Levensstrijd
Ik keer met vreugd terug naar Hades bij de Styx De plaats waar ik na veel gepeins gestorven ben En wend mijn steven voor niemand en voor niks tot ik alle geluk, verlies en vreugde ken
Stormen stuwen mij naar ijzig witte streken ze denken dat ook ik met tegenzin geboren Nooit tevoren naar de weerkaart heb gekeken en nu de strijd op voorhand heb verloren
Mijn schip is alles wat mij nu nog overblijft om tegenstanders naar de wal te halen Ik zie niet veel dat op de grijze golven drijft Dus zet ik zeilen bij, gedaan met dralen
Het tuig dat kraakt, de stuurman heeft geen handen De matrozen spelen kaart en drinken rhum De boegspriet kreunt al even heftig als de wanden Overmoedig overstemt de storm de schrale drum waarmee de uitkijkpost heel hoog in t kraaiennest Verkondigt dat wij varen op verschroeide aarde Maar ik houd de koers, ik acht mezelf genoeg gepest Om onverwacht te gaan verzaken aan die ene waarde
Mijn schip is alles wat ons nu nog overblijft Om drenkelingen van hun vlot te halen Ik zie er veel verdwijnen, maar wie bovendrijft Hijs ik aan boord, er is geen tijd voor dralen.
1/4/2010
|