Het is alsof ik ben
Meegezogen in de draaikolk van de klok
die tikt
en rondjes draait als in een bodemloze wok
maar stikt.
Zo slanken de kalenderblaadjes hevig af,
te snel,
Terwijl de jaren galopperen na de draf
Jawel,
alsof z' uiteindelijk seconden zijn geworden
zo kort.
ik Zie geen mensen, lees geen aanplakborden
Het wordt
Hels ongrijpbaar hoe toch schraal ongrijpbaar
De tijd
mij naar dat naderend eind totaal onaaibaar
verleidt
|