Onhandig
De zon werpt de schaduw van de straatlantaren op de mijne.
Een hond verstoort de rust. Neen geen beek uit een kille bedreigde gletsjer
Maar alleen de opluchting voor een dier dat ongebonden zijn geur wil achterlaten.
Het zwart breekt uiteen aan drie zijden
Er is er eentje dat als versteend de zon tegenwerkt
Een ander slaat op hol Achter een verdwaalde kat
En die van mij mijmert verder over de zon de liefde en de toekomst Voor zover ik in staat ben die in één hand te vatten
4/10/2010
|