Er was eens een man met een labrador en een man met een chiwawa. Ze wilden samen ergens gaan drinken en de man van de labrador stelde voor om bij een chique restaurant te gaan drinken. De man van de chiwawa zegt daarop: Daar komen we nooit in met onze honden. Waarop de man met de labrador zegt: Doe mij maar gewoon na. Goed opletten. De man met de labrador loopt op de portier af en zegt: Ik wil graag een tafel. U mag niet met uw hond naar binnen, zegt de portier. Ja maar meneer, dit is mijn blindengeleidehond. En hij mag doorlopen. De man met de chiwawa denkt: Oh, dat kan ik ook. Hij loopt ook op de portier af en zegt: Ik wil graag een tafeltje. U mag niet met uw chiwawa naar binnen, zegt de portier. Waarop de man verschrikt zegt: Watte?. Hebben ze mij een chiwawa als blindengeleidehond gegeven?.
Er rent een konijn keihard door het bos, komt die een giraffe tegen die een jointje staat te roken. Zegt dat konijn: Gooi weg dat spul, dat is hartstikke slecht voor je. Kom lekker met me mee rennen door het bos, da's veel gezonder. De giraffe vindt dat het konijntje wel gelijk heeft, gooit het jointje aan de kant en rent met hem mee. Het konijn en de giraffe zijn samen lekker aan het rennen en komen verder in het bos een olifant tegen die coke staat te snuiven. Het konijn roept: Gooi weg dat spul, dat is hartstikke slecht voor je. Kom lekker met ons door het bos rennen. De olifant is gelijk enthousiast, blaast de coke aan de kant en zet het samen met het konijn en de giraffe op een lopen. Met zijn drieën huppelen en rennen ze door het bos en komen wat later een leeuw tegen die net een dikke spuit in zijn poot wil zetten. Gooi dat toch weg die spuit, zegt het konijn. Dat is hartstikke slecht voor je. Kom lekker met ons door het bos rennen, da's veel gezonder. Daarop pakt de leeuw het konijn vast en geeft hem een paar flinke beuken. Wat doe je nou Leeuw?, zeggen de giraffe en de olifant. Da's toch nergens voor nodig?. Hij wilde je alleen maar helpen. Helemaal niet, zegt die leeuw. Dat kutkonijn laat me elke keer door het bos rennen als ie weer een paar pillen heeft geslikt.
Er staat een eekhoorn voor een brug. Mooie brug denkt de eekhoorn, alleen een beetje gammel. Zou deze brug mij wel houden?. Ineens valt zijn oog op een houten bord en er staat op: Waarschuwing: Eekhoorns mogen alleen in hun eentje over deze brug, anders stort de brug in. Geen probleem denkt de eekhoorn, ik ben toch in mijn eentje. Hij stapt de brug op en met een donderend geraas stort het eekhoorntje met brug en al in de afgrond. Hoe kan dat?. Een gewaarschuwd eekhoorntje telt voor twee. Er zitten twee apen in de boom. Zegt de éne tegen die andere: Ik heb het je toch gezegd. Als die dove straks komt: Die heeft hem.
Twee stieren staan boven op een berg. Beneden in de vallei staat een hele kudde koeien. Zegt de ene stier tegen de andere: Kom, we gaan vlug naar beneden en pakken er een. Waarop de andere stier zegt: Nee, we gaan op ons gemak naar beneden en pakken ze allemaal. Waarom klinkt het geloei van een koe altijd zo verdrietig?. Ze spelen elke dag met haar tepels, maar ze wordt maar één keer per jaar gedekt.
Er is een gorilla ontsnapt uit een dierentuin. Ze hebben een oproep gedaan voor een sterke man, iemand met een hond en iemand met een geweer. Het beest zit in een boom. Het plan is om de sterke man in de boom te laten klimmen en de gorilla naar beneden te gooien, dan kan de hond hem in zijn kloten bijten en dan is hij verdoofd. Vraagt iemand: Waar heb je dan dat geweer voor nodig?. Mocht de aap mij uit de boom gooien dan moet iemand direct de hond dood schieten.
Twee goudvissen zwemmen in een kom en buiten regent het. Zegt die éne goudvis tegen de andere goudvis. Het regent buiten, maar wij zitten lekker droog hé.
Een kameel en een olifant lopen naast elkaar. Zegt de kameel tegen de olifant: Wat heb jij een rare piemel aan je neus. Zegt de olifant tegen de kameel: Wat heb jij rare tieten op je rug.
Een konijn en een beer moge allebei drie wensen doen, de beer begint en zegt: Ik wou dat alle beren op dit eiland meisjes waren. Dan wenst het konijn dat hij een auto had en het gebeurt. Dan wenst die beer dat alle beren van het land meisjes waren en da gebeurt en dat konijn zegt van: Ik wil de supersnelste auto en dat gebeurt dan wenst den beer da alle beren van de wereld meisjes ware en ja ook deze wens komt uit dan zegt da konijn: Ik wou da die beer homo was.
Er zitten twee kikkers op een randje bij de vijver. Zegt de éne kikker tegen de andere: Moet je daar eens over het randje kijken, daar loopt een klein rupsje. Als de éne kikker gaat kijken, stopt de andere kikker gauw zijn lul in de kont van de kikker en roept: 1 April kikker in je bil.
Toen ik nog ne jonge snotter was, heb ik dikwijls moeten vluchten hoor.
Ik geloof dat ik een jaar of vijf, zes was, toen ik van het het kwattekwaad een spelleke begon te maken.
Ik vond dat natuurlijk wreed plezant, maar voor degene die achter mij liep, was het veel minder plezant, omdat ze te rap moe waren.
Ja mannekes, mijn vader heeft dikwijls achter mij gezeten hoor, want ik plaagde hem altijd.
Ik plaagde hem zodanig, dat hij er moe van werd en na een tijdje de pijp aan Maarten gaf.
Ik die hete zomers van vroeger, mocht ik van mijne pa het veld omploegen, met ons Bella.
Dat was een Brabands boerenpaard, die zo sterk was als.... awel, als Brabands trekpaard hé.
Tijdens het ploegen ploegde onze Bella per ongeluk ne bijennest om, want die bijen had onze Belle niet zien komen.
Onze Bella begon daar toch wel te spurten zeker, precies of ze moest de marathon van New-York nog lopen.
En ik, ik vluchtte weg van schrik, want al die bijen zaten achter mij, om mij te zeggen dat ik van hun prive eigendom moest afblijven.
Ze hebben mij toch niet ingehaald hoor, want halverwege zijn ze teruggekeerd, om te zien hoeveel schade aan hun prive domein was.
Elke avond moest ik van mijn ma in het kiekeskot de eieren gaan halen, die ze hadden gelegd.
Potverdikke, diene haan zat toch wel achter mij zeker, waarschijnlijk had ik hem wakker gemaakt.
Terwijl de kiekens van verstomming stonden te kijken en zich afvroegen, waarom ze nog eieren moesten leggen?.
Ze zijn dan allemaal voor 14 dagen in staking geweest, en tijdens hun staking heeft de haan om de twee dagen een kalkei gelegd.
Om nog maar te zwijgen van die molshoop, die ik per ongeluk plat getrapt had.
Van colere zat hij achter mij, maar omdat hij stekend blind was, liep hij toch wel tegen een verkeersbord zeker, die de stad daar gezet had, om mij te verwittigen dat er ne molshoop lag.
Twee blauwe ogen had hij opgelopen en drie melktandjes was hij kwijt, allemaal door zijn eigen schuld.
Nu moet ik niet meer vluchten, want de dieren van vroeger zijn er helaas niet meer.
PS: Dit is een dierenverhaal uit de ouwe doos, zoals er zovelen zijn.
Het jaar blaasd zijn laatste adem uit, en weldra zal hij ons ook voorgoed verlaten.
Hij zal afgelost worden door een gloednieuw en vers jaar, waar ze twaalf maanden aan hebben gewerkt.
't Is gelijk een kaars, ge steek ze aan en voor ge het goed beseft dat ze gebrand heeft, gaat ze langzaam uit.
Ik heb nog sjans dat ik nog twee emmers in mijne kelder staan heb, want anders moet ik het jaar afsluiten met een droge keel.
Mijn twee goudvissen zijn ook al aan het aftellen, want in hun aquarium hangt er ne scheurkalender.
Mijn doodgevroren kalkoen heb ik veel moeite kunnen ontpluimen, want die waren zo hard geworden, dat ik ze vijf uren in de microgolfoven heb moeten laten ontdooien.
Verleden jaar heb ik drie maanden twee kilo dooie kreeften besteld, om zeker te zijn dat ze wel echt dood waren.
Ik moet u wel zeggen dat er een paar bij waren, die niet helemaal dood waren en degene die wel dood waren, zijn waarschijnlijk gestorven van eenzaamheid.
Potverdikke, ’t had toch wel een kreeft in mijn tong gebeten zeker. ‘k Heb daar zeker drie maanden met ne plaaster rond mijn tong rondgelopen.
Daarom heb ik dit jaar geen kreeft besteld, want flipper de flip zeg altijd:
- Ene keer, maar geen tweede keer hoor.
Aangezien het dit jaar maar een triestig jaareinde zal worden, zal ik er toch het beste van maken hoor en wat minder eten.
Mijn zwarte kat is verleden week op haar eentje naar Mekka vertrokken, om daar 't jaar af te sluiten, samen met al die andere zwerfkatten, die daar nog rondlopen.
Want naar het schijnt gaan maken die zwerfkatten iedere jaar een uitstap naar de buurlanden en vergeten ze van terug te keren naar hun geboortedorp.
Af en toe loopt er een zwerfkat verloren, omdat ze per ongeluk haar landkaart niet bij had.
En degene die het wel hebben overleefd, waren blij dat ze het einde van 't jaar kon meevieren.
Hoe mijn twee goudvissen het jaareinde zal vieren, is voor mij een raadsel hoor.
PS: Flipper de flip wens jullie allen een goed jaareinde met of zonder een traan, en een hoopvolle start in het gloednieuwe jaar.
Hopelijk wordt het jaar 2021 ingezet zonder Corona en ook eindigen zonder Corona.
Toen seniorennet is opgericht door Pascal Vyncke, is er heel wat gebeurd.
Toen waren er verschillende bijeenkomsten, waar de mensen bijeen kwamen om wat te praten over alles en nog wat.
De meeste bijeenkomsten waren in en rond Antwerpen, maar ook in Gent, op de Vrijdagsmarkt kwamen wij samen.
De tijden vlogen voorbij en na vijf jarige bestaan van seniorennet was het groot feest en werd het gevierd, te Oostende, in Kursaal met optreden van Johan Verminnen.
Het was een gigantisch feest, waar er kennis gemaakt werd, plezier gemaakt en af en toe kon men ook aan een dansje wagen.
Ook ons Chauffeurke was er, samen met zijn lieve Chineese vriendin, die later zijn vrouw is geworden.
Ja mannekes, ge moet weten dat ons Chauffeurke heel goed Chinees kon praten hoor, maar dan wel met nen hete aardappel in zijne mond.
En zijn Chineese vriendin (Yitse) keek vol bewondering naar dat hele gedoe.
't Was niet moeilijk ook, want als ge elke dag van China naar hier moet gebracht word, in een Chinees arenslee die maar 15 kilometer per uur kan rijden, is dat een hele opgave om hier te geraken hé.
Maar 't is toch allemaal goed gekomen hoor, want blijkbaar gaan ze nu door 't leven als man en vrouw.
Als afsluiter van de gezellige avond kregen we van ons Chauffeurke nog nen speeds van drie uur, en van vermoeidheid hebben we met pijn in hart vaarwel moeten zeggen.
Om dat nog eens over te doen, zijn we dan uitgenodigd geweest door het ene echte manneke pis van Geraardsbergen, waar de echte mattetaarten dan ook de deur uit vlogen.
Maar ze waren toch lekker hoor, want hoe meer mattetaarten de bakker kon verkopen, hoe minder er nog overschoten.
Met Chauffeurke als gids, zijn we nooit verloren gelopen.
Geraadsbergen was dan ook mijn trainingsparcour, want niet alleen de muur was daar, maar ook de Bosberg en nog vele andere heuvels waren als kuitenbijters soms pijnlijk om erover te geraken.
Zo ben ik tijdens mijne rit bij Chauffeurke geweest, en die vissen lagen daar met open mond naar mij te gapen, precies of ze hadden nog gene wielertoerist gezien.
't Was wel een aangename ontmoeting hoor, want na twee uur was het helaas tijd om huiswaarts te rijden.
Hoe meer bijeenkomsten er waren, hoe beter we mekaar leerde kennen en vriendschapsbanden werden dan ook gesmeden.
Af en toe denk ik daar nog wel eens aan hoor en dan zeg ik:
- Waar is diene tijd toch naartoe?.
Spijtig genoeg zijn het allemaal vervlogen tijden, die helaas niet meer terugkomen, maar die mij wel zullen bijblijven.
PS: Niet alleen aan Pascal Vyncke, maar aan al de meedewerkers van seniorennet, van harte dank.
Toen ik deze morgen wakker ben geworden, omdat mijn twee goudvissen mij riepen, ben ik dan maar uit mijn bedde gesprongen.
Ik kwam half wakker in mijn woonplaats, waar ik ook woon en verblijf, en daar lag toch wel mijn zwarte kat op haar rug, zeker.
Ze is de ganse nacht weg geweest, omdat ze 's nachts graag op stap gaat en waarschijnlijk heeft ze onderweg een besmetting opgelopen.
En kermen van de pijn dat ze deed, mijn plafond was ondertussen al 10 centimeter gezakt en ook de buren werden wakker, van al dat kermen.
Ik ben direct naar de telefoon gelopen, om aan de 900 te zeggen dat ze direct moeten komen, want dat mijn plafond al 10 centimeter gezakt was, door het gejank en gekerm van mijn zwarte kat, die hier op haar rug ligt met haar vier poten naar omhoog.
Binnen 5 minuten waren ze daar, want ze waren al onderweg, omdat mijne hond ook al gebeld had.
Nu ligt ze daar plat op haar buik, om de besmetting die ze heeft opgelopen, niet te kunnen door geven, die ook besmet zouden kunnen worden.
'k Heb mij ondertussen een ruimtepak gekocht, van iemand die geregeld mee in de carnaval heeft gelopen, en nu met pensioen is.
PS: Ook dat direnverhaaltje heb ik uit mijne duim gezogen hoor.
Ook het pluimvee hebben het soms zwaar te verduren hoor.
Daarom dit kort verhaaltje, maar dan wel met wat humor erbij.
Neem nu onze kippen, die af en toe met mekaar op de vuist gingen, omdat het ene kieken twee eieren meer had gelegd dan het ander kieken.
En om dat te weten te komen, liet mijn vader de dierenarts komen, om het uit te pluizen.
Twintig kiekens waren Belgisch kieken en tien kiekens waren uit Frankrijk afkomstig.
Ik had dat al willen horen, want ze spraken twee verschillende talen.
Dat Belgisch kieken liep daar rond met ne gebroken poot en hij had ook nog twee builen op zijn kop.
Dat Frans kieken liep daar ne ganse dag te bleiten gelijk een klein kind, zodat hun honderhok direct onder water stond.
Onze oude haan is er tussen gekomen, om de boel te kalmeren, maar ook hij kreeg een rammeling van dat Frans kieken.
Ze zijn allemaal voor de rechter moeten verschijnen, en de ruziemakers kregen elk een werkstraf van 18 maanden met uitstel en een ze mochten van de rechter het land niet verlaten.
Onze haan kwam er met de schrik vanaf, en is nooit meer tussen een gevecht geweest.
De schapen waren in de weide aan het spelen, maar één schaap is van vermoeidheid flauw gevallen en is veertien dagen opgenomen in het dierenkliniek.
Onze pony was zijn wilde haren verloren, door in een hagelstorm te lopen.
Hij heeft daar potverdikke twee dagen lopen bibberen van de kou, en van het bibberen verloor hij zijn vals gebit.
De lijster die in de pereboom zat, was er per ongeluk uit gevallen, wat ze was juist bezig met ne boek aan het lezen “Dieren in de woestijn” heette diene boek.
Onze varkens liepen daar al slapend bij, want de veearts had tegen mijne pa gezegd dat die varkens veel te weinig sliepen.
Wij hadden ook nog ne reiger met lange poten, maar die reisde zodanig veel, dat hij het huis werdt uitgezet en niet meer binnen mocht.
Onze zwart, groene papegaai leesde iedere dag de krant voor en ’s avonds vertelde hij ons wat er in het nieuws gezegd is geweest.
Dat was nen echte babbelaar, zodat hij af en toe ne letter oversloeg.
Hij is na vijftien gestorven aan leukemie en uitputtingsverschijnselen.
Onze twee witte zwanen waren op straat aan het voetballen en plots ontplofte hij.
Ze waren toch wel hun beide ogen kwijt zeker en nu worden ze alle dagen begeleid door nen labrador, die hun de weg wijst.
De zwaluwen die aan ons huis op ne hangende draad zitten, die doen niet anders dan lachen.
Ze moeten lachen van al die mails, die onder hun dunne pootjes voorbij vliegen, gelijk nen sneltrein.
Awel mannekes, tijdens het lachen was er ene op zijn kopke gevallen.
Mijne pa had het nog gezegd hoor, dat ze nen helm moesten opzetten.
Een hersenschudding en twee gebroken ribben was de uitslag, en veertien dagen nadien liep hij al mankend rond op krukken.
Nu het 's nachts koud begint te worden, moeten we onze schauffage een beetje hoger zetten.
Ik heb de mijne twintig centimeter hoger gezet, zodat de warmte zo hoog niet moet klimmen.
Ook mijn dieren zijn goed ingepakt hoor, zodat ze geen valling kunnen krijgen.
- Zo heb ik mijn twee goudvissen in een fanellen overtrek gestoken, want van morgen als ik opstond waren hun zwemvliezen bevroren.
Potverdikke, die lopen hier nu te zweten zeg, terwijl hun water aan het verdampen is.
- Ook mijne hond heb ik ne warme sjaal rond zijne nek gebonden, een beremuts op zijne kop gezet en ne warme flanellen pyjama aangedaan.
- Mijn zwarte kat heeft handschoenen aan haar vier poten gedaan, want ze heeft door de koude nacht al twee teennagels verloren.
Mijne gebuur heeft ’s anderdaags die twee teennagels gevonden en zijn plat dak mee vast getimmert.
- Mijne gele kanarie is al twee dagen naar damart, achter warme sokken en twee oordopkes.
Die warme sokken zijn voor zijn twee vleuges te beschermen tegen de vrieskou en die twee oordopkes zijn voor in zijne neus te steken.
- Om nog maar te zwijgen van mijne koekoek, die aan de muur hangt.
Den diene zit lekker in zijn kot, en hij heeft ook de deur op slot gedaan.
- Ook mijne groene dwergpapegaai is goed beschermd tegen de koude, want op mijne zolder lag nog een oude, versleten vest, van ne soldaat die tijdens de tweede wereldoorlog op vervroegd pensioen mocht gaan van zijne baas.
Awel mannekes, nu loopt hij hier rond, zo fier als ne gieter.
Precies of hij gaat naar den oorlog, gaan vechten tegen degene die ginder zijn achtergebleven.
- Mijne koekoek die buiten boven mijn voordeur hangt, heeft een bivakmuts op zijn kale kop gezet en zijn tong ingesmeerd met anti-vries, tegen de bevriezing.
Nu kunnen mijn dieren lekker genieten van ne warme winter en 's avonds op hun twee oren slapen.
't Is nu te hopen dat ze niet snurken, anders valt heel mijn huis gelijk een kaartenhuisje in elkaar.
PS: Ik heb horen zeggen dat ze volgende winter eerst de koude gaan opwarmen, maar hoe dat ze gaan doen, weet ik niet hoor.
Flipper de flip zeg altijd, dat lachen gezond is. Daarom heeft hij er nog een paar op papier neergeschreven. (’t Is toch ne kasstaar hé?.
Ik heb daarnet een telefoontje vanuit Spanje gekregen met de mededeling dat Sinterklaas niet kan komen, dit jaar.
Zijn paard ligt in het ziekenhuis met 46 graden koorts. Hoogst waarschijnlijk is dit het begin van de Corona-Virus, die hij heeft opgedaan in de Spaanse arena, tijdens het stierengevecht.
Als ik met de fiets gaan rijden of ik maak een lange wandeling, dan willen die beesten bereiken hé.
Verleden jaar heb ik ne fietstocht van drie weken gedaan, en als ik thuiskwam waren ze elk vijf kilo vermagerd en ze konden niet meer zwemmen ook.
't Water was zodanig gekrompen, dat ik begon te twijfelen of er wel water in was.
't Is nu te hopen dat die twee goudvissen goed Vlaams kennen, anders moet ik die beesten nog laten studeren ook.
Ik heb voor mijn twee goudvissen elk ne gsm gekocht, dan kunnen ze op elk moment bereiken, als ik niet thuis ben.
Awel, die hebben mij toch wel uit mijn bed gebeld zeker, terwijl ik just aan ’t dromen was.
Ja, ik was bezig met de zee aan het blussen, van diene vent die zijn brandende sigaret in de zee had gegooid.
Zo was ook mijne droom maar half geblust en kan ik misschien vannacht de rest blussen hé.
- Je mag tijdens een onweer nooit onder een boom schuilen, zegt Koen tegen zijn vriend Karel. Ik heb dat ooit eens gedaan en toen is mij iets rampzaligs overkomen, zegt Karel.
- Is de bliksem ingeslagen?, vraagt Koen.
- Nee, maar er kwam toen ook een meisje onder die boom schuilen en nu is zij mijn vrouw.
Mijne hond heeft daarjust zijn twee achterste poten afgebeten tot aan zijne nek en nu loopt hij hier bleiten rond, omdat hij gene nek meer heeft.
Da beest liep hier al een paar dagen rond met een vieze muil, want als ik hem vroeg wat er scheelde, antwoordde hij niet.
Nu heb ik daarjuist naar ne dierenarts gebeld, om te vragen als hij soms gene reserver-rug heeft van ne Duitse Scheper.
’t Is nu te hopen dat hij mijne hond kan helpen, want de buren komen hier nogal klagen hoor.
Ik moet u zeggen dat mijne zwarte kat bij het snuiten van hare neus, per ongeluk mijne zakdoek heeft naar binnen gespeeld (opgegeten).
En nu staan mijn twee goudvissen op droog zaad, want ze hebben deze namiddag al hun water opgedronken. Waarschijnlijk was dat van de dorst zeker?. Normaal zet ik altijd in hun aquarium ne emmer water, dan hebben ze geen watertekort, als ik weg ben hé.
Nu moet ik potverdikke morgen naar de dokter gaan met mijn Europeese zwerfkat, want die loopt hier al vijf weken rond met de windpokken en mijne blinde vink is eraan gestorven.
Mijn twee goudvissen zagen me de oren van mijne kop met te zeggen:
- Flipper de flip, wanneer komt de Sint, want wij hebben nieuwe zwemvliezen nodig.
- En komt de Kerstman ook?, dan kunnen we eens aan zijne baard trekken.
Mijne ene goudvis lig hier op zijne rug te lachen, dat de stukken ervan afvliegen.
Terwijl mijne ander goudvis aan 't dromen is over 't water die aan 't zakken is in zijne aqaurium, van al dat gesnurk van mijne hond.
Azo is er altijd wat te beleven ten huize van flipper de flip.
Er waren eens 2 beren. Die 2 beren gingen brood halen, want ze hadden geen brood meer. Ze kwamen aan bij de bakker, toen zei de bakker. Het is de eerste keer dat ik 2 beren te voet zie gaan om brood. Zeggen die beren: Ja, dat zal ook wel de laatste keer zijn, want morgen is onze tandem weer gefixed.
Er komt een konijn bij de bakker en vraagt: Bakker, heeft u ook worteltjestaart?. Nee, het spijt me, zegt de bakker, worteltjestaart heb ik niet. De volgende dag komt het konijn weer langs en vraagt: Bakker, heeft u worteltjestaart?. Nee, zegt de bakker, worteltjestaart heb ik niet. Elke dag komt het konijn om worteltjestaart zeuren, en de bakker wordt het zo zat dat hij een worteltjestaart bakt. Als de volgende dag het konijn weer langskomt, vraagt hij: Bakker, heeft u worteltjestaart?. Ja, zegt de bakker. Zegt het konijn: Vies hé?.
Een vogeltje, een rendier en een krokodil babbelen over hun vakantieplannen. Nou, zegt het vogeltje, mijn vader kan heel erg goed vliegen, mijn moeder ook en ikzelf kan ook al aardig vliegen, ik denk dat we een vliegvakantie gaan houden. Het rendier denkt dat ze een wandelvakantie gaan hoeden. Mijn vader, zegt de krokodil, heeft een hele grote bek, mijn moeder heeft een grote bek en ik heb ook een hele grote bek, dus ik denk dat we dit jaar naar Duitsland gaan.
Waggelt een eend een bar binnen. Hij kijkt omhoog naar de barman en zegt: Heb u brood?. Nee, zegt de barman, dit is een kroeg, we verkopen alleen drank en hebben geen brood, ga weg. De eend gaat weg. De volgende dag komt die eend weer de bar binnen. Hij kijkt de barman aan en vraagt: Heb u brood?. Nee, zegt de barman, ik heb geen brood, weg hier, lazer op. Dus de eend vertrekt. Weer een dag later, waggelt de eend weer de bar in. Kijkt omhoog naar de barman en vraagt: Heb u brood? en die barman zegt: Nee, ik heb geen brood en als ik je hier nog een keer zie, spijker ik je snavel aan de bar vast. Weg hier. Dus de eend gaat weer weg. De dag daarna komt de eend weer de bar binnen en vraagt de barman: Heb u spijkers?. Nee, zegt de barman kwaad, ik heb geen spijkers. Zegt die eend: Oh, heb u brood dan?.
Zoon ijsbeer en vader ijsbeer zitten op de Noordpool in een iglo. B...b..be..ben jij een ijsb..b. beer p..pap?. Vraagt het zoontje plotseling en vader zegt: Ja natuurlijk zoon, wat dacht je dan. P..p...pa, is mam o..ook een ijsb..beer?. Ja, natuurlijk jongen. Antwoordt vader weer. E..e..en oma, is die o..ook een ij..ijsbeer?. Plotseling staat vader boos op en zegt: Maar natuurlijk. Wat zeur je nou. Waarop de zoon zegt: P..Pap, ik heb het zo k...k..koud.
Het éne ei vroeg aan het andere ei: Hoe is het met je broer?. Goed hoor, hij is juist benoemd tot advocaat.
Ober, wat moet die vlieg in mijn soep?. Weet ik niet meneer. Ik ben hier aanvaard als ober, maar niet als waarzegger.
Een heer komt in een dierenwinkel. Ik ben op zoek naar een rustige, zenuwachtige hond. Hoe zegt u?, vraag de verbaasde winkelier. Een onrustige hond. Zo een hond waar mijn vrouw van zal zeggen: Jan, ik geloof dat de hond nodig uitgelaten moet worden. Ga eens een eindje met hem wandelen.
Joske loopt een winkel binnen en zegt: Mijn vader is in een mierenhoop gevallen. En wat kom je nu halen?. Een zalfje of een drankje?, vraagt de verkoper. Nee, een fotorolletje. Zegt Joske.
Er waren twee vissen en het begint te regenen. Zegt de éne tegen de andere vis: Zullen we onder de brug schuilen anders worden we nat
Er staan twee mier beneden en een staat op en flat zeggen die mieren wat beneden staan: Hey man hoe is het daar boven?. Waarop de mier die op het flat staat antwoordt: Hoog man, jullie lijken wel mieren.
Er was eens een kameel en een olifant. Toen zei de olifant: Is het leuk met je borsten op je rug en toen zei de kameel: Gij moet niks zegen, met u piemel op u hoofd.
Je zegt tegen de slager, ik wil graag 1 kippenpoot. Dan zegt de slagen, komt voor elkaar. Je wacht al een uur voor je kippenpoot, opeens komt de slager terug en vraagt hij: Wil je het met veren of zonder veren.
Twee ijsberen verhuizen van de Noordpool naar de Zuidpool. Onderweg komen ze door de Sahara zegt de een tegen de ander: Gelukkig hebben ze hier wel gestrooid.
Er lopen twee kikkers op de snelweg, zegt de éne kikker tegen de ander: Pas op, daar komt een vracht-schildpad aan.
Twee hanen hebben niets te doen, zegt de éne haan tegen de ander: Weet jij wat we kunnen doen?. Zegt de andere haan: Naar de poulier gaan. Waarom?. Naar de blote meiden kijken in de etalage.
Waarom is een olifant groot grijs en rond?. Omdat als ie klein wit en vierkant zou zijn, hij een suikerklontje zou zijn.
Er lopen een kameel en een olifant in de woestijn. Zegt de olifant tegen de kameel: Wat zie jij er gek uit met die tieten op je rug. Zegt de kameel tegen de olifant: Ach kijk toch naar jezelf met je piemel aan je kop.
Wat is er met je hond gebeurd?. Hij ziet er niet uit. Ik wilde hem verven. Verven?. Maar daar kunnen honden helemaal niet tegen. Dat wist ik niet. Hij deed ook al zo raar bij het afbranden.
Een leeuw werd op een morgen wakker en voelde zich heel gemeen en stoer. Hij begon aan een wandeling in de jungle en dreef een klein aapje in het nauw en brulde: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle? en het levende aapje zei: Dat ben jij, machtige leeuw. Iets later confronteerde hij een buffel en gromde gemeen: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle? en de bibberende buffel stamelde: Oh, grote leeuw, jij bent de machtigste van alle dieren. De leeuw loopt nu over van zelfvertrouwen, stapt op een olifant af en brult: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle?. Nog voor de leeuw het goed en wel besefte, neemt de olifant hem vast met zijn slurf, slaat hem een tiental keren keihard tegen een boom, gooit hem op de grond, stampt nog een paar keer op de leeuw en loopt rustig verder. De leeuw kermt van de pijn, tilt zachtjes zijn kop op en zegt tegen de olifant: Je hoeft je niet zo kwaad te maken, gewoon omdat je het antwoordt niet weet.
Er waren eens drie mannen en die gingen samen op reis. Ze kwamen aan en gingen naar een hotel. De éne sliep boven in een stapelbed, de andere beneden en ook één in de zetel. De eerste nacht zei deze die boven in het stapelbed lag, aan deze die in de zetel lag: Makker, wil jij boven in het stapelbed slapen, want ik ben gebeten door een mier. Ok, hij ging boven in het stapelbed slapen en werd ook gebeten door een mier. De volgende ochtend vroeg hij aan deze die in de zetel had geslapen, of hij ook gebeten was door een mier. Nee, ik heb er één doodgeslagen en de andere zijn weg naar de begrafenis.
Er komt een olifant in de bus en zegt de busschauffeur: Ik heb nog nooit een olifant in mijn bus gehad, waarop de olifant zegt: Ja, en dat is dan ook de laatste keer, want morgen is mijn fietsband weer geplakt.
Onlangs liep ik op straat en kom ik daar een huilend eendje tegen. Waarom huil je zo?. En het huilend eendje zei: Ik ben daarnet in elkaar geslagen door een paar hooligans.
Er zijn 3 kangoeroes en de éne zegt: Wie over die muur kan springen zonder hem aan te raken is gewonnen. De grootste kangoeroe springt over de muur, zonder hem aan te raken. De iets kleinere kangoeroe springt ook over de muur, maar hij raakt de muur wel aan. En de kleinste kangoeroe wil erover springen, maar knalt er tegen. Dan ben ik gewonnen, zei de grootste kangoeroe?. Nee nee, de kleinste kangoeroe heeft gewonnen, want hij ziet sterretjes boven zijne kop.
Er staat een koe in de hoek van een wei, stokstijf tegen een prikkeldraad aan. Opeens komen er allerlei dieren aan; konijnen, vogels, ratten, muizen, enz... Komt er een haas aangelopen en die vraagt aan de koe: Waarom sta je stokstijf recht tegen de prikkeldraad aan en helemaal in de hoek?. Waarop de koe zegt: Ik had op het nieuws gehoord dat het in het midden van het land ging regenen.
Op een dag verhuist de Jef naar het plattenland en koopt bij een oude boer een ezel voor 100 €. De boer moet de ezel de dag erop bij Jef thuis brengen, maar die beruste voormiddag gebeurde er iets en de boer zegt: Sorry jongen, maar ik heb slecht nieuws voor u. Mijn ezel lag deze ochtend dood, toen ik hem wilde voederen. Waarop de Jef zegt: Wel dan, geef me gewoon mijn 100 € terug. Waarop de boer zegt: Maar dat kan ik niet, want ik heb alles uitgegeven. Waarop Jef zegt: Wel goed dan, breng me dan toch die ezel maar. Waarop de boer vraagt: En wat ga je ermee doen?. Waarop de Jef zegt: Wel, ik ga hem als prijs verloten in een tombola. Waarop de boer zegt: Maar je kunt toch geen dode ezel verloten?. Waarop de Jef zegt: Zeker weten van wel, ik zal gewoon aan niemand zeggen dat hij dood is. Daarop bedenkt de boer dat het eigenlijk zijn probleem niet is en vindt dat hij het voorstel van de Jef niet moet afkeuren en hij levert de dode ezel aan Jef. Een maand later loopt de boer nog eens bij de Jef langs en vraagt: En, hoe is het nu met mijn dode ezel afgelopen?. Waarop Jef zegt: Wel, zoals ik je al zei: Ik heb hem verloot. Ik heb in het totaal 500 tombolabiljetten van 2 € per stuk verkocht, en uiteindelijk een winst gedaan van 898 €. Alleen maar de winnaar, maar ik heb hem onmiddelijk zijn 2 € teruggegeven en klaar was kees.
Twee parkieten zitten te zweten in een kooi en de éne parkiet vraagt: Heb jij soms geen manier om af te koelen?, want 't is hier zo warm. Jazeker, ik zal de kooi open zetten, dan kan je wat afkoelen.
Tijdens het Wereldkampioenschap voetballen tussen de olifanten en de spinnen, staat het bij de rust 1-0, voor de olifanten. Na de rust wordt één van de spinnen vervangen door een duizendpoot. Die scoort het éne doelpunt na de andere, zodat de wetstrijd eindigt met een gigantiche 2-30, voor de spinnen. Na afloop vraagt de coatch van de olifanten aan de trainer van de spinnen, waarom hij de duizendpoot niet eerder heeft ingezet. De spinnentrainer antwoordde: Dat beest heeft altijd zoveel tijd nodig om zijn schoenen aan te trekken.
Er stapt een pinguin een café binnen en besteld een rondje voor de hele zaak. En de kastelein mag ook wat te drinken. Dat gaat zo een dikke twee uur door. Waarop die kastelein tegen die pinguin zegt: Hé vriend, ga je tussen door nog eens betalen, want je rekening loopt aardig hoog op. Zegt die pinguin: Heb jij weleens een pinguin met geld op zak gezien. Waarop die kastelein die pinguin mee naar buiten neemt, en hem helemaal in elkaar slaat. Even later komt die pinguin het café weer binnen en zegt: Een rond voor de hele zaak, alleen voor de kastelein niet, want die word agressief als hij heeft gedronken.
Er zit een man aan de waterkant te vissen. Links heeft hij een emmertje met wormen staan en rechts ligt een hamer. Er komt een andere man langs die vraagt wat hij aan het doen is. Ik ben aan het vissen, zegt de man. Hoe doe je dat dan?, vraagt de ander. Voor tien € wil ik het wel vertellen, zegt de man. De ander betaalt tien € en zegt; Ik gooi een worm in het water en zodra er een vis naar hapt, geef ik die een klap op zijn kop met mijn hamer. En, is die vis dan dood?, vraagt de man. Nee, want hij had zijn helm nog op.
Een egel zegt tegen de andere egel: vind jij het ook zo gek dat wij meer worden over gereden dan de konijnen. Die ander zegt: Ja, kom we gaan vragen hoe ze dat doen. Dus ze vragen het en de konijntjes zeggen: Al zie je nou twee lichtjes aankomen, dan ga je daar precies tussen in zitten en dan word je niet geraakt. Dus die egels zien ineens twee lichtjes aankomen en gaan daar tussen in zitten. Maar ze worden toch overgereden. Die konijntjes gaan achter de boom en zeggen: Zie je ook niet vaak meer die driewielers.
Er komt een olifant voorbij lopen, en die loopt nogal mank. Een muis ziet dat, en vraagt de olifant wat er aan de hand is. De olifant zegt: Ik heb een splinter in mijn poot. O, zegt de muis, die wil ik er wel even voor je uittrekken. En de muis trekt de splinter uit de poot van de olifant. Ik ben je eeuwig dankbaar, zegt de olifant. Als ik jou ooit van dienst kan zijn, dan moet je het maar zeggen en de muis zegt: Nou, dat komt goed uit. Ik ben een mannetjesmuis, jij bent een vrouwtjes olifant: Ik heb altijd al een olifant willen neuken. Nou, da's goed, zegt de olifant, ga je gang. Dus die muis loopt naar achteren, kruipt tegen de poot van de olifant op en tilt zijn staart op. Vlakbij in een boom zit een aap. Juist als de muis ten aanval gaat, gooit de aap een kokosnoot keihard op de kop van de olifant. De olifant gooit zijn oren opzij en zijn slurf omhoog: Tetteretetteretetteretet. Waarop die muis roept: Ja, schreeuw maar, schreeuw maar.
Twee mussen op een tak, als er een straaljager overvliegt, zegt de éne tegen de andere: Nou, die kan gillen. Zegt de andere mus: Wat zou jij doen als je staart in de brand stond?.
Twee stieren staan boven op een berg. Beneden in de vallei staat een hele kudde koeien. Zegt de éne stier tegen de andere: Kom, we gaan vlug naar beneden en pakken er één. Waarop de andere stier antwoordt: Nee, we gaan op ons gemak naar beneden en pakken ze allemaal.
Een haas gaat naar een café en vraagt een kouwe koffie en de man achter de bar zegt die hebben we niet. Dan komt de haas de volgende dag weer heb je nu een kouwe koffie de man zegt die hebben we niet. Dan komt de haas die dag daarna weer en vraagt om een kouwe koffie dan zegt de man weer die hebben we niet. Dan zegt de man tegen zijn collega er komt steeds een haas en die vraagt om kouwe koffie kun je een koffie klaarzetten voor de haas. En dan komt de haas weer heeft u kouwe koffie ja zegt de man dan zegt de haas doe dan maar warme.
Zoon ijsbeer en vader ijsbeer zitten op de noordpool in een iglo. B...b..be..ben jij een ijsb..b. beer p..pap?, vraagt het zoontje plotseling. Ja natuurlijk zoon, wat dacht je dan.P....p....papa, is mam o..ook een ijsb..beer?. Ja, natuurlijk jongen. E..e..en oma, is die o..ook een ij..ijsbeer?. Plotseling staat vader boos op en zegt: Maar natuurlijk. Wat zeur je nou. Waarop de zoon zegt: P..Papa, ik heb het zo k...k..koud.
Er lopen twee Engelse koeien in een weiland. Zegt de éne koe tegen de andere: Nou ben ik even blij dat ik de gekke koeien ziekte niet kan krijgen. Waarop de ander zegt: Waarom dan niet?. Ik ben een kip.
Er is een gorilla ontsnapt uit een dierentuin. Ze hebben een oproep gedaan voor een sterke man, iemand met een hond en iemand met een geweer. Het beest zit in een boom. Het plan is om de sterke man in de boom te laten klimmen en de gorilla naar beneden te gooien, dan kan de hond hem in zijn kloten bijten en dan is hij verdoofd. Vraagt iemand: Waar heb je dan dat geweer voor nodig?. Mocht de aap mij uit de boom gooien dan moet iemand direct de hond dood schieten.
Een ontsnapte zebra loopt door een weiland en ziet een koe. Wat ben jij?. Ik ben een koe en wat doe jij?. Ik geef de mensen melk en vlees. De zebra loopt verder en ziet een stier. Wat ben jij?. Ik ben een stier en wat doe jij?. Trek je pyjama maar uit, dan zal je het merken.
Er staat een herdershond op het balkon naar beneden te kijken, komt er een boxer aanlopen die roept: Kom je buiten spelen?. Ja. Dat wil ik wel, maar de deur zit op slot. Ach, zegt de boxer, wat maakt dat nou uit, dan spring je toch zeker gewoon van het balkon af. Ja, zegt de herdershond weer, en dan krijg ik zeker net zo'n platte bek als jij.
Een man rijdt met zijn brommer langs een weiland met een zwart en een wit paard. Plots begint de brommer te stotteren en slaat af. Een vette bougie, zegt het wit paard. De man kijkt verbaasd naar het wit paard en kijkt zijn bougie na en jawel hoor, inderdaad een vette bougie. Hij herstelt dit en rijdt verder. Verbaasd als hij is, gaat hij naar de boer en vertelt hem het hele verhaal. Oh, zegt de boer, dan heb je geluk dat het zwarte paard zich er niet mee bemoeid heeft, die heeft alleen maar verstand van auto's.
Een pastoor heeft een papegaai die de sterren van de hemel vloekt. Wat de pastoor ook doet, hij kan het niet afleren. Teneinde raad verkoopt hij de papegaai aan een dierenwinkel en hij word bij andere papegaaien geplaatst. Er komt geen onvertogen woord meer uit de bek van de vogel. De winkeleigenaar vraagt aan de vogel, waarom hij nu niet meer vloekt. Wat denk je zegt de papegaai, hier zijn vrouwtjes genoeg, daar heb ik nou jaren om gebeden. En toen dat niet hielp ben ik maar gaan vloeken. En zie het heeft geholpen.
Twee mussen zitten samen op een tak, als er plots een straaljager overvliegt en de éné mus zegt tegen de andere: Nou, die kan wel gillen zeg, waarop de andere mus zegt: Ja, wat zou jij doen, moest je staart in brand staan?.
Twee slakken lopen op straat en ze gaan naar het strand. Een slak ziet een naaktslak liggen en zegt: Kom, we zijn hier weg, want het is een naaktstrand.
Een breedbekkikker maakt een wandeling door het bos en komt een konijn tegen. Hij vraagt aan het konijn: Wat eet jij altijd?. Waarop het konijn zegt: Sla. Met deze kennis wandelt de breedbekkikker weer verder. Even later komt hij een leeuw tegen en vraagt opnieuw: Wat eet jij altijd?. Waarop de leeuw zegt: Biefstukken, altijd maar biefstukken. Nog wat later komt de breedbekkikker een ooievaar tegen en vraagt opnieuw: Wat eet jij altijd? en de ooievaar zegt: Breedbekkikkers. Waarop de breedbekkikker zegt: Och....die zie je hier niet veel.
Een man gaat naar de dierentuin en komt een kooi tegen met een aap erin. De man had nog nooit een aap aangeraakt en wou het wel eens doen. Voorzichtig stak hij zijn vinger in de kooi en raakte de aap aan. De aap schrok heel erg, begon hard te krijsen en brak de kooi open. De man rende zo snel als hij kon weg, maar na drie uur lopen werd hij heel erg moe. Hij keek achter zich, maar de aap achtervolgde hem nog steeds. Hij stapte in een vliegtuig, vloog naar de andere kant van de wereld en stapte uit, maar de aap achtervolgde hem nog steeds. Dus de man ging weer wegrennen, maar na een tijdje werd hij weer moe en gaf het op. De aap stormde op hem af, tikte hem aan en zei: Och, jij bent het.
Een jager leest een advertentie in de krant, dat er een unieke jachthond te koop is. Hij besluit te gaan kijken en de verkoper neemt hem mee naar een hok. De jager kijkt en zegt: Maar dat is gewoon een Labrador. Waarop de verkoper zegt: Ja, maar deze hond is echt uniek hoor. We zullen even een stukje gaan jagen. De verkoper haalt zijn geweer en de twee lopen met de hond naar het meer toe. De verkoper knalt op een eend die in de lucht vliegt en de eend valt in het water. De hond loop over het water naar de eend toe, neemt de eend in zijn muil en brengt hem over het water lopend mee terug naar de twee mannen. Waarop de jager zegt: Dat is inderdaad heel bijzonder en wat moet die hond kosten?. Waarop de verkoper zegt: Hij is natuurlijk niet goedkoop, maar voor 2500 € moogt ge hem hebben. Waarom de jager zegt: Watte?. 2500 € voor een hond die niet kan zwemmen?.
Een man en zijn vrouw stappen een vijf sterren restaurant binnen en de ober vraagt wat ze wilden drinken. Waarop de vrouw zegt: Voor mij een glas champagne. En voor meneer?. Waarop de vrouw zegt: Geef hem maar een glas plat water. De ober is erg verbaasd, maar goed, hij mag daar immers geen commentaar op geven. Na een kwartiertje komt de ober terug en vraagt of ze al hun keuze gemaakt hebben. Waarop de vrouw zegt: Jazeker, voor mij als voorgerecht kroketten met een stuk kreeft, daarna als nagerecht kaas met een aardbeitaartje en om te drinken mag je me een halve fles Petrus van 1989 geven. En voor meneer?. Waarop de vrouw zegt: Voor meneer een blaadje sla als voorgerecht, daarna gekookte wortelen en als nagerecht een klein glaasje ijs op basis van wortelen en om te drinken een glas groentesap. De ober kan het niet laten en vraagt: Meneer is zeker op dieet?. Waarop de vrouw zegt: Nee, maar zolang meneer neukt gelijk de konijnen, zal hij eten gelijk de konijnen.
Er lopen twee muizen over de straat, als er plots een vleermuis voorbij vliegt. De éne muis begint te zwaaien. Waarop de andere muis zegt: Hé mafkees, waarom loopt jij zo te zwaaien?. Waarop hij zegt: Dat is mijn neef, die zit bij de luchtmacht.
Een cowboy kom een café binnen en slaat een paar biertjes achterover. Als hij buiten komt ziet hij dat zijn paard gestolen is, gaat weer het café binnen en zegt: Als iemand hier niet heel gauw verteld waar mijn paard is, dan zal hier hetzelfde gebeuren als in 1832. Het wordt helemaal stil in café, totdat een man al zijn moed bijeen raapt en vraagt: Wat is er dan gebeurd in 1832?. Waarop de cowboy zegt: Toen ben ik te voet naar huis gegaan.
Op een morgen doet een pastoor de deur van zijn kerk open en vindt daar een dode ezel. Hij weet niet goed wat doen en belt naar de burgemeester met het verzoek om het dier te laten weghalen. Waarop de burgenmeester zegt: Los uw problemen zelf op, die feitelijk een gloeiende hekel aan de pastoor heeft. Per slot van rekening is het uw taak om de doden te begraven. Waarop de pastoor zegt: Daarom bel ik u juist op, want volgens het laatste sacrament moet ik eerst de famile raadplegen.
Dokter, dokter, komt u alstublief snel, want mijn vrouw heeft een muis ingeslikt en ik weet niet wat ik moet doen?. Waarop de dokter zegt: Uw vrouw moet haar mond wijd openhouden, terwijl u er een stuk spek voor houdt. Als de dokter ter plekke is, ziet hij dat de man een haring voor haar mond houdt. Ik heb toch gezegd dat u het met spek moest doen, mompelde de dokter. En de man zegt: Dat weet ik ook wel, maar ik ben nu bezig met eerst de kat naar buiten te lokken.
Een kip zegt tegen een andere kip: Je bent zo rood, hebt je soms koorts?. Waarop de andere kip zegt: Dat zou best kunnen, want sinds gisteren leg ik alleen nog maar hardgekookte eieren.
Vader en moeder konijn zitten samen naar de TV te kijken. Er is juist een goochelaar bezig met zijn show en hij tovert het éne konijn na het andere uit zijn hoge hoed. Na een tijdje zegt moeder konijn tegen haar echtgenoot: Ik weet niet wat jouw mening is, maar ik vind onze manier toch veel leuker.
Er rijd een man over de snelweg aan 100 km per uur en plots ziet hij een kip naast zich. Hij wrijft in zijn ogen en kijkt nog een keer, maar ziet het echt goed. Hij gaat de kip achterna, komt op de boerderij terecht en zegt tegen de boer: Ik zag uw kip aan 100 km per uur rijden, kan dat?. Waarop de boer zegt: Ja, dat klopt, want ik ben met een expiriment. Wij zijn met 3 in de familie en eten allemaal graag kippenbouten. Vroeger was het altijd ruzie wie er geen zou krijgen, daarom heb ik een kipperas ontwikkeld met 3 poten en de man zegt: Dan smaken ze zeker dubbel zo lekker? en de boer zegt: Ik weet het niet, want ik krijg ze maar niet te pakken.