"Allen, die Jezus Christus aangenomen hebben, heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden; hun, die in zijn naam geloven....die uit God geboren zijn".
Toen jij de Here Jezus aannam als je Leidsman en Redder enz enz, toen had je nog niet in de gaten, wat een van zijn eerste gaven aan je dít zou zijn: Hij gaf je macht om een 'kind van God' te worden, iemand, die 'uit God geboren is'.
Op het moment, dat je snikkend naar voren kwam , heel erg in je gevoel en in je eenzaamheid en in je verwarring geraakt, met alleen déze idee in je hart: "O...bij de Heer Jezus moet ik zijn"....toen was je nog geen 'kind van God'.
Maar toen je 'de woorden zei', toen zei Jezus als het ware tegen je: "Hierbij mijn eerste geschenk: een cadeaubon, met daarop als tekst: 'Goed bij inwisseling voor 'het kindschap Gods' ".
Maar hoe wissel je de bon nu eens in. Hoe kan je, voor jouw deel bewerken, dat God , in zijn souvereine vrijmacht, bij jou een 'geestelijk' kind verwekt....dat er in jou een heel nieuw mens gaat groeien, dat je 'helemaal overnieuw mag beginnen met iets spiksplinternieuws in je'.
Zie nu eens na, hoe het in de natuurlijke wereld gaat; laten wij eens een heel ideaal geval nemen. Ergens is een jongeman, die wel een huwelijksrelatie wil aangaan. Hij ziet een jongedame, waarvan hij zegt: "Ja; deze zou het kunnen worden!".
Hij begint met haar aandacht op zich te vestigen. Het kan zijn, dat zij op zijn eerste schuchtere avances ingaat. Nemen wij nu aan, dat hij haar niet dagelijks ziet en e-mails gaat sturen. Dan is het toch wel zaak, dat de jongedame in kwestie iets met die e-mails dóet, contra e-mails gaat sturen, met hem in een wat hechtere relatie treedt van kennismaking door het uitwisselen van gedachten.
Maar als dat allemaal niets wordt, dan nokt onze ideale jongeman af, met een teleurgesteld: "Nee...dit wordt niets".
Op oneindig veel hoger vlak wil God ieder van ons als bruid. Hij kijkt niet naar de groep, Hij heeft ieder van ons op het oog.
Het kan zijn, dat een jong mens- en natuurlijk ook wel een oudere- na een aanvankelijke bekering, waardoor Gods aandacht op zo iemand werd gevestigd, verder niets doet. Aan Gods e-mails, zijn woord, zoals het in de bijbel tot mensen komt, wordt geen aandacht geschonken. Er wordt niet over zijn naam nagedacht. Goed; er wordt wel eens gezongen: "Jezus....wat een heerlijke naam, Mensenzoon, zoon van God, Lam op de troon. Blijdschap en vrede, genade en hoop, Al mijn schuld is weggedaan, Jezus , wat een heerlijke naam....", maar: wegschuilen bij die naam van Jezus, de heerlijkste manier, waarop God zijn naam aan ons heeft geopenbaard, is er niet bij. Het geloven áan de naam is niet wezenlijk veranderd in geloven ín de naam. Wel; dan is er geen vruchtbare bodem voor het zaad van God, dat tot wedergeboorte leidt.
Maar....wanneer daar een hartelijk begeren is om met een toegewijd hart Gods woord te lezen....wanneer er werkelijk een innerlijke jubel is in de naam...als zó de mens Gods zoekende liefde beantwoordt....dan is er dat heerlijke gebeuren, dat ook weer iets voortgaands is: het kind van God, dat in je verwekt wordt en dat je geleidelijk aan helemaal 'overneemt'.