Verschenen in De Standaard op 5 oktober
Een zwarte piet
is er niet
Peter De Roover, Politiek secretaris Vlaamse Volksbeweging 05-10-2010
|
Bart De Wever heeft de stekker uit de formatie getrokken |
Het is zo ver. De N-VA heeft de stekker uit de heilloze onderhandelingen getrokken. Het was al weken duidelijk dat hét momentum als het al ooit bestond voorbij was. Twee krantenkoppen ter illustratie. Di Rupo klaar om N-VA ultiem aanbod te doen (De Morgen, 21 augustus 2010); N-VA werkt finaal bod voor Di Rupo uit (De Standaard, 13 september 2010). Omdat niemand de indruk durfde wekken tijd te willen verliezen, was iedereen druk doende tijd te verspelen.
De volgende dagen wordt de zwarte piet uitgedeeld. Kandidaat nummer 1 mét stip: Bart De Wever. Volgens het gros van het (ook Vlaamse) commentariaat rest slechts de vraag: wil hij niet of kan hij niet? De PS deed wél erg haar best en keek niet op een inspanning meer of minder.
De tweede vaststelling klopt, de eerste niet. De Wever had, in overeenstemming met zijn verkiezingsprogramma, naar de onderhandelingstafel kunnen komen en eisen dat a) alle bevoegdheden naar de deelstaten gaan, waarop die beslissen wat ze samen doen binnen de federatie; b) het Brussel gewest een ondergeschikt statuut krijgt ten opzichte van de twee andere gewesten; c) alle belastingen naar de deelstaten gaan, waarop die de Belgische overheid met dotaties financieren. Kortom, hij had een Copernicaanse omwenteling kunnen eisen.
Deed hij niet. De N-VA stapte mee in de logica van de klassieke staatshervormingen en beperkte haar ambitie tot het afdwingen van één van de betere uit de reeks. Wie onbevooroordeeld bekijkt wat er allemaal op tafel lag, weet dat de N-VA in haar zoektocht naar een compromis tot op het tandvlees is gegaan.
Ook de PS legde een stuk weg af en ging verder dan kon verwacht worden. Maar zelfs met twee uitermate soepele kopstukken, bleek het water veel te diep. De mythe dat een akkoord binnen handbereik lag, komt haast lachwekkend over. Welke financiering? Nieuwe bevoegdheden voor gewesten of gemeenschappen? Hoe(veel) Brussel herfinancieren? Wat houden de afgesproken bevoegdheidsoverdrachten echt in? Stuk voor stuk onbeantwoorde vragen. En dan voegt Paul Magnette daar in de weekeindkrant aan toe: Het zal zeer, zeer moeilijk zijn om een vergelijk te vinden tussen de N-VA en de PS over een sanering van 22 miljard. Dat kernprobleem werd zelfs nog niet aangesneden.
Dat de onderhandelingen mislukten, is een overwinning voor de democratie. De verkiezingsuitslag was inhoudelijk zo verschillend in noord en zuid dat een akkoord maar haalbaar was als één van de twee winnaars fundamenteel kiesbedrog zou plegen. Noch di Rupo, noch De Wever verdienen de zwarte piet. Ze hebben hun mandaat van de kiezer tot op de rand van het oorbare geïnterpreteerd en toch bleef de afstand onoverbrugbaar.
En nu?
We kunnen de verkiezingsuitslag natuurlijk voor het gemak hereininterpretieren in de stijl van: de N-VA-kiezer heeft geen boodschap aan het programma van die partij en wil liever een slecht akkoord (gemeten naar de maatstaven van de N-VA) dan geen akkoord. Men zou dat overigens ook kunnen zeggen voor de PS en die partij aanmanen om maar gewoon in het Vlaamse verhaal te stappen. Doen alsof de uitspraak van de kiezer naar goeddunken kan geïnterpreteerd worden, is vanuit democratisch oogpunt bijzonder onzindelijk, maar zorgt natuurlijk wel voor een doorbraak.
Er bestaat een meer fatsoenlijke oplossing, te weten nieuwe verkiezingen uitschrijven. De kaarten zoals ze nu liggen, bieden geen oplossing. De gecombineerde Belgische stembuswens uitvoeren is moeilijker dan de kwadratuur van een cirkel berekenen. Noch de verkiezingsbelofte van De Wever (méér Vlaanderen, met behoud van een stuk België), noch die van Di Rupo (het status quo in essentie bewaren) vinden een meerderheid. Een zwarte piet is er dus niet, of het zou de kiezer moeten zijn. Die heeft echter per definitie gelijk, al mag die wel van mening veranderen bij een nieuwe stembusslag.
Maar dan moeten aan de kiezer wel twee duidelijke vragen voorgelegd worden. In noord en zuid luiden ze identiek: a) moeten de deelstaten fundamenteel meer zelfbestuur krijgen (copernicaans, systemisch, ...), alleen als het kan binnen België of b) moet België behouden blijven tot elke prijs.
Kiezen ze beiden voor a) of beiden voor b), dan kan België zich redden (naargelang in een totaal nieuwe vorm of niet). Kiest Vlaanderen voor a) en Wallonië voor b) dan kan de nieuwe regering het confederale eisenpakket gewoon uitvoeren. Kiest Vlaanderen onverwacht voor b) en Wallonië voor a), dan vindt de Vlaamse kiezer zich in elke oplossing.
Zo eenvoudig kunnen we uit de impasse geraken; gewoon even out of the box denken.
|