| 
								
								 Laat mijn gedachten lopen zoals een wilde rivier 
zoals het kokend water dat overloopt  
of kolkt bij hoog verval tijdens het noodweer 
 En dan de bruine smeurie die zich vastzet  
op de oevers van de onstuimige beek 
Het regent er loopt geen sterveling te bespeuren 
behalve een verdwaalde poedel die tuin in tuin uit trekt 
Waarschijnlijk is hij alle sporen bijster van zijn warme thuis 
waar nu zijn baasje ongeduldig op hem wacht 
Baasje hoort dansmuziek in zijn hoofd 
walsen van op de carnavalwagens  
die richting stad denderen voor de laatste hand 
een spat verf op de troon van de prins 
de trappen voor de dansjuffertjes  
en heel veel bier want Carnaval zonder bier 
dat is alleen voor een ellendige klier 
Wat een wemeling van bonte overpeinzingen 
terwijl de poedel verdwaald is  
Dat hij maar vlug zijn weg terug vindt  
naar zijn warme mand bij de haard 
Ingrid Lenaerts 
  
								 |