Iedere Geest heeft geloof. Demonen hebben ook geloof, volgens Jacobus 2 v 19. maar dat is een schrikkelijk triest geloof: "U gelooft dat God de ENIGE is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook en zij sidderen". Maar hier gaat het om een geloof, dat zich juist van God afkeert en dat dus alle reden heeft om te sidderen.
Mensen kunnen in 'van alles' geloven. Maar het wordt pas goed, wanneer dat geloof zich op Gód richt.(1 Tessalonicenzen 1 v 8, 9). En wat voor kracht kan het dan oefenen! "Het woord van de Heer heeft zich vanuit uw gemeente niet alleen in Macedoní« en Achaje verspreid, uw geloof in God( NBG heeft hier: uw geloof dat zich op God richt) vindt ook weerklank buiten die gebieden". De mensen uit Tessalonica hadden dus een grote wervingskracht. Hun 'op God gericht geloof' moet door de doop in de Heilige Geest een beslissende impuls hebben gekregen.
Door de doop in de Heilige Geest kan uw geloof in God een extra power krijgen, die het opheft tot een 'gave van geloof'.
De met Gods Geest gedoopte gelovige zal 'amen' kunnen zeggen, wanneer Paulus in 2 Corinth. 13 v 5 vraagt: "Onderzoek bij uzelf of u VAST op God vertrouwt , stel uzelf op de proef. U wéet toch van uzelf, dat Jezus Christus ín u is? Als dat niet zo is, dan hebt u de proef niet doorstaan". Maar de mens bij wie de Vader en de Zoon door de kracht van de Geest 'inwonend' zijn geworden, kan híer zeggen: "Halleluja". En zó is dat heerlijke geloof, dat zovelen gelukkigen mogen koesteren, bij hen geworden tot een 'GAVE VAN GELOOF'.
Vergis je niet; geloof, nog hoofdzakelijk in de ziel wortelende, nog niet doorgedrongen tot de geest, kan zo hevig worden tegengestaan door verleidingen.
Het is niet zo, dat allen die in geloof beginnen, kunnen eindigen als Paulus, die aan het eind van zijn leven kon jubelen: "Ik heb de goede strijd gestreden...ik heb de wedloop volbracht...ik heb het geloof behouden". Bij Paulus was zijn geloof opgebloeid tot 'de gave van geloof'. En dat kan het bij jullie allemaal doen, jullie die aan het begin staat van de steeds meerdere vervulling met Gods Geest,
Door het geloof weten jullie, dat je - rechtvaardig bent - dat je uit de macht van de duisternis verlost bent - dat je bent overgezet in het koninkrijk van Jezus.
Door dat geloof, versterkt en tot een gave geworden, weet je nu ook dieper en sterker de waarheid van deze woorden, En volgens Hebr 11 v 1 leer je de waarheid zien van wat je niet met je aardse ogen kunt waarnemen, maar wat je alleen kunt zien met door de Geest geopende ogen, die de waarheid kunnen zien van datgene wat niet 'voor ogen is', de onzienlijke wereld.
De gave van geloof, geloof tot gave geworden, helpt je om de woorden van God vast te pakken en dan ook niet meer los te laten. Je houdt immers een hemelse zekerheid vast. Dat is een zekerheid, die je onvergelijkelijk veel beter bestand maakt tegen de pressie en de misleiding van onzichtbare boze geesten, die je vaak bij ongelukkige omstandigheden toesissen: "Zie je nu dat Gods woord niet uitkomt!"
Wat is het gelukkig om in de storm van het leven de ondersteuning te hebben van die andere onzichtbare Geest, de Heilige Geest, God de Heilige Geest. Zo negatief als de kwade geesten werken, zo postief werkt de Heilige Geest.
Zojuist kom ik van een doopdienst. In mijn oren de kreten van blijdschap, van die vele jong-gelovigen, die door hun doop in water getuigden van hun 'de ingang doorschrijden' van het Koninkrijk van God.
Bejaarde professoren, (met een kerkelijke achtergrond) smalen: "Wie gelooft er nu nog". Maar ik zag voor mijn ogen scharen jonge, sterke strijders, de gouden poort binnengaan.
