Flipper de flip ga eerts beginnen met jullie allen een Gelukkig Nieuwjaar te wensen, en hopelijk een jaar zonder Corona.
Hopelijk is het een jaar dat we terug ons gewoon leven mogen leiden, zoals:
- Dat we terug onze kinderen in ons armen kunnen en mogen sluiten.
- Dat we gewoon naar de winkel kunnen gaan, zonder het mondkapje en 1,5 meter afstand te houden.
- Dat we mekaar terug ne knuffel kunnen en mogen geven, maar ook een handruk.
- Dat we terug en mogen samen zijn, zonder afstand te houden.
- Dat we samen terug op restaurant mogen en kunnen gaan, of een lekker kopje koffie mogen en kunnen drinken, om onze droge keel nat te maken.
Ik had op oudejaarsavond ne lekkere kalkoen klaargemaakt, om het oude jaar denifitief vaarwel te zeggen.
Toen ik diene kalkoen wilde opeten, is hij toch wel gevlucht zeker.
Waarschijnlijk was hij bang om opgegeten te worden, en wilde hij nog een beetje genieten van de natuur, ofwel moest hij zijne trein nog halen?.
Ik had ook nog vier kreeften besteld, maar bij het bereiden beet er een kreeft in mijne vinger.
Van colere heb ze alle vier hun vrijheid weer gegeven. Ik had mij ook nog 3 kilo oesters besteld, maar ze moesten die nog eerst vangen.
Ik had ook nog 2 dozen zwarte kaviaar gekocht, maar toen ik een doos kaviaar opendeed, vielen al die zwarte paternosterbollekes op de grond.
Potverdikke zeg, ik kreeg nog gene mercie, voor hun vrijlating.
Mijne hond had van ne boer een dooie kip gekregen, die al dood was.
Ne ganse nacht heeft hij hier liggen kakelen, zodat de watte uit mijn oren vlogen, die ik twee dagen voorheen had ingestoken.
Mijn twee goudvissen liggen hier zodanig te snurken, dat diene boot in aanvaring is gevaren met een klein zeilscheepke, die hier aan de muur hangt.
Mijn zwarte kat is van gans die fles cola die ze heeft uitgedronken, nog wat meer zwarter geworden, dan dat ze al was.
Mijne koekoek die boven mijn tv aan de muur hangt, den diene roept gene koekoek meer.
Want met al die meeuwen, die hier voorbij vliegen, is hij bang geworden, om nog koekoek te roepen. Maar geen probleem hoor, mijne hond klopt nu om het kwartier op zijne trommel.
PS: Ik ga nu mijn vuile talloren (borden) in de wasmachine steken, want ik heb die van verleden jaar vergeten te wassen.
Als ik dat gedaan heb, leg ik mijn tafellaken op mijn plat dak, om te bruinen.
Wat zal komen, kan ik u niet vertellen,
want ik heb niet de gave om de toekomst te voorspellen.
Wat het nieuwe jaar u zal brengen, weet ik niet.
Is het goed of slecht, vreugde of verdriet?.
Maar indien ik een toverstafje had,
dan toverde ik al het goede op uw pad.
Zonneschijn, veel liefde, een goede gezondheid,
veel vreugde en een jaar vol romantiek en deugd.
Ik zou toveren alles wat uw hartje zou lusten,
want eerder zou mijn toverstaf niet mogen rusten.
Maar groot is mijn verdriet, want een toverstaf bezit ik niet.
En daar ik ook geen tovenaar ben of was,
moet ik het nu doen zonder abracadabra of zonder hocus pocus pats.
Daarom wens ik u allen een Gelukkig Nieuwjaar op mijn eigen manier.
Ik wens en hoop dat in het nieuwe jaar al uw wensen en dromen,
Toen ik deze morgen in de woonplaats kwam, waar ik normaal ook woont, hoorde ik een geweldig gebleit.
Ik dacht eerst dat die meeuwen, die hier dagelijks rondvliegen, op mijn dak aan het bleiten waren, omdat het vandaag de laatste dag is.
Toen ik de deur opendeed, om naar binnen te gaan, zag ik het.
Mijn twee goudvissen zaten daar toch wel te bleiten zeker, omdat het de laatste dag is en omdat ook hun laatste dag is dat ze in hun aquarium mogen zwemmen.
Want ik heb alle dagen hun water nodig om te dweilen en mijn plastieken ramen af te wassen.
Potverdikke zeg, ze hebben toch wel mijn laken van mijn bed getrokken zeker, om hun bloedneus af te kuisen.
Ze waren tegen mekaar gezwommen, toen ze mekaar wilden voorbijsteken.
Mijn hond is hier bezig met ne spandoek te maken, omdat hij morgen naar Brussel gaat, om te betogen tegen de Corona.
Hij loopt hier alle rond met ne mondmaster op zijn muil, en hij vind dat wreed vervelend.
Mijn zwarte kat is gisteren voor de derde keer getest geweest op Corona, omdat ze niet anders deed dan hoesten en ze had ook last van koppijn.
PS: Dit is flipper de flip zijn allerlaatste dierenverhaal van 2020.
De mensen vragen zich soms af waar flipper de flip zijn verhaaltjes vandaan haalt?.
Awel, dat ga ik u direct gaan vertellen zie.
Af en toe zuig ik aan mijne duin, of dat nu mijne rechter of mijne linkse duim is, dat maakt niet veel uit hoor. In de ene duim zit er al wat meer in, dan in de andere duim.
Als ik aan mijn beide duimen zuig en er zit niks in, dan bonk ik met mijne kop tegen de muur, tot wanneer er iets uitvalt.
Nu mijn twee duimen aan het krimpen zijn, ben ik dan ook verplicht om mijn verhaaltjes wat in te korten ook hé.
Maar ook in mijn fantasie zit er nog veel verrassingen hoor, verrassingen om ze verder te vertellen.
Om ze verder te vertellen aan mensen die ze leuk vinden, en om ze nog eens te kunnen beleven, door ze te lezen.
Soms loop mijn fantasie over en dan moet ik weer beginnen puzelen, wat ik dan ook graag doe.
Hoe meer ge puzelt, hoe vlugger de tijd voorbij gaat en hoe vlugger ze in elkaar gaan passen.
Ik moet u wel zeggen, dat ik eerst mijne duim op de weegschaal moet leggen hoor, om te weten hoeveel verhaaltjes of zever er nog in zit.
Verhaaltjes worden soms verzonnen, maar sommige kunnen ook heel plezant zijn.
Ik fantasseer graag verhaaltjes over dieren, ze kunnen spijtig genoeg niet praten, maar sommige dieren zitten toch vol verrassingen hoor.
Ook onze kleurrijke natuur heeft heel wat te vertellen, als je heel goed luisterd.
Zelfs de vogels en de planten hebben hun eigen verhaal, om het op papier te neer te zetten.
Sommige dieren vertellen hun verhaal zelf, maar dan wel in een heel ander taal.
Als je echt van de natuur houdt, dan kan je er ook heel wat van leren.
PS: Af en toe zit er een verdwaald fantasie-verhaaltje in mijne grote teen, dat blijkbaar verdwaald was.
Mijn fantasie is......
Mijn fantasie houdt me in leven,
en mijn fantasie wil ik dan ook niet kwijt. Door me veel te geven,
wat anders niet kan. Blijk het nu in werkelijkheid wel te kunnen. Mijn fantasie laat ik me niet ontnemen,
door niets en niemand hier op de aarde. Mijn fantasie is me heel erg dierbaar,
en maken vele mailgroepen gelukkig. Mijn fantasie is dan ook voor velen,
Toen ik nog ne jonge snotter was, ging ik af en toe in onze bloementuin, achter een paar mooie bloemen en gaf ze aan mijn moeder, om haar te zeggen:
- Hoeveel ik van haar hou.
Ook in de natuur staan er prachtige bloemen, kleurrijke bloemen die de natuur een kleurrijk tintje gaf.
Sommige bloemen kan je van ver ruiken, precies of ze worden ’s morgens besproeid met een ruikende eau de cologne (parfum).
Het zou dan ook heel spijtig zijn om ze plat te trappelen, want dan staat er plots een bloem op die u zegt:
- Hélaba, ziet ge ons niet staan toch?.
In onze bloementuin stond er een mooie, treurige bloem, waar ik af en toe een klapke mee deed.
En hoe meer ik er tegen praatte, hoe meer ze ook luisterde.
'k Had zodanig veel met haar gepraat, dat al de madeliefjes die er rond stonden, begonnen te groeien en groeien. Ze groeiden zodanig snel, dat de vogels zich afvroegen:
- Waar moeten we nu onze nest bouwen?.
Want al de bomen waren van versmacht, bij gebrek aan zuurstof en vielen omver.
Mijn lieve moeder zit nu spijtig genoeg in een rusthuis en op de vensterbank staat een bloempotteke met een kleurrijke bloemeke erin.
Elke dat praat ze daar tegen, en nu staat gans haar kamer vol met kleurrijke bloemen.
PS: 't Is daarom dat flipper de flip dikwijls zegt:
- Bloemen houden van mensen, mensen houden van bloemen.
Een veld vol met boterbloemen kijken mij zomaar aan,
en ik hoor ze lachen met elkaar, totdat de éne zegt:
- Mens, ga nu eens zitten en kijk ons nu eens aan.
Gehurkt kijk ik naar ze en denk,
wat een prachtig bestaan.
Ze doen de mensen even hun zorgen,
pijn en verdriet heel even laten te vergeten.
Alsof ze zeggen wou:
- Kom mens geniet en ik heb ze dan ook in mijn geheugen geprent.
Ik had gisteren mijn wandelvoorbereidingen, want ik en mijne hond zouden vandaag gaan wandelen.
Toen ik deze morgen wakker werd, van dat gekraak en dat winderig lawaai boven mijne kop, wist ik meteen wat er aan de gang was.
Ik dacht eerst dat er iemand de poort heeft laten openstaan, maar het bleek geen waar te zijn.
't Waren potverdikke toch wel de hemelpoorten zeker, die openstonden.
Waarschijnlijk heeft Sinte-Pieter de hemelpoort vergeten dicht te doen, en zijn al die engelkes met hun vleugels beginnen slaan, om afkoeling op te vangen.
Of is er vannacht iemand binnengegaan, zonder toestemming en per ongeluk de hemelpoort laten openstaan.
Ik feite zijn het mijn zaken niet hoor, en toch probeer ik van diene winderige zondag ne aangename zondag van te maken.
Toen ik deze morgen de voordeur wilde opendoen, werd ze toch wel tegengehouden zeker.
Waarschijnlijk stond er langs de andere kant van de deur iemand te duwen, die nog veeeel harder kon duwen dan ik.
Ik trok de achterdeur open en ook daar was diene winderige wind aanwezig, zodat mijn rugzag, die ik op mijn ovalen rug had gebonden, de lucht in vloog, gelijk nen sneltrein die hier voorbij raasde.
Terwijl ik naar mijne zwevende rugzak aan het kijken was, glipte mijne hond naar buiten.
Op één, twee, drie, zag ik mijne hond in de lucht zweven, als er daar boven ene stond te roepen.
Ik heb dan direct gebeld naar Sinte-Pieter, om hem te zeggen dat hij mijne hond direct moet terug sturen, als hij daar aankomt.
Na 2 uur is mijne hond met de luchtpost aangekomen en stond hij aan de voordeur te schudden en te beven van de kou.
Nu zit hij hier in mijne microgolf, om te drogen en o hem wat op te warmen, zodat zijn schudden en beven verdwijnen.
Ik blijf gezellig thuis, om weldra te kunnen genieten van ne graatloze kalkoen, die in de oven ligt te bruinen.
Mijne hond krijgt dan de kalkoenbeentjes van mijn kalkoen, die ik heb achtergelaten.
Om dan deze namiddag te kunnen genieten bij een spelleke mono-poli.
Morgen spreken ze van mooi weer, zonder regen, hagel of sneeuw, dus gaat flipper de flip ne wandeltocht in de weide natuur maken.
Voor ik daaraan begint, moet ik eerst nog alles gereed maken en daar ga ik direct aan beginnen zie.
Ik heb deze morgen mijn schoenzolen, die langs de onderkant van mijn schoenen staan, schoon glad gestreken met een warm strijkijzer.
De plooikes in mijn kapotte hemd plat gewreven met een pletrol, die ik verleden jaar van mijn moeder hebt gekregen voor mijne zoveelste verjaardag.
Mijn valse tanden in de wasmachiene gesmeten, en ze gewassen op 30 graden, om zeker te zijn dat ze niet gaan krimpen.
Want verleden jaar had ik ze op 90 graden gewassen, en ik had er toch wel twee kleintjes zeker, die ik niet in mijne kon steken, omdat die veel te groot was.
Ge moogt zeker uw valse tanden in de droogkast steken, anders gaat die droogkast u bijten.
Verleden jaar had ik mijn valse tanden, nadat ze gewassen waren in de droogkast gestoken.
Die droogkast had toch wel mijn valse tanden opgefret (opgegeten) zeker, en toen ik het deurke opendeed beet ze ook nog een stuk uit mijn lange tong.
Nu loop ik hier rond met een ingekorte tong, zodat ik nu verplicht ben om mijn eten eerst plat te kloppen, met ne mattenklopper.
Mijn 13 plooikes die op mijne kletskop liggen, schoon plat gekampt met ne schuurborsten, waar er 47 zwarte varkensharen op staan, van een varken die haar te veel had.
Mijn twee grote wenkbrauwen wat verkleind, met een verkleinprodukt die 25 jaar in de kast heeft gestaan, omdat ik niet nodig had.
Ne kam in mijne rugzak gestoken, moest onderweg mijn haar die op mijne kletskop staat, toch beginnen groeien, om dat te kunnen tegen houden.
Wat ik zeker niet mag vergeten in mijne rugzak te steken, dat is bruine schoenblink.
Want moesten bij het wandelen mijn twee zwarte schoenen vuil worden, dan kan ik ze direct beginnen poetsen hé.
Anders moet ik in ne schoenenwinkel, waar ze schoenen verkopen, binnen stappen en vragen om mijn twee schoenen schoon te poetsen.
Ziezo, ik denk dat ik morgen kan vertekken, samen met mijne hond, die ook ne rugzak op zijne platte rug zal binden en meenemen.
PS: Vanavond een uurke vroeger in mijn warme nest kruipen, en morgen een uurke vroeger opstaan.
Ik moet mijn ogen even de tijd geven om uit hun diepe slaap te ontwaken.
Mijne hond zal wel wakker zijn, want hij heeft ne wekker naast zijn mandeke staan.
't Is nu te hopen dat hij hem aanzet, anders moet ik hem nog wakker maken.
In onze tuin woonde een muis, die heel goed bevriend was met onze hond.
Ik de zomer gingen ze samen gaan picknicken, om ’s avonds laat terug huiswaarts te gaan.
Op een zekere dag kregen ze ruzie en geen van de twee wist waarom ze ruzie hadden.
Ze hebben dan zeker een volle maand niet meer tegen mekaar gesproken, tot wanneer onze hond de handdoek in de ring gooide en zei:
- Verdorie, nu is het genoeg geweest.
Die muis schrok daar zodanig van, dat al haar tandjes uit vielen.
Ze is dan direct naar de tandarts geweest, die haar ne ganse mond vol valse tanden voor schreef.
Nu is de muis verplicht om twee uur vroeger op te staan, om haar vals gebit schoon wit te poetsen.
Nog een geluk dat ik de handleiding daarvan heb, anders moest ze nog een cursus volgen ook.
Onze hond ging met een boos gezicht naar haar ondergrondse parking, waar de muis een onderkomen had en geen huurgeld moest betalen, om terug de vrede te herstellen, die ze vroeger hadden.
Bij twee koppen koffie en stuk taart hebben ze eindelijk terug de vrede hersteld en zijn dan samen in de zetel en bij een brandende kaars in slaap gevallen.
Potverdikke zeg, die muis heeft de ganse nacht geen oog dichtgedaan, want onze hond lag daar de ganse nacht te snurken, dat onze koekoek vergeten was van te koekoeken.
De dag nadien is ze van colere naar de dierenrechtbank gestapt, maar wegens de Corona werd alles uitgesteld.
Er zat niets anders op, dan terug vriendschap te sluiten.
De vriendschap werd met tegenzin gesloten, maar ze bleven toch goede vrienden hoor.
Ze leefden nog lang en gelukkig, tot ze weer ruzie kregen.
Twee dagen heeft de vriendschap geduurd, dan zijn ze als twee vijanden uiteen gegaan.
Waarom ze uiteen zijn gegaan, ben ik nooit te weten gekomen.
Ik denk dat het door ruzie kwam, want de laatste tijd waren er heel wat woordenwisseling tussen die twee.
Af en toe spreken ze nog eens af, om op een geheime plaats samen te komen en laat de muis zicht van haar goeie kant zien, om te zeggen, dat ze veel veranderd is.
Waarover het ging, ben ik ook nooit te weten gekomen.
In feite waren dat mijn zakens niet hé, want ’t was privé.
De muis, dat is toch een bijzonder dier hé.
Je vindt ze bijna overal,
in elk gat of achter elk kier.
Het is een diertje dat lekker kan knagen,
en het blijft graag voedsel vragen.
Het liefst eet het kaas en knapperige dingen,
maar het is ook tevreden met ander eten.
Toch is er iets en dat moet u zeker weten,
want de muis van nu is niet meer zo snel.
Gevangen aan een draad en gekooid in een plastic lijfje,
en het is verbonden aan een modern apparaat.
Geen tochten meer naar die mooie kazen,
en geen geknabbel meer aan de cake en koek.
Nee, het leven van een moderne muis,
is helaas geworden tot scroll en een dubbelklik....
Bij ons thuis hing er boven de schouw een kruis, zoals dat bij veel huisgezinnen het geval was.
Vroeger waren de meeste mensen veel meer geloviger dan nu.
Zelfs onze hond was katholiek, elke morgen zat hij op zijn knieën en las hij drie tot vier onze vaders en vijf weesgegroetjes.
't Was dan ook een echte traditie geworden, om een kruis in huis te hebben.
Ik weet het nog heel goed hoor, alsof het gisteren was.
Ik zat aan tafel te genieten van mijn avondeten en Jezus die aan dat kruis hing, keek vol bewondering naar mij en zei:
- Smakelijk eten en geniet ervan.
Awel, ik heb dat altijd onthouden, want als ik nu op restaurant ga eten, kijk ik altijd eerst naar de muur, om te zien waar het kruis hangt.
Maar helaas zijn kruis en schouw verdwenen, en hebben plaats moeten maken voor ne foto van ne persoon die ze nauwelijks kenden.
In onze kerk hing er altijd een groot kruis aan de muur, zo kon Jezus heel goed zien, hoeveel mensen er in de kerk zat. En als er ene ontbrak, zei hij har tegen de pastoor.
Bij mij thuis hang er aan de muur ne grote kader met daarin ne grote foto van het laatste avondmaal.
Die mannekes zitten daar iedere avond te fretten (eten), dat de stukken ervan afvliegen.
De grote baas, die in het midden staat, breek dan een gans brood in twee, en van ne emmer water die daar staat, om zijn vuile voeten te wassen, toverde hij dat dan om in wijn.
Awel, 't is daarom dat ik 's nachts altijd wakker wordt, want ze zingen dan luidop:
- We gaan nog niet naar huis, want ons moeder is niet thuis.
De buren hebben het mij al gevraagd, vanwaar dat geluid komt?.
Ene keer ben ik uitgenodigd geweest, maar ik heb dat geweigerd hoor.
’t Waren toch allemaal vreemde en ik paste niet in hun gezelschap.
PS: ’t Is maar om u te zeggen dat flipper de flip nog altijd een kruiske draag, rond zijne nek.
Ik draag mijn kruis in mijn hart,
een kruis van liefde, pijn en smart.
Maar het is ook een kruis van het geluk,
en het is gemaakt uit één stuk.
Ik draag dit kruis op een kleine plek,
en ik draag het dan dagelijks op de stek.
Daar waar mijn beste vrienden wonen,
want daar kan ik mijn kruisje tonen.
Ik draag mijn kruis in mijn hart,
en het is een plekje heel apart.
Kijk in jullie hart naar jullie kruisje,
en je bent zoals ieder kruisje in je eigen huisje.
In deze periode moet ik vaak terugdenken aan de Kerst van vroeger.
Toen was Kerstmis echt heel fijn en aangenaam, om het te vieren.
Bijna in iedere huis stond er een klein kersboompje, die versierd was met lampjes, sierslingers eromheen, Kerstballen en boven stond de ster.
Ze stond hoog en droog te schitteren, zo fier als een pauw stond ze daar.
Als het kerstmis was, zaten we met zijn allen rond het kerstboompje te genieten van heel wat lekkers.
De kerstkalkoen was dan ook de hoofdschotel en mocht zeker niet ontbreken.
De lekkere koekjes en de heerlijke koffie gingen van hand naar hand, want ze werden toch gratis en voor niks uitgedeeld.
Buiten bij de kerststal stond de ezel luidop van zijne neus te maken, zodat het kindeke Jezus er wakker van werd.
De os trok hem daar weinig van aan, want hij had twee oordopkes in zijn oren gestoken.
Gaspar, Melchior en Balthazar kwamen ook eens kijken, om te zien hoe het kindeke eruit zag.
- Melchior bracht goud mee, dat hij onderweg in de woestijn had gevonden.
- Caspar bracht Mirre mee en gaf het aan Maria, om de ramen te poetsen.
- Balthazar bracht wierrook mee en gaf het aan Jozef, om de koude door te komen.
De mensen die ne goeie dag aan kindeke Jezus kwamen zeggen, kregen geen antwoord, want hij kon nog niet praten.
Drie dagen nadien liepen de os, de ezel en kindeke Jezus op straat, want ze waren drie koningen aan het vieren. Terwijl Maria de grote kuis aan het doen was.
Jozef was in de schrijnwerkerij bezig aan ne nieuwe kerststal ineen te timmeren, voor 't volgend jaar.
De dagen voor Kerstmis zijn donker en koud, maar als je naar buiten kijkt merk je dat niet omdat je haast overal lichtjes ziet in vrolijke kleuren, zilver en goud.
Een lantaarntje dat op de vensterbank staat en een lamp met wat linten en groen en een ster voor het raam die je aan kunt doen.
Het is niet zo donker en koud op straat, als je langs al die lichtjes gaat.
Een witte Kerst als in een droom, met tientallen lichtjes in de boom.
Kerstballen die blinken en Kerstklokken die klinken.
De gezelligste tijd van het jaar, met het hele gezin bij elkaar.
Wij wensen jullie allen veel brieven en kaartjes die op de deurmat vallen en gelach en kussen die naar chocolade smaken.
Wij wensen jullie ook warmte en beschutting, innerlijke rust, vriendschap en liefde.
Kerstmis is een tijd van brandend haardvuur en geuren van dennenappels en wijn.
Van goede gesprekken, mooie herinneringen en hernieuwde vriendschap maar ook van gezellig samenzijn.
PS: Ik wens u allen een Vrolijk Kerst, en een Gelukkig Nieuwjaar (2021).
Een poedel loopt een snackbar binnen en bestelt chocolade-ijs en een vrouw die dit heeft gezien zegt verbaasd tegen de verkoper: Dat is vreemd, een hond die chocolade-ijs bestelt. Ja, heel vreemd, zegt de verkoper, want normaal neemt hij altijd vanille-ijs.
Hebt jij weleens een kat gezien met twee verschillende ogen?. Ik wel, een kat met een linker en een rechter oog.
Weet je dat een vis vier maal moet zwemmen?. Eerst in de zee, dan in de pan, vervolgens in de maag, om te eindigen in de wc-pot.
Marie is haar hond kwijt en plaats een advertentie in de krant met de volgende tekst: Hond kwijt, hondje kan niet lezen.
Kees logeert bij zijn oom op de boerderij en hij mag komen kijken bij de geboorte van een kalfje. Weet je eigenlijk wel hoe dat gaat, Kees?. Eerst komen de voorpoten, dan de kop, vervolgens het lijf en daarna de achterpoten. En wie zet hem dan in elkaar?, vraagt Kees.
Een mannetjes kangoeroe vraagt: Waar is mijn kind?. Zegt de vrouw kangoeroe: Nu weet ik waarom ze zoveel waarschuwen over zakkenrollers.
Een olifant en een kangoeroe overvallen een bank en met zijn slurf grist de olifant al het geld weg en stopt het in de buidel van de kangoeroe. Als later de politie aankomt, wordt aan de loketbediende gevraagd of hij de daders nog zou herkennen. Nee, want ze hadden allebei een nylonkous over hun hoofd getrokken.
Een konijn en een geit zijn in de dakgoot aan het ganzenborden. Komt er opeens een ei langs vliegen en het konijn vraagt of hij wilde meespelen: Nee, zegt het ei, want ik moet nog naar de kapper.
Een pony en een paard staan in de wei met een kudde schapen. Het paard vraagt aan de pony: Heb jij wel eens geteld hoeveel schapen hier rondlopen?. Ik ben er wel eens aan begonnen, maar ik val halverwege mijne tel in slaap, zegt de pony.
Piet vraagt aan Jan: Waarom loopt die stomme kat hier voortdurend rond?. Hij is gisteren gecastreerd, en hij is nu bezig met al zijn afspraakjes af te zeggen.
Op een avond komen er twee vlooien uit een bioscoop en het regent pijpenstelen. Zegt de éne vlo tegen de andere vlo: Wat doen we?. Gaan we te voet of nemen we de hond?.
Een haan en een kip komen elkaar tegen en de haan zegt: Kukeluku. Miauw, antwoordt de kip. Wat krijgen we nu?, vraagt de haan. Ach, zegt de kip, zonder vreemde talen kom je er tegenwoordig niet meer aan de bak hé !!.
Er lopen twee puingins over straat en zegt de éne puingins tegen de andere puingins: Waarom ben jij zwart-wit?. Ik ben acteur geweest en toen was de kleurentelevisie nog niet uitgevonden.
In een nieuw opgezet soort Artis wilde de dierentuinbeheerder een paard met een zebra laten kruisen. Na veel lawaai en gerommel lukte het toch niet. De man vroeg aan het paard: Wat zit je nou te donderjagen, wat is er mis?. Het paard zegt: Zij wil haar pyjama niet uittrekken.
Er rijdt een vrachtwagenchauffeur over de weg met achterin een lading kippen en in de cabine een papegaai. Even later staat er een meisje te liften en vroeg of ze mee mag mee, maar de chauffeur vraagt meteen: Neuken?. Het meisje zegt nee. Niet neuken, eruit. Even later weer een liftster. Neuken?. Niet neuken eruit. Even later weer een liftster en die papagaai meteen: Neuken, niet neuken eruit. Die chauffeur denkt dat moet ik mooi niet hebben en doet die papagaai achterin. Even later moet de wagen stoppen en een agent zegt: Er valt om de tien meter een kip uit u wagen. De chauffeur loopt naar achteren en hoort de papagaai zeggen: Neuken?. Niet neuken eruit.
Een vrouw heeft een hondje dat Zoiets heet. Ze houdt heel veel van het hondje. Al het beestje op een dag wegloopt, zit de vrouw net in het bad. Ze rent helemaal naakt de straat op en vraagt wanhopig aan de postbode: Heeft u Zoiets vandaag gezien. De postbode antwoordt: Om eerlijk te zijn, heb ik zoiets nog nooit gezien.
Er lopen twee muizen door de woestijn. Als er opeens een vleermuis overvliegt, zegt de éne: Kijk, dat is mijn broer, die werkt bij de luchtmacht.
Koentje gaat voor de eerste keer met zijn moeder naar een kinderboerderij en hij ziet daar een pauw lopen met zijn veren uit elkaar. Kijk moeder, een kip die in bloei staat.
Er lopen twee puingins over straat en zegt de éne tegen de andere: Waarom ben jij zwart-wit?, waarop de andere antwoordt: Ik ben acteur geweest, maar toen was de kleurentelevisie nog niet uitgevonden.
Het regent en twee vissen zitten in een kom naar buiten te kijken. Zegt de éne vis tegen de andere vis: Ben ik blij dat we binnen zitten.
Moeder tomaat en haar zoontje willen de straat oversteken, en moeder tomaat zegt tegen haar zoontje: Vlug tomatteke, want daar komt een vrachtwagen aan. Ze steken de straat over, maar worden toch overreden, en moeder tomaat die niks mankeert zegt: Kom ketchupke, we gaan naar huis.
Een vrome vrouw is heel trots op haar papegaai en kan het niet laten om er in de kerk mee te pronken, en ze zegt tegen de pastoor: Als je aan zijn rechterpoot trekt dan zegt hij het Lievenvrouwengebed op, en als je aan zijn linkerpoot trekt dan zingt hij het Heer Ontferm U. De pastoor is razend enthousiast en vraagt: En wat gebeurt er als ik aan allebei zijn poten trekt?. Waarop de papegaai antwoord: Dan val ik op mijn bek.
Een dame gaat naar de dierenwinkel om een drinkbakje voor de hond te kopen. De winkelier laat haar een mooi beschilderd drinkbakje zien met het opschrift: Voor de hond. Waarop de dame zegt: Dat opschrift is nergens voor nodig, want mijn man drinkt geen water en mijn hond kan niet lezen.
Elk jaar wordt er in september in Artis feest gevierd, en dan wordt er een voetbalwetstrijd gehouden. Elf olifanten tegen elf insecten, en in de loop van de tweede helft staan de insecten met 8-0 achter. Dan zegt de coach tegen de duizendpoot: Alé, gij gaat erin, en vanaf dat moment verloopt de wetstrijd fantastich voor de insecten. Ze winnen met 9-12, en de trainer van de olifanten is met stomheid geslagen. Hij gaat naar de coach van de insecten en vraagt: Waarom heb je die duizendpoot niet veel eerder ingezet?. Dat gaat niet, want weet je wel hoelang het duurt voordat de duizendpoot zijn schoenen aan heeft.
Een dame zegt tegen haar buurvrouw: Ik ben met een wonderbaarlijke man getrouwd. Waarop de buurvrouw vraagt: Hoezo?. Waarop de vrouw zegt: Hij gaat 's avonds met de hond uit, en hij komt 's morgens met een kater terug.
Het is allemaal nog niet zo erg hoor dokter, zegt de man. Ik ben zo sterk als een beer, ik werk als een paard en als ik zo moe ben als een hond dan slaap en snurk ik als een os. En mijn vrouw vind me nog steeds net zo lief als een poes. Alleen als ik 's morgens naar het toilet moet, dan weet ik al genoeg, zegt de dokter, maar u kunt beter eens naar de veearts gaan?.
Een dame komt in een dierenwinkel binnen en zegt: Ik wil graag drie dieren kopen die me aan mijn overleden man doen denken. Dat is erg sympathiek van u, en welke zou je willen?, vraagt de verkoper. Een hond die de hele dag tegen mij gromt, een papegaai die vloekt en een kater die de hele nacht niet thuiskomt.
Drie muizen zijn in een café aan het opscheppen, en de eerste muis zegt: Ik drink liters rattenvergift per dag. Muis twee zegt: Ik maak de klem van de muizenval los, haal de kaas eruit en doe hem weer dicht. En muis drie zegt: Sorry, maar ik moet nu snel naar huis, om de kat te voeren.
Ik heb vijf vliegen doodgeslagen, zegt vader. Drie mannekes en twee vrouwkes. Hoe wist je welke vliegen mannetjes of vrouwtjes waren, vraagt Jantje?. Twee vliegen zaten op de poederdoos voor de spiegel, en de andere drie zaten op een fles cognac.
Twee vrienden staan te praten en de éne zegt: Ik ga een geit kopen. Een geit kopen?. Waar moet je dat beest dan laten, je woont op een flat. Nou, in de zomer zet ik dat beest op het balkon. En in de winter dan?. Dan laat ik hem gewoon binnen. En die stank dan?. Oh, daar moet die geit maar aan wennen.
Er komt een olifant de apotheek binnen, en vraagt om tien meter pleister. Wat moet je met tien meter pleister doen?, vraagt de apothekersvrouw. Ik ben door een porseleinen afdeling gelopen, en nu moet ik de brokken aan elkaar plakken.
Een hond en een giraf gaan samen zwemmen, en de giraf gaat als eerste het water in, en zegt tegen de hond: Kom, we zijn hier weg, want het is hier niet diep genoeg, ik voel de grond al.
Een kok is bezig met een kip te pluimen en stopt deze daarna in de pan, maar hij vergeet het vuur onder de pan aan te steken. Na een kwartier komt de kip naar de kok gewandeld en zegt heel boos: Zeg, ofwel geef je al mij pluimen terug ofwel steek je het vuur aan, want ik bevries van de kou.
Wat mankeert je hond eigenlijk?, vraagt Jan aan Karel. Niets, hij is alleen maar wat lui. Zit hij daarom altijd zo te janken?. Nee, maar hij zit op een cactus en is te lui om eraf te komen en weg te lopen.
Er zit een paard in een café, en die drinkt een glas melk. Opeens komt er een koe binnen, en het paard vraagt: Sinds wanneer komt de leverancier langs de voordeur naar binnen
Een mier, een worm en een duizendpoot hadden samen afgesproken in het huis van de mier. De worm was op tijd, maar de duizendpoot niet. Na drie uur komt eindelijk de duizendpoot binnen, waarop de mier vraagt: Waarom duurde het zo lang?, zegt de duizendpoot: Voor de deur stond er een bord waarop staat: Voeten vegen aub, en dat heb ik dan ook maar gedaan.
Een muis en een olifant lopen door de woestijn, en plots zegt de muis tegen de olifant: Als je te warm krijgt, dan mag je in mijn schaduw lopen.
Twee muizen hebben een olifant gevangen. Eigenlijk moeten we er nog één hebben, zegt de éne muis. Hij gaat dus weer op pad, op zoek naar nog een olifant. Even later komt hij terug met een andere olifant en hij ziet de andere muis staan huilen. De olifant is ontsnapt, zegt de muis huilend. Waarop de andere zegt: Je liegt, want je staat er nog op te kauwen.
Een haas loopt huilend door het bos en hij komt meneer den uil tegen. Wat is er haas?, vraagt meneer den uil. Ik moet voor militaire dienst gekeurd worden, maar ik wil niet in dienst. Meneer den uil denkt diep na en zegt dan: Weet je wat. We knippen je oren eraf, dan wordt je zeker afgekeurd. En als je dan afgekeurd ben, naaien we ze er weer aan en dan is alles weer normaal. Zo gezegd, zo gedaan. En ja hoor, de haas wordt afgekeurd. De haas loopt verder en hij komt een huilende beer tegen. Wat is er aan de hand?, vraagt de haas. Ik moet gekeurd worden voor militaire dienst, want ik wil niet in dienst, zegt de beer. Kom dan maar mee naar meneer den uil, die weet vast wel raad, zegt de haas. Meneer den uil moet er lang over nadenken en zegt in zijn eigen: Een beer heeft nauwelijks oren, dus, het heeft geen zin om die eraf te halen.
Die hond van mij is ontzettend lui, zegt Henk. Andere honden komen met hun leiband in hun muil naar hun baas, als ze naar buiten willen en die van mij brengt de autosleutels mee.
Twee bananen zitten in bad en zegt de éne tegen de andere: Geef eens even de champoo aan, terwijl je rechtstaat?.
Een slak wandelt een café binnen. De barman kijk de slak woedend aan en wijst naar het bordje waarop staat te lezen: Verboden voor slakken en gooit het arme beest ongemeen hard op straat. Twee jaar later komt dezelfde slak opnieuw het café binnen en vraagt: Waarom hebt je me twee jaar geleden buiten gegooid?.
Een olifant en een kameel lopen door de woestijn en de olifant zei: Ik vind jou maar een raar beest. Hoezo?, vroeg de kameel. Jij hebt tieten op je rug. Waarop de kameel zegt: Moet jij nodig zeggen met die piemel aan je hoofd.
Hoe schiet je een blauwe kip neer?. Met het blauwe kippen geweer. Hoe schiet je een groene kip neer?. Je laat hem stikken tot hij blauw ziet en dan schiet je hem neer met het blauwe kippen geweer. Hoe schiet je een rode kip neer?. Je laat hem misselijk worden tot hij groen word dan laat je hem stikken tot hij blauw ziet en dan schiet je hem neer met het blauwe kippen geweer. Hoe schiet je een pimpel paarsen kip met witten stippen neer?. Als je ooit zo een kip ziet waarschuw me dan.
Een konijn en een beer moge allebei drie wensen doen, de beer begint en zegt: Ik wou dat alle beren op dit eiland meisjes waren. Dan wenst het konijn dat hij een auto had en het gebeurt. Dan wenst die beer dat alle beren van het land meisjes waren en da gebeurt en dat konijn zegt van: Ik wil de supersnelste auto en dat gebeurt dan wenst den beer da alle beren van de wereld meisjes ware en ja ook deze wens komt uit dan zegt da konijn: Ik wou da die beer homo was.
Er zitten twee kikkers op een randje bij de vijver. Zegt de éne kikker tegen de andere: Moet je daar eens over het randje kijken, daar loopt een klein rupsje. Als de éne kikker gaat kijken, stopt de andere kikker gauw zijn lul in de kont van de kikker en roept: 1 april kikker in je bil.
Vader loopt met zijn zoontje langs een wei met twee grote dekkende ezels. Vraagt het zoontje, wat zijn die aan het doen?. En vader zegt: Die gaan trouwen. Even later komen ze langs een weiland met twee hele kleine, dekkende ezeltjes. Vraagt het zoontje, papa, gaan die ook trouwen?. Nee, zegt vader. Dat doen alleen hele grote ezels.
Een cowboy wil een ongevallenverzekering afsluiten, en de verzekeringsagent vraagt: Hebt je ooit een ongeval gehad?. Nee, zei de cowboy, maar vorige zomer heeft een paard me wel een flinke trap verkocht en er waren twee ribben gebroken en een paar jaar geleden heeft een ratelslang me in mijn enkel gebeten. En noem u dat ongelukken?, vraagt de verzekeringsagent verbaasd. Nee, zei de cowboy, maar ze deden het wel met opzet.
Twee vrienden lopen gezellig op straat, totdat de éne vriend zegt: Ik ga mij een geit kopen. Een geit kopen, en waar ga je hem zetten in de zomer, want je woont toch op een appartement. Ja ja, dat wel, maar ik kan de geit toch op mijn balkon zetten. En als het winter is?. Dan laat ik hem binnen lopen. En die stank dan?. Oh, daar moet hij dan maar aan wennen.
Een man is gebeten door een hond die besmet is met hondsdolheid, en hij word in het ziekenhuis onderzocht. Als de arts heeft geconstateerd dat er inderdaad sprake is van hondsdolheid, vraagt de patiënt om een stuk papier. Wilt u uw testament maken?, vraagt de arts. Nee, ik wil even een lijstje maken met de namen van mensen die ik wil bijten.
Een pasgetrouwde man komt thuis van zijn werk en vindt zijn vrouwtje in tranen. Je weet toch dat ik een respect had om een boterkoek te bakken?, huilt ze. Ik heb de boterkoek gemaakt en daarna buitengezet om hem af te koelen, maar nu heeft de hond hem opgegeten. Och, maak je maar niet zo druk, we vinden heus wel een andere hond.
Een vrouw gaat naar een bijenhouder en zegt: Eén van uw bijen heeft mij weer gestoken, waarop de bijenhouder zegt: Duid mij aan welke bij het was, dan zal ik hem straffen.
Een Duits zebra jong vraagt aan zijn moeder: Ben ik un zwarte zebra met witte strepen of een witte zebra met zwarte strepen moeder. Ik zou het niet weten, vraag het aan de leeuw, want hij is de koning van alle dieren en het zebra jong gaat naar de leeuw en vraagt: Ben ik un zwarte zebra met witte strepen of een witte zebra met zwarte strepen en de leeuw zegt: Ik zou het niet weten. Vraag het aan de uil, want hij is de slimste van alle dieren en het zebra jong gaat naar de uil en vraagt: Ben ik un zwarte zebra met witte strepen of een witte zebra met zwarte strepen en de uil zegt: Nou, jij bent een witte zebra met zwarte strepen. Het zebra jong vraagt: Waarom?, en de uil antwoord: Als jij een zwarte zeebra met witte strepen was, dan vroeg je: Jo man, ben ik un zwarte zeeebra mit witte streepu of ben k un wittuh zeebraa mit zartuh streepu Jo.
Een stoere zeebonk loopt in de haven een café binnen. Hij bestelt een pint aan de toog en ziet daar een bokaal vol met geld staan. Waarvoor dient al dat geld in die bokaal hier?, vraagt hij aan de baas. Ge moet daar honderd frank in smijten, zegt de baas. Dan mag je naar achter gaan, daar staat een paard, als je dat paard aan het lachen krijgt moogt ge al het geld uit de bokaal hebben. Ik wil je wel waarschuwen, zoals je aan de goedgevulde bokaal kan zien is het zeer moeilijk om hem aan het lachen te brengen. De zeebonk beslist van het een keer te wagen. Hij legt honderd frank in de bokaal en gaat naar achteren. Hij komt dadelijk terug en je hoort op de achtergrond het paard keihard lachen. De man neemt het geld en gaat weg. Een week later komt de zeebonk terug in de café en hij ziet opnieuw de bokaal staan vol met geld. Moet ik hem nog eens laten lachen?, vraagt hij aan de waard. Neen zegt hij, nu moet je het paard laten wenen. De man gooit honderd frank in de bokaal, gaat naar achter, keert direct terug en je hoort het paard keihard wenen. De waard: Vriend, nu moet je toch een vertellen hoe je dat doet. Awel, vorige week heb ik heb gezegd dat mijne lul groter was dan de zijne en vandaag heb ik hem laten zien, zegt de man.
In een groot bos loopt een magische kikker. De kikker is in heel zijn leven nog nooit een ander dier gezien, totdat er een haas langskomt gevolgd door een hongerige beer. De kikker is zo verast dat hij stop roept, de haas en de beer mochten allebei drie wensen laat doen. De beer en de haas zijn daar wel voor in, dus de beer mag beginnen met wensen. De beer wenst dat alle beren in het bos behalve hijzelf vrouwtjes beren worden. Dan mag de haas een wens doen en hij zei: Ik wil een motorhelm. Stomme haas, je kan toch ook geld wensen om een helm te kopen, zegt de beer. Maar ja de beer mag weer wensen en zei: De beer wenst dat alle beren in het bos ernaast behalve hijzelf ook vrouwtjes beren worden. Dan mag de haas weer een wens doen en zei: Ik wil nu een motor. Dan mag de beer zijn laatste wens doen en hij wenst dat alle beren over de hele wereld behalve hijzelf vrouwtjes beren worden. En tot slot mag de haas zijn laatste wens doen en zei: De haas zette zijn motorhelm op en start zijn motor. Ik wens dat deze beer hiernaast mij homo is, en de haas scheurt weg.
Een man is gebeten door een met hondsdolheid besmette hond. Hij wordt onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht en onderzocht. Als de arts heeft geconstateerd dat er inderdaad sprake is van hondsdolheid, vraagt de patiënt om een stuk papier. Wilt u uw testament maken?, vraagt de arts. Nee, ik wil even een lijstje maken met de namen van mensen die ik wil bijten.
In de bus zit een jonge man tegenover een aardige dame met een hondje op haar schoot. Om een gesprek aan te knopen, zegt de man: Ik wou dat ik dat hondje was. Dat weet ik nog zo net niet, zegt de dame, Ik ben met hem onderweg naar de dierenarts om zijn staart te laten couperen.
Het is allemaal nog niet zo erg, hoor dokter. Ik ben zo sterk als een beer, ik werk als een paard en als ik zo moe ben als een hond dan slaap en snurk ik als een os. En mijn vrouw vindt me nog steeds net zo lief als onze poes. Alleen als ik 's morgens naar het toilet moet, dan.....Ik weet al genoeg, zegt de dokter. Ik kan helaas niets voor u doen. U kunt beter naar een veearts gaan.
Wat kost die grote hond?, vraagt de klant in de dierenwinkel. 300 €, mevrouw. Lieve hemel. Dat is me te duur. En die kleine?. 500 €, mevrouw. En dat hele kleintje dan?. Dat is een echte kampioen, mevrouw. Die kost 1000 €. Allemachtig, steunt de dame. Wat kost het me eigenlijk als ik helemaal geen hond koop?.