Niet alleen de
stedelijke burgerij is thuis bij moeder Kee. Ook de (vooral beeldende) kunstenaars laten de
Kambuus niet links liggen. Een paar kunstschilders zijn er zelfs in geslaagd tijdens hun talrijke bezoeken de
Kambuus en het omringende heidelandschap subliem op het doek te vereeuwigen.
Wel dient hier aan toegevoegd dat, in tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, het daarbij niet om de kunstenaars gaat van de beroemde
Kalmthoutse Grijze school. In de tijd van de uitbating van de Kambuus
door moeder Kee waren zij reeds, op een gezegende oudere leeftijd, één voor één uit
het Kalmthoutse gezichtsveld verdwenen. De gekende en gewaardeerde Kalmthoutse heemkundige, wijlen
meester Jos Vorsselmans, refereert eerder naar namen als F. Lamorinière, Th. Verstraete,
F.Van Leemputten, P.Ceulemans, L. Delderenne, F. De Vadder, J.Jacobs,
J.Kiemeney, H. Luyten, H. Rul, V. Thonet, F. Van Kuyck, F. Van Tongerloo, Th.
Verstraete
. Wel zitten hieronder ook nog enige tijdgenoten van de mensen van de voornoemde Grijze school.
Sommigen van de door Jos Vorsselmans genoemde
kunstenaars hebben een heel speciale band met Kalmthout, omdat ze in de regio
zijn komen wonen, of omdat ze er zich op de één of andere wijze zijn komen
manifesteren.
Zo is er François Lamorinière die als
gewaardeerd figuratief realistisch landschapsschilder een geëerd opleider
artistieke vakken is geworden aan de Koninklujke Academie van Antwerpen, waar
hij zelf zijn opleiding heeft gekregen van Jacob Jacobs. Hij koopt nabij de Oude
Postbaan op Nederlands grondgebied in het verlengde van de Kalmthoutse heide
een buitenverblijf Le Pavillon. Hij rijdt dan met de trein van Antwerpen
Centraal naar Kalmthout station, waar zijn koetsier hem telkens komt afhalen
met paard en koets. Langs de oude weg naar Putte, die bezijden het kasteel van
Meurisse aan de Putse Moer loopt, rijden ze dan telkens naar Le Pavillon. Het hoeft niet gezegd dat een halte in de Kambuus van moeder
Kee niet uit de weg wordt gegaan.
Wanneer Lamorinière dan op gevorderde leeftijd last
krijgt met zijn zicht , komt zijn neef Frans Van Kuyck, eveneens kunstschilder, hem op warmere dagen
ophalen om met paard en kar nog een bezoek te brengen aan de Kambuus . Moeder
Kee en François Lamorinière : twee doorwinterde heidekinderen kennen elkaar sinds jaren.
Schildert Frans Van
Kuyck regelmatig met oom Lamorinière op de Kalmthoutse heide , dan neemt hij ook zijn
realistisch romantische expressie over. In 19O4 bouwt hij op de Zwarte Heuvel
( nu de Heuvel ) het Zwaluwdak (het huidige OCMW gebouw). Van daaruit
verplaatst hij zich met schildersgerief in een hondenkar naar de Heide. Het is dan
ook niet uitzonderlijk dat men destijds voor de zuid-oostgevel van moeder Kees
Kambuus een hondenkar ziet staan. Achter de zitbank in de hondenkar ligt het dan vol met schilderezels, schilderdoeken, paletten, borstels en enkele zitstoeltjes. Vandaag is de hondenkar volledig gewist in het Kempengeheugen. En toch is het gebruik nog een kleine eeuw geleden een realiteit. Op de oudere postkaartenfoto's van Frans Hoelen vinden we ze inderdaad nog terug.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Poëzie + ------------ (Uit) Hier en Vroeger (Anton Van Wilderode). -------------------------------------------------------- 2. De dingen staan gesloten rond het huis terwijl de wind mij toeblaast uit de bossen de hemel dicht en toe de kleine trossen der laatste blaren, rood in het geruis.
Maar binnen wordt het leven openbaar in lamplicht, boeken en ontsloten brieven en uit gedichten die het eens onthieven spreekt nu het hart als oudste stamelaar.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende Zaterdag 3 november weer een Kalmthouts broodje : II/22. De keet van moeder Kee/De gasten kunstenaars (2) Awdoe.
27-10-2012 om 00:00
geschreven door Jan Caluwaerts
|