373 AVSG ENG vert. I 12
Winkelen
1 A Wat kan ik voor u doen, mevrouw ? 2 M Ik wens een groene jas, a.u.b. 3 een grote 4 A Hier is een groene, mevrouw 5 Het is een mooie kleur 6 M Hebt u geen grotere 7 A Spijtig, mevrouw 8 Het is de grootste die we in het groen hebben 9 M Het is een mooie kleur 10C Ja, ik hou ervan 11M Hoeveel kost het ? 12A 170 Euro 13 Ik heb er nog een grotere in het geel 14 En dit is de grootste jas die we hebben, maar in het rood 15C Neem de groene, schat 16M O.K. Hij is echt mooi 17C Als t u belieft 18A Uw wisselgeld, mijnheer 19 Dank u, mijnheer. Goede morgen. 20CM Goede morgen
Grammaticale structuren
1 M gaan we winkelen 2 C Nu niet, maar later 3 M Wat een mooie winkel! 4 P Ja, Ik denk dat het de mooiste winkel is in Brussel 5 C De ramen zijn zeer groot 6 M Wat een mooie bloemen 7 Ik zie ze graag 8 C Ik wil eens drinken 9 Het is zo warm vandaag 10P Ja, het is warmer dan gisteren 11C Wil je iets drinken, M 12M Ja, a.u.b. 13C Zij willen drinken, dus gaan ze naar het dichtst bijzijnde hotel
Grammatica in beeld
1 M De groene sjaal is lang 2 P De gele sjaal is langer 3 C De rode sjaal is de langste
|