Routine na zessen
Om dertien over zes komt hij bij mijn deur; hij draagt een paraplu, een slappe boekentas, zijn stompje sigaret verspreidt een warme geur, de rookwolk zit verankerd, diep doorheen zijn jas.
Om dertien over zes sta ik op de straat, en kijk verschrikt op naar een bange zwarte kat, bedenk ineens: half zeven is wel veel te laat, tenzij de trein vandaag erg veel vertraging had.
Om dertien over zes blijf ik nu binnen, want de paraplu buigt niet opzij voor mij, dus moet ik gauw 'n routine gaan verzinnen, ja, 't houvast van elke avond is voorbij.
|