Wat zal ik doen als straks de lente toch komt? Als vragen blijven komen? Wat zal ik dan kiezen? Ik kijk naar de grijze hemel in mijn tuin en naar verdorde lege takken. Alles is stil. Ik tel zelfs geen mussen meer. En in mijn hals verstijft elke spier. Mijn buik en rug drukken onduidelijk pijnlijk tegen hun wand van huid. Ik wil eens gevonden worden en niet geschonden. Het kindje draaide zich om in de kribbe. Het handje viel af en de kaars flitste slechts even over het lachende gezichtje.
Lieve lezers, lieve bekenden en lieve toevallige passanten van mijn blogje ik wens jullie allemaal naargelang je het zelf toelaat een klein, een groot, of een enorm licht in deze kerstdagen. Heel veel lieve energie van hieruit.
Pfff, even een zuchtje. Ik zit. De files, de stroom van shoppers, de uitpuilende winkelrekken, de muzak, de prikkelbaarheid van mijn gehaaste medemens, de snelle groetjes en wensen aan bekenden, de kleine plichten van de voorbereidselen op een lang weekend... ze zijn achter de rug. Het wordt tijd om even rustig te worden en in de echte sfeer van Kerstmis te komen. Straks gaan we zingen: ...Kerstnacht die schone, laat liefde steeds wonen in ieders gemoed.... Een kerk van een cliché, maar ... Soms moet je clichés koesteren omdat ze het dichtst bij de waarheid staan. Samen met anderen heb ik dit jaar geen boom, geen bollen, geen slingers, geen rode puntmutsen... in huis gehaald. Omdat het niet klopt met mijn gevoel. Ik wil mijn aandacht niet afleiden van mijn driftige zoektocht naar de authentieke kern. Dit jaar zal ik het duister voelen, de nacht ervaren en het keren van het licht. De hoop op een nieuw leven moet nu eindelijk kansen krijgen. Het verlangen naar iets heel waarachtig en goed, dat aanwezig is en aankondigt wat zal komen, ga ik in stilte afwachten. Ik haal het voor de geest om het oude jaar met zijn verdriet en onmacht te verdringen. Ik laat het verleden een terminale ziekte krijgen en een ongecompliceerde dood sterven. Overblijfselen van slechte herinneringen zal ik ritueel verbranden. Er komt een open plek in mijn geest, een weidse ruimte voor beter, veel beter. Ik weet het, ik laat het toe en dat alleen al vervult me met deugddoende vreugde.
Dit was een dag om te knuffelen een dag die me vleugels gaf een hele dag om lekker te koesteren dus leg ik me nu vredig te ruste zonder vragen zonder nodige antwoorden Ik was blij dat ik even gewoon heel even jouw woorden zag met jou heb kunnen praten En meer? Meer moet dat niet zijn
Heel toevallig vond ik vandaag een pareltje. Ik kon het niet laten liggen en wil het ook jou niet onthouden......
Vraag en antwoord
Men moet geduld hebben met het onopgeloste in het hart en proberen de vragen zelf lief te hebben, als ontoegankelijke ruimtes, als boeken, geschreven in volkomen onbekende taal. Wanneer men in die vragen leeft, leeft men misschien geleidelijk, zonder het te merken, op een ongewone dag binnen in het antwoord.
Had je wat trager gelopen ik zou je ingehaald hebben Had je je omgekeerd ik zou blij gewuifd hebben Had je op me gewacht ik zou je begroet hebben Had je gelachen ik zou 't geluk niet aankunnen Maar je liep snel verder Je keerde nooit om Je bleef altijd strikt met jezelf Je lach was onzichtbaar Je liet een kans op vriendschap heel ver achter je