Vorige vrijdag was het dan zover.
De prijs die ik reeds ettelijke maanden geleden gewonnen had met de garnalenwedstrijd kon nu eindelijk geconsumeerd worden.
Er was afgesproken dat we op 28 augustus de boottocht op de Waddenzee zouden ondernemen. De datum was zo gekozen omdat die voor iedereen het beste uitkwam en de garnalenvangst start in augustus. Op een vroegere datum zouden er niet veel garnalen te vangen zijn.
De daguitstap zou doorgaan met de boot van Jan Rotgans, de Johanna II. Dus eerst eens op de website van Jan gekeken en dat zag er allemaal zeer veelbelovend uit.
De boot vertrekt vanuit het dorpje Den Oever…
Het hotel was gereserveerd voor twee nachten. Allemaal in de prijs begrepen…
De enige die zich wat zorgen maakte was mijn vrouw die vreesde om over glibberige loopplanken te moeten gaan, of ze misschien zeeziek zou worden, of ze niet verstrengeld zou raken tussen al die kabels en touwen, allemaal verloren moeite…. Zij was na de tocht één van de meest enthousiaste.
Vrijdagnamiddag hadden we de aanlegplaats van de boot reeds vlug gevonden. Het waaide die dag de pannen van het dak en geen enkele boot mocht uitvaren maar zo wisten we reeds dat de boot er best stoer, netjes, goed onderhouden en gezellig uit zag. En wij maar hopen dat het weer een beetje zou verbeteren, anders zat de kans er zelfs in dat we onverrichter zake terug huiswaarts mochten keren!
De mensen van het hotel waren reuze sympathiek. We kregen kamers op het gelijkvloers om onze stramme knoken te sparen en de twee menuborden aan de inkom zagen er ook veelbelovend uit: “Recht van de boot; tarbot of griet met sla en frietjes” voor amper twintig euro,… toe maar!
Maar… er waren ook festiviteiten, een kermis en de “Flora&visserijdagen”, aan de gang in het dorpje, of ze zouden er toch aankomen, en het menu was daarom ingekort tot een kermismenu, een verkorte versie van de kaart. Toch hebben we dezelfde avond een zeer lekker stuk ‘knijterverse” kabeljauw gegeten met tartaarsaus, sla en frietjes. Meer moet dat niet zijn. Hoeveel flessen frisse Oostenrijkse witte wijn we daarbij soldaat gemaakt hebben, dat vertel ik niet…!
Zaterdag om tien uur stonden we dan paraat aan de kade. De auto kon vlakbij geparkeerd worden.
De afspraak was om half elf.
De schipper, kapitein en meester na God was reeds druk in de weer om de boot in orde te maken… Hij herkende ons onmiddellijk! Ha, daar zijn de Belgen…!
Nu bleek het zelfs dat het hele schip alleen voor ons gereserveerd was. Iets dat we wel stiekem gehoopt hadden maar verder voor onmogelijk achtten… Merci, mensen van de wedstrijdorganisatie; het Nederlands Visbureau!
Buiten Jan Rotgans was er nog een lieve vriendelijke dame aan boord, Yvon of was het Yvonne, ik weet het niet. Je hoort dat niet aan de uitspraak… De koffie stond klaar - met koekjes - en we moesten maar vragen als we wat wilden… Zij zou dus een beetje onze moeder worden…!
Dan bleek er nog een extra passagier te zijn; Nero, de hond van de baas…! Een Golden Retriever, een lief beestje dat we verder niet gehoord of gezien hebben… behalve toen hij dringend moest plassen!
Oppassen voor de trapjes, steeds achteruit daar op en af gaan. Naar de commando’s van de kapitein luisteren bij gevaar. De tocht zelf zou een beetje van het weer afhangen want het begon weer behoorlijk donker te worden en zwarte onweerswolken stapelden zich op…
Garnalen zouden we zo wie zo vissen, ook zou Jan een lading bot proberen te vangen en misschien wat oesters zien te plukken…
We zouden bisque maken van garnalen en van strandkrabben, garnalen bakken, loempia’s maken met een zoetzure saus en bot roken… verder zouden we wel zien…
Toen vertrokken we…!
Het eerste kwartier van de tocht zullen we niet al te snel vergeten. Lang alle kanten sloegen de bliksems in vanuit de donkere wolken… het leek wel nacht, het zou blijkbaar een spannend boottochtje worden!
Toen klaarde het wat op en Jan zou nu garnalen vissen. Dat gebeurt met een klein sleepnet dat juist over de bodem van de zee getrokken wordt. Zeer snel, na een kwartiertje reeds kwam er een lading garnalen boven water. Op het eerste gezicht zagen die er niet al te fris uit… Ze hingen nog vol slik en moesten eerst zeer grondig gespoeld worden in een sterke (zee)waterstraal. Tussen de garnalen zaten ook massa’s kleine strandkrabbetjes met venijnige scharen.
We mochten ook meehelpen; de krabben scheiden van de garnaaltjes en alles wat er niet in thuis hoorde terug overboord gooien… Kleine visjes zoals spiering, botjes, kwalletjes, lege schelpen van strandgapers… en zoverder.
Met deze garnalen begon Jan de bisque te maken op zijn manier. Een beetje onorthodox, een massa garnalen kookte hij zachtjes in een groentebouillon en idem dito met de krabbetjes. Later gingen er nog wat kruiden bij, tomatenpuree en een scheut cognac. Het resultaat was verbluffend.
De bisque heeft zeer lang gekookt, had een groenige kleur en was zeer lekker. We proefden de soep uit een plastic bekertje.
Enige probleem. Dergelijk recept is niet na te maken. Hij heeft denk ik, wel vijf kilo kleine levend verse garnaaltjes gebruikt voor een pot bisque.… Idem voor de krabbenbisque. Op een zeker ogenblik besliste hij zelfs dat er nog wel wat garnalen bij mochten gedaan worden, dus zal ik er nog wat meer vangen, de daad bij het woord voegend…. (Thuis lukt dat nooit...!)
De grootste garnalen, die we eerst uitgezocht hadden, werden dan zeer kort gekookt in zeewater. Daarna hebben we die gepeld, alle hens aan dek en oefening baart kunst…!
De garnaaltjes waren wel vrij klein. Dat was het eerste wat opviel… misschien omdat het nog maar het begin van het seizoen was?
De kleinste garnaaltjes werden dan krokant gebakken op de bakplaat in een lekje olie, terwijl ze regelmatig werden omgeschept en bestrooid met grof zout. Lekker als snack. Zo eten uit een mini frietzakje…!
Terwijl we met de garnalen en de krabben bezig waren gooide Jan het grote net uit om bot te vangen…. Ook dat ging vrij snel. Na een half uur of zo wat, haalde hij minstens een twintigtal vrij grote platvissen boven die ik voor het eerst in mijn leven zag: bot!
Hier in België kennen wij geen bot. Ik toch niet. Tarbot, griet, ja, die wel, schol of schar… maar bot…? Nooit gezien.
Bot is een platvis die leeft in brak water. Hij kan zowel in zee als in zoet water leven en zwemt zelfs de rivieren op. Vermits de Waddenzee grenst aan het IJsselmeer, dat een zoetwatermeer is, leeft daar ook veel bot. De vis ziet er uit als een schol/pladijs of een klein tarbotje… Hiervan zouden we een tartaar maken en Jan zou er een deel van roken in een rookoven - zelfs die was aan boord - en die werd gestookt met houtblokken die ter plekke gekliefd werden.
Na de vangst mochten wij de bot uit de vangstbak halen en apart gooien. De rest; colablikjes, plastic bekertjes, kwallen, kleine visjes zoals moeraal, snoekbaars, zeesterren, zeedonderpadden, kienhout, losse schelpen, brokken turf en slijkmosselen gingen terug de zee in. De blikjes en plastic bekertjes volgden richting vuilnisbak…
De vissen werden van de kop ontdaan, aan lange priemen gespietst en in de rookoven geplaatst. Na een uur roken op een temperatuur van 80°C ongeveer waren ze etensklaar. Ze waren mooi bruin gerookt en smaakten buitengewoon lekker. Zo recht uit de oven, opeten met de vingers.… Toen ontdekten we dat er ook witte wijn aan boord was… en likten eerst onze vingers af…!
Om de tartaar te maken werden enkele botten gefileerd en met de hand in flinterdunne brokjes gesneden. Hoe taai dit superverse visvlees aanvoelde was ook een ervaring.… De fijngesneden gehakte vis hebben we toen gemengd met wat gember, sjalot, olijfolie, limoensap en dergelijke… toen vond Jan dat daar best een plukje zeekraal bij mocht als versiering.
Jan wist waar zeekraal te vinden was maar daarvoor moesten we wel overstappen in een kleiner bootje met buitenboordmotor waarmee Jan aan de zeeboord kon aanleggen. Jan ging met een rotvaart over het water, Nero vond dat blijkbaar heel plezierig en liet dit luid blaffend blijken maar ook omdat hij nu eindelijk zijn plas kon maken! Zo hebben we toch ook een beetje aan “Wadlopen” gedaan. Wel over een afstand van drie meter! Om uit het bootje te komen moesten we inderdaad met de broekspijpen opgerold en de schoenen uit, door het water waden.
Zo hebben we ook kunnen zien hoe zeekraal groeit en hoe de plant in het wild uit voor komt.
Om oesters te zoeken was het wat te laat geworden. In het dorpje, Den Oever, waren intussen de festiviteiten reeds begonnen. We hoorden van verre hoe een nep André Hazes weer “"Een beetje verliefd"” werd op enkele andere karaokezangers… en Nero, hij huilde zachtjes mee.
Om stereotiep te eindigen…: vatbaar voor herhaling!
Een echte aanrader.
www.janrotgans.com
|