" Van ver ben ik naar jou toegekomen, vrouwe Israel. Ik heb je altijd liefgehad, mijn liefde zal je altijd vergezellen (4) Ik breng je weer tot bloei. Je zult weer dansen in de rei en de tamboerijnen laten rinkelen".
Vervang dat 'vrouwe Israel' nu eens door je eigen naam. Denk niet, dat alles maar tegen anderen, ergens ver weg, in een andere tijd wordt gezegd. nee...het is niet voor ánderen en tóen en dáar. Het wordt allemaal gezegd tegen ú... en híer en nú.
Zeg ook niet: " Ik ben al zestig....ik hoef niet meer zo nodig 'te dansen in de rei' en met mijn rinkelbel te rinkelen".
Nee, of je achttien bent of tachtig; hoe ver je ook weg bent gedwaald van de Heer of hoe ver je je ook bij hem vandaan voelt ondanks al je pogen om dichtbij hem te komen...altijd geldt:, dat God ons lief heeft met een eeuwige liefde, die er al was, toen wij alleen nog maar van eeuwigheid in zijn grote plan bestonden, eeuwigheden voor wij metterdaad geboren werden.
En evenals die Vader uit het verhaal van 'de verloren zoon 'altijd maar op de wacht stond, tot zijn zoon ooit eens uit verre streken zou terugkomen en zoals het wezenlijke van de liefde niet is, dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij óns heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onzse zonden, (1 Johannes 4 v 10)....zo bepaalt deze tekst er ons ook weer bij, dat God de Eerste is, die ook het initiatief neemt. En onze zonden kunnen zijn eeuwige liefde niet uitblussen.
En wanneer wij hem gaan volgen en wanneer wij niet meer uit zijn hand weglopen..... want: niemand kan ons uit zijn hand roven. Maar...wij kunnen er wel zelf uit weg lopen. ...dan vergezelt zijn liefde ons: - niet alleen in dit leven - maar ook, wanneer wij onze ogen aan gene zijde opslaan in Abrahams schoot, zoals Lazarus - of misschien nog wel heerlijker, zoals de medegekruisigde, die 's avonds al met Jezus in het paradijs was.
En als we zeggen: "Ik heb het eigenlijk toch wel gehád", dan geeft God aan hen, die zich tot hem keren, een nieuwe bloei en.... ja.... dan kómt het ...dan dansen wij weer in zijn blije reien of wat ons maar aan feestelijks aanspreekt. En de tamboerijnen klinken of wat wij verder maar aan blijs kunen bedenken.
Jullie weten, dat de toevoer van nieuwe bijbelstudies van www.heavenlyquality.nl stil ligt door het kraken en vernielen van die website. Maar na enig beraad dacht ik: "Ik ga gewoon verder op 'Vlaanderen'. Komt HQ dan nog weer terug, dan voed ik die uit België
En hier komt dan de eerste bijbelstudie 'nieuwe stijl':
Ik had het op HQ over 'Goddelijke liefde, uitkomende in oud-testamentische bijbelteksten.. Ik koos er zestien uit, waarvan ik in twee bijbelstudies op HQ er acht behandeld had.
Aan de beurt zijn nu de door mij als 9 t.m.12 behandelde:
Jesaja 63 v 9: " In alle nood van zijn volk was hij (God)j ook zéf in nood: zij werden gered door de engel van zijn tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft hij hen zelf verlost, hij tilde hen op en heeft hen gedragen alle jaren door".
En hoevelen van de mensen, die in Jezus geloven als hun Behouder , Bevrijder, Verlosser, Zaligmaker, hebben dat al ervaren, wanneer ze op hun leven terugkijken. Die machtige Goddelijke liefde, die wij deelachtig zouden willen worden en die wij deelachtig kúnnen worden, waneer wij ons geloofsleven door de genade van God bekroond mogen zien met de doop in de Heilige Geest.....die Goddelijke liefde maakte, dat hij als het ware met ons meeleed, toen wij - bijvoorbeeld - dat vreselijke verlies moesten verwerken. We dachten misschien, dat wij het alléen deden,....nee: hij was het, die zijn engelen zond om ons te helpen, al weten wij meestal niet, hóe ze dat doen.
O ja; éen keer werd de sluier even van mij weggetrokken: Ik was eens vreselijk bedroefd over een tegenslag. En in mijn slaap snikte ik het even uit. En toen hoorde ik opeens een zo heerlijk gezang, begeleid door een zó hemelse muziek, datr ik voelde: " De engelen zijn hier om mij te troosten".
En héerlijk: al mijn verdriet liep weg als door een soort douche-afvoer.
Maar de Heer in zijn Goddelijke liefde kan soms zo'n medelijden hebben, geen machteloos medelijden , maar máchtig medelijden: mededogen,
En zo heeft hij mijn vrouw en mij na al 84 jaar gedragen.
Lui; de andere drie teksten een volgende maal.Als ik eenmaal aan de práat kom !