Vader Teysen is een
verwoede zondagswandelaar. En ook voor de dagloners uit de streek is de zondag
heilig. Alleen de huiselijke dieren worden gevoederd. Voor de rest wordt er die dag niet gewerkt.
De
Kalmthoutse heide is vader's uitverkoren wandelterrein. En al heel vlug zijn de
opgroeiende kinderen zijn onafscheidelijke kompanen tijdens de wekelijkse
trips.
Anna Cornelia leert
snel de meest verborgen dierenvluchtwegen van de immense vroente ontdekken. De
vluchtwegen van ree, konijn en talrijke andere heidebewoners doorkruisen de
buntbossen . Zij zetten zich verder in de struik- en dopheidevelden, lopen
doorheen de rietlanden of onder een paar eenzame grove dennen of witzilverberken op een duinrug.
Langsheen de stuivende zandheuvels worden de dierensporen daarbij heel
zichtbaar.
Vader is op deze
wandelingen voor de kinderen een onderwijzer van de heide. Zo vertelt hij
ondermeer dat tussen de twee voorste en
de twee achterste tenen van de voetafdrukken van een vos een strooitje of een
takje kan worden gelegd, terwijl dat bij een gelijkaardige voetafdruk van een
hond niet kan . Wanneer hij de kinderen de grote ingang van een konijnenhol
aanwijst, vraagt hij hen telkens ook op zoek te gaan naar de kleinere
vluchtuitgangen, die meestal verborgen zitten onder de afhangende heidestruiken.
Een andere keer toont hij hen hoe het kleine lieve zonnedouwtje zonder genade kan zijn als de speels
vliegende blauwe libel blijft plakken aan zijn kleverige stengeltjes, zodat deze
vleesetende plant zijn prooi onverbiddelijk de dood kan injagen. Hoe heeft vader het
weer verwoord ? : ... de ene zijn dood is de andere zijn brood .... De kleinen worden
daar stil bij.
En vader vertelt hen
nog veel meer. Zo groeit Anna Cornelia, reeds op jeugdige leeftijd en voor zij
het zelf beseft, uit tot een volwaardige
heidekenster. Wanneer zij later in de Kambuus de dienst uitmaakt kunnen zelfs de
natuurverkenners van haar nog heel wat leren over het reilen en zeilen op de
Kalmthoutse heide.
Maar voor de jonge Anna
Cornelia Teysen is zuivere natuurkennis niet voldoende. De heide is veel meer
voor haar. Anna Cornelia ondergaat de Kalmthoutse heide in hart en nieren. Zij wordt erdoor gefascineerd.
Zo komt zij in de
Lente in de ban van veenpluis, pitrus, zonnedauw en gele lis. En met
verwondering ontdekt zij reeds heel vroeg in april de groene sprietjes van de
nieuwe generatie pijpestrooitjes, door de Kalmthoutse en Putse boeren "den bunt"
genoemd. Met een beetje heimwee in het hart ziet zij daarboven de rosse oude
" bunt " afknakken. Maar het kleine stervormige heidespurrieke, dat op de voet van de
zandheuvel schittert, brengt haar dan weer vreugde.
Ontroerend heerlijk
wordt het als onder de grove den moeder ree en haar kroost onverwacht te
voorschijn treden, of als hoog in de lucht, als een koning zo rijk, de eenzame
buizerd zweeft.
En telkens weer schrikken bij het opvliegen van een onvermoede
fazant uit de struikhei hoort er ook bij.
Het Grote Meer, het
Droomeiland, het Meurisseven, de Vossenbergen, ja zelfs de gevaarlijke
moerassen van de verder afgelegen Nol hebben op de duur geen geheimen meer
voor een stilaan naar de volwassenheid groeiende jonge meid.
Maar waar Anna Cornelia finaal
het meest van houdt, is van op de hoge duin, de wijde vlakte schouwend, te
luisteren naar die grootse stilte, die
op de Kalmthoutse heide naar eeuwigheid voert.
Met de
volwassenheid komt er echter stilaan ook
een einde aan de ongebreidelde wandelingen van Anna Cornelia op de Kalmthoutse
heide .De plicht roept. En voor de dochter van een dagloner betekent dat destijds zonder
twijfel dienster spelen.
Poëzie +
De Wolken (Martinus
Nijhof).
Ik droeg nog kleine
kleren, en ik lag
lang uit met moeder in
de warme hei,
de wolken schoven
boven ons voorbij
en moeder vroeg wat k
in de wolken zag.
En ik riep :
Skandinavië, en eenden,
daar gaat een dame,
schapen met een herder.
de wolken werden woord
en dreven verder,
maar k zag dat moeder
met een glimlach weende
Toen kwam de tijd dat
k niet naar boven keek,
ofschoon de hemel vol
van wolken hing,
ik greep niet naar de
vlucht van t vreemde ding
dat met zijn schaduw
langs mijn leven streek.
Nu ligt mijn jongen
naast mij in de heide
en wijst me wat hij in
de wolken ziet,
nu schrei ik zelf en
zie in het verschiet
de verre wolken waarom
moeder schreidde.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Volgende week Zaterdag 11 augustus e.k. weer een Kalmthouts Broodje : II/10. De keet van moeder Kee/Een volwassen daglonersdochter. Awdoe!
04-08-2012 om 00:00
geschreven door Jan Caluwaerts
|