Ik hoor die ouderwetse kachel zingen
hij gloeit van tevredenheid
de familie zit daar bij elkaars verhaal
te luisteren met rode oren
naar de wind die ruwt en rammelt
naar het kraken van takken
de zucht van de hond
die droomt van zijn vette kluif
de uilen van de nacht zitten op het dak
en doen hun meditatie in wijsheid
bij middernacht ontwaken spoken
de ouderwetse kachel stopt zijn zang
dooft zijn rode potv oor de slaap.
Ingrid Lenaerts
|