Vlinder
Ik wou dat ik een jonge stoere witte vlinder was, maar dan eentje die bestemd is eeuwig te gaan leven, die gewapend met een trui, een hoed, een regenjas, de wereld ziet omdat zijn krachten nooit begeven.
De blanke bleke bloemen zou ik bovenal verkiezen, want hun stuifmeel zegt me nooit ‘Jij bent racist’ . En nergens zou ik ooit de juiste weg verliezen, indien ik de naam van alle groene planten wist.
En komt de winter of de herfst met storm en regen, dan leef ik verder op mijn eigen hoopje proviand. Maar niet te gulzig om ook niet te veel te wegen, anders tuimel ik omlaag en kwets mij op het land.
Ik wou dat ik een lieve, niet te rare vlinder was, zodat de vogels mij wat langer lieten leven, en ik me tijdig kon verschuilen in het groene gras om me te redden, al ware ’t maar voor even.
10/4/2014
|