In de les, vandaag was het André Breton die ons bezig hield, was ik plots de chinese vrijwilliger die gevraagd werd zijn mening te zeggen over de laatste zin van het boek 'Nadja'. Ik moest er over nadenken en mijn denken ging blijkbaar niet zo rap als de gedachtengang van de meester, die in uitbreiding vroeg wat ik van het boek vond. Dat was een beetje teveel ineens voor dit brein op jaren. Terwijl me de principes van het surrealisme nog maar net duidelijk werden, moest ik al een verstandige repliek ten beste geven en had ik de eer van het laatste woord van de dag te krijgen, als afsluiter van de boeiende les. Zucht... Ik stond met mijn mond vol tanden (en dat gebeurt me niet gauw) omdat ik iets anders wilde vertellen. Er hing immers meer in de lucht, de spanning tussen vrouwen en mannen, die hetzelfde boek lazen maar op totaal andere golflengtes zaten en vooral de 'amour fou' anders aanvoelden. Teveel gevoelens gingen daarover door mij heen. De verwevenheid van vooroordelen, vage platitudes enerzijds en doordacht bezig zijn met de geschiedenis van een man, een tijd, een kunstrichting. Ik broedde op de schrijver en zijn lezers, met een boog over de jaren heen, de psychologie van beide... . Wat dreef mijn meester om dit boek te kiezen voor ons? Wat maakt dat de helft van de klas zich niet echt geroepen voelde? En hoe komt het dat ik hier veel meer wilde over zeggen? Wat is bijvoorbeeld een verstandig antwoord op de complexe waanzin van het leven? Is schoonheid altijd iets krampachtigs of is schoonheid net in het spontane, het authentieke, het simpele te vinden... dat antwoord ben ik ze nog schuldig. Floreanne
Het is mijn avond, dinsdag. De avond dat ik steeds, een beetje gespannen, haar bezoek. Even kijken of alles in orde is. Ik ga om brieven te lezen, ook al zijn ze al eens gelezen. Om de post te sorteren, ook al herleest ze niet, om alles in de mappen te doen. Dan kom ik zien hoe het is. Alles is nog. Traag is ze recht gekomen. Het ruikt weer een beetje muf. Er brandt maar één licht. Ze ziet ook zonder. Ben je al buiten geweest vandaag? vraag ik beschroomd. Ze is al buiten geweest. Ik zet het vuile bord en het glas in de keuken. De keuken is nog vrij proper. Ik hoef niets op te ruimen of dicht te doen. Je moet niets opruimen zegt ze, Ik doe het morgen wel. Zet je even bij mij. Kom zet je even hier. Vertel me eens wat. Ik lees het eerbetoon van mijn neef, dat hij voorlas bij het overlijden van mijn oom. Ze luistert gespannen. Het is mooi gezegd he? Ja, het is typerend. Zo was hij echt wel, zoals hij daar schrijft. Voor mij is hij ook altijd goed geweest, als we vroeger onverwacht op bezoek kwamen. Hij kon snel lekkere dingen op tafel krijgen, zelfs voor een groep zoals ons gezin met zeven kinderen. Toen ik in moeilijkheden zat heeft hij me altijd geholpen. Je moest van hem houden, hoe speciaal hij ook was. Ze tuurt zonder blik in de verte van het vervlogen verleden. Ik wacht. Ik zou willen dat ik kon bidden zoals vroeger, zegt ze, maar tegenwoordig helpt het bidden niet meer, misschien moet ik niets meer voor ons vragen, ik zal bidden voor God zelf. Haar schouders zakken ontspannen wat dichter naar zich toe. Ze staat stilletjes op en wandelt naar de zetel. Ik denk dat ik goed ga slapen. Ik zeg niets meer en wens haar een goede nacht. Toen ik aankwam liet niets het vermoeden, maar als ik ga en mijn moeder verlaat, is de wereld wit.
Liefde verdraagt geen theaterpodium en geen camera. Dat was mijn ervaring vanmorgen.
Wat echt leeft tussen een man en een vrouw heeft niets te doen met gekunstelde chique woorden of een gedwongen kus ook al staan ze symbool voor positieve gevoelens. Liefde is niet te vangen in bemiddelende gesprekken en communicatieregels, noch in het recept voor een goede dosering tussen assertiviteit en zelfzorg. Wie zoekt naar een mens vraagt geen juiste logica of goede afspraken voor het verdelen van het geld. Liefhebben is geen werkwoord of contractopmaak. Liefde is lankmoedigheid, samen zijn, rustig, zonder dat het echt moet. Het is zoeken naar hoe we het elkaar vandaag niet moeilijk zullen maken, het is samen lachend knutselen aan wat de komende uren tot een aangename dag kan maken. Het is met twee gezellig een spelletje spelen waarbij er geen verliezers zijn.
Ik lees in de poll van seniorennet, op de vraag: Wat voor soort boeken leest u het liefst?, dat mensen graag verhalen lezen. Het hoogste scoort waar gebeurde verhalen (15%) dan trillers (13%) en romans (13%) en dan geschiedenis (9%), wat tenslotte ook verhalen zijn. Is het verhaal inderdaad niet de manier waarop het leven aan ons verschijnt? Het valt dan echter op dat het meestal gaat om boosaardige verhalen. De trillers, de misdaadroman, de geschiedenis (ook niet zo proper) zijn spijtig genoeg populairder dan reisverhalen, welzijn en humor Wel er zijn dagen dat ik erg veel moeite heb met die negatieve en agressieve boventoon in het leven, die kwaadheid die overal verschijnt in de wereld. Dan wil ik graag heel stil en alleen zijn. Even niets of niemand horen of zien, zeker geen tv kijken, waar het als een lawine over je heen gegoten wordt. Ik verlies in die momenten mijn geloof in de kracht van het goede. Heel even, maar heel sterk, kan niets me dan nog dragen. De liefde en haar helend effect is volledig zoek geraakt
En toch, morgen zullen we zingen over het huwelijk, de beloften tussen man en vrouw, over woorden van trouw in de televisiemis Het is een poging om minzaamheid in het licht te brengen en liefde op te halen. Misschien dat morgen toch even de genadezon schijnt. Even maar, een waar gebeurd verhaal, maar het zal de bestsellerslijst niet halen.
Zo zout is de zee dat de tranen van de wereld me mee voeren in golven gedragen weg van hier onblusbaar blijft mijn hart gestrand bij jou het vult zich met heimwee naar het andere water diep in de buik van de bekende stad de stormen van liefde zijn gebroken koppen de weemoed die ze aanvoeren verloren tijd Floreanne
Vanmiddag heb ik mogen luisteren naar Geert Van Istendael. Hij hield een lezing over globalisering, rijkdom en armoede, kapitalisme, vervuiling van de aarde, België, de fraude van de superrijken vergeleken met de fraude van Jan met de pet Van Istendael las voor uit eigen werk, stukjes poëzie en proza. Het was gelukkig weer erg stimulerend te horen dat er ervaren en verstandige mensen zijn die wel nog geloven dat het anders kan. Af en toe beschouwen en aanknopingspunten vinden om iets ten goede te veranderen aan de manier waarop onze maatschappij draait, is gewoon geweldig noodzakelijk! Zeker op momenten dat je de moed verliest, als je meent de dupe te zijn van je eigen idealen en gevoelens van onmacht en bitterheid naar boven komen. Dan klaart je dag, ondanks regen en grijste, opnieuw op. In de ontmoeting met mensen, die stralen van gedrevenheid en blijven verlangen naar beterschap, krijg je kracht in een onuitgesproken verbondenheid met de wijze spreker en zijn inspirerend publiek. Vooral als ze concrete aangrijpingspunten bloot leggen en gefundeerd aangeven hoe aan een positieve ommezwaai te beginnen valt, vind je herboren elan. Ik ga nog wat vrekkiger worden, me nog minder van mode aantrekken, nog vaker bij de schoenmaker aankloppen in plaats van nieuwe muiltjes te kopen... Ik ga telkens toch opnieuw zeggen hoe ik over levenskwaliteit denk.
Floreanne
"Slechts als de stoel ouder wordt dan de boom waaruit hij gemaakt is, zijn we goed bezig"
"Als je poëzie schrijft, doe je iets wat eigenlijk niet kan in deze samenleving. Je doet iets wat absoluut geen geld oplevert, dat zeer traag gaat. Stilstaan is achteruitgaan. Wel, met poëzie sta je niet stil, maar ga je vrijwillig achteruit, desnoods tweeduizend jaar als dat goed is voor het gedicht. Het is een volslagen marginale activiteit die anti-markteconomisch is. Die ivoren toren waar je je versjes bakt staat dus vlak naast de barricade. Van dichters kun je niet eisen dat ze op de barricade klimmen want daar lopen ze alleen maar in de weg. Goede dichters zijn slechte strijders en omgekeerd. Zelfs Bertolt Brecht was een slechte strijder. Het feit dat je poëzie schrijft is een permanente kritiek op het voortrazen van de economie. De dichter is bijna automatisch een andersglobalist."
Ik wil meedoen met het 'licht-uit-initiatief'om een statement te doen naar iedereen die in onze maatschappij enige invloed heeft op ethische economie, bescherming van moeder aarde, respect voor alle mensen en de natuur, betere verdeling van goederen, afbouw van de wegwerpcultuur, de maatschappelijke overwaardering en verheerlijking van steeds meer winst maken en geldgewin, ten koste van levenskwaliteit....vandaar hier mijn steun aan de oproep:
Op 1 februari doen we ALLE LICHTEN UIT van 19u55 tot 20.00u
ACTIE tegen de klimaatsverandering: Neem op 1 februari 2007 deel aan de grootste mobilisatie van burgers ooit tegen de klimaatsverandering.
L'Alliance pour la Planète (groepering van milieuverenigingen) doet een oproep tot alle burgers over de hele wereld: Gun de planeet 5 minuten rust!
Iedereen wordt verzocht alle lichten te doven op 1 februari as, van 19u55 tot 20.00u. Het gaat er niet om enkel 5 minuten energie te besparen, maar wel om de aandacht van de burgers, de media en ook de politieke besluitvormers te vestigen op de energieverspilling en op de noodzaak om dringend iets te ondernemen! Gedurende 5 minuutjes zal de planeet kunnen uitrusten: dat duurt echt niet lang en het kost je niets. Bovendien zal het de politici en kandidaten voor de parlementaire verkiezingen van juni 2007 duidelijk maken dat de klimaatverandering een onderwerp uitmaakt dat weegt in het politieke debat.
En waarom op 1 februari 2007? Omdat die dag in Parijs het nieuwe rapport van de klimatologische experten van de Verenigde Naties uitkomt. En dat gebeurt bij onze buren! Wij kunnen dus onmogelijk deze kans laten voorbijgaan. We moeten de schijnwerpers richten op de superdringende aard van de klimatologische toestand van onze wereld. Als we allen deelnemen zal deze actie echt een mediatieke én politieke invloed hebben, en dit enkele maanden vóór de verkiezingen.
Laat dit bericht zoveel mogelijk circuleren, stuur het zoveel mogelijk door, ook naar lokale politici. Vermeld het in Newsletters, op je Internetsite of blog: spread the news around! Onze planeet verdient het!
Hé, daar ben je weer even, kleine tsjirp, met je grijze jasje, het fiere hoofdje en oranje bolle borstje vooruit gestoken. Onder en op, in en aan, naast en tegen de bessenstruik pik je naar kleine insecten, die ik nauwelijks zie. Je huppelt en trippelt van hut naar her en blijft onrustig doordoen ook als ik het glas van de keukendeur nader. Zo properkens mooi ben je. Alle veertjes net gestreken, zo glad matblinkend. Met je scherp bekje, gestroomlijnd kopje en buikje helemaal perfect geproportioneerd. Licht onbevreesd, ijverig bezig, hup en hup en links en rechts... plots een klein wit strontje en dan ben je weer weg.
Mijn vader was een bijzonder man. Vanavond was hij manifest in mijn herinnering aanwezig. Toen ik werd gevraagd wie ik in mijn leven erg bewonderde, dacht ik aan hem. Tegelijk vroeg ik me af: "Waarom?" Mijn vader was merkwaardig aimabel. Hij was zachtmoedig charmant en bezat een ontwapenende glimlach. Hij hield van het leven en nog meer van lectuur en boeken. Hij hoopte op zijn kinderen en genoot ervan zijn passies aan ons door te geven. Poëzie, schilderen, lezen, rustig beschouwen en nadenken, voeling hebben met kunst en bewondering voor de plaatselijke en kleine geschiedenis... Hij wou het ons allemaal bijbrengen en meegeven. Maar vooral hij kon ongelooflijk meeslepend vertellen. Als hij 's avonds laat thuis kwam - slechts af en toe met een beetje geluk zagen we hem nog net voor wij naar bed moesten - dan keken we het eten uit zijn mond en werden we gebiologeerd door zijn lippen, waarlangs het 'verhaal' van zijn werkdag als een geschenk geboren werd. Van een simpele alledaagse dag maakte hij een spannende gebeurtenis. Elk detail kreeg geur en kleur, elke belevenis een persoonlijke betekenis. Hij schilderde met zijn woorden in een tempo en op een wijze zoals ik nooit iemand heb weten vertellen. Hoe zou het nu met hem zijn in de hemel? Zou hij voorlezen aan de engeltjes en hen vertellen over zijn kinderen toen ze nog klein waren en in pyjama smeekten om het gedicht van boerke Naas? Ik zou nog eens met hem willen praten.
nog hier en toch al avond roept dit lichaam slechts herinnering op zonder voelen of horen, komt zuchtend de slaap zacht vragend zich melden in regelmatige teugen hier bij mij golft ze rustig tegen de aankomende nacht en zou het kunnen op het deinen van de ademzee dat hoop ontkiemt op ooit nog eens met twee
Je kijkt me vragend aan. Vanachter nieuw glas herken ik je niet. Zoveel later, een beetje bitter, minder vrolijk dan ooit, ben je. Heb ik met je te doen? Niet echt en toch schrijf ik je. Omdat ik wil praten. Waarom mis ik je glimlach? Wat is er met de hoop, de kracht van wie alles moedig ziet gebeuren? De vitaliteit die het leven aankan, verschuilt zich onvindbaar, ver. Nu zie ik de vraag die nooit een antwoord vroeg. Ik heb heimwee naar jou, naar mij toen!
Floreanne
"Tussen de doden en de levenden is geen vergeven maar ook geen niet-vergeven mogelijk... De dood maakt alle begrijpen onmogelijk."
Daar was hij, in de wachtkamer, naast zijn jonge moeder met dubbele hoofddoek. Hij had een leuke snoet, keek met zijn modieus brilletje ongeïnteresseerd, niet echt in mijn richting en hing op een typische kleutermanier over de rand van het groen en wit gestreepte, ongemakkelijke zeteltje. Zijn mama had gitzwarte ogen die gezond en fier naar mij keken. Zij hield zijn kleine zusje stevig tegen zich aan. "Kom jij met mij spelletjes doen vandaag?" probeerde ik hem uit. Nu richtte hij zich met een voorzichtige glimlach naar boven: "Neen!" Ik had zijn rechterhand al in mijn linker en gaf de mama een uitgebreide goede namiddag en welkomsthand. Het handje ontspande eerst en klemde nadien terug vaster. Met de gebruikelijke routinezinnetjes gaf ik uitleg over het verloop van de namiddag en dat hij om vier uur gehaald mocht worden. Mama ging en wij, Moham en ik, stapten naar boven. Zonder verder tegensputteren maakte hij, zijn benen hoog tillend, probleemloos al die grote trappen. Plots stopte hij. Daar viel zijn oog op een bundeltje rode takken, dat wat slordig als versiering tegen de muur opgehangen was. "Wat is dat?" vroeg hij heel serieus. "Het zijn takken van een boom, die hier gehangen zijn omdat ze zo mooi rood zijn", deed ik mijn best om de goed bedoelde versierwoede van ons feestcomité betekenis te geven. In zijn gebroken Nederlands maakte hij me duidelijk dat op zijn nieuwe school..." Zo ook iets was,... zo van kunst... gemaakt...?" "Oh, hebben jullie op school kunstwerken gemaakt en opgehangen?" "Neen, neen, niet jullie, neen, niet gemaakt, ... KUNST!" ... Ik vond hem grappig, onverstaanbaar maar geweldig!
Hoe blij mag ik zijn als ik je stem zal horen hoe opgeladen als ik je terug zie Je weet toch dagen worden weken maanden rap een jaar tijd loopt over de seizoenen de zomer hebben we gehad een herfst en nu de winter Zal ik nog iets van je horen voor het weer zomer is hoe vreemd zullen wij voor elkaar dan zijn?
Ik sta al twee dagen op met een onhoorbare hoest en een weggedeemsterde stem. Niet goed voor een zangeres! Waarschijnlijk heb ik me verkouden zijnd vrijdag wat erg geforceerd op Bach en zijn Matheus passion. Ik heb te gespannen gezongen en niet op mijn stem en ademhaling gelet. Dan zing ik te veel met mijn hoofd in aparte noten en kleine middenrif afstanden! Gisterennamiddag heb ik dan aan de koffietafel met mijn familieleden emotioneel gepraat in een holle ruimte met veel aanwezigen en .... voilà stem weg en verpitst. Vandaag ga ik dus zwijgen in alle talen. Gelukkig dat er geschreven letters bestaan. Heeft er nog iemand goede tips ?
Misschien heb ik al gezegd dat je ogen zo vrolijk oplichten heb ik plots gewezen naar het kuiltje in je wang was het aan jou dat ik een grapje vertelde en las je het bericht op de mail toonde ik je mijn pijn toen ik viel en hebben we samen gelachen voelde je ook dat ik je nodig had en kriebelde de trui die ik breide heb je gezien dat ik ontzettend van je hou misschien?
...... Heb je ooit beseft hoe dierbaar het licht is
hoe je het mist als het er niet is ......
Mijn moeder ziet bijna even goed in het pikkedonker als in het licht. Ze heeft met ouder worden voor 95% het licht in haar ogen moeten afgeven en het is onomkeerbaar. Ik vind ze heel heel erg moedig. Ze kan niets meer van wat ze vroeger kon en heeft vooral moeite met 'zich vervelen'. Toch geeft ze niet op en heeft opnieuw op de tast leren eten, koken, enz... Haar krachtig 'strijden' zonder op te geven doet inderdaad beseffen wat het betekent om te zien! Dat is een geschenk waar we niet bij stil staan als het vanzelfsprekend is. Toen ik dit gedichtje las heeft het me dan ook sterk aangesproken.
Wat rilt plots mijn huid als gietend water bij het zien van veren rood van waar die schokken onverklaarbaar angstig als ik proef wat woede doet als ik begrijp dat je zwijgt voor altijd daar lees ik zinnen woordeloos leeg daar hoor ik snikken achter inhoudloos gelach de schuld van dwazen zing maar verder dwaas vogeltje dwaze vogel!
Vandaag was het Nadja, van Breton die me van de straat gehouden heeft. Ik ben er een beetje verdwaasd van. Die schrijver, de paus van het surrealisme, maakt zijn lezer een beetje geschift. Hij is zo bezig met vrije associaties, ongebreidelde passie, het los laten van elke realiteitszin dat je zelf samen met de figuren in het boek aan een soort rand van de normale geest terecht komt. Je krijgt een surrealistische mood in je voorste hersenkronkels. Ik heb er me in opdracht doorgewroet, de vragen van de meester beantwoord en mijn deeltaak is klaar. Nu ga ik iets lichter doen.... TV kijken?