Ik ben
Ik ben een en woon in (VLAANDEREN .) en mijn beroep is Gepensioneerd..
Ik ben geboren op 09/02/1939 en ben nu dus 85 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Raad eens ?.
Waalse republiek maar net voorkomen De Walen stonden klaar om zich af te scheuren van de rest van België en een eigen republiek te beginnen, 60 jaar geleden. Er was al een Waalse regering gevormd en mocht er een burgeroorlog uitbreken dan stonden twee Franse legerdivisies klaar om te helpen. De Walen wilden splitsen als koning Leopold II aan zou blijven. Hem werd verweten dat hij in 1940 niet met de regering mee was gevlucht naar Frankrijk, hij was getrouwd met zijn Vlaamse maîtresse, hij bracht geen hulde aan het verzet en hij wilde ook dat Vlaanderen zou worden voorgetrokken. En zo was er nog het een en ander, de Walen wilden hem niet meer. Toen Leopold inderdaad aftrad, keerde de rust terug. Dat blijkt uit een artikel (PDF-bestand) in Knack over het boek Mijn oom Kamiel. 25 euro. Meer info en via email bestellen
Ken U geschiedenis.En slot van de reeks.
Nr 10.
Jan Baptist Verlooy
Voor de laatste aflevering in onze reeks over prominente figuren uit de Vlaamse Beweging maken we een sprong van dik twee eeuwen. Jan Baptist Verlooy (1746-1797) wordt beschouwd als de vader van de Vlaamse Beweging. Met zijn Verhandeling op donacht de moederlyke tael in de Nederlanden publiceerde hij het eerste en meest invloedrijke manifest dat de achteruitstelling van het Nederlands ten voordele van het Frans aanklaagde en opriep tot zelfbewustzijn van de Nederlandstalige Zuid-Nederlanders.
Jan Baptist Verlooy stamde uit een vooraanstaande familie uit Houtvenne, vandaag een deelgemeente van Hulshout. In 1766 trekt Verlooy naar Leuven om er rechten te studeren. In 1774 vestigt hij zich in Brussel en legt er een jaar later de eed af als advocaat bij de Raad van Brabant. Hij publiceert er in 1781 de Codex Brabanticus, een juridisch handboek over de in het Hertogdom Brabant geldende wetten. Uit dit werk blijkt zijn democratische en rationalistische ingesteldheid alsook zijn gehechtheid aan Brabant.
In 1785 schrijft hij een brief aan keizer Jozef II te Wenen om de achteruitstelling van het Nederlands aan te klagen. Twee jaar later verschijnt over dit onderwerp zijn meest invloedrijke werk, Verhandelingop donacht der moederlyke tael in de Nederlanden.
In het manifest klaagt hij de overheersing van de Franse taal in de (Zuidelijke) Nederlanden aan en pleit hij voor de erkenning van het Nederlands als volwaardige taal. Verlooy beschouwde het Nederlands immers als de taal van de burgerlijke vrijheid in tegenstelling tot de verfransende elite van het Ancien Régime. Hij pleitte onder meer voor een algemene spelling en onderwijs in het Nederlands. Enkel zo kon het Nederlands opnieuw een wetenschapstaal worden. Ook moesten er opnieuw toneelvoorstellingen in het Nederlands gegeven worden om het Nederlands als cultuurtaal te promoten. Verlooy publiceerde de verhandeling anoniem te Maastricht omdat hij onder streng toezicht stond van de Oostenrijkse bewindvoerders.
Het manifest wordt beschouwd als het eerste theoretische geschrift dat de noodzaak van een Vlaamse Beweging aantoonde en de opwaardering van het Nederlands tot op de hoogte van andere cultuurtalen, vooral het Frans, als doelstelling had.
"Nooit is onze tael eenig aendagt verleent van 't hooggezag. Nog hoogschool van Loven nog onze Brusselsche Academi' hebben haer ooit meer gedaen, als niet verworpen, onze schyfwys' is nog niet gevestigt [...]. Laet ons gezamentlyke Nederlanders, schoon wy van staet geschyden zyn, ons ten minsten in de Nederlandsche konsten aenzien als gevaderlanders en gebroeders. [...] Begin-maer, doe-maer iet, hoe wynig het ook zy, doe-maer zien dat Gy verlangt, ook onze tael geëert te zien: en zy zal 't wezen."
Hij kwam vanaf einde 1787-begin 1788 regelmatig in contact met zijn confrater Jan Frans Vonck. Er is weinig twijfel aan dat zij in het Nederlands vergaderden. In het voorjaar van 1789 richtte hij het geheim genootschap "Pro aris et focis" (vrij vertaald "voor outer en heerd") op, waarin een opstand tegen de keizer werd voorbereid. In het najaar van 1789 werd hij lid van het "Comité van Brussel" van de democraten. Pro Aris et Focis verspreidde een vlugschrift van Verlooy, dat door Vonck ook in het Frans werd vertaald. De Brusselse balie heeft overigens over het algemeen een grote rol gespeeld in de Brabantse omwenteling van 1789.
Tijdens de Brabantse omwenteling sluit hij zich aan bij de Vonckisten, maar moet een tijdlang naar Frankrijk uitwijken. Na de Restauratie keerde hij terug naar Brussel. Bij de Franse bezetting stapt Verlooy in de collaboratie, wat gezien zijn belangstelling voor de verlichte ideeën uit Frankrijk niet zo verwonderlijk is. In 1795 wordt hij burgemeester van Brussel, maar blijft niet lang in functie. Hij doorziet de ware aard van het nieuwe regime en trekt zich terug uit het politieke leven, bovendien heeft hij gezondheidsproblemen.
Jan Baptist Verlooy was een pleitbezorger van de Nederlandse taal en wordt daarom als grondlegger van de Vlaamse Beweging gezien. Toch beschouwde hij niet Vlaanderen, maar Brabant en bij uitbreiding de hele Nederlanden als zijn Vaderland.
De reeks prominente figuren uit de geschiedenis van de Vlaamse Beweging kwam tot stand met de gewaardeerde steun van Wikipedia, de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, het jubileumboek 30 jaar Volksunie en het geheugen van de stafmedewerker van Jong N-VA.
14.30 uur - gratis ballonnen met een persoonlijke vredes- of liefdeswens op de Grote Markt!
15.30 uur - verzamelen op de Grote Markt van Diksmuide
16.00 uur - vertrek op de Grote Markt in een vredesoptocht
16.30 uur - aankomst aan de IJzertoren (Pax-poort) & zanghappening
Wie?
Verliefde tieners, verliefde kleuters, geheime liefdes, verliefde trouwers, verliefde opas en omas, verliefde heteros en verliefde holebis, iedereen die verliefd wil worden, iedereen die over liefde wil zingen, Met medewerking van de Koninklijke muziekkapel van de Marine o.l.v. kapelmeester Oppermeesterchef Bjorn Verschoore, een regionaal gemengd koor o.l.v. majoor Bruno Sprengers, Stad Diksmuide, IJzertoren, de 4-daagse van de IJzer en in een regie van René Verreth.
Meer info: toerisme Diksmuide, Grote Markt 28, 8600 Diksmuide, tel.: 051/519146, toerisme@stad.diksmuide.be
12-08-2010
Ken U geschiedenis.
Nr 9.
Hendrik Conscience
Vandaag zetten we Hendrik Conscience in de kijker, de man die zijn volk leerde lezen. Iedereen kent zijn beroemdste werk De Leeuw van Vlaanderen, hoewel slechts weinigen het boek vandaag nog gelezen krijgen.
Hendrik werd in 1812 in Antwerpen geboren als Henri Conscience. Zijn vader was een uitgeweken Fransman die voor de marine van Napoleon werkte. Zijn moeder was de Vlaamse Cornelia Balieu. Van zijn moeder leerde hij allerlei Antwerpse volksverhalen die hij nadien met veel geestdrift aan zijn eigen vrienden kon navertellen. Zijn scholing was magertjes, maar door zelfstudie bracht hij het zover dat hij hulponderwijzer kon worden.
Bij het uitbreken van de Belgische Revolutie liet hij zich overhalen om de wapens op te nemen. Uiteindelijk bleef hij tot 1836 in het leger. Wanneer hij terugkwam in Antwerpen werd hij lid van de rederijkerskamer De Olijftak en ging hij zich toeleggen op het schrijven van volksverhalen. Omdat hij geen werk had bezorgde zijn vriend, kunstschilder Gustaaf Wappers, hem een baantje als vertaler bij het provinciebestuur. Conscience moet zich daar blijkbaar te veel van zijn Vlaamse kant hebben laten zien, zodat hij er ontslagen werd en aan de bak moest komen als tuinman. Wappers zou Conscience later nog vaak aan een baan helpen, en al even vaak ondervond de schrijver tegenkantingen omwille van zijn Vlaamsgezindheid.
Hendrik Conscience begon zijn schrijverscarrière met Franse gedichten, maar schakelde al gauw over op een Vlaams oeuvre. Zijn eerste werken, Int wonderjaer1566 en Phantasy kenden weinig succes. Dankzij een subsidie van Leopold I kon hij verder werken als schrijver. Voor zijn bekendste werk, De Leeuw van Vlaanderen, kreeg Conscience waarschijnlijk inspiratie door het schilderij De Groeningeslag van Nicaise De Keyser (van de De Keyserlei) in het Antwerpse Vleeshuis. Hij gebruikte de achtergrond van de Vlaamse opstand om een liefdesverhaal te schrijven over Machteld, dochter van Robrecht van Bethune, en ridder Adolf van Nieuwlant. De roman staat echter vol met historische fouten die Conscience later in zijn Geschiedenis van België heeft trachten recht te zetten.
De Leeuw van Vlaanderen werd niettemin een enorm succes en het werd de inspiratie voor de Vlaamse Beweging in de 19de en 20ste eeuw. Dankzij het succes van De Leeuw werd 11 juli de feestdag bij uitstek van de Vlamingen en werd de Vlaamse leeuw het symbool van de Vlaamse gemeenschap. In 1842 huwde Hendrik Conscience met Maria Peinen. Het paar kreeg vier kinderen waarvan slechts dochter Marie overleefde. Het gezin ging in Schilde wonen waar Hendrik graag wandelingen placht te maken. Op één van wandelingen kwam hij bij een hoeve in Zoersel waar hij de inspiratie vond voor de roman De Loteling.
De reputatie van Conscience werd intussen almaar groter, en in 1857 werd hij benoemd tot arrondissementscommissaris in Kortrijk. Dat bleef hij tot hij elf jaar later werd aangesteld als bewaarder van de Koninklijke Musea voor Schilder- en Beeldhouwkunst te Brussel.
Hendrik Conscience stierfop 10 september 1883, nog geen maand nadat zijn standbeeld in Antwerpen was onthuld. Hij kreeg een praalgraf op het Kielkerkhof. Na de sluiting van dat kerkhof werden zijn stoffelijke resten en het grafmonument verplaatst naar het Schoonselhof.
11-08-2010
Eneco tour in Ardooie.
Eneco Tour 2010
Op donderdag 19 augustus vindt de derde doortocht op Ardooies grondgebied plaats van de internationale etappewielerwedstrijd, de Eneco Tour.
De rit verloopt van Rucphen (Nederland) naar Ardooie (210 km). Tussen 16u04 en 16u31 passeren de renners de aankomstlijn in de Stationsstraat, waarna nog een lokale ronde afgelegd wordt en ze tussen 16u25 en 16u54 verwacht worden aan de finish.
Gelieve er rekening mee te houden dat er een parkeerverbod zal zijn langs heel het parcours en langs enkele omliggende straten.
Frans Van Cauwelaert was het boegbeeld van de Vlaamse vleugel van de Katholieke partij voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Hij volgde school in het kleinsemarie in Hoogstraten waar het verboden was Nederlands te spreken. In 1899 ging hij thomistische wijsbegeerte en later rechten studeren in Leuven. Als student was hij actief in het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond, een flamingantische groep die streefde naar hoger onderwijs in de eigen taal. Tevens was hij lid van de redactie van Ons Leven, het blad van KVHV-Leuven.
In 1910 werd hij verkozen in de Kamer waar hij meteen leider werd van de flamingantische groep van de Katholieke Partij. Samen met Louis Franck en Camille Huysmans voert hij vanaf 1911 campagne voor de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit. Van Cauwelaert is er echter niet over te spreken dat in 1916 de universiteit dankzij de samenwerking met de Duitse bezetter even vernederlandst wordt.
Vlak voor het uitbarsten van de Groote Oorlog richtte Van Cauwelaert samen met Alfons Van de Perre en Arnold Henrix in Antwerpen het dagblad De Standaard op. Het eerste nummer ervan verschijnt omwille van de oorlog pas op 3 december 1918.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vertrok Frans Van Cauwelaert naar Nederland om er de leider te worden van de gevluchte flaminganten. Met Julius Hoste jr. richtte hij er het weekblad Vrij België op dat inging tegen de Duitse propaganda. Zijn Vlaamsch-Belgisch Verbond pleitte voor Vlaamse eentaligheid in onderwijs, justitie en bestuur en voor gescheiden Vlaamse en Waalse legereenheden.
Na de oorlog legt Van Cauwelaert zich in het parlement toe op de creatie van de taalwetten. De krachtsverhoudingen binnen de Katholieke Partij waren danig gewijzigd en de flamingantische groep van Van Cauwelaert vormde nu een meerderheid. Hij realiseerde de taalwet van 31 juli 1921 die de overheidsadministraties van het Vlaamse land vernederlandste, hij werd burgemeester van Antwerpen, hij realiseerde de taalwet op het leger in 1928, de taalwet van 1930 op de universiteit van Gent, de taalwet van 1932 op het lager en middelbaar onderwijs. De voorzien taalwetten in verband met het leger en justitie werden echter door koning Albert afgeblokt.
Toch verloor Van Cauwelaert veel krediet binnen de Vlaamse beweging. Hij was een tegenstander van het federalisme en zag de Vlaamse ontvoogding vooral als een cultureel gegeven. Hij werd daarom ook als minimalist omschreven, in tegenstelling tot de maximalisten die wel naar politieke autonomie voor Vlaanderen streefden.
Van Cauwelaert vestigde zich na de oorlog in Antwerpen waar hij met zijn jongere broer August (dichter en later rechter) een advocatenpraktijk startte. Van 1921 tot 1934 was hij er burgemeester. Hij zorgde onder meer voor een forse havenuitbreiding in noordelijke richting. De Van Cauwelaertsluis werd naar hem vernoemd.
In de jaren 1934-1935 was hij minister in de regeringen-de Brocqueville en Theunis, maar hij moest wegens een financieel schandaal ontslag nemen. Zijn geloofwaardigheid en zijn morele autoriteit werden hierdoor zwaar beschadigd. In 1939 werd hij niettemin voorzitter van de Kamer, een functie die hij behield tot 1954.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef Van Cauwelaert te New York. Na de oorlog trachtte hij de repressie te beperken. Hij was erbij toen Leopold III besloot af te treden. Frans Van Cauwelaert bleef tot aan zijn dood in 1961 Kamerllid.
In 1938 was hij een van de architecten van de Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Kunsten van België. Tot vandaag wordt jaarlijks de prestigieuze Wetenschapsprijs Frans Van Cauwelaert uitgereikt.
Frans Van Cauwelaert is de grootoom van Knack-directeur Rik Van Cauwelaert.
10-08-2010
Ken u geschiedenis.
Nr 7.
Hendrik Elias
Onze Vlaams-nationalist van de dag is iemand die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar verbrand heeft in de figuurlijke zin dan toch. Historicus Hendrik Elias was na de dood van Staf De Clercq leider van het VNV, de partij die voor de totale collaboratie had gekozen.
Hendrik Elias werd geboren in 1902 in Machelen. Hij studeerde Geschiedenis aan de K.U.Leuven en behaalde er een doctoraat in de Rechten in 1929. Noodgedwongen moest hij zijn academische ambities opbergen toen er onder de kanunniken van de universiteit protest rees tegen een mogelijke benoeming van de té Vlaamsgezinde Elias. Hij besluit de politiek in te gaan en in 1932 raakt hij verkozen voor het VNV in de kiesomschrijving Gent-Eeklo.
Binnen het VNV zal Elias altijd een beetje op twee benen hinken. Hij veroordeelt het "fascistisch nationalisme" en pleit voor federalisme. Niettemin wordt hij in 1933 lid van de VNV-Hoofdraad, in de hoop de partij te kunnen matigen. Begin 1935 wordt het door hem uitgewerkte partijprogramma verworpen. Elias dreigt met ontslag maar bindt in. Zo zal Elias nog enkele keren dreigen op te stappen, om dan weer terug te keren.
Vlak na de Duitse inval schaart Elias zich samen met de andere VNV-parlementsleden achter de leuze "geen tweede activisme". Desondanks belooft VNV-leider De Clercq op 3 juni 1940 de volledige medewerking van het VNV aan de Militärverwaltung. Naar buiten toe aanvaardt Hendrik Elias dan plots wel de collaboratie, onder meer in de hoop erkenning te krijgen voor het Vlaamse volk. Hij wordt door de bezetter benoemd als burgemeester-commissaris van Gent.
Nadat Staf De Clercq in 1942 overlijdt ten gevolge van kanker volgt Elias hem op aan het hoofd van het VNV. Hij besefte al gauw dat er van de Duitse beloftes inzake de erkenning van Vlaanderen niet veel in huis zou komen. Bovendien begon de DeVlag steeds meer het VNV te overvleugelen als organisatie van Vlaams-Duitse samenwerking. Henrik Elias durfde evenwel niet te breken met de collaboratie, ondermeer omdat hij vreesde dat het VNV dan volledig zou worden overgenomen door de DeVlag. Elias kwam na een ontmoeting met Himmler tot het inzicht dat zijn politiek tot mislukken was gedoemd. Toch bleef hij tot na de val van het 3de rijk voorzitter van het VNV.
Bij de bevrijding vluchtte Elias naar Duitsland waar hij al snel door de Fransen zou worden gevangen genomen. Hij werd ter dood veroordeeld wegens collaboratie, maar zijn straf werd omgezet in levenslang. In 1959 wordt hij om gezondheidsredenen vrijgelaten. Tijdens en na zijn gevangenschap stort Elias zich terug op zijn oude liefde, de geschiedenis. Hij schreef o.a. De Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, een werk in 4 delen over het Vlaamse denken van 1780 tot 1914, waarvoor hij de Prijs van de Vlaamse Provincies en de Frans Van Cauwelaertprijs kreeg. Hendrik Elias overleed in 1973.
09-08-2010
Ken U geschiedenis.
Nr 6.
Walter Luyten
We zetten onze reeks over prominente figuren uit de Vlaamse Beweging verder met een man die nog veel N-VAers in hun hart dragen: de zingende senator Walter Luyten.
Walter Luyten werd geboren op 24 oktober 1934 in Berlaar. Hij werd historicus en begon zijn politieke loopbaan op de studiedienst van de Volksunie. In 1964 werd hij verkozen in de gemeenteraad in Berlaar, waar hij meer dan 40 jaar zou blijven zetelen. Tussen 1994 en 2000 was hij er Schepen van Onderwijs en Cultuur. Van 1981 tot 1991 zetelde hij voor de VU in de Senaat.
Luyten bouwde samen met o.m. Willy Kuijpers en Jaak Vandemeulebroucke een stevige internationale reputatie op als volksnationalist. Hij reisde heel Europa en omliggende streken af om de verschillende volkeren een hart onder de riem te steken en hen te helpen in hun strijd om zelfbeschikking. Koerden, Corsicanen, Catalanen, allen maakten kennis met de gedreven strijder uit Berlaar. Het meest betrokken voelde Walter zich bij de Baskische en Litouwse zaak. Tijdens het dictatoriale regime van Franco trok hij naar Baskenland om er te pleiten voor scholen in de Baskische taal. En toen in 1991 Litouwen zich wilde afscheuren van de USSR en de Sovjettanks voor het parlement in Vilnius stonden, hield Luyten er een toespraak voor de Litouwse assemblee om hen moed in te spreken. President Valdas Adamkus verleende hem er in 2006 de Cross of Commander of the Order for Merits to Lithuania voor.
Walter Luyten was een man met vele kwaliteiten, maar de gave van de stilte was hem niet toebedeeld. Wanneer hij op een partijcongres of partijraad het woord vroeg weigerde hij steevast een micro te gebruiken. Zijn tussenkomst begon dan ook steeds met een bulderend Ik heb geen microfoon nodig! Luyten was dan ook iemand die zelden bondig en to the point sprak. Wanneer Walter sprak ging dat steeds gepaard met weidse vertellingen, associaties en anekdotes. Op een keer wekte Luyten door zijn manier van spreken zodanig de wrevel van een Christen-democratische collega-senator, dat die laatste hem daar een bitse opmerking over maakte. Luyten antwoordde meteen dat zijn collega, als goede Katholiek, die stijl toch moest appreciëren vermits Christus zelf ook steeds in parabels sprak.
Naast het spreken ging ook het zingen Walter Luyten goed af. Zijn repertoire vaderlandse en Europese gezangen was onuitputtelijk en hij liet geen gelegenheid voorbij gaan om enkele liederen aan te heffen. Hij hield er dan ook zijn bijnaam de zingende senator aan over.
Walter Luyten overleed twee jaar geleden na een zeer lange strijd tegen kanker. Zijn grote droom, de Vlaamse onafhankelijkheid , heeft hij niet meer kunnen meemaken. Maar hij verheugde zich bij het politieke schouwspel van 2007 toen duidelijk werd dat België, net als hemzelf, geen lange toekomst meer beschoren was.
donderdag, 05 augustus 2010 15:30 | Auteur: G.D. (Kortrijk) |
Gisteren, 4 augustus, ben ik toevallig in het nieuwe koopcentrum in Kortrijk (aan de Veemarkt) als ik in een winkel plots verzorging nodig heb. De winkeljuffrouw (van Geox) is buitengewoon vriendelijk, behulpzaam en dit in een perfect Nederlands (het was zelfs geen West-Vlaams): ze verdient dus een pluim...
In al haar ijver roept de winkeljuffrouw de interne beveiliging. De toegesnelde beveiligingsman vraagt in een perfect Frans wat er scheelt. Hij spreekt (en kan) geen gebenedijt woord Nederlands! (Ik vermoed dat het hier gaat om een beveiligingsfirma uit het Rijselse). Het is in feite een beetje dezelfde situatie als met Vlamingen in (sommige?) Brusselse ziekenhuizen. Ik kan me niet inbeelden hoe een doorsnee Vlaming in het Frans moet uitleggen wat een "hypo" is, een bloeddrukval, een gluco-meter, enz... terwijl hij er pre-comateus bij neerligt.
(Teneinde raad wordt dan maar de ziekenwagen van de brandweer opgeroepen. Voor de ambulanciers: niet dan lof!). Dat kan toch niet in een Vlaamse stad als Kortrijk,wie treed daar tegen op ? Of laat men het weer betijen.
07-08-2010
Wat nu weer ?
Dreigbrief
Op de redaktie van VTM is vrijdagavond een dreigbrief toegekomen, gericht aan Elio Di Rupo.
De hoofding luidt: "In naam van Allah",
In de brief staat ondermeer dat "in een toekomstig moslimland als België, geen homoseksueel premier mag worden". Het dreigement eindigt met de woorden dat "zondaar en homoseksueel Di Rupo zal sterven door het blanke zwaard".
De Brusselse Federale Gerechtelijke Politie heeft een proces-verbaal opgemaakt over de dreigbrief. "Dat betekent dat we de zaak ernstig nemen en niet afdoen als een flauwe grap", zegt de woordvoerster van de federale politie.
Op basis van een analyse van het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD) heeft het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken deze voormiddag besloten om geen specifieke maatregelen te nemen om preformateur Elio Di Rupo (PS) te beschermen.
06-08-2010
Ken U geschiedenis.
Nr 5.
Hugo Schiltz
Hugo Schiltz was zonder twijfel de meest invloedrijke Vlaams-nationalistische politicus van de 20ste eeuw. Samen met o.m. Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene was hij één van de architecten van het federale België.
Schiltz werd geboren op 28 oktober 1927 in Borsbeek. Hij studeerde aan het Vlaamsgezinde Xaveriuscollege en werd tijdens de oorlog lid van de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen (NSJV). Tijdens de repressie verbleef hij daarvoor als 17-jarige enkele maanden in de gevangenis. Hij ging in Leuven rechten, economische wetenschappen en thomistische wijsbegeerte studeren. Hij kwam er in contact met gelijkgezinde studenten zoals Manu Ruys en Karel Hemmerechts. Tijdens die periode kreeg zijn Vlaams-nationalisme stevig vorm.
In 1953 vestigde Schiltz zich als advocaat in Antwerpen. In 58 werd hij dankzij een akkoord tussen de CVP en de VU verkozen in de gemeenteraad als onafhankelijke op een CVP-lijst. In 1963 werd hij officieel lid van de VU. Reeds twee jaar later werd hij verkozen als Kamerlid, wat hij ook tot 1991 zou blijven. Daarna zetelde hij tot 1994 in de Senaat.
Hugo Schiltz liet zijn invloed op de partij al snel duidelijk gelden. Hij introduceerde meer linkse Vlaams-nationalisten zoals Maurits Coppieters en Nelly Maes in de partij en verruimde het programma van de VU met aandachtspunten die het communautaire overstegen. Het zou dan ook niet lang duren eer Schiltz zich naar de top van de partij zou werken. Ondanks de morele autoriteit die hij in die jaren had opgebouwd verliep dat niet van een leien dakje.
In 1973 besliste de partijraad van de VU om een vernieuwing aan de partijtop te laten plaatsvinden. Frans Van der Elst en Wim Jorissen waren immers al bijna 20 jaar respectievelijk voorzitter en secretaris van de partij. Na al die jaren stonden een heleboel jongere figuren klaar om door te stomen naar de top. Van der Elst en Jorissen zouden tot 1 januari 1976 hun functies behouden, maar intussen zou de partijraad wel een voorzitter en secretaris van het partijbestuur kiezen.
Voor het voorzitterschap kandideerden Hugo Schiltz en Evrard Raskin. Raskin was op dat moment Kamerlid en Eerste Schepen in Eigenbilzen. Hij was ook de favoriete kandidaat van Van der Elst en Jorissen. Hugo Schiltz daarentegen had zich op eigen kracht naar boven gewerkt. Hoewel zijn staatkundige ideeën helemaal in de lijn van Van der Elst lagen, verschilden zijn stijl en aanpak grondig van de oude voorzitter. Hij was dan ook een figuur die niet bij iedereen in de smaak viel. De partijraad van oktober 1973 kende een dramatische uitslag. Schiltz en Raskin behaalden precies evenveel stemmen. De statuten schreven in dat geval voor dat de oudste het pleit won, en dat was Schiltz. Raskin werd secretaris van het partijbestuur.
Op weg naar het algemeen partijvoorzitterschap lagen voor Schiltz nog meer wolfijzers en schietgeweren. Toen de VU in 1974, ondanks licht verlies, door Leo Tindemans werd uitgenodigd voor regeringsonderhandelingen, vergde dat van de meeste partijleden een grote mentale omslag. Schiltz had altijd al volgehouden dat regeringsdeelname de enige weg was om het federalisme te realiseren. Maar de gesprekken in Steenokkerzeel over een toetreding tot de regering liepen spaak op de Franstalige eis om van Brussel en volwaardig gewest te maken en de VU-vraag om amnestie. Tindemans verkreeg wel dat de VU en de RW een minderheidsregering zouden steunen. In ruil daarvoor zou de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap worden voortgezet. Voor Schiltz was het alvast een overwinning dat de VU de stap had gezet van eeuwige oppositiepartij naar potentiële regeringspartner.
Toen in 1975 een nieuw partijbestuur zou verkozen worden kreeg Schiltz met name van de rechterzijde van de partij hevige tegenwind. In de loop der jaren hadden er zich te rechterzijde allerlei ongenoegens opgestapeld: Steenokkerzeel, ethische kwesties, de pacifistische opstelling van de partij. Schiltz pragmatisme werd in die kringen dan ook afgedaan als besluiteloosheid en machtsgeilheid. Maar ook aan de top van de partij had men problemen met Schiltz. Van der Elst en Jorissen bezorgden de partijraadsleden voor de verkiezingen nog een vertrouwelijke brief waarin zij zich uitspraken tegen Schiltz. Ondanks alle tegenkantingen versloeg Schiltz zijn tegenstanders Vic Anciaux en Hector De Bruyne met sprekend gemak.
In mei 78 werd de VU opnieuw uitgenodigd om over een staatshervorming te onderhandelen. Samen met de CVP-PSC, de socialisten en het FDF werd het Egmontpact uitgewerkt, dat onder meer de rechtstreekse verkiezing van de gewestraden en een eigen executieve (regering) voor gewesten en gemeenschappen voorzag. Schiltz was een fel verdediger van het pact en hij overtuigde zijn partij om in de regering Tindemans II te stappen om het pact te kunnen uitvoeren. Toen in het najaar van 1978 het Egmontpact strandde en de VU een zware verkiezingsnederlaag liep, nam Schiltz ontslag als partijvoorzitter.
In 1981 keerde hij al terug als ondervoorzitter van de partij. Hij werd minister van begroting in de eerste Vlaamse Executieve die na de grondwetsherziening van 1980 van start ging. In de tweede helft van de jaren 80 werkte hij samen met Jean-Luc Dehaene een nieuwe staatshervorming uit. Hij leidde zijn partij opnieuw in de regering en werd vice-premier en minister van begroting. Wilfried Martens kreeg de staatshervorming echter niet rond. Een rel over de uitvoer van wapens was voor de VU de aanleiding om de deur achter zich dicht te slaan en de regering Martens VIII te doen vallen.
In 1992 werd Hugo Schiltz samen met PSC-voorzitter Gérard Deprez covoorzitter van de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap. Die mislukte echter, maar vormde niettemin de basis voor het Sint-Michielsakkoord van 1993.
Schiltz trok zich terug uit de nationale politiek en legde zich toe op Antwerpen, waar hij met de lijst Antwerpen 1994 een dam probeerde op te werpen tegen het Vlaams Blok. Hij slaagde er niet in zijn grote droom te verwezenlijken, burgemeester of havenschepen van de stad te worden.
Toen in 2001 de Volksunie ten onder ging aan interne ruzies koos Schiltz zowel uit persoonlijke als ideologische overwegingen de kant van Spirit. Hij trok zich terug uit de actieve politiek en stortte zich terug op de advocatuur. Hij overleed vrij onverwacht in 2007 aan de gevolgen van leukemie. Schiltz weigerde testamentair een staatsbegrafenis, waarop hij als minister van staat recht had. Tijdens de uitvaartdienst in de kathedraal was zijn kist bedekt met een leeuwenvlag. Hugo Schiltz kreeg een laatste rustplaats op het Schoonselhof.
05-08-2010
Ken U geschiedenis.
Nr 4.
Maurits Coppieters
Maurits Coppieters was één van de bekendste kopstukken van de VU. Als boegbeeld van de linkervleugel zorgde hij voor de ideologische verruiming van de partij. Hij plaatste de Vlaamse strijd in een breder internationaal kader onder de noemer bevrijdingsnationalisme en was één der stichters van de Europese Vrije Alliantie.
Coppieters werd geboren in 1920 in Sint-Niklaas. Hij sloot zich op 12- jarige leeftijd aan bij de katholieke padvindersbeweging (VVKS) waarvan hij van 1948 tot 1958 verbondscommisaris was. Tijdens de oorlog moest hij onderduiken als werkweigeraar. Hoewel hij de collaboratie steeds sterk veroordeelde, was hij tegelijk een vurig bepleiter van amnestie.
In de jaren na de oorlog verwierf Coppieters een grote populariteit als redenaar en een stevig moreel gezag binnen het onderwijs, jeugdbewegingen en de Vlaamse Beweging. Hij was mede verantwoordelijk voor de heroprichting van de Vlaamse Volksbeweging, waarvan hij voorzitter werd van 1957 tot 1963. In dat jaar maakte hij de overstap naar de politiek uit onvrede over de taalwetgeving en de uitzichtloosheid van de buitenparlementaire actie. Van 1965 tot 1971 was hij Kamerlid en van 71 tot 79 senator voor de VU.
Zelfbestuur voor Vlaanderen was voor Coppieters niet los te denken van de vernieuwing van de Vlaamse samenleving. Openheid tegenover de ontwikkelingen in de wereld en het doorbreken van de verzuiling zijn daarvoor een conditio sine qua non. Zijn bevrijdingsnationalisme plaatste de Vlaamse Beweging in het ruimere kader van de strijd van de verdrukte volken van de Derde Wereld. Deze ideeën werden hem niet in dank afgenomen door christen-democraten en traditionele Vlaams-nationalisten.
Coppieters droeg rond 1970 in belangrijke mate bij tot de ideologische verruiming van de Volksunie door de organisatie van partijcongressen over politiek pluralisme, de rechten van de vrouw, milieuproblematiek en ontwikkelingssamenwerking. Zo werd hij het boegbeeld van de progressieve vleugel in de partij.
Van 1979 tot 1981 was Coppieters Europees Parlementslid. In die hoedanigheid stichtte hij de Europese Vrije Alliantie, een samenwerkingsverband van Europese regionalistische en autonomistische partijen. Na de goedkeuring van de Sint-Michielsakkoorden nam hij steeds meer afstand van de Vlaamse Beweging. Zijn grote droom was het bundelen van de progressieve krachten in Vlaanderen. Samen met Norbert De Batselier lanceerde hij daartoe het Sienjaal. Het initiatief kende echter geen succes.
De EVA noemde in 2007 haar studiecentrum naar de figuur van Coppieters, de stichting Center Maurits Coppieters (CMC). Coppieters zelf maakte de stichting ervan niet meer mee, hij overleed in 2005.
In onze reeks over prominente figuren uit de Vlaamse Beweging kunnen we niet om een aantal omstreden figuren heen. De Zeer Eerwaarde Heer Cyriel Verschaeve is er zo één. Jarenlang gold hij als één van de voornaamste geestelijke voormannen van de Vlaamse Beweging. Als priester-dichter produceerde hij heel wat essays en poëtische werken .Hij schreef ook bijdragen voor diverse Vlaamsgezinde tijdschriften voor en tijdens beide wereldoorlogen.
Cyriel Verschaeve werd geboren op 30 april 1874 in Ardooie in een katholiek West-Vlaams gezin. Hij studeerde aan het Klein-Seminarie in Roeselare waar hij in contact kwam met de Vlaamsgezinde studentenbeweging en de erfenis van Albrecht Rodenbach. Rodenbach zou voor Verschaeve een waar idool worden. Na zijn studies theologie in Brugge werd hij in 1897 priester gewijd. Het jaar daarop kreeg hij de kans om gedurende een semester aan de universiteit van Jena de colleges van filosoof en Nobelprijswinnaar voor de Literatuur Rudolf Eucken te volgen. Hij raakte er zo onder de indruk van de Duitse cultuur en mentaliteit, dat hij er een levenslange bewondering aan over hield.
In 1911 werd hij onderpastoor in Alveringem, een dorp dat tijdens de Grote Oorlog net achter de frontlinie kwam te liggen. Tijdens de oorlog werd hij de geestelijke raadsman van de Frontbeweging. Hij stelde in 1917 de aan koning Albert I gerichte "Frontbrieven" op met de verzuchtingen van de Vlaamse frontsoldaten. Koning Albert had immers bij de Duitse inval van 4 augustus 1914 de Vlamingen gelijkheid in rechte en in feite beloofd als zij gevolg gaven aan zijn oproep om zich te melden bij het Belgisch leger. Toen die gelijkheid na de oorlog uitbleef en de Frontbeweging en de Aktivisten de repressie door de Belgische staat moesten ondergaan, kwam Verschaeve tot de conclusie dat er van België niets meer te verwachten viel.
Tijdens het interbellum evolueerde hij steeds meer in anti-Belgische en anti-democratische zin. Toen de Belgische bisschoppen in 1925 een bekend mandement uitvaardigden waarin zij het Vlaams-nationalisme veroordeelden, was Verschaeve woedend. Aan zijn vriend Dirk Vansina schreef hij Ik zal er voor zorgen dat België mij na mijn dood verafschuwe.
Cyriel Verschaeve legde de eerste steen van de IJzertoren die in 1930 zou ingehuldigd worden. Hij is ook de auteur van het bekende vers "Hier liggen hun lijken als zaden in het zand, hoop op den oogst O Vlaanderland" dat ook op de eerste IJzertoren voorkwam. De priester distantieert zich kort nadien echter van de IJzerbedevaart, die hij niet radicaal genoeg vindt. De priester zocht steeds meer toenadering tot Joris Van Severen en diens Verdinaso. Toen er echter binnen het Verdinaso een conflict losbrak over de zgn. Nieuwe Marsrichting haakte Verschaeve af. Zowel bij Dinasos als VNVers had het imago van Verschaeve nu een ferme deuk gekregen. Ook het feit dat hij meer en meer aanpapte met de Duitse nationaal-socialisten zorgde voor wenkbrauwengefrons in Vlaanderen.
Na de Duitse overwinning in 1940 geloofde Verschaeve dat zijn levensdroom, Vlaams zelfbestuur, eindelijk in vervulling zou gaan. Hij werd meteen een overtuigd collaborateur, iets waarvan de Duitse bezetter graag gebruik maakte in zijn propaganda. Toen Nazi-Duitsland in 1941 de oorlog verklaarde aan de Sovjets, koos Verschaeve onvoorwaardelijk de kant van de Oostfrontstrijders. In Vlaanderen slaagde Verschaeve er echter niet in zich op te werpen als leidersfiguur van het VNV of de DeVlag. In augustus 1944 werd Verschaeve naar Duitsland overgebracht, waar hij raadgever werd van de Vlaamse regering in ballingschap, de Vlaamsche Landleiding onder leiding van Jef Van de Wiele. Na de capitulatie van Duitland vond hij een onderkomen in Oostenrijk, waar hij nog enkele artikelen en brieven schreef. In december 1946 veroordeelde de Brugse krijgsraad hem bij verstek tot de dood. Verschaeve overleed op 8 november 1949 in ballingschap.
Cyriel Verschaeve produceerde een omvangrijk literair oeuvre waarvoor hij meermaals in de prijzen viel. Zo kreeg hij in 1920 voor Judas en in 1937 voor Elijah de staatsprijs voor letterkunde. Nog in 1937 kreeg hij van de K.U.Leuven een eredoctoraat.
Ondanks zijn antidemocratische ideeën en zijn foute parcours tijdens de oorlog blijft Verschaeve van grote betekenis voor de Vlaamse beweging. Tot lang na de oorlog kende Verschaeve in Vlaamse kringen een grote populariteit. In een aantal gemeenten werd zelf een straat naar hem vernoemd, nota bene nadat hij veroordeeld was voor collaboratie. Een extreme vorm van bewondering stelden de leden van de VMO ten toon toen zij in 1973 onder de codenaam operatie brevier het lijk van Verschaeve in Oostenrijk opgroeven en het naar Alveringem overbrachten.
03-08-2010
Ken U geschiedenis .
Nr 2:
Albrecht Rodenbach
Albrecht Rodenbach (1856-1880) geldt als de grootste bezieler van de katholieke Vlaamse studentenbeweging en als boegbeeld van het romantisch Vlaams-nationalisme. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de strijdkreet Vliegt den blauwvoet? Storm op zee!
Albrecht of Berten werd in 1856 geboren in de bekende Roeselaarse familie Rodenbach. Zijn overgrootvader Ferdinand migreerde in het midden van de 18de eeuw van Duitsland naar Roeselare. De Rodenbachs speelden een voorname rol in de Belgische omwenteling van 1830. Alexandre Rodenbach, grootoom van Albrecht, richtte in Roeselare de brouwerij op die we nu kennen als Rodenbach.
Albrecht studeerde aan het klein Seminarie te Roeselare waar hij onder invloed van zijn leraars belangstelling kreeg voor de West-Vlaamse taalbeweging en de neogotiek. Vooral zijn leraar Hugo Verriest, zelf nog oud-leerling van Guido Gezelle, wist Berten en zijn klasgenoten te motiveren voor de zogenaamde herleving van het rijke, ontwikkelde en godsdienstige Vlaanderen. Als tiener droomde Rodenbach er dan ook van ten strijde te trekken voor God, Taal en Vaderland.
In het schooljaar 1874-1875 werd Rodenbach secretaris van de lettergilde van het Klein Seminarie. In die functie zorgde hij ervoor dat er, in tegenstelling tot de gebruiken, meer Nederlandstalige dan Franstalige werken zouden worden voorgedragen in de gilde. Op het einde van het schooljaar bij het jaarlijkse superiorsfeest, besloot Rodenbachs poësisklas enkel Nederlandstalige liederen te zingen. Voor die gelegenheid componeerde hij het bekende Lied der Vlaamsche Zonen. Het enthousiasme voor de Vlaamse zaak werd zodanig fanatiek dat er een conflict ontstond tussen Rodenbach en zijn medeleerling Jules De Vos enerzijds en de schooloverheid anderzijds. Dit conflict werd bekend als De Groote Stooringe. Het gevolg daarvan was dat Jules De Vos van school werd weggestuurd.
Wanneer Rodenbach in 1876 in Leuven ging rechten studeren (in het Frans) trachtte hij er met de Mechelaar Pol De Mont de Roeselaarse geest ingang te doen vinden bij de studenten. Berten kon zich niet vinden in de bestaande studentenorganisaties en richtte in 1877 de Vlaamsche Studentenbond op, waarvan hij voorzitter werd. Hij bedacht ook een volledig nieuwe organisatiestructuur voor de bond die model zou staan voor alle volgende pogingen om de Vlaamse katholieke studenten te verenigen.
Via het tijdschrift van de Vlaamsche Studentebond , Het Pennoen, ontwikkelde en verspreidde Rodenbach zijn blauwvoeterideologie. Geheel in de tijdsgeest van het laatste kwart van de negentiende eeuw was die ideologie erg romantisch gekleurd. Rodenbach was ervan overtuigd dat enkel een stevig katholiek en Vlaamsgezind verweer een dam kon opwerpen tegen de verfransende loge. Hij riep zijn medestudenten dan ook op zich bewust te zijn van hun zending om dit doel te bereiken.
In zijn derde academiejaar kwam het tot een breuk tussen Rodenbach en De Mont. Albrecht begon zich meer en meer in (Franstalige) liberale kringen op te houden. Zijn bevlogenheid die hem tot dan toe kenmerkten verzwakte enigszins, wat to speculaties leidde alsof hij zich zou distantiëren van zijn verleden. Niettemin publiceerde hij in de zomer van 1879 nog een oproep tot meer Vlaamsgezindheid onder de studenten. Een aanslepende longaandoening kostte Albrecht Rodenbach echter het leven in 1880, op 23-jarige leeftijd.
Albrecht Rodenbach schonk de Vlaamse Beweging een symboliek die door zijn tijdgenoten en de daaropvolgende generaties werd overgenomen. Door zijn vroege dood werd hij zelf ook onderdeel van die symboliek. In 1909 kreeg hij zowaar een standbeeld in Roeselare. Tot in de jaren 50 gold Albrecht Rodenbach, de wonderknaap van Vlaanderen als boegbeeld en lichtend voorbeeld voor de Vlaamse studenten. Naarmate de studentenbeweging in Vlaanderen een ander karakter kreeg, en ook het romantisch Vlaams-nationalisme zijn beste tijd had gekend, slonk de belangstelling voor Rodenbach sterk.
02-08-2010
Ken U geschiedenis.
Nr 1.
Frans Van der Elst
Deze week zetten we een reeks over prominente figuren uit de Vlaamse Beweging in beeld. Onder het motto Ken uw geschiedenis zetten we elke dag een bekenden man of vrouw uit de mooie en helaas soms minder mooie historie van ons politiek gedachtegoed in het licht. Vandaag: Frans Van der Elst.
Frans Van der Elst (1920-1997) was één van de stichters van de Volksunie en jarenlang voorzitter van de partij. Hij werd geboren in Neder-Over-Heembeek, een dorpje dat vandaag bij Brussel is gevoegd, maar waar in die tijd amper sprake was van verfransing. Van 1939 tot 1944 studeert hij rechten, thomistische wijsbegeerte en politieke en sociale wetenschappen aan de K.U.Leuven. Van 1944 tot 1958 is hij advocaat bij de balie van Brussel. Van der Elst was erg onder de indruk van de processen die vlak na de oorlog tegen collaborateurs werden gevoerd. Hij pleitte dan ook in verschillende repressiezaken, o.a. die van VNV-leider Hendrik Elias.
Als overtuigd Vlaams-nationalist kwam Frans Van der Elst snel tot de overtuiging dat er ondanks de collaboratie en de repressie of eerder precies daarom nood was aan een nieuwe Vlaams-nationale, democratische politieke partij. Vanaf 1948 gaat hij, samen met enkele medestanders, werk maken van de heropleving van de Vlaamse Beweging en het Vlaams-nationalisme. Bij de parlementsverkiezingen van 1949 staat hij in Brussel op de Vlaams-nationale lijst-Edmond van Dieren. Vanaf 1950 is hij een der hoofdrolspelers in het Vlaams Comité voor Federalisme, een studie- en drukkingsgroep die in 1954 een voorstel van federale grondwet voor België publiceert. In 1951 houdt hij zijn eerste publieke pleidooi voor amnestie.
In 1954 wordt Van der Elst medeoprichter van de Christelijke Vlaamse Volksunie, die nog tijdens datzelfde jaar de Volksunie wordt. Een jaar later wordt hij partijvoorzitter, een functie die hij maar liefst 20 jaar zal bekleden. In die periode heeft hij onmiskenbaar een grote stempel gedrukt op de koers van de partij en de Vlaamse Beweging in het algemeen. In 1975 moet hij zijn voorzittersstoel op enigszins dramatische wijze afstaan aan Hugo Schiltz.
Van der Elst zetelde van 1958 tot 1974 in de Kamer en van 1974 tot 1985 in de Senaat. In 1983 werd hij de eerste Vlaams-nationlistische minister van Staat. Van 1958 tot het einde van de jaren 1960 is Van der Elst de woordvoerder van zijn partij in alle belangrijke parlementaire debatten. Het vertrouwen van de Vlaams-nationalisten in Van der Elst komt voor het eerst onder zware druk wanneer de VU de Egmont- en de Stuyvenbergakkoorden ondertekent en toetreedt tot de Belgische regering (1977-1978). Na het Egmont-experiment trekt hij zich systematisch terug uit het politieke leven.
De grootste verdienste van Frans Van der Elst bestaat er zonder twijfel in dat hij het Vlaams-nationalisme terug binnen de democratische politieke structuren heeft gebracht, los van enige referentie aan de collaboratie.
01-08-2010
Oproep tot deelname.
Datum vastleggen in Uw zakagenda,niet vergeten,druk is nodig.
Steun die V.Z.W De Waaiberg.
Neem deel aan die aktiviteit,goed voor de gezondheid.
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) is in de eerste plaats een politieke drukkingsgroep. Het is de opdracht van de VVB om mee te werken aan de realisatie van de Vlaamse natie als autonome staat in Europa. Een onafhankelijk Vlaanderen niet als doel op zich maar als een functioneel instrument om de welvaart en het welzijn van de burgers die er wonen, leven en werken te garanderen.
Daarnaast is de VVB is ook bezig met de dagelijkse politiek. De weg van natie tot staat loopt nu eenmaal over de wisselvalligheden van de gewone politieke realiteit. Daarom wil de VVB ook de politieke evolutie op korte termijn goed in het oog houden. Het liefst doen we dat met behulp van doordachte analyses en weloverwogen positiebepalingen.
Precies dit vinden we terug in de 11 julifeestrede die Jean-Pierre Rondas, bekend van zijn programmas bij radio Klara, in De Warande in Brussel heeft gehouden. Haarfijn analyseert hij hierin de politieke gebeurtenissen van de voorbije weken en maanden. Hij hekelt de curieuze manier waarop de meeste Vlaamse politici en partijen aan compromisvorming hebben gedaan. Hij toont hoe deze politici in hun nefaste en wereldvreemde houding werden geruggensteund door de Vlaamse kwaliteitsmedia.
De VVB is Jean-Pierre Rondas dankbaar dat hij zijn 11julitekst ter beschikking van de VVB heeft gesteld om hem zo ruim mogelijk in Vlaanderen te verspreiden. Via de elektronische weg kunt u dit interessante en actuele politieke pamflet lezen door volgende link aan te klikken:
Verkiest u een gedrukte versie ervan, dan biedt de VVB u de tekst aan, in brochurevorm voor de democratische prijs (verzending inbegrepen) van 2. Gelieve u hiervoor te wenden tot onderstaand adres. U kan het bedrag storten op de rekening van VVB-actie 409-9563981-19 met als vermelding rondas.
In deze nadagen van het 21 julifeestgedruis wenst de VVB u veel leesplezier. Onszelf heeft het pamflet van Jean-Pierre Rondas alvast niet onverschillig gelaten.
Guido Moons, algemeen voorzitter VVB
Ik ben terug.
Na twee weken van windstilte ben ik er terug. Vind U het leuk of niet ? Laat iets weten.
20-07-2010
Even stoppen met bloggen.
Hallo,ik ben er even uit voor een tweetal weken. Hopelijk kom je daarna nog even op bezoek,tot dan. Zou er dan reeds een nieuwe federale regering zijn ?
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek