377 AVSG ENG vert. I 16
s Morgens
1 J Het is kwart voor zeven, G 2 G Kijk! De postman is daar 3 J Wat een mooie morgen, voor februari 4 G Ja, het is alsof het reeds lente is 5 S Er zijn brieven voor u, vader 6 G Waar is mijn bril, J 7 O, hier 8 J Staat de melk op de stoep, S ? 9 S Ja, er staan twee flessen 10 En de bakker is er ook al 11J Zeg hem dat wij brood willen 12S Hoeveel broden wens je, mama ? 13J Neem er twee, schat 14 Een wit en een bruin 15S Gaat vader vroeg weg, vandaag, moeder ? 16J Ja, hij neemt altijd een vroege bus s maandags
Grammaticale structuren
1 J Goede morgen S, Sta op! 2 Het is laat 3 Vader is zich aan het wassen 4 S Goede morgen, mama, Ik ben al gekleed 5 C Mijnheer Smit wast zich elke mogen in de badkamer 6 s kleedt zich elke mogen in zijn slaapkamer 7 J S, open het venster, a.u.b. 8 Is de bakker in de straat ? 9 S Ja, mama. Hij is hier rechtover 10j Ga en neem twee broden schat, a.u.b.
Grammatica in beeld
1 G Ik neem één brood 2 C S neemt twee broden 3 G Ik ben mij aan het kleden 4 C S kleedt zich elke morgen in zijn kamer 5 Mijnheer Smit wast zich elke morgen in de badkamer 6 Mijnheer Smit neemt altijd een vroege bus
|