Ze zitten er onder de acacia's
mannen van wijze jaren ongestoord
in de schaduw van de late namiddag
het stof stuift op in een lauwe wind
praten honderd uit over de voorbije dag
ze drinken melkwit vocht ter verruiming
van hun geest die over het pleintje daalt
de moskee is niet veraf de minaret droomt
Even later draagt een ezel zijn vracht
vrouw en kind die huiswaarts keren
alvorens een bloedrode zon
achter de bergen verdwijnt
Ingrid Lenaerts
|