Volgend gedicht schreef ik 10 jaar geleden om deel te nemen aan de zoektocht naar de eerste dorpsdichter van Galmaarden.
Het gaat over de oorsprong van de Pauwelfeesten in Galmaarden.
Op een Paulusdag
Zijn haren wiegend in de wind
gelijk het Brabants rijpe koren
nadert een ruiter heel gezwind
maar wij voelen ons verloren.
Geen oogopslag wordt hem gegund
een hond alleen blaft verontrust.
Niemand verwacht zich aan een stunt
waarmee ons lijden wordt gesust.
Wat drijft een vreemde, onbezonnen
hij lijkt naïever dan de rest.
Waaraan is hij toch begonnen
hier vindt hij toch maar dood en pest.
Bij elke hoefslag komt hij nader,
zijn lans klieft door de ijle lucht.
Stilaan klit het volk tegader,
niemand spreekt of maakt gerucht.
Ik voel me beter, roept een kind
en grijpt de man bij zijn wambuis,
vraagt: Wie heeft me zo bemind?
Hij slikt een keer en slaat een kruis.
De ruiter gespt zijn tassen los
en zet die zacht neer naast de heg.
Dan stijgt hij op zijn briesend ros
hij wuift en rijdt spoorslags weg.
Was het een ruiter van de dood?
Wat is het dat hij heeft gebracht?
We vinden niets dan roggebrood,
niemand had zoiets verwacht.
Dankt allen Paulus, mens en dier
eet al wat hij ons heeft gegeven
en jaag de pest weg ver van hier
laat ons smullen om te leven!
18/2/2016
|