Bijbelstudie 225
De vrucht van de Geest, die bestaat in goedheid.
De derde twee van 8 teksten uit het Oude testament, die licht kunnen werpen op het begrip 'goedheid'.
Eerst die teksten:
Psalm 68 v 10 en 11. U liet een milde regen neerdalen, God en schonk uw uitgeput land nieuwe kracht. Uw kleine kudde ging er wonen, in uw goedheid , God, gaf u het aan de zwakken.
Ps 145 v 7. Laat (geslacht na geslacht) de roem van uw goedheid verbreiden, uw gerechtigheid luid bezingen.
Gedachten bij Psalm 68 v 10 en 11.
God heeft in deze tijd.... en nu zie ik het ruim, te beginnen bij die opwekking in San Francisko, waar gelovigen voor het eerst ín tongen gingen spreken in 1900 ....een milde regen uitgestort over uitgeput land. Het geestelijke land was al zovele jaren zonder regen- van- boven gebleven. Toen ik in 1943 belijdenis deed, kreeg ik - zoals gebruikelijk- een belijdenisgeschenk: een doorwrocht boekje van een hoogleraar. Onlangs vond ik het, ongelezen gebleven. Het was onbegrijpelijk geworden. De hooggeleerde had dat dorre land, waar helemaal geen nieuwe impulsen binnenkwamen, nog maar weer eens omgeploegd om tóch iets nieuws te zeggen (Hand 17 v 21). Maar evenals Paulus toen in Athene opeens iets wérkelijk nieuws zei, zo sijpelde, opgehouden door de oorlog, in 1950 ook dat nieuwe in ons land door. En tegenwoordig is het geestelijke leven van ons, gelovigen zo heerlijk opgefrist door de milde regen van het ontdekken van Jezus' grote geschenk, God de Heilige Geest, met zijn gaven en vrucht. Dat uitgeputte, verdorde land heeft nu weer de kracht om frisse, gezonde ideeën voort te brengen. En als er nu staat ' uw kleine kudde' dan zeg ik daar ' amen' op. Temidden van die krioelende 7½ miljard aardbewoners is toch het aantal van degenen, die werkelijk het beloofde land binnentrekken, klein. Ach; laten we blij zijn, wanneer wij door Gods genade nu al mogen zien, wat ons werkelijk erfdeel is: de onzienlijke wereld, met satan daar uitgebonjourd. Wij weten in ieder geval dat in het duizendjarig rijk gejubeld kan worden met de woorden van Jeremia 31 v 34: "Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: 'Leer de HEER kennen', want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al- spreeekt de HEER".
Gods volk van voortrekkkers-door-genade is nu nog klein en zwak, maar in zijn goedheid geeft God zijn koninkrijk aan 'de zwakken'.
Over het begrip 'goedheid'kunnen we nu reeds zeggen: - dat het in verband staat met mildheid - en dat het vergezeld wordt van groeizame regen - en dat het kracht geeft om te doen ontwaken, aan alles, wat nog latente groeikracht heeft . - en dat het goed is om in 'het land van de toekomst' nu al te gaan wonen en dat 'goedheid' hiertoe aanspoort
Willen jullie anderen ook met mildheid en een regen van werkelijk verkwikkende en positiverende woorden en daden benaderen. En zouden jullie daar dan de bril van geestelijk gezond optimisme bij willen opzetten. Want uitgedroogde, door dorheid verscheurde grond kan dan opeens in heel korte tijd gaan groenen. En met honderden, al snel met duizenden trekken jullie op, zingende : "Wij zijn op reis nar huis.... Wij zijn op reis naar huis...!!! Zingend gaan wij, zingend gaan wij... NAAR ONS HUIS...."
Gedachten bij psalm 145 v 7.
Ach....ik heb mijn kruit al wel een beetje verschoten. Aan ons de taak om de roem van Gods goedheid te verbreiden en daarin zélf goed en zegenend bezig te zijn. Laten wij het overal doen weten, hoe positief God in ons allen is geïnteresseerd, hoe hij volkomen op ons betrokken is, zodat iedereen het weet: (Jeremia 31 v 20): "Is Efraïm niet mijn geliefde zoon, is hij niet mijn oogappel ? Telkens als ik over hem spreek rijst zijn beeld in mij op, dan raak ik diep bewogen. Ik móet mij over hem ontfermen - spreekt de HEER"
En laten wij onze gesprekpartners maar aanmoedigen om inplaats van 'Efraïm 'hun eigen naam in te vullen. Want dat mág !!!
Daag Ger
|