De houten keet van
moeder Kee is opgebouwd uit twee eenheden. Deze twee eenheden liggen wel
aansluitend in elkaars verlengde en zijn perfect geïntegreerd. Het laagste
deel van het geïntegreerde gebouw zou ooit een boswachterswoning zijn geweest
en vormt het oudste gedeelte van de keet. Over de herkomst van het hoogste
gedeelte bestaat geen eensgezindheid. Voor sommigen is het speciaal opgericht
om als slaapplaats te dienen voor de zandafvoerders, voor anderen gaat het om
een oud Antwerps tentoonstellingspaviljoen dat hiervoor gebruikt wordt.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De twee langgevels van
het geïntegreerde gebouw situeren zich
respectievelijk zuid-oost- en noord-westwaarts.
De kleinere zijgevels die kruisgewijs op de langgevels aansluiten
oriënteren zich dan zuid-west voor het hoogste deelgebouw en noord-oost voor
het kleinste deelgebouw.
Op de postkaarten van
Frans Hoelen is ook duidelijk te zien dat de zijgevel van het laagste gebouw
nog mogelijke afbraaksporen bevat van oorspronkelijke andere aanbouwen. Tegen
deze gevel zijn dan primitieve koten opgetrokken waar moeder Kee haar
neerhofdieren onderbrengt. Zo onderscheidt men op één van de postkaarten voor
de dierenkoten kippen en geitjes.
In het verlengde van
deze dierenkoten staat achter de Kambuus op enkele palen een duiventil.
Enkele meters voor de
zuid-oostelijk gerichte langgevel van de Kambuus bevindt zich de waterput. Als men
de lengte aanschouwt van de bijhorende schepbalk beseft men dat deze waterput
diep doorstoot in de plaatselijke
ondergrond. Hij is de leverancier in de Kambuus zowel van drinkwater als van
water voor het onderhoud.
Niet ver van de
waterput pronkt dan de hoge dennenmast. En boven in de top van de dennenmast
wappert jaar na jaar, seizoen na seizoen, de vlag van Moeder Kee. Deze vlag is
een baken in het immense landschap van de Kalmthoutse heide, dat zich in de
tijd van Moeder Kee nog veel uitgestrekter en woester vertoont dan vandaag
binnen de grens van het natuurreservaat.
De mastenvlag groeit uit tot een echt herkenningspunt voor de verdwaalde
reiziger in dit wijdse landschap.En dat er veel jonge koppeltjes onder de
bezoekende metropolitanen hun heidewandeling dan ook in de taverne van de
Kambuus eindigen hoeft geen betoog. Van
daaruit kunnen ze dan langsheen het tracé van het oude aftakkingsspoor
onbekommerd terug wandelen naar de treinhalte van Heide-Kalmthout.
We moeten het ook nog even hebben over de binneninrichting van de Kambuus. Het is moeilijk
vandaag nog een inzicht te krijgen in de exacte binneninrichting .
In de tijd van de zandafvoerders is de binneninrichting van de Kambuus in hoofdzaak afgestemd op een slaapzaal, bestemd voor die zandafvoerders die tijdens de werkweek in de Kambuus blijven overnachten. Heel de slaapzaal is daarbij opgevuld met britsen. Deze britsen zijn gestructureerd in rijen, met tussengangen opgesteld.. Op de britsen liggen strooie slaapzakken. De slaapzaal neemt omzeggens de ganse ruimte in van het hoogste gedeelte van het bouwsel.
In het laagste bouwgedeelte zouden dan de conciergerie en de gelagzaal zijn ondergebracht..
Als Franciskus Schmitz het plan opvat om met zijn familie de Kambuus te betreden, staat de omvorming van de gelagzaal tot gastenkamers centraal. De conciergerie zou dan omgevormd worden tot woonvertrekken voor zijn gezin, terwijl de gelagzaal de functie zou krijgen van een café-taverne.
Deze plannen worden dan ook uitgevoerd, maar helaas zal het gezinshoofd, zoals wij al hebben gezien er zelf niet meer de vruchten van kunnen plukken. Gelukkig kan moeder Kee rekenen op de hulp van de familie en de heer Bastin. En ook zoon Benjamin , die een volwassen man wordt, trekt mee aan de riemen.
Langs de zuid-oostelijke langgevel vooraan de laagbouw tenslotte krijgt de café taverne buiten nog een verlengstuk. Twee lange houten tafels , met langs beide kanten twee lange houten banken zullen tijdens de betere zomerdagen de gasten buiten ontvangen, zodat ze in alle gemoedsrust in de schaduw van het omringende vogelenkersgestruik kunnen genieten van een Kalmthoutse turf en indien nodig de innerlijke mens versterken. In het laatste geval worden moeder Kees pannekoeken met heidehoning dan wel de kers op de taart.
Aangesloten op de binnenruimten vertrekken aan de houten buitenwanden ook een paar gemetste stenen schouwen naar boven. Zij dienen niet alleen voor de rookafvoer vanuit de open haarden maar bedienen eveneens een bakhoven waarin moeder Kee zelf het Kambuusbrood bakt.Een aantal gekruiste ramen zorgen voor de verlichting in de onderscheiden ruimten van het houten gebouw.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Poëzie + : --------------
(uit) Dit huis voor mij is lijk de moederschoot. (Marnix Gijsen) ----------------------------------------------------------------------
Dit huis voor mij, is lijk de moederschoot, veilig en warm.Daarbuiten zijn gevaren. Dan komt het leven, al ons nutteloze gebaren, al ons gemolenwiek. Dan komt de dood.
Maar dit is een gezegend oponthoud, een rust en pleisterplaats vol zaligheden. De lage zoldering, het eedle hout der balken en zoveel andere heerlijkheden.
Actua + ----------- - Morgen zondag 30 september organiseert ons Davidsfonds van Heide in 't Centrum (Heidestatieplein 8) zijn jaarlijkse grandiose boekenpresentatie. De bezoekers worden verwend op een gratische tas koffie. -Datzelfde Davidsfonds stelt dit jaar Vlaanderens grote expressionistische kunstschilder Constant Permeke centraal in zijn gebruikelijke najaarscyclus kunstgeschiedenis.De cursus gaat door op 4,11 en 18 oktober telkens te 20 uur in de locatie Trefpunt, Statielei nr. 9. Voordrachtgever is de gekende Peter De Laet. Bijkomende informatie kunt U altijd opvragen bij de heer Voorzitter van ons Davidsfonds van Heide , Frank Coucheir op het nummer 03/666O886.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Volgende week zaterdag weer een Kalmthouts broodje : II/18.De keet van moeder Kee /Het Kambuusneerhof.
|