Zomerochtend acht
De zon verklapt de dag dat het donker is gevlucht naar het wilde westen. De dag ontwaakt en kwelt de dauw die dampt tot zwoele nevel.
Een merel minder in het nest, een bezorgde moeder en een eenzame dochter, die niets verklappen kan of wil.
Ik wil de dag lang zonnen in ontdauwde zoden, die mijn oren strelen met hun wilde aren.
Ik vind de zwarte vogel in mijn kelder oude wijn en spreek de taal van licht en overtuig de jonge vleugels te vliegen naar de zon.
30/5/2011
|