Hartstilstand
Ik heb je nog gezien op de trap met een weekblad voor je hoofd. Ik nam nog verstrooid een hap, want ik had je niets beloofd.
De hond blafte naar de voordeur, de regen zong een vergeten lied, je vroeg me naar mijn voorkeur, maar ik hoorde je echt niet.
Ik vrees alleen die blauwe lichten wanneer het eeuwig winter is. Dan kijk ik naar vergezichten waarop ik steeds je glimlach mis.
Je hond slaapt op de deurmat en jankt als er een auto stopt. Niets beweegt in 't sleutelgat. Ik weet niet of mijn hart wel klopt.
13/1/2010
|