DE 'UNIVERSELE' GEMEENTE.
Zo zijn wij dan nu toe aan een bespreking van 'de gemeente', een groot onderwerp, waarvan het eind nog niet in zicht is. Maar ja; je weet wat mijn zwager altijd zei, wanneer mensen haast wilden maken: "We hoeven toch zeker niet te gaan hooien", een term, ontleend aan het boerenleven. Bij dreigende regen rept iedereen zich na een haastige maaltijd naar het veld om het gemaaide gras veilig te stellen.
We zien wel, wanneer we weer een ander onderwerp gaan behandelen.
O ja; ik neem als raamwerk een lezing , die Coos de Vink eens voor onze gemeente hield. Ik heb zo ook gehandeld bij mijn bespreking van 'God de Heilige Geest'. En zo wil ik maar doorgaan.
Laten we eerst eens zien wat de gemeente nu eigenlijk ís.
Iemand heeft ooit eens gezegd: "De kerk is de gemeenschap van alle ware gelovigen van alle tijden".
Laten wij deze ene uitspraak uit vele eens toetsen aan de schrift: Efeze 5 v 25 zegt: "Christus heeft 'de kerk', de gemeente liefgehad en zich voor haar prijsgegeven (26): - om haar te heiligen - haar te reinigen met water en woorden (27): -...en om haar in al haar luister bij zich te nemen - zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn - heilig en zuiver.
Dat totale volk van God met deze heerlijke eindbestemming wordt gevormd door alle 'jazeggers', allen, die in hun hart aanvaardend tegenover de Heer God staan.
Wij weten allemaal, dat van alle mensen, die ooit geleefd hebben of thans nog leven zeker 95 % nooit van de Heer God, laat staan van de Heer Jezus, laat staan, laat staan van 'God de Heilige Geest' gehoord hebben. Maar wij weten ook, dat Romeinen 2 v 14 met een brede armzwaai de deur opent voor al die mensen in alle eeuwen en alle landstreken van de wereld, die : - de wetten van God niet in schrift hebbende - nochtans die wetten van nature naleven - en daardoor bewijzen dat Gods gedachten omtrent de goede manier van leven in hun harten geschreven staan - en die een redelijk goede samenwerking hebben tussen hun menselijke geest en hun ziel, het geweten
Het is een grootse gedachte om tot die wereldwijde en de eeuwne omspannende gemeente van de Heer te behoren. Hij heeft zijn formidabele offer op Golgotha maar niet gebracht voor weinigen, maar voor zeer velen, een schare, die niemand tellen kan.
Er is een wolk van getuigen, zegt Hebr 12 v 1. "Nu wij door zo'n wolk van geloofsgetuigen omringd zijn, moeten wij , volk van God van deze tijd, - de last van de zonde, waarin wij steeds weer verstrikt raken van ons AFWERPEN - en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt.
Universeel, voor het oog onzichtbaar, behoren wij tot die velen, waaronder volgens Hebr 11 de grote namen: Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Izaäk, Jakob, enz enz.
De ongelovige mensheid om ons heen smaadt de Christenen wel eens als een kleine, achtergebleven, 'in een vissenkom kop-aan-staart rondzwemmende' geïsoleerde groep 'vasthouders aan het onherroepelijke verleden'. Maar wij weten, dat wij door genade behoren tot een grote groep van verloste schepselen, gelukkigen, met deze gemeenschappelijk toekomst: - geheilig en gereinig geworden - besproeid met het water van de Heilige Geest en verkwikt door de woorden vazn de bijbel - zonder vlek of rimpel heilig en zuiver staande voor God.
Laat je niet door de grote mond van de "Ha ha...dat gelooft nog in een wetenschappelijk onmogelijke zondvloed" roepers verschrikken... 'einschüchtern', zoals dat zo kenmerkend heet in het Duits, (laten ineenkrimpen tot een-en-al bangigheid), maar heb 'attitude', houding. Weet wat je bent in Christus: deel van een groot, overwinnend geheel.
Ja; met die aan het begin genoemde definitie kan ik instemmen.
Daag Ger
|