Verdoving 1970
Je voelt je hand op je rode jas nog blank van de school en het krijt, reeds trilt een schaduw in je oog nog troebel in zon en regenweer. Hoe komt het dat je weer fluistert wanneer ik denk dat je zult schreien?
Misschien is het de lente in je borst of de herfst van je blote voeten.
Je weet hoe ik denk over je korte hals, bevallig onder neergestaalde haren, en zo verzoek je mij met medelij om je weg te voeren, naar de wereld ver van hier, in de verzonken stad, waar onze vissen samen zullen zwemmen.
16/3/2011
|