De gemeente, volk van God; als burgers van zijn Koninkrijk vol ontzag, aanbidding, gehoorzaamheid en discipelschap voor de grote Koning.
Filippenzen 3 v 20. "Wij hebben ons burgerrecht in de hemel. Vandaar verwachten wij onze Redder, de Here Jezus Christus".
Matth 21 v 5. "Zeg tegen Zion: 'Kijk...je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier' "
Colossenzen 1 v 13. "(God) heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden".
Welke lieflijke gedachten kunnen wij aan deze drie teksten verbinden ?
Filippenzen 3 v 20.
Jullie, bekeerde, wedergeboren, Geestvervulde gelukkigen kunnen een hemels paspoort tonen. Wat zouden er veel mensen op de wereld gelukkig zijn met een Nederlands paspoort. Maar een hemels paspoort: dan spreek je nog wel over iets anders. En al zijn wij nu nog in het rijk van de duivel met ons lichaam en onze ziel....en al kan hij ons kwaad doen naar lichaam en ziel....onze menselijke geest ziet vol verlangen uit naar Jezus Christus onze Heer, de Koning van ons hemels vaderland, die ons telkens en telkens weer te hulp kan snellen, wanneer wij ons benard voelen. Hij komt maar niet eenmaal, aan het eind van ons leven. Nee, hij is elk ogenblik tot onze hukp bereid, wanneer wij daarom vragen. Vorige week schreef ik julli over de val van de trap, die mijn vrouw maakte. Ik heb de Heer Jezus uit zijn hemels koninkrijk te hulp geroepen en nu ligt mijn vrouw in een bedje van de 'Kort durende opvang' en wordt beter verzorgd dan ik het zou kunnen . En nu kan iemand zeggen:"Nou, dat lukt toch iedereen". Maar dan antwoord ik weer, dat in mijn beleving Jesus de weg wees, toen ik hem, naar psalm 50 v z3 in mijn lofoffers eer bewees. Een Christen ziet altijd weer Koning Jezus te hulp snellen. Een niet-gelovie wordt ook vaak door Jezus geholpen, maar die ziet het niet. Ik ben vol ontzag en aanbidding voor onze koning.
Matth 21 v 5. Een koning op een ezel. Zacharia had het al voorspeld. Maar zeer velen van de Joden, die zo stonden te juichen bij de intocht in Jeruzalem, kenden die schriftplaats helemaal niet. En toen ze later de zaak nog eens overdachten, zullen ze wel eens overlegd hebben: " Ik ben toch eigenlijk gek ook.De kinderen op het tempelplein zingen nog zijn lof, (Matth 21 v 9), maar ik als volwassene voel me gewoon beschaamd, dat ik mij gisteren zo raar heb aangesteld. Ik krijg gewoon een hekel aan die kerel". En zo werd het : "Hosanna...kruis hem".
Maar toen ze later Zacharia ontdekten met zijn desbetreffende profetie, zullen ze wel nadenkend voor zich uitgekeken hebben.
Maar jullie, mijn lieve jongens en meisjes...jullie weten veel meer, hoe de vork in de steel zit. Hoe Jezus vanaf die ezel al die oppervlakkige enthousiastelingen in de ogen heeft gezien en gepeild, zoals hij dat heel zijn leven had gedaan, hoe in nood de 'dwalende schapen van Israel' waren, (Matth 9 v 36). Niet van een paard op de mensen neerzien, zoals drieste overwinnaars. Maar vanaf een ezel, met deze boodschap: - alles heb ik voor jullie over en ik ga het offer brengen.
Jullie ....willen jullie van deze zachtmoedige, nederige man de discipelen zijn. Niet hoog te paard, maar mens onder de mensen, gered om te redden.
Colossenzen 1 v 13. Nederig, zoals jullie koning, discipelen van jullie koning. Vol aanbidding en ontzag voor jullie koning. Maar dan toch ook; wetend, dat deze ontzagwekkende koning in zijn zachtmoedige nederigheid groter is dan wie ook. En achter hem zie je de contouren van God. Hij is het die ons, dwalende schapen, geroepen heeft uit de duisternis, waar wij herderloos ronddwaalden. God HEEFT ons overgebracht in het lichtrijk. Nog staan wij te knipperen met onze ogen voor dat licht van Gods zon, die ons in dat rijk, waar we al zijn binnengetreden, zo heerlijk wil beschijnen.
Zeg "Ja Heer" tegen hem, onze God, die al deze goede dingen gedaan heeft en gereed staat om nog meer goede dingen aan jullie geest, ziel en lichaam te doen.