"Telkens, wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen".
In deze tekst gaat het over het volk Israel, dat al 1600 jaar leefde volgens de door Mozes gegeven wet. Het was zo moeilijk voor een Jood, die van zijn vroegste jeugd af die wet had doorgegeven gekregen, al 64 generaties lang, om daarvanaf te komen.
Maar telkens zag Paulus toch weer het wonder gebeuren.
Telkens waren er weer mensen, die stralend riepen: "O...nu zie ik het! Het oude verbond, door Mozes gegeven, waarop ik altijd zo trots was, waardoor ik mij altijd zo superieur voelde, heeft afgedaan. Wáar is geworden, wat Jeremia al schreef, ( 31 v 31): "Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik met het huis van Juda en het huis van Israel een nieuw verbond sluiten zal......Dít is het verbond , dat ik met het huis Israel sluiten zal na deze dagen....Ik zal mijn wet in hun bínnenste leggen en die in hun hárt schrijven...".
O...altijd heb ik het geweten; die wet was niet te houden, die trof mij dodelijk. Die wet ontleende zijn diepere zin er alleen aan, dat er een honger naar het ooit komende nieuwe door werd gewekt. Dit nieuwe, Paulus, wat jij verkondigt, dat is genade, waardoor de Heilige Geest een zondaar LEVEND maakt. En....die wet van Mozes, die - bij onbegrip- naar de dood leidde, had grote heerlijkheid. Hoeveel temeer dan de bediening van de Heilige Geest, die eeuwig leven geeft.
Wat een overvloed van heerlijkheid. Rechtvaardiging van de zondaar. Definitieve, blijvende vrijspraak!! 's Nachts heb ik wel eens naar de sterrenpracht gekeken. Maar wanneer de zon opkwam, verbleekte die heerlijkheid bij het licht van de zon. Zo is het ook nu.
Ik bekeer mij van mijn ongeloof. Mijn denken was versteend en verhard. Er zat een geestelijke diepte in die wet, maar ik heb mij nooit uitgestrekt om die diepte te kennen. Maar nu ik Christus aanvaard heb, is de bedekking WEG!!...o glorie...!!!"
Nu komt hier de goeie ouderwetse toepassing. Als in vroeger jaren de dominee aan de 'toepassing' begon, gaf mijn moeder mij altijd een pepermuntje en knikte haar kleine jongen bemoedigend toe, wanneer zijn blik leek te zeggen: "Is het nu bijna klaar".
Zo komt nu ook de toepassing voor jullie. Zie dat nu niet zo letterlijk, dat je op zoek gaat naar een snoepje. Kom lui; lenig denken.
Maar velen van jullie hebben een karrenvracht van oude ideeën. De werkelijke bekering houdt niet alleen een even emotioneel geraakt zijn in. De werkelijke bekering houdt in, dat je je van stonde af aan gaat uitstrekken naar de doop in de Heilige Geest. Wat gebeurt er, wanneer je niet werkelijk doorspit in de goede dingen van God. Dan kom je misschien in hetzelfde minsverstand terecht, waarin de Joden van vóor Christus kwamen, die dachten: "Wanneer wij de wet nu maar stipt naar de letter houden, dan komen wij er wel". Zij hadden niet in de gaten, dat ook de wet van Mozes al zei, dat alleen genade van God je kon helpen om verder naar Hem toe te komen. Zo kan er nu ook een idee zijn bij velen, dat zij God wel kunnen bereiken met aardse inspanning, terwijl de clou van het nieuwe nu juist is, alle goeds in aanbidding alleen van God te verwachten, door de inwerking van zijn Heilige Geest. En ook nu nog is het zo, dat je alleen het LEVEN ontmoet, wanneer je zo hecht je levensscheepje aan Gods oceaanstomer hebt vastgemaakt, dat God slangen uit kan gooien, waardoor de werkelijke goede daden van Godswege bij jou beginnen binnen te vloeien.
Streef naar de diepere bekering. Streef naar de kennismaking met Gods Heilige Geest. Ervaar, dat dan alleén de vruchteloosheid wijkt om plaats te maken voor vruchtdragend licht. Juich, zoals de bekeerde Joden uit Paulus' dagen juichten: "De bedekking is weg. De grauwsluiter, door de grote vergeler gelegd, is afgerukt. Ik kan ZIEN.