In Amos , hoofdstuk 4, schetst de Heer, dat Hij herhaalde malen gewaarschwd heeft, dat het de hoogste tijd was om zich te bekeren. Bekeren is namelijk niet iets dat je wel of niet kunt doen. Je kunt er ook de gek niet mee steken door een plakstrook op je voordeur te doen: "Dank u...wij hebben alles....en bekeerd zijn we ook al". Nee: bekering is levensnoodzaak.
En op welke situatie doelt Amos nu?: " Op eengegeven ogenblik merkte je,dat er niets meer te eten was in huis. Maar hoewel dat een duidelijk teken was, dat bekering tot Mij nodig was...je volstond met op te merken: "Wat zit alles tegen hè" en ging gewoon met je leven verder, zonder je naar Mij om te keren".
Hoe vertalen wij dat nu eens naar de moderne tijd. Jullie en ik; wij ademen altijd in dit welstandsklimaat. Het is voor jullie en voor mij ondenkbaar, dat de provisiekast níet gevuld zou zijn. Maar...probeer dit nu eens geestelijk 'in te kleuren'. Geestelijk kan het zo zijn, dat er niets meer te eten is. Ik bevond mij eens in een gezelschap, waar opeens een vrouw uitriep, midden in een gedachtenwisseling over 'van alles': "O, wat verlang ik ernaar, dat er nu eens iemand hier was, in deze treincoupé, die eindelijk met iets kwam, dat werkelijk voedde"
Nu kan je zeggen: "Nou Ger; dat was dan toch wel 'de kat op het spek binden'.Je bent zeker losgebrand".
Nee lui; ik was nog maar 25 en had nog geen enkele geestelijke inhoud van betekenis. De dame ging zelfs zo ver, dat zij op mijn lectuur wees en uitriep: "O....de klassikale kerkbode voor Warffum. Wat een heerlijk brave leesstof" Maar ik bleef verlegen zwijgen. Tot de huidige dag zit dat mij wel een beetje dwars. Maar dan zend ik maar een gebed op om die gemiste kans voor open doel achteraf nog bij de Heer te brengen.
Maar snappen jullie, wat ik bedoel. Het kan in een mensenleven zo worden, dat je merkt: "Het lijkt wel, of alle meningen op de hele wereld zijn vergiftigd. Altijd brand ik mijn mond maar weer aan harde, zure opinies". Onbewust neem je dan waar,dat woord uit Openbaring 8 v 10 en 11: "En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel en zij viel op het derdedeel der rivieren en op de bronnen der wateren. En de naam der ster wasgenoemdAlsem. En het derde deel der wateren werd alsem en velen van de mensen stierven van het water, omdat het bitter geworden was".
Even kijken, of wij niet te ver zijn weggeraakt. Het kan nog, maar nu ijlings terug. Wanneer je merkt, dat sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, (1 Timotheüs 4 v 1), wend je dan door bekering van dat besmette 'derde deel van de wereldopinie' af en keer je naar die andere ster, die geen 'Alsem', (bitterheid) heet, maar waarvan 2 Petrus 1 v 19 spreekt: "En wij achten het profetisch woord daarom des te vaster en gij doet wel, er acht op te geven als op een lamp (fakkel) , die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten".
Bekeringis pure noodzaak. Jullie staan allemaal in de tijden, dat de ster Alsem valt en meningen vergiftigt. Let erop, dat in je naaste omgeving de vriendelijkheid geen plaats maakt voor respectloosheid en grofheid; ook dat kenmerkt de ster Alsem.
Ik weet, dat er vrij veel lezenden zijn. Daaronderzijn er , die zich nog niet bekeerd hebben of die geen ernst maken met de dagelijkse bekering. Merk je iets van bitterheid of onwellevendheid of iets anders, dat vreugde rooft, zoek je toevlucht totdat 'tweederde deel der wateren'dat volgens de zojuist genoemde tekst heilzaam is.