Bijbelstudie 199.
De gemeente van Onze Heer Jezus Christus wordt niet alleen getekend onder het beeld van een lichaam, onverbrekelijk verbonden aan het hoofd Jezus Christus. Zij wordt ook getekend als GODS WOONHUIS. En dat beeld gaan wij nu behandelen.
Allereerst is daar de grote doorbreking van het toenmalige denken bij de Joden. In de nieuwtestamentische gemeenten ontmoetten zij heidenen en stonden heel onwennig tegenover dat vreemde volk in de eerste tijd.
Voor de Joden was het eenvoudig zo, dat de heidenen, de gojim, in zekere zin niet voor hen bestonden. Ze waren ver van Gods heil, vaak vijanden . Wat moest je er eigenlijk mee. In het Oude Testament stonden wel verschillende teksten, die er op wezen, dat God ook met hen een bedoeling had, maar die liet je maar gewoon liggen. Daar zou wel eens licht op komen.
Maar toen kwam ´dat nieuwe´. En opeens was het op die wortel van Abraham een gedrang van je welste, allemaal heidenen, (Romeinen 11 v 17). En de loten, die je altijd rondom je gewend was, waren er opeens niet meer. De hele omgeving was veranderd. De oude ´broers´waren vijanden geworden en al die nieuwe loten, die nu opeens ´broer´ tegen je durfden te zeggen, terwijl je ze vroeger het aankijken niet waard had geacht
best onwennig, dit ´changement des décors´, wisseling van toneel- aankleding.Vroegere duldde je de jodengenoten desnoods als gasten, als fellow-travellers,maar nu waren zij opeens huisgenoten van jou en jij een huisgenoot van hen, zonder enige superioriteit van jou. Je had geen enkel streepje voor.
Ze waren met jou volgens Ef 2 v 19-22:
..gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten
met Christus Jezus als hoeksteen.
Vanuit hem groeit het hele gebouw steen voor steen uit
Tot een tempel die gewijd is aan hem, de Heer
In wie u ook samen opgebouwd wordt
Tot een plaats waar God woont door zijn Geest.
De Joden van die tijd, die Christen waren geworden, zullen het wel speciaal moeilijk gehad hebben met de nieuwe situatie. Ze hadden zichzelf altijd het huis des Heren mogen noemen naar Hosea 8 v 1, maar nu werd de profetie vervuld , door Jeremia uitgesproken in 12 v 7, dat God zijn huis had verlaten en zijn erfdeel had verworpen.
Maar gaande weg, door veel strijd en veel moeten wennen heen, zal het toch duidelijk zijn geworden, dat het nieuwtestamentische woonhuis van God een eeuwige dimensie had, vergeleken met het voorlopige huis van vroeger.
Het fundament was vroeger in de tijd van de profeten gelegd. En daar lag een link met het altijd blijvende oude verbond, dat nu alleen een wereldwijde betekenis had gekregen. En de tot apostel geworden leerlingen van Jezus hadden door hun onderwijs deze oudtestamentische fundamenten hemelse dimensies gegeven. En de hoeksteen, zo dikwijls in het vroegere verbond bezongen, was nu gevonden: Jezus Christus. Evenals bij een gebouw in de hoeksteen alle muren bij elkaar komen, zo komen in Jezus Christus ook al Gods eeuwige bedoelingen samen.
En de groeikracht van de gemeente ! Elke steen een kleine tempel. En de grote tempel met al zijn zuilen weer een bundeling van al die kleine tempels, volgroeide Christenen, begeleid door de steeds maar dieper onderwijzende Geest van God, aan wie de tempel, de gemeente, het huis van God, is gewijd. .
Jullie, die dit lezen, hebben misschien ook wel eens moeite met al die loten aan de wijnstok.
Maar ook jullie zullen wennen, net als die Joden van vroeger dagen,m die na 2000 jaar roepen:
s Heren tempel , ´s Heren tempel
zijn wij
opeens zo moesten wennen aan de geweldige ruimte, waarin ze opeens waren geplaatst.
Maar ook jullie zullen zien:
dat Jezus Christus de hoeksteen is, onverschuifbaar, onvernietigbaar. En wanneer je de steen van een ander gemeentelid niet vindt passen in de muur,. keer je dan tot Jezus en zeg maar tegen hem, dat je gelooft, dat in hem alle muren zullen gaan passen aan elkaar.
En tracht ernaar, het gebouw te doen groeien.
God geeft de groeikracht en hij wil, dat jij de overvloedig beschikbare genade van hem gebruikt om voor jouw deel die muur te laten groeien .
En als het een feit is, waar je niet omheen kunt, dat de grote tempel van God gebouwd is uit allerlei kleinen tempels, laat je dan vullen door de Heilige Geest, niet zon beetje, maar tot de rand. ( Johannes 2 v 7).
Ger
|