Matth 18 v 15-17 vermeldt dienaangaande: "Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden en een tollenaar behandelt"
Wat moeten wij nu met deze uitspraak van Jezus. Hoe passen wij dat nu eens in een practijkgeval toe.
Elke mensenziel is kostbaar. Gelijk krijgen is niet het punt. Maar kernpunten zijn wel: vergeven en herstel.
De algemene richtlijn is duidelijk: - eerst onder vier ogen met de ander spreken - iemand meenemen als getuige - als 'de zondaar' dan nog niet luisert, de zaak bekend maken aan de gemeente, natuurlijk niet 'in den breede', maar eerst aan de voorgaande broeders. - bij voortdurende hardnekkigheid: relatie op andere leest schoeien. Niet meer als broeder benaderen, maar als een mens in algemene zin, die- als ieder ander- voor het heil van Christus gewonnen dient te worden.
Maar wat is nu voor jullie een voorbeeld dat jullis aanspreekt, dat dicht genoeg bij jullie belevingswereld staat.
Eerst moet er iets gezegd worden over die zinsnede 'tegen je zondigt'. Dat mag niet allereerst een 'persoonlijke krenking 'zijn. Ik noem als voorbeeld: Als jongen ben je erg gesteld op een meisje uit de gemeente. Er is zelfz sprake van verkering tussen jullie. Maar op een gegeven ogenblik zegt zij: "Ïk wil hiermee niet doorgaan". Dan voel jij je miscchien gekrenkt of gekwetst, maar het is geen daad die de hele gemeente raakt. Het moet hier gaan over een daad of een denken, waardoor de hele gemeente dreigt , verontreinigd te raken.
Ik denk aan iets anders: er zijn twee vrienden, twee gemeenteleden, jongelui van zeg 22.En de een zegt in een vertrouwelijk gesprek: " Zeg; ik heb gelezen van een heel nieuwe aanpak van het gemeenteleven , die afkomstig is uit Amerika. Daar zijn gemeenten, waar de ouderlingen veel meer macht hebben over het persoonlijk leven van gemeenteleden. Dat hseft zulke goede resultaten voor de discipline. Ik wil hiervoor gaan ageren in onze gemeente en zoek medestanders. Doe je mee. Ik heb wat lectuur".
Nu heb jij ook al gehoord van dat gegeven en je wéet van een andere gemeente, waar het verderfelijk heeft gewerkr. Eigenlijk zondigt je vriend tegen je, doordat hij jou in zijn interesseveld wil binnentrekken en hij zondigt ook tegen de funrdamenten van de gemeente, Dan is het goed, dat je eerst onder vier ogen met hem praat, daarna...als hij niet van zijn voornemen wil afzien, een ander erin betrekt en zo verder.
Het geval kan zich in allerlei vormen voordoen Ik kies nu toevallig hiervoor, omdat ik dit van nabij heb meegemaakt ergens. Er werd pas in een laat stadium op gereageerd. Ieder had maar afgezien van het ontwikkelen van actie in kleine kring of in iets grotere kring en toen barstte het gezwel open in een te laat stadium.
Och; dit zal niet veel voorkomen. Maar sta vrienden en vriendinnen bij, die opeens hun gezicht wit gaan verven en zwarte kleren aandoen en deze aanpak in de jeugd gaan uitdragen door hun aanstekelijk voorbeeld.
De gemeente wordt gebouwd door mensen, door Jezus zelf gekozen In Matth 16 v 18 lezen wij, dat Onze Heer Jezus Christus tegen Petrus zegt: " Ïk zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen".
En dan geeft Jezus aan Petrus ook de bekwaamheid om te bouwen naar zijn (Jezus') bouwplan.
En zo roept Jezus velen om te bouwen.
Dezer dagen dacht ik er weer eens over na waarom ik toch zo laat tot ' de volle taak van nu' geroepen ben. En het werd mij zo duidelijk, dat de Heer mij al lang op het oog had. maar er moest nog veel aaan mijn vormgeving gebeuren, voor ik de troffel ter hand mocht nemen en mijn taak ten dienste van de gemeente voluit mocht gaan volbrengen.
Dus: wees niet gepuzzleerd, wanneer je niet echt snel op gang komt. De Heer is bezig om hier en daar nog iets hinderlijks weg te hakken.
Maar Jezus zegt in datzelfde vers toch óok: "Ik zal bouwen". De Zoon van God doet deze belofte en heeff dit voornemen . God - en dus ook Jezus- maken af, wat zij begonnen zijn. Dat is een Goddelijk kenmerk. Wanneer God iets belooft, dan is dat 'ja en amen'.
Wanneer je faalt bij het bouwen, dan word je meestal tijdelijk, maar soms ook blijvend, van Gods grote werk, het bouwen van de gemeente, afgehaald.
Het einddoel van de gemeente is...(Efeze 5 v 27)...' om in al haar luister tot Jezus, haar bruidegom genomen te worden, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver'. Christus heeft zijn gemeente zó liefgehad, dat hij zich zelfs voor haar heeft prijsgegeven om haar te heiligen , haar te reinigen met het water van de Geest"
De grote bouwmeester heeft zich zélf totaal ingezet. Dan moeten ook zijn medewerkers secuur aan het grote bouwwerk, uiteindelijk aan het nieuwe Jeruzalem, de eeuwige tempel, werken, met inzet van alle krachten.
Laten wij onszelf voortdurend heiligen door ons dagelijks- door gebed- te baden in het fris-tintelende water van Gods Heilige Geest. Wij laten ons dagelijks reinigen door de heilige Geest. Geen vlek, rimpel of iets dergelijks, mag op de duur onze innerlijke mens ontsieren. Zeker, wij krijgen ruim de tijd voor deze schoonheidsbehandeling, maar er moet wel iets gebéuren.
En- weer dat vers 18- wij bouwen aan iets permanents. De poorten van het dodenrijk zullen de gemeente niet overweldigen.
Wij bouwen aan een heerlijke volkomenheid, geboren op de pinksterdag, nu al -nominaal- twee miljard mensen omvattend. Echter: steeds zal die gemeente groeien, toenemen in omvang, in reikwijdte en volwassenheid. En bij zijn terugkeer zal Jezus de gemeente terugvinden in 'de helden van Openbaring 11', waardig om zijn bruid te zijn. En in het duizendjarig rijk zal de groei doorgaan.