Kan het mooier, deze morgen sneeuw, wij gaan wandelen in Wellen. We vertrekken met de wandeling aan Malpertus.
We hebben één beek die ons bijna heel de wandeling vergezeld is “De Herk” stroomt aan de westkant van het centrum. Ze komt de gemeente binnen via Borgloon, stroomt daarna langs Berlingen, dan door Wellen en vervolgens verlaat ze de gemeente Wellen en stroomt ze Alken binnen. Onze wandeling brengt ons al vlug de natuur in. Wat prachtig na de verse sneeuw.
Hier komen we vandaag op onze wandeling vele vakwerkhuizen tegen die ofwel hersteld in originele staat ofwel opgevuld met bakstenen, maar altijd mooi om te zien. Jelle is vandaag met ons mee en hij geniet van de sneeuw. Wij wandelen verder tussen de velden en plantages. Dan weer een paar mooie huizen met vakwerk. Dan gaan we richting Alken, hier zijn we nog nooit geweest een prachtige fietsroute met een paar huizen en een kasteeltje, spijtig dat w eer geen foto van kunnen maken.
Langs de plantage waar de appels nog steeds ophangen, de vogels kunnen hier de hele winter komen eten. Zo komen we aan de Alk in alken waar controlepost is. Na de rust gaan we weer verder door het centrum van Alken. Dan langs een kasteeltje wel een mooie foto. Dan weer verder om weer terug in Wellen te komen.
Nog een eind door het dorp om zo aan het rondpunt te komen met de Bokkenrijder erop even doorlopen en dan gaan we langs de Greatmolen weer een eindje langs de Herk tot we terug aan Malpertus zijn. Hier eindig een prachtige wandeling in de sneeuw.
LANDSCHAPSWANDELING- HEKS. / LANGS BOERENERVEN. / VECHMAAL. 21/01/2015
LANDSCHAPSWANDELING/ HEKS.
LANGS BOERENERVEN.
VECHMAAL.
Vanuit de authentieke herberg "De Horne" vertrekken drie landschapswandelingen. Deze Greenspot is een schitterende afspiegeling van droog Haspengouw, met uitgestrekte akkers, compacte dorpjes, monumentale vierkantshoeves en kastelen, met het imposante kasteel van Heks als pronkjuweel.
Vandaag doen we de 6 kilometer controle. Vertrek aan de herberg “De Horne” en we wandelen naar het kasteel van Vechmaal ofwel kasteel van Heurne. Het bouwjaar van kasteel van Heurne is niet bekend. Het kasteel was lange tijd in het bezit van de Tongerse familie Bosch, wier wapenschild boven de ingangspoort van de kasteelhoeve prijkt. De bijbehorende hoeve dateert van 1743 en werd gebouwd door de familie Bosch. De familie Bosch had het kasteel van de 17e tot en met de 19e eeuw in hun bezit. Vandaag is het kasteel nog altijd bewoont en de hoeve doet nog altijd dienst als landbouwbedrijf. We wandelen verder door de velden en weilanden. Even achterom kijken en je heb een mooi zicht op het gehucht. Verder door de velden om dan naar de “kuilen” te gaan.
De mergelgroeven van Henisdal zijn gelegen in een hoefijzervormige depressie en omvatten verschillende mergelgangencomplexen. Vermoedelijk werden ze pas uitgegraven in de tweede helft van de negentiende eeuw. De naam is afgeleid van het vroegere kasteel van het adellijke geslacht Henisdael. Van dit gebouw bleven enkel nog de hoeve en het poortgebouw over. Het grootste gedeelte van de groeven zijn gelegen op privé-gronden en zijn niet toegankelijk wegens instortingsgevaar. De “Waterkuil” is eigendom van de gemeente Heers. Tot ± 1990 werd deze kuil gebruikt als stort. De gemeente heeft toen, samen met het ruilverkavelingscomité, de kuilen vrijgemaakt van afval en de ingang hersteld zoals hij ± 100 jaar geleden was.
Vandaag is het één van de mooiste plekjes op de wandeling zeker sinds de zomer toen werden de ingang en omgeving grondig onder handen genomen en prachtige poorten aan de ingang gehangen. We wandelen verder door de velden geregeld krijgen we een holle weg op onze route het haspengouwse landschap op zijn best. Nog even en het kasteel van Henisdael komt in het zicht. Henisdael of Hinnisdael was een Loons leen binnen het grondgebied van Vechmaal, en was voorzien van een kasteel met hoeve, omgeven door grachten. Het was eigendom van de ridders van Hinnisdael, een belangrijke Haspengouwse familie. Spijtig dat het kasteel verdwenen is alleen het poortgebouw en de hoeve bleven bewaard.
Een bijzonder iets is het wapenschild, een beschrijving:
In het poortgebouw van de hoeve/kasteel Henisdael bevindt zich een zeer mooie wapensteen, waarschijnlijk daterend van de eerste helft van de 17de eeuw. De uitstekende wapensteen wordt gedekt met een spitsdakje dat rust op een fronton van natuurstenen blokken. Tussen twee zuiltjes bevindt zich het wapen van de familie Hinnisdaels. Het wapen is horizontaal in twee verdeeld en in het bovenste deel staan twee vogels (merels?) afgebeeld. Dit is eigenlijk niet correct; het wapen Hinnisdaels bevat eigenlijk drie vogels. Het wapen is gedekt met helm , wrong en dekkleden. Als helmteken wordt een vogel (merel?) gebruikt. Eigenaardig zijn de twee beelden die links en rechts van de wapensteen ingemetseld zijn. Rechts zien we een wapenuitrusting die erg Romeins (Moors) aandoet. Op het harnas staat een leeuwenkop met een ring in de muil en begeleid door een viertal krullen. Onder het harnas zien we twee beenstukken en een paardenspoor. Boven het harnas bemerken we een kromzwaard(!) een strijdknots en een strijdbijl. Via een bloemmotief is de wapenuitrusting verbonden met de wapensteen. Het beeld aan de linkerzijde is erg verweerd. Op de plaats waar rechts een paardenspoor aanwezig is, is er links een bloemmotief. Van de helm en de wapens boven het harnas is nog nauwelijks iets te onderscheiden. Ook het linker beeld is met een bloemmotief(?) aan de wapensteen verbonden. Dit wijst erop dat deze drie stukken steeds samen gehoord hebben. Waarschijnlijk verwijzen de twee beeldjes naar stamvader Gilles van Hinnisdael die naast Filips van Vlaanderen in het Heilig Land gevochten heeft tegen de Moren. Deze twee beeldjes kunnen dus gezien worden als een soort trofee. Vandaar dus ook de kromzwaarden en andere attributen die de Moren in dit geval typeren.
We wandelen verder door het dorpje en na een tijdje zijn we terug aan ons vertrek. De controle is gedaan en de wandelweg is weer tip top om de vele toeristen wandelaars te ontvangen.
Eigenlijk kunnen we de wandeling paar zinnen beschrijven:
Een buitengewoon boerenland in Droog Haspengouw met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitsteken. De landelijke sfeer vind je terug in oude dorpskernen, omring door monumentale vierkantshoeven en kastelen. Deze omgeving met holle wegen en heerlijke uitzichten vormt een ideaal wandeldecor.
Op de terug weg komen we nog langs het kasteel van Heks. Even stoppen om enkele foto’s te maken.
Het paleisachtige kasteel werd vanaf 1770 gebouwd, waarschijnlijk door de Luikse architect Etienne Fayen, voor prins-bisschop van Luik Franciscus Karel de Velbrück. Als liefhebber van de natuur zocht de prinsbisschop deze plek uit in de licht heuvelende Haspengouw om er zijn zomerverblijf en lusthof te bouwen. Hij liet er een Chinese tuin, een rozentuin en een groentetuin aanleggen. Later werd het kasteel verfraaid met een van de eerste landschapsparken op het Europese vasteland, geïnspireerd door Engelse tuinarchitectuur van Capability Brown. Hij overleed op zijn domein in 1784. Het domein is in bezit van de familie d'Ursel.
4E MARCHE D'ETE. / LES GUIBOLLES GUIBERTINES. / TANGISSART. 21/06/2014.
4E MARCHE D'ETE.
LES GUIBOLLES GUIBERTINES.
TANGISSART.
Vandaag wandelen we in Tangissart, een stukje wandelen we door de velden naar Villers-La-Ville. Een belangrijke plek op onze wandeling. We komen aan de ruïne van de abdij.
Een stukje geschiedenis: In 1146 verlaten een abt, twaalf monniken en vijf lekenbroeders, op verzoek van de heer van Marbais en zijn moeder Judith en onder de impuls van Sint Bernardus, Clairvaux om in Villers een abdij te stichten (Villers I). Na enkele maanden besluiten de religieuzen hun klooster definitief lager in de vallei te vestigen (Villers II).
Deze plaats bood verscheidene voordelen: een voldoende afgelegen vallei, water in overvloed, bouwmateriaal bij de hand. ie eerste gebouwen staan er nu niet meer: in de loop van de 13de eeuw - haar spirituele en wereldlijke bloei - werd de Abdij immers volledig herbouwd (Villers III). Sommige abten bekleedden hoge kerkelijke functies en de bewaard gebleven teksten maken gewag van heel wat zalig verklaarde monniken en lekenbroeders in deze gemeenschap. De Abdij telde in die tijd - aldus de kroniek ! - een honderdtal monniken en drie maal zoveel lekenbroeders. Het domein besloeg een tienduizendtal hectare, verspreid tussen Antwerpen en Namen en bebouwd door verschillende abdijhoeven. Bovendien stond Villers onder de bescherming van de invloedrijke hertogen van Brabant. De eerste interne crisissen (daling van het aantal lekenbroeders…) duiken op vanaf het einde van de Middeleeuwen. Van de 16de tot het einde van de 17de eeuw kent de Abdij een opeenvolging van rustige en woelige periodes, tijdens de welke de monniken het oord tot negen maal om veiligheidsredenen verlaten. In de 18de eeuw breekt echter de tweede gouden eeuw voor Villers aan. Bepaalde middeleeuwse gebouwen worden heringericht in de klassieke stijl. In 1796 schaft de Franse revolutionaire administratie de Abdij af en verkoopt ze als nationaal goed aan een handelaar in bouwmateriaal. De statige ruïnes van het klooster zullen de hele 19de eeuw een aantrekkingspool blijven voor romantici. De eerste restauratiecampagne wordt in 1893 aangevat. Het duurt tot 1984 vooraleer er nog eens ernstige restauratiewerken volgen. Die zijn nog altijd aan de gang.
Naar Villers-la-Ville. Ruines de l'abbaye de Villers, in Le patrimoine majeur de Wallonie, Luik, 1993, p. 57-62.
We nemen de tijd om even rond te kijken en hier is ook de rustpost, na de rust wandelen we verder. We komen langs de wijngaard “Villers-la-Vigne” we kijken even binnen en worden uitgenodigd om een glaasje mee te drinken, wat vriendelijke mensen en we nemen graag de uitnodiging aan en zo komen we ook iets meer te weten over deze wijngaard.
De wijngaard van de Abdij van Villers-la-Ville is een afgesloten ruimte die paalt aan een authentieke cisterciënzerabdij uit de 12e eeuw. In1990 renoveerde het Broederschap van de ‘Vignoble de l’Abbaye de Villers’ deze kleine wijngaard in de tuin van de abt, die sinds de 18e eeuw verwaarloosd was. De appellatie Villers-la-Vigne ® groepeert 4 originele producten die uniek zijn door hun vinificatiekenmerken en de streek waarin ze tot stand kwamen: rode wijn, witte wijn, mistella (zoete wijn) en marc (gedistilleerd uit wijndraf)
We genieten van een lekker glaasje wijn en het gezelschap, maar we moeten ook verder met onze wandeling we wandelen verder en komen zo in “Bois de l’ermitage” een heel eind door het bos tot we aan de vijvers komen en aan de “Moulin de Chevelipont” spijtig dat we geen foto kunnen maken van de molen. We wandelen verder door het bos en langs de velden tot we weer terug komen in Trangissart. Een mooie wandeling.
9E MARCHE DU CHATEAU VERT. / MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY. / HUY. 06/07/2014
9E MARCHE DU CHATEAU VERT.
MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY.
HUY.
We starten met de wandeling in het centrum van Huy. We wandelen verder en langs de omwalling van de oude stad nog delen van de muren en toren. We wandelen verder en komen in Tihange. Dan komen we aan het Kasteel van Fond l'Evêque (17e/18e eeuw), met Tibetaans boeddhistisch centrum Yeunten Ling. De naam van het centrum betekent Tuin van de Kwaliteiten en werd aan het centrum gegeven door Karma Rangyung Künkhyab Trinley, de Kalu Rinpoche die meerdere centra in Europa stichtte. Het centrum is gericht op intensieve retraites en stages. Het centrum is gevestigd op het domein van het kasteel van Fond l'Evêque, een historische locatie, waar volgens de overlevering de Maastrichtse bisschop Joannes Agnus zou hebben gewoond. In de 15e eeuw stond hier een eenvoudig kasteel, dat in de 16e eeuw eigendom was van Martin Badin de Hosten, schepen van Hoei. In 1921 liet de bankier Charles Fabry een deel van de gebouwen slopen en verbouwde de overgebleven delen tot het huidige kasteel, waarin echter nog grote delen van het 17e en 18e-eeuwse gebouw bewaard zijn gebleven. Ook de toegangspoort uit 1793 is nog bewaard gebleven. Het domein ligt aan de rand van het bos van Tihange. Achter het kasteel bevindt zich een grote tempel in Tibetaanse stijl. De bezoeker die voor het eerst in Yeunten Ling komt, wordt getroffen door de schoonheid en de sereniteit van de plek. Na het betreden van de kastanjedreef springt de stoepa, een schitterend monument voor de vrede, onmiddellijk in het oog. De verschillende niveau’s en treden verwijzen naar de 6 paramita’s (transcendente deugden). Het oude landgoed werd in 2006 uitgebreid met een harmonische nieuwbouw. De nieuwe infrastructuur omvat een tempel, vergaderzalen en een vijftigtal studio’s en individuele kamers. Het belangrijkste gebouw is de tempel met in de sokkel een polyvalente ruimte. De Dalai Lama gaf de tempel de naam ‘Thubten Shedrub Ling’ wat ‘tuin voor het onderricht en de studie van de Verlichte’. De tempel, die is uitgevoerd volgens de regels van de Tibetaanse kunst en de traditionele regels op het vlak van architectuur en ornamenten naleeft, biedt plaats aan 700 personen. Wij nemen ruim de tijd om het domein te bezoeken, de tempel eens binnen gaan wat een kleurrijke inrichting, het is wel rustgevend hier binnen, we nemen nog even de tijd om op het terras een drankje te nuttigen. We moeten toch weer verder. Door het bos en dan naar het “La Sarte- Communal Cemetery” “The Commonwealth War Graves” waar 116 soldaten begraven zijn uit WOI. Er bevinden zich 109 graven, waarvan 55(Can), 52(UK) en 2(Unk) op deze begraafplaats. Ook liggen hier 7 graven, waarvan 6(Fr) en 1(Rus). En werden pas in 1973 overgebracht naar deze begraafplaats. Het is een mooi en verzorgd begraafplaats met bloemen voor de graven een eerbetoon aan deze dapper soldaten. We verlaten de begraafplaats en komen zo aan de kerk Notre-dame de la Sarte. We wandelen nog wat verder terug het stadje binnen waar onze wandeling eindigt.
PRELUDE D'ETE. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / SCHALTIN. 15/06/2014.
PRELUDE D’ETE.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
SCHALTIN.
Schaltin is een deelgemeente van Hamois. Een dorpje met prachtige huizen in lokale steen, gewoon mooi om te zien en we nemen de tijd om even rond te kijken en genieten van de mooi huizen. Na enkele tijd komen we aan het kasteel van Schaltin. Gerenoveert in 1724. het kasteel, de boerderij in breuksteen en blauwe stenen zijn gebouwd in de 19e eeuw.
Een mooie beschrijving is de volgende: In de schaduw van de klokkentoren van de Saint-Remaclekerk klopt het hart van dit kastelendorp. Het Kasteel van Schaltin koestert zich in de vallei van de Saint-Remaclebeek die vroeger de slotgracht van water voorzag. Het bestaat uit het oude kasteel (16e eeuw) waar men nog de geleiders ziet van de ophaalbrug, de hoge muren en de twee ronde peperbustorens, en dat paalt aan een boerderij in zandsteen en blauwe steen (19de eeuw), en het nieuwe kasteel (zichtbaar van op de weg), gebouwd in "pierre d'avoine". De laatste kasteelheren waren de barons de Rosée, maar sinds 1943 bevindt zich hier de zetel van het Institut de Schaltin.
Vandaag is er op het domein een markt en er is veel volk, wij wandelen verder door het park. En zo wandelen we langs velden en langs bosjes. Wat is het mooi hier. Wat verder komen we aan een versterkte hoeve met een ronde toren. “Ferme de la Basse” Weer een eindje verder is de controle post. We wandelen het dorpje uit en komen opnieuw langs een prachtige versterkte hoeve. Deze keer met vierkante torens we wandelen verder en weer gaan we de velden in met uitgestrekte vergezichten we wandelen verder en we worden stilaan naar het bos gebracht.
Weer wat verder langs een kapel op de y-kruising zo komen we in Frisée. Hier grote vijvers, velden en bossen. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt waar deze mooie wandeling eindigt.
Kelmis ligt op enkele kilometers afstand van de Duitse stad Aken en eveneens dichtbij de Nederlands-Limburgse plaats Vaals. Het grenst aan het drielandenpunt met Nederland en Duitsland. De aanwezigheid van de zinkmijn heeft voor zink in de bovengrond gezorgd. Hierdoor kennen Kelmis en Moresnet op enkele plaatsen een opvallende zinkflora. De Geul werd voor de zinkwinning gebruikt, waardoor de bovenloop van de Geul ook in de Nederlandse provincie Limburg een zinkflora kent.
We vertrekken met onze wandeling in het centrum door het park en dan de steenweg over om naar de Casinovijver. Door de bouw van een aarden wal van zo’n 300m in 1861 ontstond de opgestuwde Casinovijver. Deze vijver is ongetwijfeld het mooiste overblijfsel van de 19e-eeuwse mijnactiviteiten nabij de toenmalige Altenberg en omgeving. Dit meer is bijna 5 ha groot en werd door de mijngemeenschap “Vieille Montagne” als waterreservoir voor het wassen van zinkerts aangelegd. De restanten daarvan zijn nog steeds te zien in de vorm van opgehoopte steenbergen aan de oevers van de stuwdam. De Casinovijver werd destijds omwille van economische redenen nabij de samenvloeiing van de Tüljebach en de Geul aangelegd. Vandaag de dag is de vijver –met zijn prachtige rietkragen en pittoreske bomen langs de dichtbegroeide oevers– een regionaal pareltje, zowel voor de mensen die op zoek zijn naar ontspanning als voor de aanwezige veelsoortige fauna en flora. Dit beschermd grondgebied is een zeer interessant spiegelbeeld van de culturele en geschiedkundige ontwikkeling van een landschap dat tot het midden van de 20e eeuw door de mijnbouw werd gekenmerkt.
We wandelen even verder wandelen we langs de Geul en komen aan de voet van de rotsen waar kasteel Eyneburg, de enige burcht in de bergen van het Geuldal die nog is overgebleven en die in de volkmond “Emmaburg” wordt genoemd, is een van de zeldzame bergburchten in het hertogdom Limburg. De majestueuze bouw van de burcht begint aan de linkeroever van de Geul. De uitstekende toren of de wachttoren merkt men reeds van ver op. De naam Eyneburg of Eyneberghe stamt af van een familie met deze naam, die dit landhuis in de 13e eeuw bezat. Zo is er onder andere sprake van Theodor von Eyneberghe, kanunnik in Sint Servatius in Maastricht in 1260 en Hermann von Eyneberg in 1285. Wij wandelen verder langs prachtige lanen en door de bossen tot we aan een grote vijver komen. We zijn in het plaatsje Tulje. We wandelen weer het bos in “Preuswald”. Hier komen we langs een van de grensstenen van Neutraal Morsenet.
Neutraal Moresnet ontstond doordat Pruisen en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tijdens het Congres van Wenen in 1815 na de val van Napoleon niet tot een akkoord konden komen over de grens tussen hun gebieden. Het twistpunt was de zinkmijn Altenberg / Vieille Montagne in het plaatsje Kelmis, dat in de Franse tijd deel uitmaakte van de gemeente Moresnet. Pas in 1816 werd een compromis bereikt: krachtens het Verdrag der Grenzen werd het westelijk deel van Moresnet deel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder de naam Moresnet, Neu-Moresnet werd deel van Pruisen en het daartussen gelegen gebied met het dorpje Kelmis werd een condominium onder de naam Neutraal Moresnet met als staatshoofd de burgemeester van Kelmis. Beide landen bestuurden Neutraal Moresnet, een gebied met 256 inwoners, met een Pruisische en een Nederlandse (na 1830 Belgische) commissaris. Toen België in 1830 onafhankelijk werd, nam het de bestuurlijke rechten van Nederland over. Het bezat zijn eigen postzegels.
Prachtig om door te wandelen tot op de controlepost. In Morsenet-Chapelle zijn we nu, de verering van Maria nam in Moresnet in 1750 toe na de genezing van de jonge Arnold Franck die aan vallende ziekte leed. In 1875 vestigden er zich Franciscanen uit Aken, verdreven door de "Kulturkampf". Zij namen de hele dienst aan de genadekapel over en het aantal bedevaarders steeg in hoge mate. Vandaag is de kapel er nog steeds en er is ook een rusthuis waar de controlepost is. We wandelen verder door de velden om dan in Morsenet te komen. Langs kasteel Bempt en dan het centrum.
Langs de kerk en het museum en dan weer de velden in, wij wandelen onder de spoorbrug door. Het viaduct van Moresnet is een 1200 meter lange spoorwegbrug over het dal van de Geul. De brug is onderdeel van spoorlijn 24 (Montzenroute Antwerpen-Aken), die speciaal gebouwd is voor het transport van Duitse artillerie en troepen naar het front tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915-1916. Vanwege de slechte staat van onderhoud mochten de treinen de laatste jaren nog maar met 15-20 km/u over de brug rijden. Tussen 2002 en 2005 werd het viaduct echter gerenoveerd.
De brugdelen werden vervangen en de pijlers werden gerestaureerd. De brug sluit in het oosten aan op de Gemmenichertunnel die onder de Vaalserberg doorgaat. Het is een van de indrukwekkendste spoorwegbruggen van ons land. We wandelen door de velden en komen zo terug in Kelmis waar onze mooie wandeling eindigt.
MARCHE DE L’HOMME DE SPY. / LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE. / SPY. 17/01/2015.
MARCHE DE L’HOMME DE SPY.
LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE.
SPY.
De wandeling vandaag vertrekt in het centrum van Spy. Spy is bekend als één van de vindplaatsen van resten van de neanderthaler-mens. Daarom noemt de wandeling ook de wandeling van de mens van Spy. We wandelen het dorp uit en ons eerste mooie monument is het Kasteel van Spy.
Wij wandelen langs de achterzijde een prachtig kasteel in U vorm met twee vierkante torens. Alles is mooi onderhouden door een dreef komen aan d eingang om een foto te nemen. Dan weer verder, door het mooie landschap met hier en daar een gebouw in lokale steen dan komen we een kapel, hoe mooi ze hier staat omring door bomen staat de achtzijdige kapel, we kijken even binnen en kaarsen branden en een prachtig beeld van Maria met kind.
Dan gaan we verder door het veld en door het bos. We komen zo in Onoz. Op het dorpsplein de watermolen, hoe prachtig is dit wel het waterrad draait lustig door. De "Vieux Moulin" van Onoz werd gebouwd in 1575. In 1982 werd hij beschermd als site en in 1997 als monument. In 2003 werd het onderslagrad vernieuwd met de bedoeling elektriciteit op te wekken. Helaas is het binnenwerk van de korenmolen verwijderd. De molen wordt beheerd door de asbl "Foyer du vieux moulin".
We steken l’Orneou over en hier is controle en rustpost. We verlaten het dorp het is hier prachtig in de vallei van de Molignee. Eindelijk komt de zon er door, de mist is opgetrokken en we worden getrakteerd op een mooie blauwe lucht. We passeren een grote boerderij. Vanaf hier worden we op prachtige vergezichten getrakteerd. Wat een prachtige omgeving. Weer verder komen we in Jemeppes/S. We wandelen hier tegen het Bois de Floreffe, we kunnen genieten van de mooie zichten. We wandelen nu in het “Bois de Bétche aux Roches” het is wel wat klimmen hier om boven op de heuvel te komen maar het is zeker de moeite.
We komen nu aan de weg naar de grot. De grot bevindt zich in een heuvelflank op de linkeroever van de Orneau, een zijrivier van de Samber, circa 20 meter boven waterniveau. De holte in de bergwand heeft zich op een natuurlijke manier gevormd in het kalksteenmassief, circa 330 miljoen jaar geleden, toen na de ijstijd het water nog tot deze hoogte kwam. De grot bestaat uit een hoofdruimte en rechts daarvan en ook erboven kleinere zalen. Vóór de grot bevindt zich een terras en er zijn helling afzettingen, veroorzaakt door het wegruimen van puin tijdens opgravingen.
Wat verder komen we terug op ons parkoers en dalen weer af om zo terug in Spy zelf te komen waar onze wandeling eindigt. Een prachtige wandeling met vele mooie vergezichten en veel natuur.
34E MARCHE DES AVIATEURS. / LES BERGEOTS. / HANZINELLE. 14/06/2014
34E MARCHE DES AVIATEURS.
LES BERGEOTS.
HANZINELLE.
Hanzinelle een deelgemeente Florennes, eigenlijk nog nooit van gehoord laat staan er gewandeld.
We starten met de wandeling in het midden van het dorpje met een prachtige kapel en een heel bijzondere pomp in natuursteen. Dan verder door de natuur, velden en akkers vol met veldvruchten, de veldwegen afgezoomd met bomen wat een prachtige zicht. Een heel eind door de velden en bossen wat prachtig. Hier staan ook mooie orchideeën. Wat prachtige vergezichten krijgen we te zien zo ver het oog rijkt velden met in de verte heuvels met bossen op, gewoon mooi.
Weer verlaten we de velden om het dorpje binnen gaan weer worden we getroffen door de mooie huizen in lokale steen, de deur en venster zijn omkleed met bakstenen die heel fel uitkomen tegen de grijze achtergrond. Midden in dorpje de kerk en wat prachtige huizen. Ook midden in het dorpje de oude wasplaats. Wij zijn hier in Oret.
We verlaten het dorpje en als we achterom kijken hebben een prachtig zicht op de kerk. Weer wat prachtige zichten op de omgeving en dan komen we terug aan ons vertrekpunt. Een fijne wandeling door een prachtige omgeving.
16E HASPENGOUWWANDELDAG. / WC. AVIAT SINT TRUIDEN. / SINT TRUIDEN. 11/06/2014.
16DE HASPENGOUWWANDELDAG.
WC. AVIAT SINT-TRUIDEN.
SINT-TRUIDEN.
Haspengouw was, wegens haar vruchtbaarheid, een relatief dichtbevolkt gebied en van belang in zowel de Romeinse tijd als tijdens de Merovingen (Austrasië) en later. De taalgrens loopt door dit gebied. Deze kwam tot stand nadat het Romeinse Rijk instortte en de Franken, die het gebied veroverden, de Gallo-Romeinse cultuur assimileerden terwijl noordelijk van Haspengouw vrijwel geen mensen woonden en de Romeinse cultuur minder aanwezig was.Haspengouw kenmerkt zich door een groot aantal kleine dorpen, vaak zogenaamde hoopdorpen. Vierkantshoeven zijn kenmerkend voor dit gebied. Haspengouw heeft ook een paar mooie steden, Tongeren, St Truiden en vandaag wandelen we in Sint Truiden.
We wandelen nu door het park langs de vijver waar eenden en ganzen aan te broeden zijn. We wandelen een heel eind door het stadje en komen zo aan de kerk. Wij nemen even de tijd om binnen te kijken. Sober maar mooi. Weer een eindje verder en we komen aan de Brustempoort. We wandelen door de laan langs het oude gasthuis en zo komen we aan het begijnhof.
Het begijnhof van Sint-Truiden of Begijnhof van Sint-Agnes is een typisch Vlaams begijnhof dat men tot het zogenoemde pleintype rekent. Het geheel van woningen en een infirmerie is gesitueerd rond een centraal gelegen kerk met voorplein, eertijds omgeven door bleekvelden, moestuinen en boomgaarden. Het werd in 1258 opgericht buiten de stadsmuren van Sint-Truiden bij de Cicindriabeek in het gehucht Schurhoven. Het betekende de aanvang van een bloeiende vrouwengemeenschap aan de rand van de stad, waar in zijn glorietijd meer dan 200 begijnen woonden.
De oudste delen van de begijnhofkerk dateren uit de 13e eeuw. De meeste woonhuizen zijn 17e- of 18e-eeuws, evenals de begijnhofhoeve met monumentale toegangspoort. In de Franse tijd werd het begijnhof onteigend en verkocht aan particulieren. De laatste begijn overleed in 1860. In 1928 werd de kerk voor de eredienst gesloten; in 1933 werd ze beschermd als monument en werd de kerk gerestaureerd. Een tweede grote restauratie, onder meer van de middeleeuwse muurschilderingen, vond plaats van 1975-81, waarna ze tot 1997 huisvesting bood aan het Provinciaal Museum voor Religieuze Kunst. Momenteel functioneert de kerk als tentoonstellings- en concertruimte.
Bezoek aan de begijnhofkerk is een ervaring die je zelden opdoet, de muurschilderingen zijn bijzonder en dat maakt deze kerk een waar museum. Na de kerk wandelen we even door het begijnhof. We wandelen nu naar het Speelhof. Het Speelhof was een ander buitenverblijf van de abdij, eveneens gelegen in een boomrijke omgeving. Hiervan resteren een 18e-eeuws poortgebouw, het herenhuis uit dezelfde periode en enkele dienstgebouwen. t Speelhof' werd in de 16e eeuw ingericht als 'speelhuis' voor de abdij. In de 18e eeuw werden het huis en de hoeve vernieuwd. De eenvoud en de ligging in het groen zijn charmant.
Op dit stedelijk domein wandelen we, er is een rozentuin, Finse looppiste en een petanquebaan. Het fietsroutenetwerk passeert langs de dreef en van op het terras van de 'Afspanning' kun je even rusten. Wij wandelen naar de moestuin worden bloemen, groenten en kruiden gekweekt In de oude kasteeltuin langs de moestuin worden prachtige rozen verzorgd door de Rozenkring. Wij wandelen achteraan in een overstromingsgebied met houten wandelpad en door het bos we komen zo aan de startplaats van de Verborgen Moois van Sint Truiden en wandelen verder naar het stadspark.
Het stadspark is bijna 4 ha groot en aangelegd op de tot puin vervallen stadswallen. Drie schilderachtige vijvers met rustieke bruggetjes zijn het domein van zwanen, ganzen, eenden en sierduiven. We wandelen nog een eindje op het tracé van de stadsomwalling, in de 11e eeuw gebouwd door abt Adelardus II en in 1675 door de Franse koning Lodewijk XIV ontmanteld. Nog even verder en we komen terug aan ons vertrek waar deze toch mooie wandeling eindigt.
PAREL VAN HASPENGOUW. / LOONSE TSJAFFELEERS. / HOEPERTINGEN 12/01/2015.
PAREL VAN HASPENGOUW.
LOONSE TJAFFELEERS.
HOEPERTINGEN.
Een korte wandeling vandaag om het wandelweekend af te sluiten. Vertrek in Hoepertingen aan de kerk en kasteel. Waterkasteel gelegen tegenover de kerk.
Waarschijnlijk gebouwd door Jan-Willem van Scharenberg in het eerste kwart van de 17de eeuw, nadat hij in 1617 de heerlijkheid en het kasteel van Hoepertingen kocht van Ernest d'Arenbergh de La Marck. Een gotische, mergelstenen muurnis in het interieur is de enige rest van dit oudere gebouw, waarvan een beschrijving van 1476 vermeldt dat het een omgracht huis was met pachthof. Onder druk van zijn schuldeisers verkoopt baron de Scharenberg de heerlijkheid en het kasteel in 1688 aan Pierre-Louis, baron de Sluse de Bihain. In 1788 komen heerlijkheid en kasteel in het bezit van de familie de Stenbier de Wideux, die het behoudt tot 1888. Tot het begin van deze eeuw bewoond door hun afstammelingen, Roly de Vien, vervolgens de Moffarts, waarna het door baron Edmond de Moffarts in 1929 aan de zusters annunciaten van Heverlee, de huidige eigenaars, wordt verkocht. Zij richten er een landelijke huishoudschool in op. In 1985, onder de benaming Mariagaarde, omgevormd tot bezinningscentrum, aangevuld met een vormingscentrum en verblijfsaccomodatie. Tegenover de classicistische Sint-Vedastuskerk uit 1788. De kerk werd gebouwd in opdracht van de abdis van de abdij van Herkenrode. De romaanse toren dateert uit de 12de eeuw en is een overblijfsel van de eerste kerk. Het gotische koor uit de 15de eeuw is een overblijfsel van de tweede kerk. We wandelen van uit het vertrek langs verschillende mooie hoeven er zijn nog verscheidene 17de- en 18de-eeuwse boerderijen waaronder de d'Awanswinning die uit een oude 17de-eeuwse kern werd vergroot naar een U-vormig complex in 1799. In de tweede helft van de 19de eeuw werd het een gesloten hoeve.
Dan wandelen we de velden in, laagstamboomgaarden stukken aan een stuk. Eigenlijk is dit niet het landschap van Haspengouw. Is de afgelopen 50 jaar gecreëerd door de fruitboeren. Gelukkig zijn er hier en daar nog hoogstamboomgaarden bewaard. Het weer zit niet mee is wel droog maar zo bewolkt het is donker en zo krijgt alles nog een mis troostende zicht. We blijven bijna de rest van de wandeling in de velden en zo komen we terug in Hoepertingen. Hier eindigt onze wandeling bij de Loonse Tsjaffeleers.
37E MARCHE DE LA CITADELLE. / LES SPITANTS DE NAMUR. / NAMUR 11/01/2015.
37E MARCHE DE LA CITADELLE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
NAMUR-NAMEN.
Vandaag wandelen we Namen, vertrek in het Arsenal. Is een deel van de citadel waar ze wapens en buskruit bewaarden. We wandelen nu de Samber over en gaan nu naar de citadel. De Citadel ligt op een 100 meter hoge heuvel boven de stad Namen. Het ligt op een strategische plaats op de plek waar de rivier de Samber uitmondt in de Maas. Het is één van de grootste burchten van Europa.
Een stukje geschiedenis: Waarschijnlijk werd deze heuvel 8.000 jaar geleden al bewoond. Ook de Romeinen gebruikten deze plaats al als fort. De eerste stenen wallen dateren ergens uit de vroege middeleeuwen. Vanaf de 10e eeuw wordt het complex de hoofdzetel van de Graven van Namen. Tot aan 1429 zullen in totaal 23 graven elkaar opvolgen. In dat jaar neemt Filips de Goede het gebied in en wordt Namen bij het Hertogdom Bourgondië gevoegd. Tot aan de onafhankelijkheid van België is het fort vaak belegerd en valt het in Spaanse, Oostenrijkse, Franse en Nederlandse handen. Tussen 1816 en 1825 werd het gehele complex door de Nederlanders herbouwd. Na de Belgische Revolutie komt het fort definitief in Belgische handen. In 1893 werd een deel van het complex door Koning Leopold II aan de stad afgedragen. Op dit gedeelte wordt het park, de Esplanade, aangelegd. In 1975 wordt het hele fort aan de stad overgedragen en wordt het terrein gedemilitariseerd. In 1977 verlaten de laatste commando's het fort.
Vandaag is het één van de mooiste en belangrijkste erfgoedplekken van Wallonië. Waar grote inspanningen geleverd worden om dit stukje erfgoed te bewaren en nuttig te gebruiken. We klimmen de berg op naar de citadel. We kiezen voor de route door de ondergrondse gangen. Het is bijzonder om door de gangen te kunnen. We komen uit de gangen en zijn een heel eind geklommen. Nog even en we zijn boven op het paradeplein. We steken het over en komen dan in het park van de citadel.
We wandelen even door het park en dan komen we aan het kasteel van Namen. We wandelen verder en komen aan onze eerste controlepost even rusten en dan weer verder. Na een tijdje komen we langs kasteel Valetckka een klein kasteeltje met een gele vierkante toren. Wat verder wandelen langs de mooi oude huizen, zijn hier duidelijk in de betere wijk van de stad. Nu wandelen we het bos in wat modder maar het is zeker de moeite om door te wandelen. We komen langs een oude grenssteen spijtig kunnen we de tekst niet meer ontcijferen. We zijn nu in Wepion. Nu komen we langs een prachtig gebouw een kasteeltje in een park mooi wel. Nu hebben we een stevige klim voor de voeten om in Wepion te komen.
We wandelen nu door het “Bois de la Marlagne” hier boven op de heuvel een prachtig gebouw, zijn eigenlijk we benieuwd wat het is. Na wat zoeken op internet vinden we wat het is “Centre Spirituel La Pairelle”. Nu dalen we af naar de Maas. En volgen deze tot op onze tweede rust post. Na de rust vangen we de laatste kilometers aan langs de Maas tot aan de samenvloeiing van Maas en Samber waar het monument van Koning AlbertI op zijn paard staat. Hier volgen we de Samber tot we terug aan het Arsenal zijn waar deze mooie tocht eindigt.
28E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTE MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG 10/01/2015.
28E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG-CHAUDFONTAINE.
We vertrekken met onze wandeling en vlug wandelen we Bois de la Picherotte binnen hier wandelen we door het dal met weerzijden steile hellingen wel prachtig om te zien. Op de hellingen bloeit er een struik met gele bloemen. Hoe verder we wandelen hoe steiler de wanden worden en hoge rotsen stekken omhoog.
We wandelen nu in Bois d’Embourg en beneden dondert de Ourthe door de vallei. De waterstand is vrij hogen de rivier treed op plekken buiten de oevers. En de bomen aan de zijkanten staan in het water. We wandelen verder en komen dan aan Chateau de Sainval. We zijn hier in Tilff. Één van de windwijzer in de vorm van een draak, mooi om te zien. Weer een stukje verder wandelen komen we in het dorpje Tilff.
Hier komen we aan het Domaine de Brunsode. Kasteel Brunsode of chateau de Tilff is een massief gebouw met twee torens naast elkaar, in Louis XIII-stijl. Het kasteel is gebouwd in de 17e eeuw op de fundamenten van een voormalige versterkt stenen huis met vierkante toren en omringd door een gracht,. De eerdere versterking bestond al in 1294 en heette Brunsode , vernoemd naar zijn eerste eigenaars. Ten zuiden van de burcht liggen de bijgebouwen in de traditionele stijl van de 16e eeuw . De geschiedenis van deze plaats gaat terug tot de 14e eeuw. De eerste eigenaar, vermeld in 1314 was Willelmo van Brunshorne . Later in 1377 was Wilhelmus van Brunishorne de eigenaar. Gilles de Ruyff of Ruve was in 1452 de belangrijke bezitter van het goed. John Seraing was de laatste bewoner in de lijn van de Gilles van Ruve dynastiie. Voor het eerst in twee eeuwen werd het kasteel en bijbehorende gebouwen in 1652.
Zo kwam Herman van Beringhen in het bezit van het kasteel. Herman van Beringhen was de meest belangrijke persoon in de geschiedenis van het kasteel Brunsode . Hij was de Grand baljuw van het graafschap.. Hij trouwde twee maal en zorgde ervoor dat zijn nakomelingen huwden in de belangrijkste families van die tijd. Hij was het ook die de middeleeuwse bouwwerken liet aanpassen naar de smaak van zijn tijd zodat hij in een veel gerieflijker woning kon vertoeven.Herman stierf in 1671 en ligt begraven in Tilff. In 1732 nam de familie van Mill zijn intrek in het kasteel. Zij vertrokken na 39 jaar weer in 1771. Marry Marguerite Josepha Piette erfde het kasteel. Zij huwde in 1776 met Knight Lambert van Planchar. In de 19e eeuw bewoonde de familie Malherbe het kasteel. Zij verkochten het kasteel weer op 31 maart 1826 aan Alexander Sebastien de Spirlet. In het begin van de 20e eeuw maakte het kasteel enkele slechte tijden mee. Het werd beschadigd tijdens een bombardement van Tilff in de Tweede Wereldoorlog en stond vele jaren leeg. Verval trad in en het kasteel was onderhevig aan. Brunsode veranderde langzaam in een ruïne.
Het dorp Tillf kocht het kasteel in 1972 en begon in 1975 met de renovatie. Het duurde tot 1998 voor de restauratie voltooid was. Enkele bijgebouwen wachten nog steeds op restauratie, maar het kasteel en enkele bijgebouwen zijn gered voor het nageslacht. Nu verlaten we het centrum en wanddelen het Bois d’Oblistaine in hier weer een paar stevige klimmen. En als we dalen komen we terug in Embourg, langs Fort Embourg en de tank terug naar ons vertrekpunt.
Een pracht van een wandeling alleen het weer zat behoorlijk tegen, wel redelijk zacht tot 12°C maar hevige wind en regen wat de wandelpaden in modderpoelen veranderen.
In Mechelen vindt u nog vele markante gebouwen zoals bijv. De Heerenhof, dat ruim 800 jaar geleden is begonnen met een boerenhof die door de Johanitters werd omgebouwd tot commanderij. Een aantal eeuwen later werd het een kasteelhoeve tot halverwege de jaren tachtig. Toen werd het gebouw, na een grootscheepse renovatie het bestuurscentrum van de gemeente Wittem.
Aan de rand van het dorp ligt de Commandeursmolen die nog steeds in gebruik is. Wandelend komt u ’t Höfke tegen, een verzameling van achttiende eeuwse vakwerkboerderijen met bloemrijke graslanden. Een van deze boerderijen is eigendom van Stichting Natuurmomenten en is geheel gerestaureerd. Het geheel is een beschermd dorpsgezicht.
Zo word Mechelen beschreven door VVV Zuid Limburg, maar eigenlijk is het niet overdreven, wat een prachtig dorpje. We vertrekken midden het dorpje wat een prachtig dorp met vele vakwerkhuizen die staan te pronken in de zomerzon. We wandelen het dorpje uit en steken de Mechelderbeek over die ten westen van Mechelen in de Geul uitmondt. Dan komen we aan de Wienberg. We wandelen nu over het voetpad “in de Mechel” een wijds landschap met kleine landschapselementen. Met prachtige zichten op de beboste heuvelruggen. Op de kruispunten staan de vele wegkruizen die versierd zijn met kleurrijke bloemenkransen.
We wandelen verder en komen zo in Elzet. Ook hier weer prachtige vakwerkhuizen en vakwerkboerderijen. Iets buiten Mechelen ligt het beschermd dorpsgezicht ’t Höfke, een verzameling van achttiende-eeuwse vakwerkboerderijen. Verder liggen in de directe omgeving gehuchten met de sprekende namen als Bommerig, Elzet, Hurpesch en Overgeul. We komen nu in Kleeberg met zijn Mechelerhof. Prachtig hier de vakwerkhuizen. We wandelen weer de natuur in met eindeloze vergezichten op de omgeving gewoon prachtig. We volgen nu een eindje de Geul. Een eindje verder komen we in Bissen weer worden we getrakteerd op vakwerkhuizen wat is het hier toch mooi.
We wandelen het dorpje uit en komen langs de Grindgroeve Bissen. Verder komen we in Overgeul. Nog even verder en komen we terug in Mechelen. Langs de Geul staan nog bunkers. Dan de Geul over en op de brug kijken we even in de Geul een zwerm vissen zien we.
En dan verder het dorpje binnen langs de verschillende prachtige vakwerkhuizen de oude brouwerij en dan langs kasteelhoeve De Heerenhof, een zogenaamde carréhoeve welke ruim 800 jaar geleden is begonnen als een boerenhof en door de Johanniterorde van Mechelen werd omgebouwd tot commanderij. Momenteel is in de Heerenhof een zorghotel en een hospice gehuisvest. Zo komen we terug aan ons vertrek en zo eindigt hier onze wandeling in Mechelen.
23E MARCHE DE L'EPIPHANIE. / LES ROTEUS DI HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY 07/01/2015.
23E MARCHE DE L’EPIPHANIE.
LES ROTEUS DI HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
Vandaag een wandeling in Beyne-Heusay. We hoopten op een mooie wandeling maar worden toch redelijk teleurgesteld. Als we de start verlaten moeten we een heel eind langs de steenweg, zeker niet aangenaam om te wandelen.
Als we dan eindelijk de steenweg verlaten worden we langs woningen geleid niks te zien als huizen en beton. Als we eindelijk eens een stukje interessants krijgen komen we op de oude spoorlijn “ligne 38”nu “Ravel 5” RAVEL of Ravelroute's zijn Oude Spoorwegzate‘s en Rivierdijken, die hedendagen volledig omgebouwd zijn tot Recreatieve fietspaden en wandelwegen. Maar vlug verlaten we de spoorweg en gaan het dorpje MAGNEE binnen. Langs de kerk en enkele mooie gebouwen en dan eindelijk een stukje de velden en weilanden in.
Hier eindelijk een paar mooie vergezichten over het landschap. En ook een paar mooie boerderijen. Dan weer een heel eind langs de steenweg om dan aan het einde van onze wandeling te komen. De hele wandeling is eigenlijk niet de moeite om er iets over te schrijven.
MARCHE DE JOUR. / AMIS MARCHEURS IVOZ. / IVOZ. 08/06/2014.
MARCHE DE JOUR.
AMIS MARCHEURS IVOZ.
IVOZ.
We komen aan in Ivoz en een hevig onweer barst los. We wandelen langs de Maas, grote boten passeren er. Wij wandelen langs de oever.
En komen zo in Val Saint Lambert. Val-Saint-Lambert is een kristal- en glasfabriek die sierglas, glazen en kristallen kunst- en gebruiksvoorwerpen produceert. Maar heeft ook een rijk verleden.
De fabriek is gevestigd op het terrein van de abdij van Val-Saint-Lambert, de vroegere cisterciënzerabdij van Sint-Lambertus, gesticht in 1202 en opgeheven in 1796. De romaanse kapittelzaal en het scriptorium van de abdij zijn gerestaureerd en worden tot vandaag gebruikt. In 1826 vestigden de stichters van de kristalfabriek zich op de gunstig gelegen site, vanwege de aanwezige ruime gebouwen, de nabijheid van steenkool en de mogelijk van vervoer over de Maas.
We wandelen door de ingangspoort het domein op. De 13e-eeuwse, vroeggotische kapittelzaal, het scriptorium en het daarboven gelegen slaapgelegenheden zijn onlangs gerestaureerd. Het gastenverblijf dateert uit de 17e eeuw. De monumentale toegangspoort, de domeinmuur, het hoofdgebouw, het abtenverblijf en het hospitaal zijn 18e-eeuws. Het fronton van het poortgebouw draagt de wapenspreuk van abt Simon de Harlez: Fortiter et candide ("Krachtig en duidelijk"). Het paleis van de abt dateert uit 1762-'65. Van het eens rijke interieur resteert slechts weinig.Aan de noordoostzijde ligt het restant van wat ooit de tuin was. In 1789, het jaar van de Luikse Revolutie, liet de laatste abt van Val-Saint-Lambert, Grégoire Falla, hier een fraai Belvédère aanleggen. De kristalfabrieken liggen ten zuiden van de abdijgebouwen. Wij verlaten het domein langs de parking en zo wandelen we het bos binnen.
Het bos van Seraing ook het bos van Val Saint Lambert genoemd was bezit van de abdij en er waren visvijvers voor de abdij. Een heel eind wandelen door het bos om dan terug aan de abdij aan te komen de schouw van het kristalfabriek komt in het zicht. Dan weer een eindje langs de Maas en terug aan ons vertrek. Ondanks de regen een mooie wandeling.
NIEUWJAARSTOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 05/01/2015.
NIEUWJAARSTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De Demer verdeelt Diepenbeek en vormt een scheidingslijn tussen de heidevlakte en het hoger gelegen gedeelte: hier is de bodem meestal zand-, leemachtig; kleiachtig op sommige hoogten. De oppervlakte is over het algemeen nogal heuvelachtig en sommige hoogten kunnen tot 60 m stijgen, dit wisselend landschap vormt een ideale plek om te wandelen.
Vandaag wandelen we vanuit Lutselus en zullen een paar mooie plekjes aandoen. Diepenbeek heeft een groot aantal natuurreservaten waar de wandelaars zich kunnen ontspannen en genieten van al het moois dat deze laten zien, vooral de vele vijvers met watervogels zijn vandaag te zien. We komen zo in de Dorpsbemden-Pomperik is een natuurgebied van 60 ha, gelegen in de valleien van de Demer en Kaatsbeek. Het gebied, dat op de overgang van de Kempen en Haspengouw ligt, kent een afwisselende bodemgesteldheid met zand, leem, en natte klei. De laatste werd aangevoerd door de overstromingen. Kenmerkend zijn de blauwgraslanden, die gedijen op voedselarme bodems met wisselende waterstand. Dit gebied bevat één der belangrijkste blauwgraslandcomplexen van Vlaanderen.
Wat verder komen we aan de Dauteweyers is een natuurgebied. Het 11 ha omvattende gebied bestaat uit een reeks vijvers, waaromheen zich verlandingszones bevinden. De vijvers zijn ontstaan door winning van ijzererts, welke plaatsvond in de 19e eeuw en in 1873 tot een einde kwam. Om de vijvers zijn elzenbroekbossen en vochtige weilanden te vinden. In het gebied komt de boomkikker voor. Op de vijvers zitten verschillende soorten eenden en ganzen. We wandelen verder door de prachtige natuur en komen op de rust post in Rooierheide aan. Het gebied was eeuwenlang een heidegebied ten noorden van Diepenbeek en de Demer, zoals het ook nog is weergegeven op de Ferrariskaart uit de jaren 1770. De Atlas der Buurtwegen uit het midden van de 19de eeuw duidt de gehuchtjes Miserik en Ginderover aan.
In 1912 werd in Rooierheide het klooster van Royerheide gebouwd, wat een aanzet gaf tot de ontwikkeling van het gehucht. In 1933 werd hier de Heilig Hartkerk van de passionisten opgetrokken. In de jaren 30 werd het gebied doorsneden door het Albertkanaal. Het klooster is er niet meer maar in de gebouwen is nu een rusthuis. Na de rust weer verder om weer een eind door het natuurreservaat te wandelen met zijn vijvers. Ook komen we enkele vakwerkhuizen tegen welke in Diepenbeek nog veel voorkomen. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt waar we deze mooie wandeling afsluiten.
Vijlen is een dorpje met ruim 1500 inwoners (peiljaar 2005) in Zuid-Limburg, behorend tot de Nederlandse gemeente Vaals. Vijlen ligt op ongeveer 200 meter hoogte boven NAP en is daarmee het hoogst gelegen kerkdorp van Nederland.
Een bijzonderheid in Vijlen is het Vijlenerbos, is een langgerekt bosgebied dat zich uitstrekt over een lengte van ca. 8 km tussen Epen en het Drielandenpunt bij Vaals. Ongeveer 200 ha van de hoogste delen van het bos tussen Vijlen, Epen en Vaals bestaan uit tamelijk vlakke plateaus, de rest bestaat uit hellingen.
De tamelijk uitgestrekte hellingbossen worden gekenmerkt door forse hoogteverschillen van zo'n 100 meter. Het hoogste punt is met 323 meter het Drielandenpunt, het laagste ligt niet ver van de Geul op ca. 150 meter. In de lagere delen komen een aantal bronnetjes voor, waaruit in alle richtingen beekjes ontspringen, zoals de Cottesserbeek, de Berversbergbeek, de Klitserbeek, de Hermensbeek, de Lombergbeek, de Harleserbeek, de Hermansbeek en de Zieversbeek.
Wij wandelen vandaag in deze prachtige streek en genieten van onze eerste kilometers in het Vijlenerbos. Dan controlepost in het boswachters hut. We wandelen dan verder en komen in Hilleshagen. Hilleshagen is een buurtschap van Mechelen. Hilleshagen ligt op een heuvelrug die zich uitstrekt van de Vijlenerbossen tot aan Mechelen. Aan de zuidzijde van de buurtschap ligt dertig meter dieper in het dal de Lombergbeek.
Hier komen we prachtige vakwerkhuizen tegen die prachtig gelegen zijn. Maar vooral de weidse landschappen in de vallei zijn gewoon adembenemend. Wij wandelen van hieruit terug naar Vijlen. Waar een mooie wandeling eindigt.