Moedershanden
Ooit gekoesterd door je moeder, wier vinger je omklemde in een niet te lossen greep van altijd klamme vingertjes, gegroeid en afgericht in spelletjes en werkjes, uitgedaagd door andere gelijke die wenken en strelen, verbinden en streven, werken om te bereiken, missen en verwerven. Gestriemd door de zorgen en de tuigen die ze rimpelend hebben geschapen om uiteindelijk te kunnen rusten stijf en stram door alle jaren Meer betekenend dan alle gebaren die de tocht hebben gegidst, nu trillend op het blanke laken vangend de adem van mijn dank om wat ze deden al die jaren Lang voor de mijne aangevangen maar nu haast uitgeteld Gevouwen en berustend moe gesust, immer zacht, gekust in dankbaarheid.
11/12/2009
|