Een leeuw werd op een morgen wakker en voelde zich heel gemeen en stoer. Hij begon aan een wandeling in de jungle en dreef een klein aapje in het nauw en brulde: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle? en het levende aapje zei: Dat ben jij, machtige leeuw. Iets later confronteerde hij een buffel en gromde gemeen: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle? en de bibberende buffel stamelde: Oh, grote leeuw, jij bent de machtigste van alle dieren. De leeuw loopt nu over van zelfvertrouwen, stapt op een olifant af en brult: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle?. Nog voor de leeuw het goed en wel besefte, neemt de olifant hem vast met zijn slurf, slaat hem een tiental keren keihard tegen een boom, gooit hem op de grond, stampt nog een paar keer op de leeuw en loopt rustig verder. De leeuw kermt van de pijn, tilt zachtjes zijn kop op en zegt tegen de olifant: Je hoeft je niet zo kwaad te maken, gewoon omdat je het antwoordt niet weet.
Er waren eens drie mannen en die gingen samen op reis. Ze kwamen aan en gingen naar een hotel. De éne sliep boven in een stapelbed, de andere beneden en ook één in de zetel. De eerste nacht zei deze die boven in het stapelbed lag, aan deze die in de zetel lag: Makker, wil jij boven in het stapelbed slapen, want ik ben gebeten door een mier. Ok, hij ging boven in het stapelbed slapen en werd ook gebeten door een mier. De volgende ochtend vroeg hij aan deze die in de zetel had geslapen, of hij ook gebeten was door een mier. Nee, ik heb er één doodgeslagen en de andere zijn weg naar de begrafenis.
Er komt een olifant in de bus en zegt de busschauffeur: Ik heb nog nooit een olifant in mijn bus gehad, waarop de olifant zegt: Ja, en dat is dan ook de laatste keer, want morgen is mijn fietsband weer geplakt.
Onlangs liep ik op straat en kom ik daar een huilend eendje tegen. Waarom huil je zo?. En het huilend eendje zei: Ik ben daarnet in elkaar geslagen door een paar hooligans.
Er zijn 3 kangoeroes en de éne zegt: Wie over die muur kan springen zonder hem aan te raken is gewonnen. De grootste kangoeroe springt over de muur, zonder hem aan te raken. De iets kleinere kangoeroe springt ook over de muur, maar hij raakt de muur wel aan. En de kleinste kangoeroe wil erover springen, maar knalt er tegen. Dan ben ik gewonnen, zei de grootste kangoeroe?. Nee nee, de kleinste kangoeroe heeft gewonnen, want hij ziet sterretjes boven zijne kop.
Er staat een koe in de hoek van een wei, stokstijf tegen een prikkeldraad aan. Opeens komen er allerlei dieren aan; konijnen, vogels, ratten, muizen, enz... Komt er een haas aangelopen en die vraagt aan de koe: Waarom sta je stokstijf recht tegen de prikkeldraad aan en helemaal in de hoek?. Waarop de koe zegt: Ik had op het nieuws gehoord dat het in het midden van het land ging regenen.
Op een dag verhuist de Jef naar het plattenland en koopt bij een oude boer een ezel voor 100 €. De boer moet de ezel de dag erop bij Jef thuis brengen, maar die beruste voormiddag gebeurde er iets en de boer zegt: Sorry jongen, maar ik heb slecht nieuws voor u. Mijn ezel lag deze ochtend dood, toen ik hem wilde voederen. Waarop de Jef zegt: Wel dan, geef me gewoon mijn 100 € terug. Waarop de boer zegt: Maar dat kan ik niet, want ik heb alles uitgegeven. Waarop Jef zegt: Wel goed dan, breng me dan toch die ezel maar. Waarop de boer vraagt: En wat ga je ermee doen?. Waarop de Jef zegt: Wel, ik ga hem als prijs verloten in een tombola. Waarop de boer zegt: Maar je kunt toch geen dode ezel verloten?. Waarop de Jef zegt: Zeker weten van wel, ik zal gewoon aan niemand zeggen dat hij dood is. Daarop bedenkt de boer dat het eigenlijk zijn probleem niet is en vindt dat hij het voorstel van de Jef niet moet afkeuren en hij levert de dode ezel aan Jef. Een maand later loopt de boer nog eens bij de Jef langs en vraagt: En, hoe is het nu met mijn dode ezel afgelopen?. Waarop Jef zegt: Wel, zoals ik je al zei: Ik heb hem verloot. Ik heb in het totaal 500 tombolabiljetten van 2 € per stuk verkocht, en uiteindelijk een winst gedaan van 898 €. Alleen maar de winnaar, maar ik heb hem onmiddelijk zijn 2 € teruggegeven en klaar was kees.
Twee parkieten zitten te zweten in een kooi en de éne parkiet vraagt: Heb jij soms geen manier om af te koelen?, want 't is hier zo warm. Jazeker, ik zal de kooi open zetten, dan kan je wat afkoelen.
Tijdens het Wereldkampioenschap voetballen tussen de olifanten en de spinnen, staat het bij de rust 1-0, voor de olifanten. Na de rust wordt één van de spinnen vervangen door een duizendpoot. Die scoort het éne doelpunt na de andere, zodat de wetstrijd eindigt met een gigantiche 2-30, voor de spinnen. Na afloop vraagt de coatch van de olifanten aan de trainer van de spinnen, waarom hij de duizendpoot niet eerder heeft ingezet. De spinnentrainer antwoordde: Dat beest heeft altijd zoveel tijd nodig om zijn schoenen aan te trekken.
Er stapt een pinguin een café binnen en besteld een rondje voor de hele zaak. En de kastelein mag ook wat te drinken. Dat gaat zo een dikke twee uur door. Waarop die kastelein tegen die pinguin zegt: Hé vriend, ga je tussen door nog eens betalen, want je rekening loopt aardig hoog op. Zegt die pinguin: Heb jij weleens een pinguin met geld op zak gezien. Waarop die kastelein die pinguin mee naar buiten neemt, en hem helemaal in elkaar slaat. Even later komt die pinguin het café weer binnen en zegt: Een rond voor de hele zaak, alleen voor de kastelein niet, want die word agressief als hij heeft gedronken.
Er zit een man aan de waterkant te vissen. Links heeft hij een emmertje met wormen staan en rechts ligt een hamer. Er komt een andere man langs die vraagt wat hij aan het doen is. Ik ben aan het vissen, zegt de man. Hoe doe je dat dan?, vraagt de ander. Voor tien € wil ik het wel vertellen, zegt de man. De ander betaalt tien € en zegt; Ik gooi een worm in het water en zodra er een vis naar hapt, geef ik die een klap op zijn kop met mijn hamer. En, is die vis dan dood?, vraagt de man. Nee, want hij had zijn helm nog op.
Een egel zegt tegen de andere egel: vind jij het ook zo gek dat wij meer worden over gereden dan de konijnen. Die ander zegt: Ja, kom we gaan vragen hoe ze dat doen. Dus ze vragen het en de konijntjes zeggen: Al zie je nou twee lichtjes aankomen, dan ga je daar precies tussen in zitten en dan word je niet geraakt. Dus die egels zien ineens twee lichtjes aankomen en gaan daar tussen in zitten. Maar ze worden toch overgereden. Die konijntjes gaan achter de boom en zeggen: Zie je ook niet vaak meer die driewielers.
Er komt een olifant voorbij lopen, en die loopt nogal mank. Een muis ziet dat, en vraagt de olifant wat er aan de hand is. De olifant zegt: Ik heb een splinter in mijn poot. O, zegt de muis, die wil ik er wel even voor je uittrekken. En de muis trekt de splinter uit de poot van de olifant. Ik ben je eeuwig dankbaar, zegt de olifant. Als ik jou ooit van dienst kan zijn, dan moet je het maar zeggen en de muis zegt: Nou, dat komt goed uit. Ik ben een mannetjesmuis, jij bent een vrouwtjes olifant: Ik heb altijd al een olifant willen neuken. Nou, da's goed, zegt de olifant, ga je gang. Dus die muis loopt naar achteren, kruipt tegen de poot van de olifant op en tilt zijn staart op. Vlakbij in een boom zit een aap. Juist als de muis ten aanval gaat, gooit de aap een kokosnoot keihard op de kop van de olifant. De olifant gooit zijn oren opzij en zijn slurf omhoog: Tetteretetteretetteretet. Waarop die muis roept: Ja, schreeuw maar, schreeuw maar.
Twee mussen op een tak, als er een straaljager overvliegt, zegt de éne tegen de andere: Nou, die kan gillen. Zegt de andere mus: Wat zou jij doen als je staart in de brand stond?.
Twee stieren staan boven op een berg. Beneden in de vallei staat een hele kudde koeien. Zegt de éne stier tegen de andere: Kom, we gaan vlug naar beneden en pakken er één. Waarop de andere stier antwoordt: Nee, we gaan op ons gemak naar beneden en pakken ze allemaal.
Een haas gaat naar een café en vraagt een kouwe koffie en de man achter de bar zegt die hebben we niet. Dan komt de haas de volgende dag weer heb je nu een kouwe koffie de man zegt die hebben we niet. Dan komt de haas die dag daarna weer en vraagt om een kouwe koffie dan zegt de man weer die hebben we niet. Dan zegt de man tegen zijn collega er komt steeds een haas en die vraagt om kouwe koffie kun je een koffie klaarzetten voor de haas. En dan komt de haas weer heeft u kouwe koffie ja zegt de man dan zegt de haas doe dan maar warme.
Zoon ijsbeer en vader ijsbeer zitten op de noordpool in een iglo. B...b..be..ben jij een ijsb..b. beer p..pap?, vraagt het zoontje plotseling. Ja natuurlijk zoon, wat dacht je dan.P....p....papa, is mam o..ook een ijsb..beer?. Ja, natuurlijk jongen. E..e..en oma, is die o..ook een ij..ijsbeer?. Plotseling staat vader boos op en zegt: Maar natuurlijk. Wat zeur je nou. Waarop de zoon zegt: P..Papa, ik heb het zo k...k..koud.
Er lopen twee Engelse koeien in een weiland. Zegt de éne koe tegen de andere: Nou ben ik even blij dat ik de gekke koeien ziekte niet kan krijgen. Waarop de ander zegt: Waarom dan niet?. Ik ben een kip.
Er is een gorilla ontsnapt uit een dierentuin. Ze hebben een oproep gedaan voor een sterke man, iemand met een hond en iemand met een geweer. Het beest zit in een boom. Het plan is om de sterke man in de boom te laten klimmen en de gorilla naar beneden te gooien, dan kan de hond hem in zijn kloten bijten en dan is hij verdoofd. Vraagt iemand: Waar heb je dan dat geweer voor nodig?. Mocht de aap mij uit de boom gooien dan moet iemand direct de hond dood schieten.
Een ontsnapte zebra loopt door een weiland en ziet een koe. Wat ben jij?. Ik ben een koe en wat doe jij?. Ik geef de mensen melk en vlees. De zebra loopt verder en ziet een stier. Wat ben jij?. Ik ben een stier en wat doe jij?. Trek je pyjama maar uit, dan zal je het merken.
Er staat een herdershond op het balkon naar beneden te kijken, komt er een boxer aanlopen die roept: Kom je buiten spelen?. Ja. Dat wil ik wel, maar de deur zit op slot. Ach, zegt de boxer, wat maakt dat nou uit, dan spring je toch zeker gewoon van het balkon af. Ja, zegt de herdershond weer, en dan krijg ik zeker net zo'n platte bek als jij.
Een man rijdt met zijn brommer langs een weiland met een zwart en een wit paard. Plots begint de brommer te stotteren en slaat af. Een vette bougie, zegt het wit paard. De man kijkt verbaasd naar het wit paard en kijkt zijn bougie na en jawel hoor, inderdaad een vette bougie. Hij herstelt dit en rijdt verder. Verbaasd als hij is, gaat hij naar de boer en vertelt hem het hele verhaal. Oh, zegt de boer, dan heb je geluk dat het zwarte paard zich er niet mee bemoeid heeft, die heeft alleen maar verstand van auto's.
Een pastoor heeft een papegaai die de sterren van de hemel vloekt. Wat de pastoor ook doet, hij kan het niet afleren. Teneinde raad verkoopt hij de papegaai aan een dierenwinkel en hij word bij andere papegaaien geplaatst. Er komt geen onvertogen woord meer uit de bek van de vogel. De winkeleigenaar vraagt aan de vogel, waarom hij nu niet meer vloekt. Wat denk je zegt de papegaai, hier zijn vrouwtjes genoeg, daar heb ik nou jaren om gebeden. En toen dat niet hielp ben ik maar gaan vloeken. En zie het heeft geholpen.
Twee mussen zitten samen op een tak, als er plots een straaljager overvliegt en de éné mus zegt tegen de andere: Nou, die kan wel gillen zeg, waarop de andere mus zegt: Ja, wat zou jij doen, moest je staart in brand staan?.
Twee slakken lopen op straat en ze gaan naar het strand. Een slak ziet een naaktslak liggen en zegt: Kom, we zijn hier weg, want het is een naaktstrand.
Een breedbekkikker maakt een wandeling door het bos en komt een konijn tegen. Hij vraagt aan het konijn: Wat eet jij altijd?. Waarop het konijn zegt: Sla. Met deze kennis wandelt de breedbekkikker weer verder. Even later komt hij een leeuw tegen en vraagt opnieuw: Wat eet jij altijd?. Waarop de leeuw zegt: Biefstukken, altijd maar biefstukken. Nog wat later komt de breedbekkikker een ooievaar tegen en vraagt opnieuw: Wat eet jij altijd? en de ooievaar zegt: Breedbekkikkers. Waarop de breedbekkikker zegt: Och....die zie je hier niet veel.
Een man gaat naar de dierentuin en komt een kooi tegen met een aap erin. De man had nog nooit een aap aangeraakt en wou het wel eens doen. Voorzichtig stak hij zijn vinger in de kooi en raakte de aap aan. De aap schrok heel erg, begon hard te krijsen en brak de kooi open. De man rende zo snel als hij kon weg, maar na drie uur lopen werd hij heel erg moe. Hij keek achter zich, maar de aap achtervolgde hem nog steeds. Hij stapte in een vliegtuig, vloog naar de andere kant van de wereld en stapte uit, maar de aap achtervolgde hem nog steeds. Dus de man ging weer wegrennen, maar na een tijdje werd hij weer moe en gaf het op. De aap stormde op hem af, tikte hem aan en zei: Och, jij bent het.
Een jager leest een advertentie in de krant, dat er een unieke jachthond te koop is. Hij besluit te gaan kijken en de verkoper neemt hem mee naar een hok. De jager kijkt en zegt: Maar dat is gewoon een Labrador. Waarop de verkoper zegt: Ja, maar deze hond is echt uniek hoor. We zullen even een stukje gaan jagen. De verkoper haalt zijn geweer en de twee lopen met de hond naar het meer toe. De verkoper knalt op een eend die in de lucht vliegt en de eend valt in het water. De hond loop over het water naar de eend toe, neemt de eend in zijn muil en brengt hem over het water lopend mee terug naar de twee mannen. Waarop de jager zegt: Dat is inderdaad heel bijzonder en wat moet die hond kosten?. Waarop de verkoper zegt: Hij is natuurlijk niet goedkoop, maar voor 2500 € moogt ge hem hebben. Waarom de jager zegt: Watte?. 2500 € voor een hond die niet kan zwemmen?.
Een man en zijn vrouw stappen een vijf sterren restaurant binnen en de ober vraagt wat ze wilden drinken. Waarop de vrouw zegt: Voor mij een glas champagne. En voor meneer?. Waarop de vrouw zegt: Geef hem maar een glas plat water. De ober is erg verbaasd, maar goed, hij mag daar immers geen commentaar op geven. Na een kwartiertje komt de ober terug en vraagt of ze al hun keuze gemaakt hebben. Waarop de vrouw zegt: Jazeker, voor mij als voorgerecht kroketten met een stuk kreeft, daarna als nagerecht kaas met een aardbeitaartje en om te drinken mag je me een halve fles Petrus van 1989 geven. En voor meneer?. Waarop de vrouw zegt: Voor meneer een blaadje sla als voorgerecht, daarna gekookte wortelen en als nagerecht een klein glaasje ijs op basis van wortelen en om te drinken een glas groentesap. De ober kan het niet laten en vraagt: Meneer is zeker op dieet?. Waarop de vrouw zegt: Nee, maar zolang meneer neukt gelijk de konijnen, zal hij eten gelijk de konijnen.
Er lopen twee muizen over de straat, als er plots een vleermuis voorbij vliegt. De éne muis begint te zwaaien. Waarop de andere muis zegt: Hé mafkees, waarom loopt jij zo te zwaaien?. Waarop hij zegt: Dat is mijn neef, die zit bij de luchtmacht.
Een cowboy kom een café binnen en slaat een paar biertjes achterover. Als hij buiten komt ziet hij dat zijn paard gestolen is, gaat weer het café binnen en zegt: Als iemand hier niet heel gauw verteld waar mijn paard is, dan zal hier hetzelfde gebeuren als in 1832. Het wordt helemaal stil in café, totdat een man al zijn moed bijeen raapt en vraagt: Wat is er dan gebeurd in 1832?. Waarop de cowboy zegt: Toen ben ik te voet naar huis gegaan.
Op een morgen doet een pastoor de deur van zijn kerk open en vindt daar een dode ezel. Hij weet niet goed wat doen en belt naar de burgemeester met het verzoek om het dier te laten weghalen. Waarop de burgenmeester zegt: Los uw problemen zelf op, die feitelijk een gloeiende hekel aan de pastoor heeft. Per slot van rekening is het uw taak om de doden te begraven. Waarop de pastoor zegt: Daarom bel ik u juist op, want volgens het laatste sacrament moet ik eerst de famile raadplegen.
Dokter, dokter, komt u alstublief snel, want mijn vrouw heeft een muis ingeslikt en ik weet niet wat ik moet doen?. Waarop de dokter zegt: Uw vrouw moet haar mond wijd openhouden, terwijl u er een stuk spek voor houdt. Als de dokter ter plekke is, ziet hij dat de man een haring voor haar mond houdt. Ik heb toch gezegd dat u het met spek moest doen, mompelde de dokter. En de man zegt: Dat weet ik ook wel, maar ik ben nu bezig met eerst de kat naar buiten te lokken.
Een kip zegt tegen een andere kip: Je bent zo rood, hebt je soms koorts?. Waarop de andere kip zegt: Dat zou best kunnen, want sinds gisteren leg ik alleen nog maar hardgekookte eieren.
Vader en moeder konijn zitten samen naar de TV te kijken. Er is juist een goochelaar bezig met zijn show en hij tovert het éne konijn na het andere uit zijn hoge hoed. Na een tijdje zegt moeder konijn tegen haar echtgenoot: Ik weet niet wat jouw mening is, maar ik vind onze manier toch veel leuker.
Er rijd een man over de snelweg aan 100 km per uur en plots ziet hij een kip naast zich. Hij wrijft in zijn ogen en kijkt nog een keer, maar ziet het echt goed. Hij gaat de kip achterna, komt op de boerderij terecht en zegt tegen de boer: Ik zag uw kip aan 100 km per uur rijden, kan dat?. Waarop de boer zegt: Ja, dat klopt, want ik ben met een expiriment. Wij zijn met 3 in de familie en eten allemaal graag kippenbouten. Vroeger was het altijd ruzie wie er geen zou krijgen, daarom heb ik een kipperas ontwikkeld met 3 poten en de man zegt: Dan smaken ze zeker dubbel zo lekker? en de boer zegt: Ik weet het niet, want ik krijg ze maar niet te pakken.
Een leeuw werd op een morgen wakker en voelde zich heel gemeen en stoer. Hij begon aan een wandeling in de jungle en dreef een klein aapje in het nauw en brulde: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle? en het levende aapje zei: Dat ben jij, machtige leeuw. Iets later confronteerde hij een buffel en gromde gemeen: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle? en de bibberende buffel stamelde: Oh, grote leeuw, jij bent de machtigste van alle dieren. De leeuw loopt nu over van zelfvertrouwen, stapt op een olifant af en brult: Wie is de machtigste van alle dieren in de jungle?. Nog voor de leeuw het goed en wel besefte, neemt de olifant hem vast met zijn slurf, slaat hem een tiental keren keihard tegen een boom, gooit hem op de grond, stampt nog een paar keer op de leeuw en loopt rustig verder. De leeuw kermt van de pijn, tilt zachtjes zijn kop op en zegt tegen de olifant: Je hoeft je niet zo kwaad te maken, gewoon omdat je het antwoordt niet weet.
Er waren eens drie mannen en die gingen samen op reis. Ze kwamen aan en gingen naar een hotel. De éne sliep boven in een stapelbed, de andere beneden en ook één in de zetel. De eerste nacht zei deze die boven in het stapelbed lag, aan deze die in de zetel lag: Makker, wil jij boven in het stapelbed slapen, want ik ben gebeten door een mier. Ok, hij ging boven in het stapelbed slapen en werd ook gebeten door een mier. De volgende ochtend vroeg hij aan deze die in de zetel had geslapen, of hij ook gebeten was door een mier. Nee, ik heb er één doodgeslagen en de andere zijn weg naar de begrafenis.
Er zijn 3 kangoeroes en de éne zegt: Wie over die muur kan springen zonder hem aan te raken is gewonnen. De grootste kangoeroe springt over de muur, zonder hem aan te raken. De iets kleinere kangoeroe springt ook over de muur, maar hij raakt de muur wel aan. En de kleinste kangoeroe wil erover springen, maar knalt er tegen. Dan ben ik gewonnen, zei de grootste kangoeroe?. Nee nee, de kleinste kangoeroe heeft gewonnen, want hij ziet sterretjes boven zijne kop.
Er staat een koe in de hoek van een wei, stokstijf tegen een prikkeldraad aan. Opeens komen er allerlei dieren aan; konijnen, vogels, ratten, muizen, enz... Komt er een haas aangelopen en die vraagt aan de koe: Waarom sta je stokstijf recht tegen de prikkeldraad aan en helemaal in de hoek?. Waarop de koe zegt: Ik had op het nieuws gehoord dat het in het midden van het land ging regenen.
Vader loopt met zijn zoontje langs een wei met twee grote dekkende ezels, vraagt het zoontje. Papa, wat zijn die aan het doen? en vader zegt: Die gaan trouwen. Even later komen ze langs een weiland met twee hele kleine, dekkende ezeltjes en het zoontje vraagt weer: Papa, gaan die ook trouwen?. Nee, zegt vader, dat doen alleen hele grote ezels.
Twee mussen zitten samen op een tak, als er plots een straaljager overvliegt en de éné mus zegt tegen de andere: Nou, die kan wel gillen zeg, waarop de andere mus zegt: Ja, wat zou jij doen, moest je staart in brand staan?.
Twee ezels breken in en na afloop willen ze de boel in brand steken. Vraagt de éne: Weet je zeker dat de lucifers het wel doen?. Zeker, want ik heb ze gisteren allemaal uitgeprobeerd.
Een duizendpoot heeft last van voetschimmel. Hij loopt alle dieren van het bos bij langs voor raad, maar niemand kan hem helpen. Totdat hij bij de uil komt en die zegt: Wordt mier, dan heb je veel minder last. Opgelucht gaat de duizendpoot naar huis, maar onderweg bedenkt hij zich: Hoe word ik een mier?. Hij gaat terug naar de uil en vraagt hem: Hoe word ik mier?, en de uil zegt: Ja hoor eens, ik ben alleen voor beleidszaken.
Een kok is een kip aan het plukken. Hij stopt de kip in de pan, maar vergeet het vuur aan te steken. Na een kwartier komt de kip naar de kok gewandeld en zegt boos: Zeg, nou geef je of mijn veren terug, of je steekt het vuur aan, want ik sterf van de kou.
Toen ik gisteravond op mijn gemak naar het nieuw zat te kijken, om te weten wat er zoal gebeurt in deze wereld, hoorde ik ne luide knal. Ik dacht eerst aan ne vogel die van 't dak naar beneden gevallen was, maar toen ik de gordijnen even weg trok, zag ik het.
Amaai, azo ne diepe put in het wegdek.
En toen viel mijne frank. De nacht was gevallen.
Ik wist niet dat de nacht azo veel lawaai kon maken, als hij gevallen was.
Om nog maar te zwijgen van diene diepe put, die hij gemaakt heeft.
Ik moet u wel zeggen, dat het voor de vogels, die van plan zijn om ne nest te bouwen, ze nu gene nest meer moeten bouwen.
Diene put is zeker goed voor honderd vogelnesten in te bouwen.
Ze hebben dan direct naar de stad gebeld, om te zeggen dat ze direct nen landmeter moeten sturen.
Na een half uurke komt diene landmeter daaraan en hij begon direct de diepte en den omtrek te meten, met een meetlat.
Twee dagen heeft hij gemeten, met zijn meetlat.
En weet ge wat het nu geworden is?.
- Een ondergrondse parking onder de grond.
Diene diepe put waar ze een ondergrondse parking van gemaakt hebben, die ligt er nog hoor.
Maar 't is wel spijtig dat er geen ene auto durft inrijden, omdat hij veel te diep is.
Ik ben er eens doorgeweest, maar ik had toch wel vergeten om twee zuurstofflessen mee te nemen zeker.
Ik ben daaruit gekomen zonder asem, want diene was achtergebleven.
's Avonds kwam hij uitgeput vragen om binnen te mogen komen.
's Anderdaags heb ik hem naar de dokter gestuurd, en van de dokter moet hij twee weken platte rust nemen, om weer op adem te komen.
PS: 'k Ga stoppen, want 'k heb zelf geene asem meer.
Ja mannekes, ik ben ne keer naar nen dierenarts moeten gaan met mijn koekoek die aan de muur hangt, om te vragen hoe dat komt, dat hij om het kwartier uit zijn kot sprong en zoveel kabaal maakte?.
Na een grondig onderzoek zei de dierenarts mij:
- Ja meneer, dat is waarschijnlijk ne koekoek die aangeleerd is, om op het kwartier uit zijn kot te komen en zijne naam luidop te roepen:
- Dan weten de mensen precies hoe laat het is.
Ik de wachtkamer zaten er ook nog andere mensen, met hun huisdieren te wachten om geholpen te worden.
Boer Charel zat ook in de wachtkamer, met ne blinde mol die hij per ongeluk had omgeploegd.
Ja mannekes, diene blinde mol was waarschijnlijk uit zijn woning gezet, omdat hij al drie maanden zijn huishuur niet had betaald.
De dierearts zei tegen boer Charel:
- Meneer Charel, ik kan daar niet veel aan doen hoor, want hij is zo geboren.
Mijne gebuur zat daar ook met zijn blinde vink, en hij wist niet al te goed waarom ze blind was.
Ook werd die blinde vink grondig onderzocht en hij zei:
- Meneer, dat is een blinde vink om opgegeten te worden, maar niet als huisdier te houden.
Zo was er ne boer die met zijn koe naar het dierenkliniek is gegaan.
Zijn koe was met een andere koe op de vlucht geslagen en tijdens hun vlucht is er een koe tegen een paal gelopen.
De koe had twee builen en de telefoonpaal was zijne draad kwijt.
De koe werdt verdoofd, want ze moesten daar ne foto of drie van pakken.
Twee dagen heeft ze in coma gelegen en met twee zuurstofflessen beademd.
Op die foto zag de dierenarts welke nummer diene telefoonpaal had, wist die koe welke telefoonpaal ze moest vermijden, als ze nog ne keer uitbrak en op stap ging.
Diene dat rechtover mij woont, had meer geluk hoor.
Diene was met zijn zwarte kat, die ne bril droeg, omdat de zon te laag hing zeker.
Awel mannekes, die was door de verblindheid tegen een glazen deur van een bank gelopen.
Met die zwarte kat is het helemaal goed gekomen, maar niet met de glazen van diene bril hoor.
Ja mannekes, binnen een paar dagen word de maand December ten grave gedragen, maar in feite is dat zo erg nog niet hoor.
Vergeleken met famillies die hun dierbaren verliezen en in verdriet achterblijven.
Voordat we de jaarwisseling in gaan, moeten we nog eerst de maand December doorspartelen.
En hoe gaan we dat doen?.
Voor de ene gaat dat al moeilijke zijn, dan voor de andere.
Voor mij gaat dat niet moeilijk zijn hoor.
Ik blijf blijf gewoon in mijn kot hoor.
’t Is nu te zien dat ze niet oproepen om te komen helpen, want af en toe vragen ze mij eens om te gaan helpen.
En dan doe ik dat met veel plezier hoor, want een helpende hand is altijd welkom.
Sinterklaas kan dit jaar helaas niet komen, want zijn paard is verkouden en één van zijn pieten per toeval bezweken aan de Corona.
Om nog maar te zwijgen van de Kerstman die een oefenrit met zijn arenslee, in een gevaarlijke bocht één van zijn rendieren heeft verloren en een eindtje verder tot stilstand kwam tegen een omgewaaide Kerstboom.
Ik had verleden mijne Kerststal voor de stoof gezet, maar met die warmte dat ze geeft, zijn al de beelden gesmolten.
De os en de ezel waren al weggelopen hoor, want ze moesten hun trein van 22 uur halen.
Dus, was het maar een triestige Kerst ten huize van flipper de flip, maar langs de andere kant heb ik mij toch goed geamusseerd hoor.
Ik en mijn twee goudvissen hebben de ganse avond zitten kaarten, terwijl de kat ne boek aan 't lezen was en de koekoek die aan de muur hangt, om het kwartier van zich liet horen.
Ja mannekes, ik moet u zeggen dat diene koekoek zijne bek niet kan houden.
Verleden jaar zijn er met Kerstmis twee jonge snotters aan mijn deur komen bedelen, omdat hun vader in de bak zat en hun moeder bezig was met zijn vuile kleren aan het wassen.
Hij was in een beek gevallen, terwijl hij over de muur wilde klimmen.
Dat het geene gewone uitvaart zal worden, weten we allemaal.
Maar hoe het nieuwe jaar zal ingezet worden, is een andere vraag hoor.
PS: Ik hoop van ganse harte dat voor jullie allen een vreugdevol uitvaart mag beeindigen en samen een goeie start mag nemen in een nieuw jaar (2021).
Ja mannekes, ze hebben mij gezegd dat ik de uitgehongerde vogels af en toe eten moet geven, als ze uitgehongerd zijn.
Awel, dat heb ik ook gedaan.
Buiten aan mijn voordeur heb ik neen tallore (bord) gezet met volkoren-rijstpap, omdat daar veel vitaminen in zitten. Ik heb daar ook een gouden lepelke bijgelegd hoor.
't Is nu maar te hopen dat ze daarvan gaan eten, met of zonder dat gouden lepelke.
Ja, mijn vader die in de hemel is, eet ook alle dagen zijne rijstpap met een gouden lepelke.
Ik moet u wel zeggen dat er boven mijn deur een camera hangt, dan kan ik op mijn tablet zien hoeveel uitgehongerde vogels komen eten.
Ondertussen ben ik zelf aan mijn eten begonnen en dat is:
- Spaghetti aan 't spit met geroosterde duif, die verleden week op mijn plat dak gestorven is aan leukemie.
Ik moet u wel zeggen dat ge daar veel geduld moet voor hebben, om dat klaar te maken.
Ondertussen waren er al een paar vogels van mijne rijstpap komen proeven, en één rijsduif zat daar op haar knieën met een paternoster tussen haar poten te bidden. Waarschijnlijk om naar de hemel te gaan, denk ik.
Twee van die vogels belden aan, om te vragen of ze gene emmer water konder krijgen, om hun te wassen.
Waarschijnlijk waren ze vuil geworden, van dat vuil stof die uit Siberië kwam overgewaait.
Ik had hun nog gezegd dat ze naar de carwasch moesten gaan, maar ze mochten daar niet binnen, zeiden ze mij.
PS: ' t Resultaat is dat die vogels elke dag komen aanbellen, aan mijn voordeur.
Er zitten twee goudvissen in een visbokaal, waarvan er éne naar buiten kijkt en zegt: Gelukkig zitten wij binnen lekker droog, want buiten regent het.
Een jongen ziet voor het eerst een bij en zegt tegen zijn moeder: Kijk ma, die vlieg heeft een gestreepte truitje aan getrokken.
Twee kamelen lopen door de woestijn en zegt de éne kameel: Ik krijg nog eens een bult van al dat lopen.
Liesje drinkt voor het eerst karnemelk. Geschrokken zet ze het glas op tafel en zegt: Ma, de melk is zeur. Waarop moeder zegt tegen hare man: Zie je wel, dat die koe nog niet rijp was.
Een man stapt een dierenwinkel binnen en vraagt om 265 kakkerlakken, 3 ratten, 13 spinnen en 18 muizen. Ik heb alleen maar muizen, zegt de verkoper. Waar heeft u die andere dieren voor nodig?. Ik ga morgen verhuizen en die huiseigenaar staat erop dat ik mijn huis achterlaat zoals ik erin kwam, zegt de man.
Erik huilt tranen met tuiten, omdat zijn cavia is gestorven. Nou niet huilen Erik, zegt vader. Dat deed je ook niet toen opa was gestorven. Ja maar, die heb ik niet van mijn zakgeld gekocht.
Kees logeert bij zijn oom op de boerderij en hij mag komen kijken bij de geboorte van een kalfje. Weet je eigenlijk wel hoe dat gaat?. Kees, eerst komen de voorpoten, dan de kop, vervolgens het lijf en daarna de achterpoten en wie zet hem dan in elkaar?.
Is het echt zo vochtig bij jullie thuis?. Ja, het is verschrikkelijk. Vanmorgen zat er een vis in de muizenval.
Een mannetjes kangoeroe vraagt: Waar is mijn kind?. Nu weet ik waarom ze zoveel waarschuwen over zakkenrollers, zegt de vrouw.
Een ooievaar vliegt rond met een doek aan zijn snavel, waar een man van 90 jaar in zit. Die man vraagt aan de ooievaar: Zeg eens vogeltje, wanneer geef je nu eens toe dat je verdwaald bent?.
Twee aardappels huilen tranen met tuiten en de derde aardappel vraagt: Waarom huilen jullie?. Onze moeder zit in de puree zegt de ene.
Een cowboy kom een café binnen en slaat een paar biertjes achterover. Als hij buiten komt ziet hij dat zijn paard gestolen is, gaat weer het café binnen en zegt: Als iemand hier niet heel gauw verteld waar mijn paard is, dan zal hier hetzelfde gebeuren als in 1832. Het wordt helemaal stil in café, totdat een man al zijn moed bijeen raapt en vraagt: Wat is er dan gebeurd in 1832?, waarop de cowboy zegt: Toen ben ik te voet naar huis gegaan.
Ober, wat doet die vlieg in mijn soep?. Nou, volgens mij zwemt ze de vlinderslag.
Jan zegt tegen zijn vriend Karel: Mijn hond kan tellen als ik vier min vier zeg, zegt mijn hond niks.
Twee luizen lopen op straat en zegt de éne luis tegen de andere luis: Chips, ze hebben mijn portemonnee gestolen en de ander luis zegt: Wat een luizen streek.
Twee apen zitten in een dierentuin en zegt de éne tegen de andere: Zielig hé, al die mensen achter de tralies.
De Jef komt thuis van de gemeente en hij vertelt het goede nieuws aan zijn vrouw. Onze hond krijgt niet alleen een werkloosuitkering, maar hij krijgt ook nog kindergeld, gratis medische verzorging en een sociale woning aangeboden.
Een man komt schreeuwend van de pijn bij de dokter en zegt: Alstublief dokter, u moet me helpen, want ik ben gestoken door een wesp. Rustig maar, zegt de dokter, ik doe er wel wat zalf op. Ja, maar die wesp vindt u nooit meer terug, want die is al kilometers ver weg, zegt de man. U begrijpt me niet, zegt de dokter. Ik doe wat zalf op de plaats waar u bent gestoken en de man zegt: Ik was in de tuin en ik zat onder de appelboom. Waarop de dokter woedend zegt: Ik bedoel, op welke gedeelte van je lichaam heeft die wesp je gestoken? en de man zei: De wesp heeft in mijn vinger gestoken en dat doe echt pijn hoor. De dokter slaat met zijn vuist op tafel en vraagt woedend welke wesp het was?. Hoe weet ik dat, alle wespen zien er voor mij hetzelfde uit, zei de man.
Er komen twee kippen elkaar tegen en de éne kip vraagt aan de andere kip: Hoe is het met je kinderen?, waarop de kip zegt: Goed hoor, de éne is advocaat geworden en de andere is uitsmijter.
Er loopt een man door de woestijn, zonder water en met vreselijke dorst. Dan komt hij een man op een kameel tegen. Water, water alsjeblieft. Sorry, maar ik verkoop alleen stropdassen zegt de man. De dorstige man kruipt voort. Even later komt hij weer een man op een kameel tegen. Water, water, alstublieft. Sorry, meneer ik verkoop alleen stropdassen, zegt de man. Na een tijdje ziet hij opeens een restaurant in de woestijn. Eindelijk drinken denkt hij en kruipt met zijn laatste krachten naar het restaurant. Bij de deur wordt hij tegen gehouden, want er hangt een bord met daarop geschreven: Zonder stropdas, niet toegelaten.
Waarom loop je zo moeilijk?. We hebben sinds gisteren een hond, een Duitse dashond en die heb ik uitgelaten. Kon je hem niet bijhouden?. Jawel, maar ik heb even getest of het wel een Duitse dashond was. Toen ik een fiets zag zei ik: kijk daar, das Rad. Die hond wordt wild, valt die fiets aan en vernielt de banden even verder loopt er een moeder met kind en ik zeg: kijk daar, das Kind. Hij is weer niet te houden en valt dat kind aan. Terug thuis doe ik nog een test, wijs op de klok en zeg: Das Uhr en twee minuten later ligt de klok vernield op de grond. Mijn vrouw komt thuis en ziet de vernielde klok en ik vertel wat er gebeurd is, waarop zij zegt: Das klote.
Een jong katje zit voor een huis in de zon. Komt er een grote kater langs. Wat ga je doen?, vraagt de kat. Ik ga miesje neuken, zegt de kater. Is dat leuk?, vraagt het katje. Ja nou en of, zegt het kater. Mag ik mee?, vraagt het katje. Ja hoor. Na een poosje komen ze bij een grote schuur en daar zit miesje van het zonnetje te genieten. Ze ziet de kater al van ver aan komen en neemt een sprint om de schuur heen. De kater sprint achter haar aan en het jonge katje daar weer achteraan. Maar Miesje heeft echt geen zin en blijft rondje na rondje om de schuur rennen, gevolgd door de kater en het katje. Tot het katje na een poos roept: Nou, ik neuk nog één rondje mee, maar dan schei ik er echt mee uit, hoor.
Een dikke beer, een vos en een konijn moeten in dienst, maar daar hebben ze geen zin in. Het konijn is als eerste aan de beurt en zegt: Oh wat nu?, zegt de vos: We snijden gewoon je oren eraf dan wordt je wel afgekeurd. Zo gezegd zo gedaan, even later komt het konijn weer terug. Het werkt ik ben afgekeurd, zegt hij. Nu is de vos aan de beurt. Weet je wat, zegt het konijn. We hakken je staart er gewoon af en weer zo gezegd zo gedaan. Kwartiertje later komt de vos terug. Ja hoor, het is gelukt, zegt de vos. Nu is de dikke beer aan de beurt en de vos heeft al een idee. Hij zegt: We slaan je tanden er gewoon uit, zegt de vos en hij naar de keuring. Even later komt hij terug en zegt: Joepie, Joepie, ik ben ook afgekeurd, was te dik.
Waarom durven koeien niet zingen?. Omdat ze schrik hebben dat de andere koeien boe gaan roepen.
Een Bouvier en een Duitse herdershond zitten in de wachtkamer van de dierenarts. Vraagt de Duitse herdershond aan de Bouvier waar hij voor komt. Dat zal ik je vertellen, zegt de Bouvier: Gisteren liep de kat van de buren bij ons door de tuin, ik kon me niet beheersen en beet hem dood. Nu krijg ik mijn verdiende loon, een spuit. Wat verschrikkelijk zegt de Duitse herdershond. Maar wat kom jij hier doen?, vraagt de bouvier. Ja, zegt de Duitse herdershond. Gisteren was mijn vrouwtje aan het douchen, ze liet de zeep vallen en bukte zich. Ook ik kon me niet beheersen: Ik besprong ze van achteren. Zo, zegt de Bouvier, dus jij krijgt ook de spuit. Nee, zegt de Duitse Herdershond, ik ben hier om mijn nagels te knippen.
Twee gekken lopen op de Vogeltjesmarkt in Antwerpen. Ze willen graag een hondje kopen, maar alle hondjes zijn al verkocht. Pas bij het laatste kraam vinden ze een hondje. Maar het is wel een beetje een zielig hondje. Het is bijna kaal en het heeft maar drie pootjes en één oogje. Toch vinden ze het meteen een lief hondje. Ze kopen het beestje en nemen het mee naar huis. Na een paar dagen vinden ze het toch wel een erg zielig hondje. Ze gaan ermee naar de dierenarts. Die bekijkt het beestje en zegt: Ja, ik denk toch dat hij moet worden afgemaakt. Dat dachten wij al, antwoorden de twee gekken. Kunt u bij benadering zeggen wanneer hij af is?.
Roodkapje loopt door het bos en ineens ziet ze de grote boze wolf in de bosjes zitten. Ze loopt naar hem toe en zegt: Maar grote boze Wolf, wat heeft u kleine oogjes. Zegt de grote boze wolf: Rot op joh, ik zit te schijten.
Een grote bruine beer zit in het bos grommend te schijten. Op een gegeven moment komt er een konijntje naast hem zitten om er ook een paar dropjes neer te leggen. De beer kijkt grommend omlaag naar het konijn en vraagt: Blijft bij jou de stront ook zo aan je vacht plakken?. Nee zegt het konijn, daar heb ik geen last van. Dan is het goed, gromt de beer. Hij pakte het konijntje en veegde er flink zijn reet mee af.
Er loopt een man op straat en opeens ziet hij een kikker zitten en de kikker zegt: Als je me kust wordt ik een beeldschone vrouw en mag je een dag alles met me doen wat je wilt. De man pakt de kikker op, kijkt ernaar en stopt hem in zijn zak. Tijdje later zegt die kikker: Ok, als je me kust, mag je een week alles doen met me wat je wilt. De man kijkt weer naar de kikker, zegt niets en stopt hem weer terug in zijn zak. Zo gaat dat een tijdje door. Zelfs als de kikker beloofd altijd bij de man te blijven en dat hij alles mag doen, maar de man kijkt alleen maar en stopt de kikker steeds terug in zijn zak. Ik snap het niet, zegt de kikker, je weet wat je kan krijgen, maar toch kus je me niet. Waarom niet? en de man zegt: Ik ben van beroep manager en aan een relatie of zelfs een vrouw heb ik niks, maar een pratende kikker vind ik wel leuk.
Jantje moet een glas melk hebben en krijgt die van zijn moeder. Na een slok melk gedronken te hebben zegt Jan tot zijn moeder, maar die melk is zuur: Waarop zijn moeder hem zegt: Jantje, ik kon het wel vermoeden, want tijden het melken van de koe viel die in slaap.
Twee konijnen en een ezeltje zitten 's avonds langs de kant van de weg. Vraagt het ezeltje aan het konijn: Hoe komt dat nu, je ziet hier altijd platgereden ezeltjes op de weg liggen, maar nooit een platgereden konijn. Wij hebben een goede methode. Als wij de weg oversteken en we zien twee grote koplampen aankomen, dan gaan we precies in het midden van de weg zitten. Als de koplampen dichterbij zijn, dan bukken we ons en dan kunnen we daarna gewoon weer doorlopen. Maar ik zal het je even laten zien. Het konijn loopt de weg op en er komen twee grote koplampen aan. Het konijn gaat in het midden van de weg zitten, bukt zich en loopt gewoon de weg op. Zie je wel, dat er niets gebeurd. Dat wil ik ook eens proberen, zegt het ezeltje. Het ezeltje loop de weg op en er komen twee koplampen aan. Het ezeltje gaat precies in het midden van de weg zitten, het bukt zich en wordt finaal platgereden. Dat zie je niet vaak meer hé, zo'n driewieler.
Een baby schildpad stond onderaan een boom en na een diepe zucht begon hij te klimmen. Een half uurtje later bereikte hij de hoogste tak van de boom en liep tot op het puntje van de tak. Hij sprong van de tak naar beneden, zwaaide met zijn vier pootjes en landde met een doffe klap op de grond.
Het schildpadje schudde zichzelf af en liep terug naar de boomstam en weer begon hij na een diepe zucht aan de klim naar de top. Een half uurtje later bereikte hij opnieuw de top van de boom en sprong opnieuw naar beneden en opnieuw flapperde hij met zijn pootjes.
Wederom landde hij met een doffe klap op de grond, schudde zichzelf af en begon aan een nieuwe klim naar de top. Iets verderop waren twee vogeltjes het tafereel aan het gadeslaan en het éne vogeltje richtte zich tot de andere en zei: Schat, denk je niet dat het tijd is dat we hem vertellen dat hij geadopteerd is?.
Vader Ooievaar tracht zijn zoon een beetje gerust te stellen, tijdens één van moeder Ooievaar regelmatige voortkomende nachtelijke absenties. Huil maar niet, jongen, zegt de vader sussend. Je moeder brengt baby's naar de mensen en dat maakt de mensen heel gelukkig. De volgende nacht is het de beurt aan moeder Ooievaar, om zoonlief te troosten. Jongen, je vader is zo weer terug, als hij de pappies en mammies hun kindje heeft bezorgt. Een paar dagen later zijn vader en moeder Ooievaar vreselijk ongerust, want hun jongen is de hele nacht niet op zijn nest geweest. Als hij eindelijk bij het krieken van de dag terug keert, vragen zijn opgeluchte ouders waar hij de hele nacht geweest is. Oh, ik heb een paar scholieren de schrik van hun leven bezorgd.
Er was eens een muis en een olifant in de woestijn aan het wandelen. De muis liep in de schaduw van de olifant. Na een tijdje zegt de muis tegen de olifant: Als jij het te warm krijgt, loop jij dan maar in mijn schaduw.
Een man is op reis door de jungle, als hij bij een rivier komt en hij vraagt aan de inboorling: Ik wil graag wat zwemmen, maar er zitten hier toch geen krokodillen?. De inboorling stelt de man gerust en zegt: Nee, er zwemmen hier echt geen krokodillen hoor. De man duikt in het water en wat later komt hij weer boven en vraagt toch nog: Waarom zijn hier eigenlijk geen krokodillen?. Die waren er wel, maar ze zijn laatst allemaal opgegeten door de piranha's.
In Texas rijdt een cowboy te paard over de prairie. Op een gegeven moment ziet hij Rob tussen de gehakte cactussen liggen, met zijn oor op de grond. Opeens zegt Rob: Kijk daar, een postkoets met zes paarden, drie zwarte, twee bruine, een wit paard en een cactus zijn net voorbij gereden. Hoe weet je dat en kun je ze ook horen?, vraagt de cowboy. Die zijn net dwars over.
Een tip voor de duivenliefhebbers: Kruis uw duiven met papegaaien. Als ze dan onderweg verloren vliegen, kunnen ze dan nog altijd de weg vragen.
Een ooievaar vliegt rond met een doek aan zijn snavel, waar een man van 90 jaar in zit. Die man vraagt aan de ooievaar: Zeg eens vogeltje, wanneer geef je nu eens toe dat je verdwaald bent?.
Meneer, u mag hier niet vissen, ik zal u een boete moeten geven, zegt de agent. Maar ik zit helemaal niet te vissen, ik geef mijn worm zwemles, zegt de man. Dan krijgt u van mij een boete van 25 €, want uw worm zwemt zonder badpak aan, zegt de agent.
Een man zijn schoonmoeder is onlangs overleden en op de begrafenis vraagt een vriend hem: Wat had je schoonmoeder?. Een grote villa, zegt hij. Waarop de vriend zegt: Nee nee, wat mankeerde ze? en hij zegt: Een appartement aan zee. Maar nee, zegt de vriend, hoe is je schoonmoeder gestorven?. Ze is met de frietketel van de trap gevallen. Amaai, zegt de vriend en wat heb je dan gedaan?. Boterhammen gegeten.
Een gepensioneerde man gaat naar het OCMW om een uitkering te vragen en na lange tijd gewacht te hebben is hij aan de beurt. De vrouw aan het loket vraagt zijn identiteitskaart, om zijn ouderdom te controleren. De man vind ze niet en realiseert zich, dat zijn brieventas thuis heeft laten liggen. De man zegt tegen de vrouw dat hij zal naar huis gaan en met zijn identiteitskaart terug zal komen. Doe de knoopjes van je hemd eens open, hij opent zijn hemd en de vrouw ziet veel grijs borsthaar, zegt de vrouw. Oké, zegt ze. Dat zegt genoeg, je bent oud genoeg voor de uitkering. Nadat de papieren ingevuld zijn, gaat de man tevreden naar huis en thuis gekomen verteld hij aan zijn vrouw wat hij heeft meegemaakt. Je had je broek moeten uitdoen, dan kreeg je wellicht nog een invaliditeitstoelage ook, zegt zijn vrouw.
Er was eens een varken en een kip. Ze liepen over een druk terras en de kip stelde voor om omeletten te gaan bakken. Dat vond het varken een goed idee en de kip zei: Oké, dan zorg ik voor de eieren en jij voor de ham.
Een muis kijkt tegen een benzinepomp op en vraagt: Ben jij een robot?. De bezinepomp zegt niets terug en de muis vraagt voor de tweede keer: Ben jij een robot of niet?. Maar de bezinepomp zwijgt nog steeds in alle talen. De muis is boos en zegt: Haal die vinger nou eens uit je oor, dan hoor je tenminste wat ik je vraag.
Twee ijsberen zijn samen in de woestijn. Zegt de éne ijsbeer tegen de andere ijsbeer: Het heeft hier erg gesneeuwd, want ze hebben veel zand moeten strooien.
Je loopt in een bos en je merkt na een tijdje dat er allemaal eekhoorntjes achter je aan komen. Hebt je enig idee, waarom?. Ze hebben nog nooit zo'n grote eikel gezien.
Twee slakken staan op de stoep. Zeg de éne tegen de andere: Kom, we steken over. Nee, want volgende week komt er een bus voorbij.
Peter vraagt aan Jantje: Heeft jou hondje ook een stamboom?. Nee, mijn hondje plast altijd tegen een andere boom.
Een giraf komt terug in de dierentuin. Wat kijkt je chagrijnig?, vraagt de bewaker. Ik kom net van bij de kapper en alleen mijn nek uitscheren kost al 1500€.
Er staan twee koeien in de wei en de éne koe staat te springen. Waarom staat je daar zo te springen?, vraagt de andere koe. Ik ben bezig met de slagroom te kloppen voor morgen, want ik ben morgen jarig.
Twee slakken lopen op straat en gaan naar het strand. Een slak ziet een naaktslak liggen en zegt tegen de andere slak: Kom, we gaan hier weg, want het is hier een naaktstrand.
Met hoeveel pootjes loopt een duizendpoot over een mesthoop?. Met 999, want hij gebruikt er ééntje om zijn neus dicht te knijpen.
Papa, bent u bang voor leeuwen?, vraagt zoonlief. Nee, jongen en voor tijgers?. Ook niet en voor wurgslangen?. Helemaal niet. Dan ben u maar alleen bang voor mama.
Er staan twee paarden in de wei. Kijk, daar vliegt een paard door de lucht en nog één en nog één, zegt het ene paard. Volgens mij moet hier ergens een nest zijn. Nee, ze vliegen naar het zuiden, want het zijn trekpaarden, zegt het ander paard.
Tijdens het Wereldkampioenschap voetballen tussen de olifanten en de spinnen, staat het bij de rust 1-0, voor de olifanten. Na de rust wordt één van de spinnen vervangen door een duizendpoot. Die scoort het éne doelpunt na de andere, zodat de wetstrijd eindigt met een gigantiche 2-30 voor de spinnen. Na afloop vraagt de coatch van de olifanten aan de trainer van de spinnen, waarom hij de duizendpoot niet eerder heeft ingezet. Dat beest heeft altijd zoveel tijd nodig om zijn schoenen aan te trekken, zegt de spinnentrainer.
Twee koeien staan in de wei en zegt de éne koe: 't Is toch erg hé, met die gekke koeienziekte?. Daar hebben we geen last van, zegt het voorbij lopende konijn.
Erik huilt tranen met tuiten, omdat zijn cavia is gestorven. Nou niet huilen Erik, zegt vader. Dat deed je ook niet toen opa was gestorven. Ja, maar die heb ik niet van mijn zakgeld gekocht.
Twee luizen lopen op straat en zegt de éne luis tegen de andere luis: Chips, ze hebben mijn portemonnee gestolen en de ander luis zegt: Wat een luizen streek.
Is het echt zo vochtig bij jullie thuis?. Ja, het is verschrikkelijk. Vanmorgen zat er een vis in de muizenval.
Koen logeert bij zijn oom op de boerderij en hij mag komen kijken bij de geboorte van een kalfje. Weet je eigenlijk wel hoe dat gaat, Koen?. Eerst komen de voorpoten, dan de kop, vervolgens het lijf en daarna de achterpoten en wie zet hem dan in elkaar?, vraagt Koen.
Een vrouw gaat naar de dierenwinkel om een papagaai te kopen en ze vraagt zich af waarom die éne papegaai zo goedkoop is. Hij heeft in een poef gestaan, zegt de verkoper en zegt hij dan vieze dingen of zo. Dat niet. Even later koopt ze de papegaai en thuisgekomen vraagt de papagaai meteen: Nieuwe kamer?. Nee, zegt de vrouw. Even later komt haar dochter thuis en de papegaai zegt: Nieuwe wijven?. Nu moet je wel op je woorden letten. Dit is mijn dochter en je nieuwe huis en voor de rest wil ik geen onzin meer horen, zegt de vrouw. Even later komt haar man thuis en het eerste wat de papagaai zegt: Eindelijk weer eens een bekende.
Twee koeien zaten in het bad en de eerste koe zegt tegen de andere koe: Lekker badje hé en de andere koe zegt: Ja, dat wel, maar ik heb wel een probleem. Wat voor een probleem?. Ik krijg mijn zwarte vlekken er niet af.
In een groot bos loopt een magische kikker. De kikker is in heel zijn leven nog nooit een ander dier gezien, totdat er een haas langskomt gevolgd door een hongerige beer. De kikker is zo verast dat hij stop roept en de haas en de beer allebei drie wensen laat doen. De beer en de haas zijn daar wel voor in, dus de beer mag beginnen met wensen. De beer wenst dat alle beren in het bos behalve hijzelf vrouwtjes beren worden. Dan mag de haas een wens doen en hij zei: Ik wil een motorhelm. De beer denkt van: Stomme haas je kan toch ook geld wensen om een helm te kopen.
Maar ja de beer mag weer wensen en zei: De beer wenst dat alle beren in het bos ernaast behalve hijzelf ook vrouwtjes beren worden. Dan mag de haas weer een wens doen en zei: Ik wil nu een motor. Dan mag de beer zijn laatste wens doen en hij wenst dat alle beren over de hele wereld behalve hijzelf vrouwtjes beren worden. En tot slot mag de haas zijn laatste wens doen en zei: De haas zette zijn motorhelm op en start zijn motor. Ik wens dat deze beer hiernaast mij homo is, en de haas scheurt weg.
Ik zat laatst met wat vrienden in een Chinees restaurant. Ze hadden daar een prachtig aquarium met twee haaien erin, een grote en een kleine. Ik ben altijd ontzettend gefascineerd door aquaria, dus mijn aandacht bleef steevast naar die twee haaien gaan. Op een gegeven moment komt de ober vragen of we alvast wat willen drinken. Ik bestel een biertje, net als mijn vrienden en als de ober wegloopt zie ik de kleine haai de grote in zijn staart bijten. De grote draait zich even geërgerd om en hapt terug maar de kleine haai, maar die is net op tijd weg. Even later komt de ober terug met onze biertjes en hij vraagt of we al weten wat we willen eten. We bestellen met zijn vieren een grote rijsttafel, omdat we niet goed kunnen kiezen. Als de ober wegloopt bijt de kleine haai weer in de staart van de grote haai en schiet gauw weg achter een rots in het aquarium. Als de ober terug komt vertel ik hem wat die kleine haai iedere keer doet als hij wegloopt, waarop de ober briesend op het aquarium afstormt en met gebalde vuist naar de kleien haai schreeuwt: FOEI JONG HAAI.
Er zit een kerel aan de bar met een kikker op zijn schouder. Wat heb jij nou op je nek zitten?, zegt de man naast hem. Een kikker, dat zie je toch, zegt die kerel. Dat zie ik natuurlijk ook, zegt die man. Maar wat moet je met zo'n beest?. Die kikker kan pijpen als geen ander, zegt de man. De vent naast hem kijkt hem ongelovig aan, waarop de ander het beest van zijn schouder haalt en zegt: Neem hem maar eens 10 min. mee naar de w.c, dan praat je wel anders. 10 minuten later komt de ander helemaal wezenloos terug van het toilet en vraagt: Wat de kikker moet kosten. Voor een paar glazen bier kun je hem meenemen, zegt de man. Ik heb er thuis toch nog een paar. Zo gezegd, zo gedaan en dus komt die kerel 's avonds ladderzat thuis met de kikker nog steeds op zijn schouder. Zijn vrouw ziet het en vraagt: Wat hij denkt te doen met dat vieze beest?. Ik leer hem koken en dan gooi ik jou buiten, zegt de man.
Een grote beer zit in het bos grommend te schijten. Op en gegeven moment komt er en konijntje naast hem zitten om er ook een paar dropjes neer te leggen. De beer kijkt grommend omlaag naar het konijn en vraagt: Blijft bij jou de stront ook zo aan je vacht plakken?. Nee, zegt het konijn, daar heb ik geen last van. Dan is het goed, gromt de beer. Hij pakt het konijntje en veegde er flink zijn reet mee af.
Er komt een naaktslak bij de dokter en zegt: Dokter, ik voel me niet goed. Ah, zegt de dokter, ik zie het al, je ben dakloos.
Er loopt een prinsesje door het bos en die ziet daar een kikker lopen, ze vraagt aan die kikker: Als ik jou kus, wordt je dan ook een mooie prins?. Nee, da's mijn broer, mij moet je eerst pijpen, zegt de kikker.
Op een grote zandvlakte staat één boom. In die boom zit een aapje. Er onder loopt een tijger die het aapje op wil eten. Hoe komt het aapje eruit?. Als zo'n grote aap als jij het niet weet, hoe weet zo'n kleintje het dan.
Er was eens een olifant aan het zwemmen en ineens hoorde hij een stem die riep: Kom uit dat water en de olifant dacht bij zijn eigen: Waarom zou ik uit het water gaan, ik blijf maar lekker verder zwemmen. Na een tijdje hoorde de olifant weer die stem: Kom uit het water. Het grote grijze dier zag een klein grijs diertje, een muis. De muis zei tegen de olifant: Ga maar terug het water in. De olifant werd boos en zei: Niet met mijn voeten spelen, hé. Waarom moest ik er dan uit en nu er weer in?. Het was maar om te zien of jij soms mijn zwembroek niet aan had.
Er komt een olifant voorbij lopen en die loopt nogal mank. Een muis ziet dat en vraagt de olifant wat er aan de hand is. Ik heb een splinter in mijn poot, zegt de olifant. O, zegt de muis, die wil ik er wel even voor je uittrekken. En de muis trekt de splinter uit de poot van de olifant. Ik ben je eeuwig dankbaar, zegt de olifant. Als ik jou ooit van dienst kan zijn, dan moet je het maar zeggen. Nou, dat komt goed uit, zegt de muis. Ik ben een mannetjesmuis, jij bent een vrouwtjesolifant: Ik heb altijd al een olifant willen neuken. Nou, da's goed, zegt de olifant, ga je gang. Dus die muis loopt naar achteren, kruipt tegen de poot van de olifant op en tilt zijn staart op. Vlakbij in een boom zit een aap. Juist als de muis ten aanval gaat, gooit de aap een kokosnoot keihard op de kop van de olifant. De olifant gooit zijn oren opzij en zijn slurf omhoog: Tetteretetteretetteretet. Waarop die muis roept: Ja, schreeuw maar, schreeuw maar.
Een vader hoort zijn zoontje aan een konijn vragen: Hoeveel is drie plus twee?. Wat ben jij in godsnaam aan het doen, vraagt de vader aan het jongetje. Wel pa, de meester zegt dat konijnen zo snel kunnen vermenigvuldigen. Maar dat stom konijn kan zelfs nog niet eens optellen.
Ik heb twee goudvissen, maar ik weet niet wie het mannetje en wie het vrouwtje is?. Dat is toch heel eenvoudig. Je strooit een paar korrels in de visbak en als hij hapt, dan is het een manneke en als zij hapt, dat is het een vrouwtje.
Toen ik nog nen jonge was en strenge winters waren dat het kraakte, hadden al onze beesten op de boerderij ne mantel rond hun lijf.
Ook over hun voeten waren er van die warme wollen kousen getrokken, en op hun kop hadden ze een warme sjaal gebonden, die ze hadden gekregen van soldaten die gesneuveld waren.
De koeien en paarden die in de wintermaanden hun dagen buiten moesten doorbrengen, omdat er in die kleine stallen geen plaats meer was, droegen allemaal een verwarmt winterpak.
Mijn vader ging elke morgen met 15 flessen, die gevuld waren met warme thee, naar de weide en goot die warme thee in een oude badkuip, die hij gewonnen had met een lotje van de boerenbond.
Den dag van vandaag is dat heel anders, want de modernisme heeft spijtig genoeg alles veranderd.
Maar of het ne goeie tijd is, dat betwijfel ik toch hoor.
Ik hoor de meeste mensen al zeggen:
- Natuurlijk is dat ne goeie tijd, want we kunnen ons meer permiteren.
Awel mannekes, vroeger kon ik dat niet, maar ik was potverdekke toch gelukkig hoor.
Maar ja, ne mens moet met de tijd meegaan hé.
En toch denk ik nog geregeld terug aan diene goeie ouwe tijd, en ik denk dat er velen onder jullie daar ook nog wel eens aan denken.
Stilaan en met veel weemoe aan den tijd van vroeger, heb ik mij toch kunnen aanpassen hoor.
Maar toch denk ik daar nog wel eens aan terug hoor en dan zeg ik in mijn eigen:
- Waar is de tijd van toen?.
Awel, spijtig genoeg is hij door de modernisme verdreven en komt hij niet meer terug. Hij heeft plaats gemaakt voor nen nieuwe tijd. Nen tijd vol misere en armoede. Van verdriet en pijn.
Daarom zeg ik: Wat ben ik blij dat ik geen twintig meer ben.
PS: Met dit gezegde ga ik sluiten, want de goeie ouwe tijd komt toch niet terug, en wij worden met zijn allen een dagje ouder.
Nu we gedwongen zijn van zoveel mogelijk binnen te blijven, omdat die Corona-virus nog altijd op de loer ligt, heb ik mij toch ne keer gewaagd om een natuurwandeling te maken.
Ik was nog geen half uur in het bos aan 't wandelen, als ik daar plots met mijne 45 op ne molshoop trapte.
Potverdikke zeg, wel tien blinde mollen kwamen daar van hunne tak maken:
- Hela, ziet ge niet waar ge loopt.
- Ge hebt ons dak kapot gemaakt, terwijl wij aan tafel zaten 't eten.
Amai, azo ne uitleg dat ik kreeg.
Ik wist niet dat die blinde mollen zo brutaal konden zijn.
Ik heb in mijn leven al zoveel molshopen plat getrapt en nog nooit heeft ne blinde mol tegen mij gezegd: Wat ik mag en niet mag.
Maar ik moet u wel zeggen, dat die blinde mollen ook in overtreding waren, wat geen ene blinde mol had een mondkapje aan (mondmasker).
Ik heb daar een paar vogels moeten wegjagen, omdat er te veel waren en omdat ze geen anderhalve meter afstand hielden van mekaar.
Ze kwamen met zijn allen kijken naar het ingestorte dak van de blinde mollen.
't Was precies of de zee stond in brand, van diene wandelaar die zijn brandende sigaret in de zee gooide.
- Ik ben toch voor het mollentribunaal moeten verschijnen hoor.
Toen ik daar aankwam, was er niemand aanwezig, maar op de deur hing er een papierke met daarop:
- De zitting is voor onbepaalde tijd uitgesteld, omdat iedere opgeroepen mol blind is.
En ik, ik mocht mijn wandeling verder zetten en van dat mollentribunaal heb ik niks meer gehoor.
Tijdens mijn wandeling heb ik nog een paar molshopen zien liggen, maar tot mijn grote verbazing stond er op iedere molshoop een bordje met daarop:
- Gelieve rond te gaan, want dit is privé terrein.
Blijkbaar hadden al die blinde mollen van het dierentribunaal een papierke gekregen, om hun eigendom te beschermen.
Ik moet u wel zeggen dat ik een paar blinde mollen tegengekomen ben met een mondkapje (mondmasker) aan en ze hielden een anderhalve meter afstand van elkaar.
Ik denk dat die 's avonds naar het nieuws kijken, om te weten hoeveel blinde mollen er jaarlijks bijkomen.
Op het einde van mijn wandeling zag ik daar in de verte een groep blinde mollen de kusjesdans aan het dansen.
Blijkbaar was ne blinde mol zijn verjaardag aan het vieren of ging er ene op pensioen?.
Nu ik terug thuis ben, ga ik ook op mijn eentje een feestje vieren zie.
Ja mannekes, in deze moeilijke tijden zal flipper de flip u een een paar leuke mopkes geven, gratis en voor niks, om uw lachspieren aan 't lachen te brengen, maar ook om eventjes uw zorgen te vergeten.
Een boer is zijn land aan het omploegen.
Aan de beek die naast zijn land loopt, zit een visser te vissen.
- En, al iets gevangen?, roept de boer.
- Ja hoor, zegt de visser, ik heb zopas een vis gevangen van meer dan een meter lang.
- Dat is nog niks, zegt de boer.
- Gisteren botste ik tijdens het ploegen op een legertruck uit de Tweede Wereldoorlog.
En weet je wat?.
De koplaampen brandden nog.
De visser reageert ongelovig en zegt:
- Jij opschepper.
- Oké, zegt de boer, als jij een halve meter van die vis afhaalt, doe ik de lampen uit.
Karel en Marcel zitten in het park op een bank.
Karel staat bekend als een stoefer en een overdrijver en nu is het weer van dadde.
Ik ga jou nu wat vertellen, zegt Karel tegen Marcel, maar als je peinst dat ik overdrijf, moet ge stop roepen.
- Een tiental jaar geleden was ik betrokken bij een wreed verkeersongeval.
Ik reed er langs een landelijke weg en werd er op een zondagmorgen zwaar aangereden door een grote boerenploeg, die ineens de weg dwarste.
Eén van de ploegmessen ging dwars door mijn keel en mijn strottenhoofd en ik verloor heel veel bloed.
Ik heb toen maar mijn afgesneden hoofd onder mijn arm genomen en zo rap als mogelijk tot aan de dichtsbijgelegen apothekerij gewandeld, om windens en verband te kopen.
- Stop, roept Marcel,dat kan niet, de apothekers zijn de zondag gesloten.
Tijdens de tekenles loopt de ondeerwijzer rond om de creaties van de leerlingen te beoordelen.
- Waarom heb jij nog niks getekend?, vraagt hij aan Niels, wiens tekenblad nog helemaal vlekkeloos wit is.
- Maar dat heb ik wel gedaan, zegt de jongen, ik heb een grazende koe getekend.
- Waar is het gras?, vraagt de onderwijzer.
- Dat heeft de koe opgegeten.
- Maar ik zie helemaal geen koe, zegt de onderwijzer.
- Natuurlijk niet, meester, die is weggelopen, omdat er geen gras meer over is.
Een jonge moeder weet geen blijf met haar huilende baby.
- Heb je al eens geprobeerd om hem in slaap te zingen?, vraagt haar vriendin.
- Ja.
- En help dat niet?.
- Ik weet het niet.
Na vijf minuten komen de buren altijd aanbellen, om te vragen of we het kind alsjeblieft zouden willen laten huilen.
Een man gaat naar de psychiater.
- Neemt u plaats, meneer, zegt de psychiater, terwijl hij voorovergebogen in een dossier zit te lezen.
- Wat is het probleem?, vraagt hij.
- Wel dokter, mijn probleem is dat niemand naar mij luistert.
Als ik op mijn werk iets vraag, moet ik het driemaal herhalen.
Thuis is het net hetzelfde. Niemand luistert en daardoor voel ik me soms zo eenzaam en alleen.
Toen ik klein was, gebeurde het ook vaak dat ik iets aan mijn moeder vroeg, maar ze hoorde me nooit.
De man vertelt zo nog een hele tijd door.
Op een bepaald ogenblik stelt de psychiater hem recht en zegt:
- Kunt u dat eens herhalen?.
Ik heb het echt niet goed begrepen, van wat u gezegd hebt.
Twee vleermuizen hangen ondersteboven naast elkaar uit te rusten.
- Wat was jouw rotste dag dit jaar?, vraagt de ene vleermuis.