf vertellen. Ach; jullie weten toch al alles van mij, behalve mijn pincode.....
Daar gaat ie: ........... Ik heb nooit goed kijk gehad op mijn 'ellende', bleef steeds maar onderhuids denken: "Ik ben beslist wel een aardige kerel", en dat tot ik kijk kreeg op de grootheid van God, die in Christus achter al die 7 miljard mensen aanloopt , roepende: "Adam....mensenkinderen...waar zíjn jullie. Ik heb alle redding gereed in het offer van mijn Zoon...kom toch terug..!!! Waar wachten jullie nou toch op".
En tot op dit ogenblik zie ik al die heerlijkheid van God alleen nog maar door een spiegel, als in raadselen, ( 1 Corinthe 13 v 12).
Ik ben verlost .... nee...niet 'gered...retteketet' ...ik ben verlost en bevrijd en nu ga ik ook zien, waar mijn ellende zit.
En daarvoor had ik geen 'blessing'zus of geen groei-theorie' zó nodig. Alleen maar een steeds dieper ingeleid worden in al die kostelijke schriftteksten. ............... Gisteren nog: het is even 'off topic', maar ik moet dat leuke , nieuwe perspectief als toegiftje nog even kwijt. Zegt zo'n prediker; ............. "Lui...weet je, dat de geestelijke wapemnrusting uit Efeze 6 niet zes maar zeven kenmerken heeft ?!... Ga ik jullie vertellen...: "Bid voortdurend voor alle heiligen", hoort er ook bij, (18 b).
Romeinse soldaten hadden een standaard uitrusting. Maar bij die standaard-uitrusting hoorde ook een standaard-strategie. Wanneer ze daar onverbiddelijk voorwaarts schreden, achter die kolossale schilden, dat korte zwaard in de aanslag, alle overige wapenen in de gordel bij de hand, stand houdende met de laarzen-met-priem om vast te staan in elk soort modder, dan was er déze strategie: "Houd elkaar vast, houd de rijen gesloten, houd elkaar in het oog, laat niemand geïsoleerd raken...een muúr van schilden .
En zo ook júllie: houd elkaar overeind met jullie gebeden, de strijders nabij en ver, (19). ............ Geweldig toch. En ik ging naar huis, verrijkt door de Heer , in zíjn gemeente, die hij op dat ogenblik weer bouwde.
Ach; zo'n klein uitstapje...moet kunnen.
Daag Ger
|